Wie bepaalt het aantal Dottercentra?
"Te-veel-dottercentra-in-Nederland". UTRECHT (ANP) - Als het aan minister Ab Klink (Volksgezondheid) ligt, is het uitvoeren van dotterbehandelingen vanaf 1 januari niet meer uitsluitend voorbehouden aan ziekenhuizen met een afdeling hartchirurgie. Door dat besluit dreigen er te veel dottercentra te komen. Artsen doen daardoor straks te weinig ervaring op met de behandelmethode en dat is gevaarlijk voor patiƫnten.
Daarvoor waarschuwt Yolanda van der Graaf, klinisch epidemioloog van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, in een artikel in de jongste uitgave van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Zij vreest verder dat artsen om aan voldoende behandelingen te komen, ook hartpatiƫnten gaan dotteren die mogelijk beter af zouden zijn met met een andere behandeling.
Van der Graaf schrijft dat een aantal dottercentra nu al moeite heeft aan zeshonderd ingrepen per jaar te komen. Dat is het aantal dat de ziekenhuizen minimaal moeten halen om in aanmerking te komen voor een vergunning. Het probleem zal volgens haar alleen maar groter worden als Klink het dotteren niet langer onder de Wet Bijzondere Medische verrichtingen laat vallen.
Typisch een vorm van hoe overheid zich verkeerd kan bemoeien met het managen van bedrijven. Dit heeft heel veel weg van de keuken-boulevard-methode: u ziet een keuken met een moderne kookplaat en dat "dan" wilt u ook. Het probleem is dat met een kookplaat u waarschijnlijk ook andere pannen nodig heeft. Het een heeft met het andere te maken.
Normaal gaat management om een bedrijfsproces (het behandelen van patienten) en aan dat proces stelt u eisen: 600 patienten per jaar voor behandeling-X. Vervolgens kijkt de organisatie wat ze nodig heeft (resources, waaronder apparatuur) om die behandelingen zo goed mogelijk uit te voeren.
De Quota voor dottercentra gaat precies uit van de tegengestelde benadering. Die stelt dat er x-aantal resources beschikbaar moeten zijn... en dan volgt het proces vanzelf. Dit is te vergelijken met een bepaalde economische wet dat elk aanbod vanzelf wel zijn eigen vraag schept.
Daarvoor waarschuwt Yolanda van der Graaf, klinisch epidemioloog van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, in een artikel in de jongste uitgave van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Zij vreest verder dat artsen om aan voldoende behandelingen te komen, ook hartpatiƫnten gaan dotteren die mogelijk beter af zouden zijn met met een andere behandeling.
Van der Graaf schrijft dat een aantal dottercentra nu al moeite heeft aan zeshonderd ingrepen per jaar te komen. Dat is het aantal dat de ziekenhuizen minimaal moeten halen om in aanmerking te komen voor een vergunning. Het probleem zal volgens haar alleen maar groter worden als Klink het dotteren niet langer onder de Wet Bijzondere Medische verrichtingen laat vallen.
Typisch een vorm van hoe overheid zich verkeerd kan bemoeien met het managen van bedrijven. Dit heeft heel veel weg van de keuken-boulevard-methode: u ziet een keuken met een moderne kookplaat en dat "dan" wilt u ook. Het probleem is dat met een kookplaat u waarschijnlijk ook andere pannen nodig heeft. Het een heeft met het andere te maken.
Normaal gaat management om een bedrijfsproces (het behandelen van patienten) en aan dat proces stelt u eisen: 600 patienten per jaar voor behandeling-X. Vervolgens kijkt de organisatie wat ze nodig heeft (resources, waaronder apparatuur) om die behandelingen zo goed mogelijk uit te voeren.
De Quota voor dottercentra gaat precies uit van de tegengestelde benadering. Die stelt dat er x-aantal resources beschikbaar moeten zijn... en dan volgt het proces vanzelf. Dit is te vergelijken met een bepaalde economische wet dat elk aanbod vanzelf wel zijn eigen vraag schept.
Reacties