Rivaliteit op de Boulevard
Bij een T-splitsing kwam ik uit op een straat waar al iemand liep te joggen, ik voegde in en kwam naast de persoon te rennen die al in die straat liep. Zo gingen we even gelijk op, maar terwijl ik mijn oorspronkelijke ritme had, merkte ik dat mijn ritme nu opeens niet meer het belangrijkste was.
Achter ons rende nog iemand, ik had de persoon gezien nog voor ik de kruising naderde.
Bewust of onbewust nam ik de persoon naast me op. Hij had een iets grotere buik en was van mijn leeftijd. Misschien iets jonger. Ik begon iets sneller te rennen.
Dit is dus organisatie, dacht ik terwijl ik doorliep. Op het moment dat er twee mensen zijn begint een organisatie vorm te krijgen.
We kwamen vlak bij de boulevard aan en ik besloot mijn pas te versnellen. Op de boulevard was het drukker, andere hardlopers, maar ook gewone passanten; publiek en toeschouwers.
De man liep nu net iets achter me. En dat was maar goed ook. Hij had ook geen echte sportkleding aan, en was een amateur net als ik. Maar het competitie-element dringt dus binnen een organisatie door als mensen op elkaar lijken. Als er binnen een team vier verschillende rollen zijn zal de rivaliteit ontbreken.
Na het opnieuw versnellen van mijn pas, was ik de man nu voorbij. Ik had gewonnen, zo veel was wel duidelijk.
Op dat moment werd ik ingehaald door de persoon die achter ons liep. Hij had wel een sport-outfit aan. Het was een echte professional.
Ik kon hem niet bijhouden en besloot mijn eigen ritme te gaan volgen.
Achter ons rende nog iemand, ik had de persoon gezien nog voor ik de kruising naderde.
Bewust of onbewust nam ik de persoon naast me op. Hij had een iets grotere buik en was van mijn leeftijd. Misschien iets jonger. Ik begon iets sneller te rennen.
Dit is dus organisatie, dacht ik terwijl ik doorliep. Op het moment dat er twee mensen zijn begint een organisatie vorm te krijgen.
We kwamen vlak bij de boulevard aan en ik besloot mijn pas te versnellen. Op de boulevard was het drukker, andere hardlopers, maar ook gewone passanten; publiek en toeschouwers.
De man liep nu net iets achter me. En dat was maar goed ook. Hij had ook geen echte sportkleding aan, en was een amateur net als ik. Maar het competitie-element dringt dus binnen een organisatie door als mensen op elkaar lijken. Als er binnen een team vier verschillende rollen zijn zal de rivaliteit ontbreken.
Na het opnieuw versnellen van mijn pas, was ik de man nu voorbij. Ik had gewonnen, zo veel was wel duidelijk.
Op dat moment werd ik ingehaald door de persoon die achter ons liep. Hij had wel een sport-outfit aan. Het was een echte professional.
Ik kon hem niet bijhouden en besloot mijn eigen ritme te gaan volgen.
Reacties