Het Spaans is een wereld (op zich)

El español es un mundo, is de oorspronkelijke titel en is een boek van filologe Lola Pons Rodriguez. Ze geeft sinds 2003 les in Sevilla maar is afkomstig uit Barcelona.

Het boek trok mijn aandacht maar de inhoud is toch net onder mijn interesseniveau. Ze besteedt in diverse "delen" aandacht aan de Spaanse taal als een wereld van talen (1), geluiden (2), boeken, grammatica (4), woorden (6), als taal in een wereld die vijandig is (7), in een wereld van de politiek, in de wereld van de grootheden (8) en een wereld van professies. 

Daarmee vertaal ik het niet identiek. Maar in die verzameling vond ik een kort deel over de Spaanse taal als een wereld van Pecados: zonden. Ze gaat kort in - elke zonde krijgt iets meer dan een of twee pagina's - de zeven (of acht) hoofdzondes.

En ja, dat is misschien wel typisch Spaans, de hoofdzondes, of Latijns dan wel Romaans.  Precies dat deel is ook te vinden in een artikel van El País: [Ocho pecados. .. Cuando el verano tendría que haber sido, como todos los años, una mezcla desequilibrada de tedio, dejadez y excesos, nos hemos topado con una estación retadora y militante que acumula las cruces del miedo y el recelo en su pechera y porta como armas, una por mano, la cinta métrica de la distancia exigida y más alcohol en gel que en vaso de tubo. La vida manda....] (https://elpais.com/opinion/2020-07-07/ocho-pecados.html)

Een recensent, schrijft: 

Zoals ik al zei in mijn recensie van het vorige boek van onthulling van Lola Pons Rodríguez, ... er zijn er maar heel weinig onderzoekers van de historische taalkunde van het Spaans tijdgenoten die in staat zijn om gelijk te stellen de nauwkeurigheid van zijn wetenschappelijke werk met de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van zijn informatieve teksten.

