De zeven planeten van Gracián

In navolging van het boek Orakel van de filosoof en schrijver Baltasar Gracián waarin hij een analogie uiteenzet op de levensloop van de mens, beschrijft deze - op een andere manier - in het boek De Criticus de invloed van de zeven planeten op de groei van het mensenleven.

Hierbij een eerste aanzet tot de vertaling van het betreffende deel uit El Criticón.

De zeven planeten in het mensenleven.

1. De maan - symboliseert Groei.
"De maan past goed bij het stadium kind zijn. En het communiceert zo (onder de naam Lucina) met haar invloed de imperfecties, met vochtigheid en tederheid en daarmee het gemak en verscheidenheid, het steeds weer anders zijn op elk moment, dan weer huilend, dan weer lachend, zonder te weten waar het kwaad op wordt
zonder te weten waar het mee te maken heeft; van wassen impressies tot massief begrip totdat het bij de duistere onwetendheid aankomt en de donkere waarschuwing."

2. Mercurius - leren
"Vanaf tien jaar tot aan twintig wordt de mens geleid door de planeet Mercurius. Deze leert hem volgzaamheid, waarmee deze opgroeit en met het ouder worden zichzelf perfectioneert; hij begint te studeren en te begrijpen, volgt diverse scholen, luistert naar zijn geschiktheid en verrijkt zijn geest met nieuws en wetenschap."

3. Venus - liefde
"Dan begint hij zich te misdragen onder de invloed van de planeet Venus, die met grote tirannie heerst tot aan zijn dertigste. Totdat deze met wrede oorlog een einde maakt aan de jeugd, met stollend bloed en verzengend vuur en dit alles onder bizarre hoffelijkheid."

4. De Zon - verlichting
"Met dertig jaar komt de zon op, stralen van verlichting verschijnen waarna de man verlangd heeft om anderen te verblinden en zichzelf te laten gelden. Hij vangt met energie diverse waardevolle taken aan en met de warmte van zijn thuis en zijn vaderland schittert alles dat hij zaait en oogst."

5. Mars - Verbittering en destructie
"Maar op zijn veertigste zet Mars de aanval in die hem energiek waarde inboezemt, ijzerhard inspecteert, daadkracht tonend, vechtend en pleitend."

6. Jupiter - eerlijkheid en vrede
"Op zijn vijftigste komt Jupiter langs. Die voedt hem met soevereiniteit; dan is de persoon ervaren in zijn taak, praat met autoriteit, werkt met senioriteit, wil niet graag meer geleid worden door anderen waar hij nu zelf nog zelf de touwtjes in handen heeft, neemt zelf beslissingen en volgt zijn eigen raad op. Hij weet te regeren. Deze leeftijd is de bekroning van al die andere (moeizame) jaren, waarmee deze tijd het beste deel is van zijn leven.

7. Saturnus - luiheid, triestheid en verdriet.
"Op het zeventigste levensjaar valt de avond, en ontwaakte de melancholicus. Saturnus; met humor en verschrikking voor de ouderdom die zijn trieste conditie aankondigt. En hoe alles eindigt, wenst hij dat alles afloopt. Hij leeft kwaad en boos, grommend en ruziënd ... tot zeventig gaat het leven, en bij de machtigen onder hen tot tachtig want van daar en verder is het enkel werken, pijn en niet leven maar sterven.
Als de tien jaren van Saturnus afgelopen zijn wordt de mens opnieuw geleid door de maan en komt het kind terug die apenstreken (monear) uithaalt tot hij er letterlijk bij neervalt. Daarmee is de cirkel rond en bijt de slang in zijn eigen staart; het is een ingenieuze hiëroglief van het menselijke levenswiel."

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?