Twee portretten van Vlaamse filosofen

Joël de Ceulaer. Denken als ambacht de levenswijsheid  van tien Vlaamse  filosofen. In de inleiding gaat Jean Paul van Bendegem in op het type filosoof. De alledaagse filosoof tot aan de dorpsfilosoof waar hij Alain de Botton plaats, en aan de andere kant de betrokken filosoof zoals  Bernard-Henri Lévy, of ( als reïncarnatie van) Sartre die zich op het strijdtoneel waagt (en soms kan leiden tot scheurkalenderfilosofie, van Ken u zelf, of de mens is een wolf voor de mens). Toch is deze verzameling van filosofen niet puur van het type een, maar bevindt zich in de dwarsverzameling.

Diderik Batens. ‘De vragen die telkens overblijven, dat zijn de filosofische vragen’ 

Hij speelt orgel, in afnemende mate, soms nog op een trouwerij van een vriend of kennis en hij wist al heel vroeg dat hij filosofie wilde studeren. Maar zijn ouders waren bang dat hij dan "geen boterham" kon verdienen en adviseerde dat hij er ook iets bij deed. Dat werd rechten. Die combinatie verliep soepel. En hij werd hoogleraar, een droom kwam uit.

Hij heeft het over een wereldbeeld. Over metakennis. en over vragen die wij nooit zullen kunnen beantwoorden. Zoals, wat was er voor de oerknal. Zijn wereldbeeld is fundamenteel materialistisch: hij gaat er van uit dat er alleen materie bestaat. En is hij dus ook een Darwinist, merkt de interviewer [...] op. "Vanzelfsprekend... De mens is een product van de biologische evolutie en is in die zin helemaal niet zo speciaal." En aan die evolutie is geen god te pas gekomen. Hij is dus materialist en ok atheïst. Mensen zijn alleen op de wereld. Er is niets buiten of boven deze kosmos waar we een beroep op kunnen doen. Mensen hebben God zelf uitgevonden. Hij vindt gelovigen niet dom. Maar hij stelt dan wel graag de vraag: waarom zou uw godsdienst van alle godsdiensten die bestaan nu de juiste zijn? Richard Dawkins vind hij wel te ver gaan.  De vraag van geloven vindt hij wel belangrijk. Over er een instantie is die om de mens bekommerd. dat je die kunt aanbidden. Ook agnosten die zeggen hierop geen antwoord te weten moeten een knoop doorhakken, ook al kun je niet bewijzen dat god niet bestaat.

Hij houdt zich als atheïst toch met theologie bezig en zegt dat daarin de vraag of je het geloof voor jezelf moet kunnen verantwoorden daar aan bod komt en dat sommige theologen zeggen dat het niet nodig is. Je kunt ook gewoon je geloof leven. Mensen hebben vertrouwen nodig in een hogere instantie.

Ettienne Vermeersch heeft meer geloof in de wetenschap dan hij, geeft hij toe. Etienne is (was) een goede vriend. Hij stelt dat deze strek geloof in het verschil tussen feit en norm. Over feiten kun je het eens worden, over normen niet. Maar soms zijn wetenschappers het over feiten niet met elkaar eens en worden ze emotioneel.

Of sommige dingen niet gewoon waar zijn? zoals dat de aarde rond de zon draait. Maar toch zijn er discussie in de wetenschapsfilosofie over wat de waarheid is. Wetenschap is een kwestie van vallen en opstaan, van dwaalsporen en doodlopende straten.

Er is toch vooruitgang, vraagt de interviewer? Maar wie zegt dat die met de waarheid te maken heeft? We zijn met wetenschap en technologie steeds beter in staat problemen op te lossen [of komen er steeds nieuwere en grotere problemen bij of boven?] Het probleemoplossend-vermogen van de mens gaat vooruit. Het gebruikt het voorbeeld van flogiston. Een vraag die hem het hele leven bezig gehouden heeft is, wanneer is een argument betrouwbaar en wanneer niet? Hierna vertelt hij over de invloed van zijn vader die graag met iedereen discussieerde [motief?] en hij vroeg zich als kleine jongen of wie zou winnen en met welke argumenten. Vandaar zijn interesse in logica en kennisleer. Hoe bouwen mensen kennis op. Zo "leer je ook veel over de mens zelf." Want mensen hebben veel illusies. Je moet niet alleen je kijk op de wereld zien te verbeteren, maar ook de manier waarop je die kijk komt. Me moeten kinderen leren dingen ter discussie te stellen...  Dat gebrek aan twijfel zie je overal ook in de academische wereld, mensen die enkel beluisterd willen worden niet meer zelf willen luisteren. Of kwaad worden als je kritische vragen stelt. Verder vind hij het (voor kinderen) dat ze het belang van de groep zien. Je hangt altijd af van anderen mensen.

