Portret van een kluizenaar: Broeder Klaus

Kluizenaars zijn er velen, maar om een typerend portret te maken van deze "professional" zou ik kiezen voor Broeder Klaus, de echte kluizenaar woont m.i. in een land als Zwitserland, onherbergzaam en gelsoten.

"Leidende figuur – herinneringscultuur. Nicolaas van Flue Dorothee Wyss

Niklaus von Flüe (1417–1487) is een van de meest invloedrijke leidende figuren in Zwitserland. Hij is een rolmodel in mystiek en spiritualiteit, samenleving en politiek, maar ook een persoon met zijn sterke en zwakke punten. Het belang van zijn vrouw Dorothee Wyss (1430/2–1495/6) voor zijn leven staat buiten kijf. 

Gesteund door Dorothee Wyss, droeg Niklaus von Flüe verantwoordelijkheid in het gezin, op het werk en in het openbare leven.

Op 50-jarige leeftijd liet Niklaus alles achter wat hem dierbaar was en woonde vanaf dat moment in Ranft als een godzoeker en gebed "Broeder Klaus". Dorothee werd het hoofd van de familie.

Niklaus en Dorothee staan ​​voor een wereld met diepe waarden, echte ontmoetingen en persoonlijke bescheidenheid. Dit omvat verzaking en het zoeken naar God, het streven naar bemiddeling en evenwicht evenals een positief godsbeeld.

Broeder Klaus von Flüe leefde 20 jaar als kluizenaar in Ranft. Hij werd een veel bezochte raadgever, bemiddelaar en vredestichter. Tijdgenoten zagen hem als een "levende heilige". Dit respect en deze bewondering duurde eeuwen en kende een nieuwe opleving na de heiligverklaring in 1947.

Broeder Klaus, een forse heilige. Zijn vertrek en zijn 20-jarige vasten gaan tot op de dag van vandaag door.

Uiterlijk in 1481 was Niklaus von Flüe een nationale, historisch belangrijke persoonlijkheid geworden in verband met de "Stans Verkommnis". De fascinatie voor de Ranft-kluizenaar eindigde niet met zijn dood. Meer en meer werd hij een «Zwitserse Mozes», een «vader des vaderlands». Mensen keken naar hem voor hulp en vertrouwen in tijden van nood en nood. Hij werd een bron van informatie en een zeer erkende autoriteit.

In verband met de herinneringscultuur, de groei van het nationale bewustzijn, waarvoor ook nationale helden nodig zijn, en de reflectie op historische beelden door de eeuwen heen, werd en wordt Niklaus von Flüe in recentere onderzoeksbijdragen geciteerd en als een van de historisch belangrijkste persoonlijkheden, wordt als voorbeeld gebruikt.

In de 20e eeuw werd Niklaus von Flüe, de "gezegende vader van het land", een bron van morele steun en een trooster. De gelukkige uitkomst van beide wereldoorlogen voor Zwitserland versterkte zijn positie als vader en beschermheer van het land.

Een vormend voorbeeld van de politiek relevante interpretatie, die niet alleen indrukwekkend is als hedendaagse getuigenis, is te vinden op de achterwand van de lagere Ranft-kapel.

In 1921 maakte de schilder Albert Hinter het schilderij naar een ontwerp van Robert Durrer. Het extra grote votieftablet verbeeldt de genocidale Dodendans van de Eerste Wereldoorlog. Geïnitieerd in 1914 door de Catholic People's Association.

De Zwitserse historicus Guy P. Marchal (*1938) beschreef de geschiedenis en interpretatie van het votiefbeeld in 2006 in «Swiss Utility History». Het vredeseiland Zwitserland rijst op uit een zee van moord en vuur en dood. Met opgeheven handen vraagt ​​broeder Klaus de drie-enige God - afgebeeld in het glas-in-lood in het ronde raam - om zijn vaderland te redden, dat wordt omringd door een beschermende krans van engelen. Robert Durrer doorbrak dit al te idyllische beeld met tal van opzettelijk 'kritische dubbelzinnigheden'.

Dit beeld kende een toename in de Tweede Wereldoorlog, toen op 13 mei 1940 enkele mensen in Waldenburg (Baselland) beschermende handen in de lucht zagen.

13 mei 1940 kwam op een spannend moment. Hitlers Duitsland had een paar dagen eerder Frankrijk aangevallen. Terwijl meer troepen naar de grens werden verplaatst, vluchtten vrouwen en kinderen uit de midden- en hogere klassen naar Centraal-Zwitserland en de Alpen. Om 21.30 uur vormde zich een tijdje een wolk in een vreemde vorm en verdween al snel in verdere bochten en kronkels. Sommige mensen wilden een hand herkend, anderen niet. Van de vele ondervraagde getuigen dacht er maar één spontaan aan Niklaus von Flüe. Vier dagen later verscheen er in het Basler Volksblatt een korte opmerking over twee getransfigureerde handen in de lucht en bracht ze in verband met broeder Klaus. Al het andere was en is geschiedenis.

