Hoe open is De Krant op Internet?
Tijdens de vakantie heb ik een klein onderzoekje uitgevoerd om te zien hoe kranten omgaan met "reacties". De verschillen tussen de dagbladen zijn niet groot, maar er zijn een aantal details die wel opvallen.
Het meest opvallende was dat sommige kranten een erg duidelijk beleid hebben m.b.t. het posten van een reactie terwijl bij andere dit beleid volledig ontbreekt. Een voorbeeld van deze laatste is het FD.
Die open-heid is belangrijk omdat een website aan de hand van een URL de bezoeker kan laten doorsurfen naar een andere site en loopt daarmee de kans dat de bezoeker de krant - met een enkele klik - verlaat... Een lastig probleem. Hoe gaan de kranten hiermee om? Is er een best-practise vroeg ik me later ook nog af?
Het Financiële Dagblad.
Bij het FD kan de bezoeker op twee manieren reageren; op columns die door gastschrijvers zijn geschreven en op de columns van officiële bloggers op de site. In beide gevallen moet de bezoeker zich eerst registreren en kan dan in het eerste geval enkel met naam een reactie achter laten, in het tweede geval kan deze ook een link naar een website (eigen blog) opgeven.
Deze laatste mogelijkheid is natuurlijk aantrekkelijk voor andere bloggers. Meestal heeft de website van de amateur-blogger een lagere ranking (PR) dan het dagblad en die situatie is (dus) aantrekkelijker voor de blogger dan voor de krant. Vandaar dat kranten hiermee voorzichtig zijn.
Wat verder opvalt bij het FD is dat ze geen enkele politiek hebben; ze schijnen alles toe te laten, maar bepalen aan de hand van eigen regels of de reactie wel of niet gepubliceerd wordt. In mijn geval zijn diverse reacties niet opgenomen, maar het FD is zelf op voorhand niet duidelijk over aan welke regels een reactie moet voldoen. Hebben ze intern wel duidelijke richtlijnen? Vroeg ik me af.
Het NRC.
Bij het NRC kan de bezoeker reageren zonder eerst "lid" te worden; deze hoeft zich dus niet eerst te registeren. Dat is wel zo fijn. Vooral omdat het NRC ook de mogelijkheid geeft om een website op te geven en dus connectie met het Internet aanbiedt. Door niet vooraf te registreren is het NRC duidelijk (meer dan het FD) open qua bedrijfsarchitectuur, als het op dit punt aankomt.
Trouw.
Bij Trouw ontbreekt de mogelijkheid om websites op te geven bij het achterlaten van een reactie. In plaats daarvan kan de bezoeker een Woonplaats meegeven, wat extra informatief is voor de medebezoekers. Een reactie uit Urk is anders dan een reactie uit Rotterdam... Is dit een indicatie dat Trouw nog niet erg virtueel denkt en vasthoudt aan de traditie van de "ingezonden brief"?
De Volkskrant.
Heeft een eigen blogsite (VKBlog) in het leven geroepen voor reacties, maar ook voor het aanbieden van content. Het voordeel hiervan is dat deze amateuristische content gescheiden is van de officiële krant, het nadeel is dat de internetwereld en de krantenwereld organisatorisch gescheiden zijn.
De Telegraaf.
Is van de bovenstaande partijen het meest interactief, met eigen forums die redelijk geïntegreerd zijn. Echter bij reacties biedt de krant ook enkel de mogelijkheid van naam, woonplaats en e-mail adressen (waar deze laatste net als bij alle andere partijen dit adres niet getoond wordt, maar enkel gebruikt ter identificatie).
Wel geeft de Telegraaf via een service de mogelijkheid om blog-entries naar eigen sites te tonen op betreffende Internet-artikelen.
Ook bij het Parool moet men eerst aanmelden om te reageren. Een weekblad als Elsevier werkt ook volgens het strikte aanmeldstramien: eerst aanloggen om een reactie te kunnen achterlaten. Bij HP/De Tijd kan men zonder aanmelden reageren op artikelen en ook biedt deze site de mogelijkheid tot het invoeren van URL's. Tevens heeft de site in tegenstelling tot het FD duidelijke huisregels.
Een duidelijke best-practise op dit gebied lijkt er niet te zijn. Wel een algemene indicatie, dat een krant als de Telegraaf voorzichtiger is op dit gebied en het NRC wat makkelijker. Het type bezoeker is daarbij ook van belang. De Telegraaf-bezoeker uit zich graag (minimaal 70 reacties op het artikel over de confrontatie tussen Storms en Jort Kelder is nog weinig), maar het zijn luchtige reacties die je zo weer kan vergeten. Het NRC heeft eerder minder vluchtige reacties en artikelen en dan is het logisch dat de redactie de mogelijkheid geeft om daar waar men meer wil weten over de blogger, de mogelijkheid geeft om naar zijn blog te surfen. Dat is wel zo professioneel...