"Ja, ik ben vrijmetselaar." en hij bezoekt een keer per week de loge. zo blijft hij op de hoogte van de dingen in de wereld want hij leest en kijkt weinig nieuws. Hij vind het belang van verschillende politiek opvattingen verrijkend. Leo Apostel heeft hem gevraagd toe te treden. Destijds zijn beste vriend en zijn promotor. Ettiene vermeersch (en Jaap Kruithof) was tegen vrijmetselarij. Hij zit bij een gemengde loge (net als Jean Paul van Bendegem). Hij is niet lid van Skepp, die pseudowetenschap bestrijdt [zoals tegen de erkenning van alternatieve geneeswijze] daar is Vermeersch weer wel lid van.

 Heeft logica zin? Hij geeft het voorbeeld van de vraag - voor kinderen - van de vrije wil. Hoe kan je een vrije wil hebben wanneer de wereld volledig gedetermineerd is? Dat kan hij dan uitleggen. Door te vragen, wat is het tegengestelde van determinisme: toeval, willekeur. Als de werkelijkheid niet zou gehoorzamen aan bepaalde natuurwetten, dan zou alles puur toevallig en willekeurig gebeuren. En dan is een vrije wil uitgesloten. "Als ik vrij kies dan moet ik daar een reden voor hebben."

De mens verschilt hierin. Sommige mensen nemen alles klakkeloos over van het milieu waarin ze opgroeien. Hij ziet vrije wil een kwestie van gradatie. Hij sluit het gesprek af met de relativering van zijn liefde voor filosofie. Muziek zou hij niet kunnen missen. 

Rudolf Böhm. ‘Veel ellende spruit voort uit het feit dat mensen weigeren sterfelijk te zijn’

Rudolf Boehm is een Duitse filosoof die het grootste deel van zijn leven in Vlaanderen heeft gewerkt. In 1952 kwam hij naar Leuven om er te werken aan het beroemde Husserlarchief. Eind jaren zestig verhuisde hij naar Gent, waar hij Apostel, Vermeersch en Kruithof leerde kennen. Maar het begon allemaal nog veel vroeger.

Geboren in 1927. Heeft dus het Duitse fascisme meegemaakt. heeft geen jeugd gehad wat Hitler kwam aan de macht toen hij 5 was en hij was 17 toen de oorlog afgelopen was.

Zijn vader was hoogleraar farmaceutische scheikunde. De oorlog heeft hem gevormd. Terwijl zijn vader geneesmiddelen ontwikkelde stierven massaal mensen. De mens weet verschrikkelijk veel maar weten wij niet het verkeerde? Of hij wist wat er met de joden gebeurde? Zijn vader was overtuigd dat zelf Nazi joden niet naar Polen stuurden waar ze in vrachtwagens werden opgesloten met de uitlaatgassen verstikt. Dat was een bericht dat hij hoorde. maar zijn vader kon dat niet geloven.

Zelf heeft hij natuurkunde gestudeerd, en dat is als onderdeel van exacte wetenschap het ideale model. Maar hij noemt het het verkeerde weten omdat die inzichten van die wetenschap geen antwoord geven op belangrijke vragen.

... naast de juiste kennis is er ook het juiste thema. "Wat ik heb geprobeerd, is aantonen dat de waarheidsvraag wél van toepassing is op thema’s die we bespreken. Daarmee ga ik in tegen het duizend jaar oude ideaal van de belangeloze, ongeïnteresseerde kennis – de zogenaamde objectieve kennis"

De juiste thema's zijn die waar de mens alles wat brandbaar is aansteekt en de wereld onleefbaar maakt. of de armoede in de wereld, niet alleen in Afrika maar ook in New York... Dat is geen kwestie van kwade wil, maar van ontoereikendheid. Sinds René Descartes in de zeventiende eeuw is duidelijke en onbetwijfelbare kennis zoals die in de wetenschappen wordt nagestreefd, het 
ideaal. Waarover we kennis verwerven doet er niet toe, als die kennis maar duidelijk en onbetwijfelbaar is. Zo zijn we op het verkeerde spoor terechtgekomen.

