De Maan - 50 Jaar geleden

Neil Armstrong en Buzz Aldrin landden vandaag veertig jaar geleden als eerste mensen op de maan. Het moest een historische gebeurtenis worden waarbij alle nieuwsfeiten zouden verbleken. Maar een paar jaar na de eerste maanlanding werd het stil in de ruimte. Wie zet de volgende ‘giant leap for mankind’?
Het ging de laatste tijd alleen over het eerste deel van zijn beroemde zin. Toen Neil Armstrong in de nacht van 20 op 21 juli 1969 als eerste mens voet zette op de maan, wist hij al lang wat hij zou gaan zeggen. „That’s one small step for a man, one giant leap for mankind.”
Maar zei hij dat ook? Het leek er meer op dat hij het over een kleine stap for man had, waarmee hij de portee van zijn opmerking om zeep hielp. Versprak Neil zich veertig jaar geleden van de zenuwen? Nee, berichtte de Nasa begin dit jaar, de astronaut had het goed gezegd. Een computeranalyse had uitgewezen dat het lidwoord in de ruis van het radioverkeer was gesmoord.
Over de grote sprong voorwaarts voor de mensheid heeft echter niemand het meer. De zaterdag overleden Walter Cronkite, de grote Amerikaanse tv-man destijds, voorspelde dat alle andere gebeurtenissen uit dat tijdperk slechts een voetnoot in de geschiedenis zouden blijken, vergeleken bij die eerste maanlanding. Is het niet andersom, vroeg de New York Times zich vorige week af. Is het hele Apollo-project niet een rimpeling in de geschiedenis geworden en associëren wij het eind van de jaren zestig niet eerder met de Vietnam-oorlog en de moorden op Robert Kennedy en Martin Luther King?
Sterker nog, na Armstrong en zijn metgezel Buzz Aldrin, zouden nog tien mannen over de maan lopen, maar sinds Apollo 17 (december 1972) heeft geen mens meer een fatsoenlijke ruimtereis gemaakt. Want een trip naar het ruimtestation, op 350 kilometer hoogte, is van een andere orde: de maan is meer dan duizend keer zo ver. „Het is”, verzucht diezelfde NYT, „alsof we na de vlucht van Charles Lindbergh weer terug zouden vallen op onze boten en treinen.”
Waar ging het mis? Natuurlijk, de Apollo 11 had de woorden van president Kennedy uit 1961 ingelost –’vóór het eind van dit decennium zal dit land een man op de maan hebben laten landen en hem weer veilig naar de aarde hebben teruggebracht’. Toen op 16 juli 1969 de astronauten aan hun reis begonnen, wist het hele land dat dit het moest worden. Het gevleugelde gezegde dat alle vijftigplussers van nu weten waar ze toen waren en wat ze deden, is misschien niet helemaal waar, maar geeft wel de impact van de gebeurtenis weer.
Op dat moment was ook al duidelijk dat de missie van Kennedy weliswaar onderdeel was van de wapenwedloop met de Sovjet-Unie, maar dat het inmiddels een race zonder tegenstanders was. De Sovjets probeerden de Amerikanen nog met hun Luna 15 de loef af te steken, maar terwijl de astronauten na hun maanwandelingen van hun nachtrust genoten, stortte het onbemande Russische ruimteschip elders op de maan jammerlijk neer.
De race was gelopen, het Apollo-project had 162 miljard dollar gekost, omgerekend naar hedendaagse koersen. De politiek draaide de geldkraan dicht en het publiek kreeg langzaam genoeg van de vage beelden van hopsende astronauten. Er stonden nog wel een Apollo 18, 19 en 20 gepland, maar die werden door de Nasa geschrapt. De aandacht verschoof naar onbemande missies naar verder verwijderde oorden, terwijl de bemande ruimtevaart zich richtte op het ruimtestation.
Totdat president Bush in 2004 aankondigde dat Amerika vóór 2020 zou terugkeren naar de maan. En daarvandaan naar Mars en verder. Terwijl de Nasa altijd over de maan had gezegd dat daar niets meer te halen viel (’Been there, done that’), gingen de bureaulades weer open en werd het stof van oude plannen geblazen. Nieuw was het allemaal niet, wat Nasa-baas Mike Griffin in september 2005 als zijn nieuwe missie presenteerde. „Ziet u het maar als een Apollo op anabole steroïden.”
Het grote verschil met vroeger was dat de astronauten apart van hun uitrusting zouden worden gelanceerd. Volgens het Nasa-programma dat Constellation is gaan heten, wordt alles in de ruimte geschoten met Ares-raketten die zijn gebaseerd op de technologie van de spaceshuttle en de aloude Saturnus-raket uit de Apollo-tijd. De Ares I lanceert de astronauten in hun Orion-capsule en brengt hen naar het ruimtestation, terwijl de Ares V de maanlander omhoogschiet, de bemanning oppikt en alles naar de maan brengt en weer terug. Totale kosten van het Constellation-programma: 230 miljard dollar.
President Obama heeft een voormalige baas van Lockheed Martin, Norman Augustine, gevraagd het hele Amerikaanse programma van bemande ruimtevaart tegen het licht te houden. Alles: kosten, raketsystemen, bestemmingen. Het rapport van Augustine moet in augustus verschijnen.
En als Augustine of Obama het te duur vinden? Het hoeft geen Amerikaan te zijn die in de voetsporen van Armstrong treedt. De Russen hebben onlangs laten doorschemeren wel weer naar de maan te willen. China is bezig zijn bemande ruimtevaart verder te ontplooien en begin dit jaar cirkelde er al een –onbemande– Indiase sonde om de maan.
Toch ziet het er niet naar uit dat één van deze landen een nieuwe man of vrouw op de maan gaat zetten. Maar misschien lukt het samen, speculeerde de NewScientist onlangs. Dan zet mankind zelf de volgende giant leap. (
BRON: TROUW)

50 Jaar geleden? Of gewoon veertig?

Men heeft het nu over een Marslanding, is dat het equivalent, de uitdaging voor de huidige tijd?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa