Achter de schermen van #dOvdE (2)

 De eerste interviews waren bijzonder inspirerend. Alle interviews in feite. Er was geen gesprek waar ik niet veel van opstak en waar ik dacht dat er toch iets van een balans was tussen het hoge kennis niveau van mijn gesprekspartner en mijn meer eigen praktische kennis van productieve voorkeuren die in in de jaren had opgebouwd met schrijven over ziekenhuizen, organisaties, verandering en later over persoonlijke productiviteit. Daar lag ook mijn interesse: in de biografie van de econoom. 

Het eerste interview was met een econoom van de emeritus-groep. In feite waren dat de twee groepen, de actieve econoom en de inmiddels gepensioneerde hoogleraar. Het verschil in activiteit was soms moeilijk te vinden, de tweede "categorie" has het vaak drukker dan de eerste.

Ik had het gesprek voorbereid door me in te lezen in alle blogartikelen van de econoom, en wat hij verder gepubliceerd had. Daar meende ik een iets wat negatief en streng beeld uit te distelleren. In het gesprek ging het aanvankelijk over de weg naar zijn hoogleraarschap en de situatie van de economieopleiding. Die stelde in veel gevallen toen nog niks voor. Er gebeurde maar wat op de universiteit kreeg ik het idee. Ook vond ik hier een terugkerend patroon bij de aspirant hoogleraar / econoom: welke universiteit kies je. De UvA werd vaak erg aantrekkelijk gevonden, maar ook progressief en dat was voor de ouders van de student vaak de aanleiding om dan toch maar een meer neutralere universiteit te kiezen. Dit hoorde ik vaak. In dit eerste interview ging de student naar de VU.

Over de cultuur van universiteiten leerde ik meer van anderen dan van de economen zelf, al was er altijd wel iets op te steken op dat vlak. De "achterkamertjes politiek," bijvoorbeeld zat geborgd in een bepaalde cultuur die verbonden was met een bepaalde (ideologische) achtergrond. [ik heb dit soort details niet in het boek opgenomen].

Toen ik de econoom confronteerde met de tegenstelling dat zijn interview een heel andere persoon onthulde dan het wat killere imago op het internet, begreep ik dat persoonlijke informatie gevoelig lag. Hij was totaal niet bewust van het verschil in imago in beide gevallen. Nadat ik het gespreksverslag opstuurde [een mechanisme dat ik van start af hanteerde om geen problemen achteraf te krijgen], hoorde ik nooit meer iets. Het interview verdween naar de achtergrond (prullenbak). Vreemd genoeg dus leerde ik heel veel over economen en De Econoom, terwijl ik die (meer persoonlijke) informatie / onthullingen niet in het boek kwijt kon.

 Het tweede belangrijke interview was met een nog actieve hoogleraar, en dat leek goede te gaan tot ik wederom het verslag op stuurde. "Je hebt er niks van begrepen," zo schreef hij mij, en dat klopte op een aantal punten. Hij had een inhoudelijk verslag verwacht over theorieën, terwijl ik meer op zoek was naar persoonlijke details in relatie met zijn ontwikkeling en die van de universiteit en de economie in het algemeen. Toen ik dit uitlegde begreep ook hij het verschil en kreeg ik akkoord om het verhaal te publiceren.

Wat ik sindsdien met alle interviews gedaan heb is de scherpe kantjes van de persoonlijke informatie eruit te halen of te verzwakken. Dit kwam je tegen bij andere dan de reguliere ontwikkelingen: waar de meeste een gymnasium als vooropleiding hadden vielen een aantal economen uit de toon met een hele andere weg. Die was voor mij juist extra betekenis-gevend, maar ik merkte dat men die nadruk daarop niet altijd gewaardeerd werd.

Een tweede interview dat "definitief" de goede kant op ging was met een zeer bekende econoom die juist op organisatorisch vlak (tot coaching aan toe) veel te vertellen had in relatie met de meer harde economie(wetenschap). Dat leidde tot een zeer interessant profiel en vele vervolgsessies om het verhaal in zijn totaliteit op papier te krijgen. Later was dit het enige interview dat ik zelf besloot te schrappen, omdat in ons contact niet dezelfde praktijk naar boven kwam als hij in het interview liet weten. Ik vond het verhaal niet erg geloofwaardig en besloot - juni 2021 - het interview te schrappen. Hetgeen ik zo vertelde. 