Er wordt gezegd dat het uitvoeren van een goede baan van verspreiding en universitaire uitbreiding moeten zijn wees in de eerste plaats een uitstekend onderzoeker. De Professor Lola Pons Rodríguez, hoogleraar van de Universiteit van Sevilla is daar een uitstekend voorbeeld van deze prijzenswaardige houding, zoals blijkt uit de haar derde boek dat korte journalistieke teksten verzamelt en adviezen uitgebracht tussen de jaren 2020 en 2022, waarvan sommige zijn herzien en bijgewerkt, rekening houdend met rekening houdend met de turbulente tijden waarin we leven heeft moeten leven. Vergeleken met de vorige populaire boeken van de Sevilliaanse auteur Una heel erg lange tong (2017) en De taalboom (2020), versterken de hier verzamelde teksten de sociale aspect van taal en het menselijke communicatieproces, omdat we tijdens het communiceren overbrengen berichten niet alleen ter informatie de feiten, maar ook om te overtuigen en te onderwijzen aan onze landgenoten (en andere mensen in het algemeen) over de gevolgen van wat er vandaag gebeurt vandaag de dag en hoe dit ons allemaal beïnvloedt. Het zijn vragen net zo urgent als de klimaatverandering, ondanks het feit dat sommige politici en pressiegroepen dat doen betwijfel of het niet zal verdwijnen, het coronavirus die ook niet verdwenen is, of de oorlog in Oekraïne, het laatste beschamende voorbeeld van het achterhaalde Russisch imperialisme. Hoewel dit zeer actuele hedendaagse en mondiale vraagstukken zijn, weet Lola Pons meesterlijk illustreren hoe de Spaanse taal herbergt niet minder herinneringen aan gebeurtenissen uit het verleden dramatisch dan de huidige. Een taal wordt beheerst door de interne wetten van taalverandering, maar een Taal is geen besturingssysteem met automatische updates, maar eerder een sociaal fenomeen. Hieruit volgt dat de wisselvalligheden van de geschiedenis, van zowel het ‘grote’ als het ‘kleine’ van het dagelijks leven, hebben het systeem, de woordenschat en de pragmatiek van het veranderende gebruik van elke taal gevormd. in het bijzonder, in ons geval de Spaanse, zoals De auteur vertelt het ons in haar teksten. Vergeleken met de vorige boeken, in de dat de inhoud organiseerde volgens de plannen van de taal en de taalgeografie van het Spaans, legt Pons bij deze gelegenheid de nadruk op het gebruik wat er in de samenleving met taal gebeurt en legt uit die manipulatie door middel van procedures Taalkunde is geen hedendaagse uitvinding, maar een algemeen feit van sociale facetten. van taalgebruik, zowel vandaag als gisteren. Hij volume verzamelt tachtig teksten en ze zijn georganiseerd in tien delen of thematische gebieden. De eerste gaat over “Spaans in een wereld van talen” en herinnert zich hoe de externe geschiedenis (“Een rivier in Colombia, een stad in Sevilla”), de meertaligheid van vroeger en nu (“voor Leonor: de andere polyglotte koninginnen”), of prestige (“Spreek zoals de koningin") hebben vandaag de dag invloed op het taalgebruik dag. Het tweede deel: “Spaans is een wereld van geluiden”, verwijst naar de sociolinguïstische waarde van klanken – fonemen en hun allofonen – in de Spaanse taal, zoals te lezen is in de hoofdstukken “Twee klanken in verandering in het Spaans: r en l”, “Madrí, Madriz, Madrit: de laatste d in het Spaans”, of “Schiet niet op het accent”. Het derde deel, “Spaans is een wereld van boeken”, let op de projectie ervan afgedrukt (“Het boek, maateenheid” of “Wanneer literatuur verandert de kaarten"), terwijl Ten vierde keert ‘Spaans is een grammaticale wereld’ terug naar grammaticale kwesties en de spanningen daartussen normativiteit en gebruik (“Er zijn problemen met het werkwoord hebben"). Het vijfde deel weerspiegelt de cultuur en de projectie van religie in het lexicon, in dit geval het zeven dodelijke zonden. Hier zijn ze allemaal, maar in de in de openingstekst ‘Eight Sins’ noemt de auteur ook ‘verdriet’ dat oorspronkelijk ook bij hen hoorde. Het zesde deel, “Het Spaans, is een wereld van woorden”, is misschien wel het sappigste voor lexicale historici. Hij vertelt over de veranderende pragmatiek van het gebruik (“Toen het goed was, was het afscheid en hallo, een verrassing”, “Geschiedenis van het woord wedge do”) of over recente neologismen (“Covidiota, balconazis, cuarampena... de neologismen die heeft de covid-19-pandemie veroorzaakt"). De zevende een deel vertelt het gedocumenteerde geweld en conflict in de taal: “Spaans in een vijandige wereld.” Sommige bijdragen verwijzen eerder naar de geschiedenis van de tong (“Slaat met woorden: klappen, slagen en slagen in het Spaans"), bevatten anderen toespelingen op het heden (“The Russian Granada”, “Toda Oekraïne in een koffer. Het achtste deel onthoudt de onderlinge relatie van taal met politiek (“Spaans is een politieke wereld”), zowel in het nationale (“Nieuw onderwijsrecht: van de ideale tuin naar het bos real") en in de internationale ("De taal van Fidel Castro"). Het negende deel: “Spaans is een wereld ‘of great’ vertelt over de taalkundige projectie in de cultuur en wetenschap (“Nebrija en vrijheid” of “El schort van de aantekeningen van Concha Casado Lobato"), terwijl het laatste, tiende deel: 'Spaans is een professionele wereld” sluit het boek af met teksten gewijd aan taaltalenten die de media maken communicatie (“Elfduizend maagden, maar nee corrector” of “Lorem ipsum”).

Dit deel sluit de trilogie af die het omvat korte teksten van informatieve aard over de geschiedenis en het heden van het Spaans. Het is heel goed mogelijk dat de auteur zal soortgelijke artikelen blijven schrijven dispositie die zal verschijnen in de secties van opinie van Spaanse kranten en vroeg of laat zal de lezer het genoegen hebben ze samen te zien komen een boek als dit. Met dit werk, Lola Pons

Bedenk dat wij, filologen, uit onze wereld moeten stappen ivoren torens en leggen aan het grote publiek de prestaties en voordelen van ons werk uit. Het is niet juist om onze salarissen te rechtvaardigen, maar ook om de samenleving bewust te maken van het gebruik van taal hebben ze een grote kracht en een grote symbolische waarde. Ten goede en ten kwade. Het hangt alleen van ons af, als gebruikers, hoe we ervan profiteren. (bron: Ivo Buzek, Masarykova univerzita, Tjechie, https://doi.org/10.5817/ERB2023-2-26)

Wat zijn dan die hoofdzondes die het Spaans veredelen?

Soberbia - gaat in op de Spanjaarden ten tijde van Karel V die delen van Italië in bezat hadden genomen en door dit volk als echte cortesanen genoemd werd, maar eveneens als: hoogmoedig. Voor de kerk is dit de hoofdzonde, eigen ijdelheid. Ongeveer uit de geschetste tijd komt ook het woord Patria de Spaanse taal binnen schrijft te schrijfster. En ze gebruikt dat wordt om een brug te slaan naar onze tijd, waar hoogmoed mogelijk wat in dwang gehouden kan worden als we wat meer onderdaan zijn van het Patria (compatriot, etc). Iedereen maakt fouten, namelijk.

Vraatzucht, Gula "is het minst begrepen in de mediterrane wereld," waar men graag om de tafel zit en van lekkernij wil genieten. Etymologisch is het woord verwant met de keel (in het Spaans dan, la garganta).
Leuk is de "anekdote" dat juist Nederland hier aan bod komt, in de persoon van Jeroen Dijsselbloem die letter in het boek aangehaald wordt: "ik kan niet mijn hele leven aan drank en frauen uitgeven en vervolgens om hulp vragen." Hij zei dat in een interview met de Frankfurter Zeitung en zijn uitspraak is als het Schnaps und Frauen betoog de wereld door gegaan. Wanneer je een interview geeft in Frankfurt dat in die tijd nog volop voor Austeriteit en bezuiniging stond, dan wordt je misschien als beste jongetje van de klas aangespoord om hier extra te scoren.

Het kwam niet meer goed, maar daar gaat het verhaal nu niet over. Ook binnen Spanje zijn er politici die een Dijsselbloempje planten in de zin van (aqui somos frugales y en Andalucia lo gastan): hier zijn we zuinig, maar in het zuiden geven ze het geld uit. 
"Siempre hay un sur hambriento que acusar de gula," schrijft de filoloog, er is altijd wel een hongerig Zuiden dat je als vraatzuchtig kan labelen.

Woede, "furia." "Gaat terug tot de middeleeuwen," waar deze emotie woelig tierde. Maar ook nu is er nog veel boosheid [en juist in onze tijd, zou ik er aan toe willen voegen]. Haar voorbeeld gaat in op huiselijke geweld dat nog zeer actueel is, en waar de man in de meeste gevallen zijn woede botviert en de vrouw het leven kost. Maar hoe woedend moeten de nabestaanden van deze slachtoffers wel zijn, die enkel in de intimiteit van hun thuis hun woede kunnen uiten wanneer er weer een geval is dat onopgelost de geschiedenis in gaat.

"Lujuria." is afkomstig van Luxus, dat vleeselijk plezier verbeeldt maar ook een tweede betekenis heeft, aldus.. van excessen / overvloed en opulentie. Ook hier komen de middeleeuwen en terug waar de zonde direct met de vrouwenlichaam verbonden werd (mullierositas, Antonio de Nebrija), maar later ontwikkelt zich het woord luxe, (lujo) dat ook van luxus afgeleid is. Voor Spanje vraagt zij zich af of het hebben van een monarchie ook niet een luxe is.

Gierigheid, "avaricia." Dat woord, is verbonden met Avidez, () die beiden de accumulatie vertegenworodigen. Vroeger ging het om geld, met als voorbeeld de vondst van oude munten uit Zuid Amerika die in Andalucia werd gevonden, tegenwoordig kan je gierigheid ook vinden in de verzamelwoede van "likes." [zie foto, waar El Avaro / De Vrek, een toneelstuk is van Moliere]

"Envidia," afgunst. Als ik iemand zie huilen voor een schoolexamen, ben ik jaloers op zijn tranen," vertelt ze anekdotisch, en ook hier spelen de middeleeuwen een rol. In de actualiteit is er een afgunst die ten koste gaat van anderen, in de zin van plezier wanneer het iemand slecht gaat, "Schadenfreude," zo vertelt ze. De pandemie die vaker in het verhaal over zondes terugkeert komt hier ook weer langs: want een envidia voor een tijd voor de pandemie, dacht men toen. Hoe goed hadden we het eigenlijk. Retro-spectief.

"Pereza," luiheid. Luiheid is een zonde die sterk verbonden is met de zomer, "veraniego." Terug naar de middeleeuwen heette pereza ook acidia, dat vanuit het Grieks terug te voeren is op "onverschilligheid." Zo schrijft deze zonde als ode aan de leraren die het moeten stellen met de onverschilligheid van de wereld om hun heen, in materie van onderwijs...

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)