Tijd om op eigen benen te gaan staan


Het was al laat, maar ik besloot nog even te wachten. Hoe laat zou ze thuis komen deze keer? Op zolder had ik een aardig hok gekregen en ik zat met mijn benen op het bureau na te denken over de volgende stappen. Nadenken was het probleem niet zo zeer. Wat dan wel het probleem was kon ik moeilijk onder woorden brengen. Ik maakte maandelijks de giro-envelop open en zag een som geld binnenkomen. Tegenwoordig ging dat elektronisch. Hoe iemand zoveel kon verdienen was me nog steeds een raadsel. Gelukkig was het ook mijn rekening –“het is toch onze rekening” - benadrukte ze onlangs nog eens. Wat was dan het probleem?

In de tussentijd schreef ik af en toe een column. “Schrijven is toch iets dat je leuk vindt,” zei ze laatst, “dat wat je toen vertelde over die banken, ik denk dat de mensen dat zeer zullen appreciëren.” Tja, dat schrijven was wel een aardige oplossing, al wist ik niet goed voor welk probleem: voornamelijk om de tijd te doden… Een column over banken, wie zit daar nu op te wachten vroeg ik me af. Overal is er crisis en de mensen vragen oplossingen. Geen schetsen van een problematiek.

Het was een week of wat eerder, toen ik eens onder het eten wat mijmerde over de ABN. Die cultuur, dat wordt nog een hele uitdaging, zei ik. “Kijk,” de ING heeft tenminste deze crisis echt beleefd. Het aandeel kost nu nog maar twee euro, zo’n negentig procent van wat het destijds waard was, maar toch. Een cultuur kan hierdoor veranderen. Alle medewerkers hebben de crisis meegemaakt. Sommigen worden ontslagen en anderen mogen gelukkig blijven, maar die gezamenlijke ervaring maakt de cultuur op de duur sterk. Net als de mensen die de watersnoodramp meegemaakt hebben. Dat heeft vooral de Zeeuwen sterker gemaakt. En ook als er toch een Nationalisatie komt – wat ik niet verwacht – dan hebben de ING-ers die crisis echt beleefd. Later zorgt dat verhaal voor een interne band. Iedereen zal er over vertellen. Nieuwkomers zullen zich afvragen waar het over gaat, die begrijpen niets van die crisisjaren, want die hebben het niet meegemaakt. De oude garde wel. Zo ontstaat een erfenis. Een cultuurgoed.

“En de ABN-ers niet dan,” vroeg ze achteloos terwijl ze mijn glas wijn volschonk. Het waren kristallen glazen waar ik er onlangs een van gebroken had.
Nee, de ABN werd overgenomen. Vervolgens ging Fortis op de fles, het hele schouwspel hebben we allemaal meegemaakt en de ABN kwam er zonder kleerscheuren vanaf. Die hebben dus de crisis niet meegemaakt, die is langs hen heen gegaan. Nu wordt het bedrijf opnieuw “volwassen” gemaakt door een nieuwe leider, om vervolgens weer zelf op eigen benen te kunnen staan in de financiële wildernis. Maar hoe kan je nu standhouden in een jungle als je geen oorlog mee hebt gemaakt? Als je niet weet hoe je van je af moet bijten. Niet hebt moeten vechten. Begrijp je wat ik bedoel?
- “Ik begrijp het,” zei ze en na een aansluitende stilte begon ze zelf over een heel onder onderwerp.

Dat was toen. 


Eindelijk kwam ze thuis. “Ik had je toch verteld dat het laat zou worden,” zei ze. “Die reorganisatie kost gewoon heel veel tijd.” Het woord reorganisatie kon ik niet aanhoren. “Ontslag” nog minder, en zij was er dagelijks mee bezig. Elke dag wel een standpunt een visie een opmerking: “… jij had het toch over de ABN laatst, ik denk dat we ook zo’n soort brief gaan sturen aan de medewerkers. Wel-misbaar, niet-misbaar.”

Eenmaal in bed zei ze: “Je hebt weer hoofdpijn, ik zie het aan je. Ga morgen toch eens naar de dokter.” Dat was een goed idee, ik had verder toch niets te doen. Toen ik nog werkte ging ik nooit naar een dokter, maar nu vond ik het tijd worden. Ze gaf me een zoen en zei: “morgen moet ik weer vroeg op, dan praten we over de ontslagcriteria.”

Ontslagcriteria? Blond met blauwe ogen mogen blijven, zwart en krulletjes moeten weg, zo iets nam ik aan, maar dan serieus verpakt. Ik miste mijn werk, die dagelijkse routine, ’s morgen een e-mail opstellen, de binnenkomende mailtjes sorteren, door de dag heen wat internetten, de beurs een beetje in de gaten houden. Gezellig koffiedrinken. Af en toe een vergadering bijwonen. Lachen, dat ook, is een stuk moeilijker alleen. Wat was ik toen tevreden. Helaas kwam daar enigszins onverwacht een eind aan… Nu ontbrak het me aan ritme aan discipline... Elke dag was anders en kostte me een enorme hoeveelheid energie. Al dat nadenken. Niet precies weten wat te doen. Daar kwam die hoofdpijn van. Ik moest stoppen met nadenken, dat leidde alleen maar tot stress. Dit leek wel een crisis. Als het goed is zou ik daar sterker uit moeten komen. Maar ik wist niet precies hoe en wanneer dat zou lukken. Morgen eerst maar eens naar de dokter, nam ik me voor.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?