De hedendaagse getuigen van dat tijdperk zijn vandaag grotendeels overleden. Het "wonder van Waldenburg" maakt echter deel uit van de levende herinneringscultuur die verband houdt met de Tweede Wereldoorlog. In de bedevaartskerk van Melchtal herinnert een fresco op de koormuur aan de gebeurtenis." (bron: https://bruderklaus.com/niklaus-von-fluee-dorothee-wyss/leben-und-wirken/leitfigur-2/)

--

Er is ook een speciaal gebetssnoer, met 50 kralen: Gebedssnoer "Bätti" van broeder Klaus. Dat snoer of die parelketting is een typisch rooms-katholiek gebruik, dat is opvallend, gezien het hier om Zwitserland gaat:

"De oudste afbeelding uit 1492 suggereert dat frater Klaus een gebedskoord bezat met 50 houten kralen zonder verdere indeling in kleine sets. In plaats van het kruis dat tegenwoordig gebruikelijk is, heeft de «Bätti» een ring. Het is een replica van het gebedskoord zoals te zien in de oudste afbeelding van broeder Klaus.

We weten niets specifieks over hoe broeder Klaus dit gebedskoord gebruikte. In de biografie van Witwyler (1577) staat: "Hij droeg het christelijke teken, dat we 'Paternoster' of 'Bätti' noemen, op zijn handen en hij schaamde zich er niet voor om ermee te bidden".

Het gebed van de rozenkrans zoals we dat nu kennen, ontstond aan het begin van de 15e eeuw en verspreidde zich langzaam.

Het is onwaarschijnlijk dat broeder Klaus deze vorm al kende. In die tijd waren er echter andere, oudere gebruiken om met een gebedssnoer te bidden.

De naam "Nöschter" voor het gebedssnoer is tot op de dag van vandaag in sommige gebieden bewaard gebleven. Hij wijst op de gewoonte om bij elke kraal een 'Onze Vader' (lat. Paternoster) te bidden." (https://bruderklaus.com/niklaus-von-fluee-dorothee-wyss/gebete/baetti/)

Op de Nederlandse wikipedia is een verkorte bijdrage, in het Duits is deze uitgebreider, over Nicolaas van Flüe:

"... (Flüeli bij Sachseln, 1417 - Ranft bij Sachseln, 21 maart 1487) was een Zwitserse kluizenaar, asceet en mysticus. Hij is de patroonheilige van Zwitserland. Hij werd geboren als Nikolaus Löwenbrugger, een zoon van welgestelde boeren. Daarnaast deed hij dienst als soldaat voor Obwalden, zijn kanton. Als 37-jarige werd hij kapitein. Nikolaus trouwde met een vroom meisje, Dorothee Wyss of Wyssling; samen kregen zij vijf zonen en vijf dochters. Na zijn legerdienst werd hij raadslid en rechter. Zijn leven lang was hij een vroom en ascetisch man.

Toen Nikolaus vijftig jaar was, kreeg hij een visioen van een lelie die door een werkpaard werd opgegeten. Hij vatte het op als een aanwijzing dat zijn werkzame bestaan ten koste ging van zijn spirituele leven, en verliet met instemming van vrouw en kinderen zijn huis om kluizenaar te worden. Hij was van plan zich in Bazel te vestigen, maar kreeg onderweg een visioen dat hem ertoe aanzette om terug te gaan naar de Ranft-vallei, ongeveer een uur lopen van zijn oude huis. Aanvankelijk woonde hij daar in een zelfgebouwde hut van takken en bladeren, maar in 1469 bouwden de lokale autoriteiten een cel en een kapel voor hem, die gewijd werd door de vicaris van Konstanz. Van zijn eigen geld betaalde hij een priester om de mis voor hem te lezen.

Daar woonde Nikolaus, als broeder Klaus, tot aan zijn dood in 1487. Gedurende die tijd twintig jaar zou hij volgens de hagiografie niet gegeten en gedronken hebben, met uitzondering van de dagelijkse eucharistie. Tijdens zijn kluizenaarschap werd hij bezocht door vooraanstaande personen uit heel Europa, die hem om raad kwamen vragen. Zo vroeg de pastoor van Stans hem in 1481 om advies voor een dreigende oorlog tussen de Zwitserse confederaties; met zijn raad werd de oorlog voorkomen.