Hij stelt dat wij als mens qua cultuur zijn tekortgeschoten. Filosofen (of filosofie) spelen een onbelangrijke rol in de cultuur en... vaak is filosofie in feite ideologie. Ook bij Marx. Met als grote verschil dat een ideoloog beginselvast is, een filosoof moet die beginselen, die principes altijd ter discussie stellen. Marx heeft toch de filosofische principes aan de orde gesteld in die zin was hij ook filosoof.
Hij vertelt hoe hij filosoof is geworden. Hij kon in Leipzig privé-assistent van Heidegger worden, maar omdat diens imago met de SS niet zuiver was, wilde hij dat niet, bovendien vond hij Heidegger een dinosauriër. Hij werkte aan het Husserl-archief en Husserl heeft hem gevormd als filosoof. [is dit een patroon, mentorschap?] Husserl stelde de vraag of al die kennis niet de verkeerde kennis was. De alledaagse werkelijkheid is anders dan de objectieve werkelijkheid van de wetenschap. De vraag die altijd relevant is is waarom we doen wat we doen. Voor een econoom als voor een filoloog. En of deze 
als specialist in de Griekse literatuur lesgeeft over Aischulos, niet omdat deze zo complex en volledig is, maar waar de relevantie zit. [Relevantie gebruikt hij niet als concreet begrip overigens].

Hij is nooit politiek actief geweest, maar heeft zich wel ingezet voor de vredesbeweging waar hij trots op was. Ook in Rusland was er een vredesbeweging stelt hij, iets dat het westen verborgen heeft gehouden... "Ik ging [nieuw thema, geloof: hij is protestant opgevoed maar nooit het geloof begrepen] elk jaar [braaf] naar de misviering van de heilige Thomas, die de patroonheilige was van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte."

Een boek wat hij toch (hij is blind op moment van het interview rond 2004) nog zou willen lezen is van Heidegger, waar hij veel van heeft gelezen, over verveling. Heidegger heeft het vooral over angst [bij ontologische coaching wordt Heidegger vaak gerefereerd] maar ook over verveling. ... "Ouder worden is niet lastig, daar begin je mee bij je geboorte. Oud zijn is het wel (lastig)."

De overige acht (zeven) zijn:

  • Herman de Dijn.  ‘Wij kunnen niet zonder de illusie  dat het leven een betekenis heeft’ 
    • Vuurwerk afsteken bij Oud en Nieuw, de trouwring als symbool van eeuwige liefde, liefdesslotjes aan bruggen. Mensen zijn rituele wezens. Ons leven wordt ingedeeld met rituelen rond geboorte en dood, rond de seizoenen en rond dagelijkse handelingen. Rituelen en tradities zijn er volgens de Belgische filosoof Herman De Dijn niet om het verleden te eren, maar om betekenis te geven aan het heden. Kom luisteren naar hoe De Dijn stelt dat rituelen het leven betekenis geven.
    • Volgens Herman De Dijn toont de grote interesse voor rituelen dat we, ook in een seculiere maatschappij, verlangen naar betovering. Bij grote gebeurtenissen zoals de geboorte van een kind schiet een afstandelijke of rationele benadering tekort. Op zulke momenten zoeken we naar handelingen die betekenis geven, doordat ze onderdeel zijn van een traditie, cultuur en gemeenschap. Rituelen die we van generatie op generatie doorgeven, geven ons houvast en geven het leven zin. (bron: https://www.ru.nl/radboudreflects/terugblik/terugblik-2019/terugblik-2019/19-01-10-rituelen-waarom-we-lezing-filosoof-herman/)
  • Hubert Dethier. ‘Een atheïst boort voortdurend gaatjes in zijn eigen boot’
  • Samuel IJsseling. ‘We mogen het niet vanzelfsprekend  vinden dat we het goed hebben’
  • Ulrich Libbrecht. ‘Zelfs met al onze kennis blijft  de kosmos een mysterie’
  • Erik Oger. ‘Als je het geluk rechtstreeks najaagt, loopt het voor je weg’
  • Herman Roelants ‘Het debat over de parapsychologie is nog niet helemaal afgesloten’
  • Etienne Vermeersch: ‘Ik heb een wereldbeeld opgebouwd  dat mij volkomen bevredigt’

Vermeersch kwam in opspraak omdat hij het niet ethisch vond dat mensen meer dan twee kinderen krijgen. Hij ziet mondiale overbevolking als het grootste wereldprobleem (EtienneVermeersch.be)

"Zolang men goede argumenten heeft en niet de bedoeling individuen te beledigen, is er niets verkeerds aan de uitspraak dat een cultuur superieur is aan een andere." (Over de multiculturele samenleving, Schepping, wereldbeeld en levensbeschouwing, onder redactie van Floris van den Berg, Bureau Studium Generale UU)

Als laatste komt Jaap Kruithof aan het woord. ‘Ik misprijs mensen die te volgzaam zijn.’

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?