Het meest opvallende was dat sommige kranten een erg duidelijk beleid hebben m.b.t. het posten van een reactie terwijl bij andere dit beleid volledig ontbreekt. Een voorbeeld van deze laatste is het FD.
Die open-heid is belangrijk omdat een website aan de hand van een URL de bezoeker kan laten doorsurfen naar een andere site en loopt daarmee de kans dat de bezoeker de krant - met een enkele klik - verlaat... Een lastig probleem. Hoe gaan de kranten hiermee om? Is er een best-practise vroeg ik me later ook nog af?
Het Financiële Dagblad.
Bij het FD kan de bezoeker op twee manieren reageren; op columns die door gastschrijvers zijn geschreven en op de columns van officiële bloggers op de site. In beide gevallen moet de bezoeker zich eerst registreren en kan dan in het eerste geval enkel met naam een reactie achter laten, in het tweede geval kan deze ook een link naar een website (eigen blog) opgeven.
Deze laatste mogelijkheid is natuurlijk aantrekkelijk voor andere bloggers. Meestal heeft de website van de amateur-blogger een lagere ranking (PR) dan het dagblad en die situatie is (dus) aantrekkelijker voor de blogger dan voor de krant. Vandaar dat kranten hiermee voorzichtig zijn.
Wat verder opvalt bij het FD is dat ze geen enkele politiek hebben; ze schijnen alles toe te laten, maar bepalen aan de hand van eigen regels of de reactie wel of niet gepubliceerd wordt. In mijn geval zijn diverse reacties niet opgenomen, maar het FD is zelf op voorhand niet duidelijk over aan welke regels een reactie moet voldoen. Hebben ze intern wel duidelijke richtlijnen? Vroeg ik me af.
Het NRC.
Bij het NRC kan de bezoeker reageren zonder eerst "lid" te worden; deze hoeft zich dus niet eerst te registeren. Dat is wel zo fijn. Vooral omdat het NRC ook de mogelijkheid geeft om een website op te geven en dus connectie met het Internet aanbiedt. Door niet vooraf te registreren is het NRC duidelijk (meer dan het FD) open qua bedrijfsarchitectuur, als het op dit punt aankomt.
Trouw.
Bij Trouw ontbreekt de mogelijkheid om websites op te geven bij het achterlaten van een reactie. In plaats daarvan kan de bezoeker een Woonplaats meegeven, wat extra informatief is voor de medebezoekers. Een reactie uit Urk is anders dan een reactie uit Rotterdam... Is dit een indicatie dat Trouw nog niet erg virtueel denkt en vasthoudt aan de traditie van de "ingezonden brief"?
De Volkskrant.
Heeft een eigen blogsite (VKBlog) in het leven geroepen voor reacties, maar ook voor het aanbieden van content. Het voordeel hiervan is dat deze amateuristische content gescheiden is van de officiële krant, het nadeel is dat de internetwereld en de krantenwereld organisatorisch gescheiden zijn.
De Telegraaf.
Is van de bovenstaande partijen het meest interactief, met eigen forums die redelijk geïntegreerd zijn. Echter bij reacties biedt de krant ook enkel de mogelijkheid van naam, woonplaats en e-mail adressen (waar deze laatste net als bij alle andere partijen dit adres niet getoond wordt, maar enkel gebruikt ter identificatie).
Wel geeft de Telegraaf via een service de mogelijkheid om blog-entries naar eigen sites te tonen op betreffende Internet-artikelen.
Ook bij het Parool moet men eerst aanmelden om te reageren. Een weekblad als Elsevier werkt ook volgens het strikte aanmeldstramien: eerst aanloggen om een reactie te kunnen achterlaten. Bij HP/De Tijd kan men zonder aanmelden reageren op artikelen en ook biedt deze site de mogelijkheid tot het invoeren van URL's. Tevens heeft de site in tegenstelling tot het FD duidelijke huisregels.
Een duidelijke best-practise op dit gebied lijkt er niet te zijn. Wel een algemene indicatie, dat een krant als de Telegraaf voorzichtiger is op dit gebied en het NRC wat makkelijker. Het type bezoeker is daarbij ook van belang. De Telegraaf-bezoeker uit zich graag (minimaal 70 reacties op het artikel over de confrontatie tussen Storms en Jort Kelder is nog weinig), maar het zijn luchtige reacties die je zo weer kan vergeten. Het NRC heeft eerder minder vluchtige reacties en artikelen en dan is het logisch dat de redactie de mogelijkheid geeft om daar waar men meer wil weten over de blogger, de mogelijkheid geeft om naar zijn blog te surfen. Dat is wel zo professioneel...
Reacties