Nicolaas van Flüe is de patroonheilige van Zwitserland. In 1669 werd hij zalig verklaard door paus Clemens IX, en in 1947 is hij door paus Pius XII heilig verklaard. 21 maart en 25 september zijn aan hem gewijde feestdagen. Zijn graf en kapel in Flüeli-Ranft behoren tot de belangrijkste bedevaartsoorden in Zwitserland.(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Nicolaas_van_Fl%C3%BCe)

Zoekend op kluizenaar kom ik ook nog bij "Hades:" - Kluizenaar en genie mystiek | intuïtief | rechtvaardig | creatief | poëtisch | visionair Hades (Pluto) is de god van de onderwereld met als domein die van de ziel en het onbewuste. In de onderwereld vindt men herinneringen, gedachten en gevoelens die we verdrongen hebben en verlangens die we (nog) niet geconcretiseerd hebben. (bron: - Archetypisch jij)

En dan zijn er nog de brieven van Carl Jung over Broeder Klaus ... Die schrijft o.a. dat hij als psychiater niets vreemds kan vinden aan deze persoon, hij is niet ziek volgens Jung..."Het heeft me altijd geintrigeerd te weten wat een heremiet de hele dag doet. Kunnen we een spiritueel anker nog indenken in onze tijd, iemand die niet eenvoudigweg weggekropen is om te vegeteren in misantropische eenvoud. Een solitaire persoon, die als een oude olifant wrok koestert om zijn kudde-instinct? Kunnen we een normaal persoon indenken die een zinvol leven leidt, een vitaal bestaan, zonder een zichtbare partner?(https://carljungdepthpsychologysite.blog/2020/03/03/brother-klaus-by-carl-jung/)

-- productief gezien, zou je een kluizenaar als tegenstelling kunnen zien van de schrijver, die juist zijn publiek opzoekt?:

-- 
"In deze tijden" - schrijft Wim Braakman - "van crisis is bijna iedereen een kluizenaar geworden. Maar wij zijn in de geschiedenis niet de enigen die de deur niet uit gaan. De belangrijkste kluizenaar van de Nederlandse kunstgeschiedenis is Simon de Pilaarheilige, vanwege het schilderij van Carel Willink (zie afbeelding). Deze Simon leefde als kluizenaar in de woestijn zo rond het jaar 500. Helemaal alleen was hij echter niet. Bewonderaars kwamen hem in groten getale opzoeken, om raad en steun te vragen. Het werd hem zodoende te druk. Daarom installeerde hij zich op een pilaar met een klein platform. Om aan het gedrang van de groeiende stroom pelgrims te ontkomen, werd de pilaar meerdere malen vervangen door een hoger exemplaar, om uiteindelijk 12 à 18 meter hoog te worden. Over hoe het toeging met persoonlijke hygiëne en stoelgang kunnen we alleen gissen. Punt is wel dat hij wereldberoemd werd en zelfs keizers langskwamen om raad te vragen."
"Broeder Hugo... In Groningen hebben we één man die al ver voor de Coronacrisis als kluizenaar leefde. Broeder Hugo is nu al 18 jaar kluizenaar in Warfhuizen (zie afbeelding). Maar zoals hij zelf zegt: “Ik ben naast een beetje apart ook vooral heel gewoon. Mensen denken dat kluizenaars graatmager in een grot zitten met een schedel waar een kaars op vast gesmolten is. Terwijl we in werkelijkheid meestal op bedevaartkerkjes passen en dus vooral bezig zijn met stofzuigen en dweilen.” Broeder Hugo begint elke dag om 03.45 uur met een twee uur durend ochtendgebed. Hij vindt dat de mooiste tijd van de dag, want dan is het rustig en stil. Net als Simon de Pilaarheilige heeft hij namelijk veel aanloop. Naar eigen zeggen soms busladingen vol Belgen tegelijk. Hugo houdt ook een leesbaar blog bij, te vinden onder de naam: Geruis uit de kluis." (bron:  https://www.rug.nl/library/gauronica/blogposts/kluizenaars)

In Geruis uit de kluis, vond ik o.a. deze blogpost: De slapende vadertjes van Kiev, https://www.beslotentuin.nl/2022/03/01/3205/

Maar zijn kluizenaars altijd godzoekend en dus religieus? ...

-- Mensen die bewust de afzondering opzoeken zijn er ook (en veel juist).... "En de Franse politicus en filosoof Michel de Montaigne, die de eenzaamheid opzocht in een kasteel om er zijn meesterwerk te schrijven, " schrijft Didie:  https://www.didie.nl/ik-wil-graag-alleen-zijn/



Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?