Op het laatste moment moest ik een andere econoom zien te vinden om tien interviews in het boek te laten / houden. Een van de economen vond tien wel een cijfer dat relevant gezien kon worden. Ik had meer dan tien interviews - in totaal meer dan twintig - maar niet iedereen wilde het gesprek in de publiciteit zien. Er was ook een econoom die me teveel tegensprak. Wanneer ik vroeg naar het belang van het gymnasium in relatie met de ideologie van de econoom vertelde hij, dat ik daar op een doodlopende weg zat. Gelukkig heb ik volgehouden en kwam erachter dat ik inderdaad gelijk had: het gymnasium is inderdaad een protestante uitvinding en dus ideologisch wel degelijk relevant en Sturend! (Een bekende schrijver die met het boek, 7 vinkjes succes had, noemt het gymnasium als een van de succesfactoren.) Ik heb zelf geen contact meer opgenomen en het gesprek gelaten voor wat het was.

Een van de auteurs van het boek dat me zeer geïnspireerd had destijds, De Telgen van Tinbergen, wilde me wel te woord staan, maar had te weinig fiducie in mijn project. Later begreep hij wel dat mijn aanpak kon werken, maar hij had het desondanks druk en gaf het geheel geen prioriteit.

Met een andere econoom (v) had ik redelijk veel contact maar die zei op het laatste moment af. Na een forse investering. Haar uitleg was precies dezelfde van iemand die ook afscheid had genomen toen bleek dat een grotere uitgever toch niet tot publicatie over wilde gaan.

Zie hier de econoom aan het werk a.d.h.v. economische kennis: speltheorie. Als hij meedoet doe ik ook mee, valt deze af, dan ik ook. Geloofwaardigheid is een thema dat me altijd gestuurd heeft in mijn schrijven, en met dit project werd het ook een middel om mijn eigen werk te beoordelen. Maar ik loop op de feiten vooruit.  

Een andere econoom die ik graag in het gezelschap had gehad was "ook" niet van nature een econoom maar gepromoveerd vanuit een ander metier. Juist die gevallen maken het onderzoek extra interessant, maar hier maakte ik de fout om  te breedsprakig over te komen en ik kreeg niet het vertrouwen. Hij vond het project geen goed kant op gaan en verbrak de relatie. Dat was een lastig moment, maar ook daar zijn twee kanten aan het verhaal: mijn eigen gebrek aan talent om relaties aan te gaan en interviews te houden dan wel "te verdienen," en de professional aan de andere kant die een bekendheid is en zich niet altijd zomaar wil inlaten met onbekenden. Qua schrijver ben ik totaal niet bekend, ondanks dat ik tien boeken heb geschreven.

[Hoe krijg je aandacht dus, a la Arjo Klamer: wel gewoon meer schrijven en geloofwaardigheid opbouwen... Ik denk dus nu het project ten einde is, ik eindelijk aandacht krijg, maar niet meer voor dit project, dat is al voorbij. Een volgend moment kan ik hier enkel op voortbouwen: ik heb tenslotte De opkomst van de econoom geschreven. Een uniek verhaal over de komst van een professional en haar impact in de economie. Of je nu eens bent met de inhoud, het verhaal staat er, en kent geen rivaal.]

Inmiddels had ik alle interviews gehad. Over die interviews valt nog wel iets te zeggen, [en daar houd ik ruimte voor in de plaats]

Na de zomer heb ik alles op me in laten werken en de structuur van het boek gebouwd. Toen merkte ik dat mijn interesse - heel erg gericht op de levensloop van de econoom- te weinig aansloeg met mijn publiek. Dat feit en de toenemende weerstand die ik achter de schermen wel voelde voor dit project maakte dat ik bijna gestopt was met het geheel. In de kerstvakantie zag ik echter een oplossing door - als neven product - Posities en patronen te schrijven. Een verhaal over professionals, niet enkel de econoom en terugkerende patronen in hun ontwikkeling. 

[Ik had hiervoor nog contact gehad met iemand van het Biografisch Instituut als onderdeel van de RuG, maar dat contact bloeide dood. Hij vertelde me dat de professionals op zijn afdeling "niet erg geïnteresseerd waren in de biografie van economen en bedrijfskundigen."
Zelf heb ik rond die tijd ook nog kort het overmoedige idee gevoeld om zelf een biografie van een econoom te schrijven, en mijn oog viel dan ook Jan Pen, maar dat idee ging toch in de ijskast, en verdween later geheel van tafel. Schrijven is leuk, maar een biografie zorgt voor hele andere verplichtingen. Los of ik dat wel zou kunnen...]

Dat heeft de spanning uit het geheel gehaald en toen kon ik beter mijn focus vinden. Dat was minder op de persoon gericht en meer op de impact van de econoom op de economie en het verschil tussen economen en hun visies onderling.

Ik ging met het nieuwe idee naar een uitgever - die van fantoomgroei, hetgeen in een dubieus succesverhaal vond - maar daar waren ze wel nieuwsgierig, maar hadden geen interesse. Een tweede uitgever (maart 2022) zag wel iets in het historische deel, maar te weinig in het bedrijfskunde element: het voetbalveld.

De metafoor van het voetbalveld.

... wordt vervolgd.

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?