Een Olympische Denkfout
Het enthousiasme van Erica Terpstra is aanstekelijk en haar invloed achter de schermen zal groot blijven, ook nadat ze het stokje heeft overgedragen aan de nieuwe voorzitter van het NOC*NSF, André Bolhuis. Toch maakt ze een denkfout die ook veel voorkomt in het bedrijfsleven:
- Nederlanders kunnen goed organiseren, dus ook die Olympische Spelen [doelend op die van 2028] moeten we kunnen regelen.
Een bedrijf dat een organisatie heeft die in goede vorm is en bij succes zoekt ze naar meer succes; naar nieuwe wegen, nieuwe producten, nieuwe diensten, kortom naar nieuwe business. Maar het feit dat je iets waarschijnlijk wel zal kunnen, betekent niet automatisch dat je "het" ook moet doen.
De eerste vraag is - wat dat HET precies zal zijn. De business van de olympische spelen dus. Kunnen we dat en vinden anderen (landen) ook dat we dat kunnen? Gunnen andere(n) landen ons dit? En ook niet onbelangrijk is de vraag: moeten we het willen? Elke businessuitdaging is namelijk een keuzevraagstuk waar het nalaten van iets anders tegenover staat.
Het uitvoeren van een kosten-baten-analyse is zeer ongeschikt om dergelijke beslissingen te ondersteunen. Er is altijd wel een analyse te maken die een positieve uitkomst geeft. Wat in die analyse niet naar voren komt is wat we ervoor moeten laten. Daarvoor is zicht nodig op het geheel. De wereld bestaat namelijk niet alleen uit sport en spelen. "Nederland kan goed organiseren," is overigens een uitspraak die op het eerste gezicht juist lijkt. We kunnen veel en staan internationaal bekend dat we op logistiek-terrein voorop liepen. Maar inmiddels is dit al niet meer zo als vroeger. Anderen kunnen inmiddels ook organiseren. Zelfs in Spanje stampt men logistieke centra uit de grond waar Nederland niet aan kan tippen. Organiseren is te leren! Maar kunnen we nog steeds goed organiseren? Waarom is die kilometerheffing er dan nog niet, bijvoorbeeld? Moet toch niet moeilijk zijn en het is rechtvaardig om "de gebruiker te laten betalen."
Wat ontbreekt hier? De paradox van het goede-organisatie-imago. We konden goed organiseren en we hebben er intussen een puinhoop van gemaakt. We doen namelijk teveel. De Olympische spelen passen in deze traditie, we kunnen het waarschijnlijk - de zelfoverschatting daargelaten - en dus doen we het maar.
Erica Terpstra noemde nog een tweede motivator. Ik weet niet zeker of zij het zelf was of in de discussie met Pauw en Witteman: we moeten af van de zesjes-cultuur. Daarvoor heb je een ambitie nodig.
Deze insteek is ook zeer leerzaam. De vraag hier is of cultuurverandering tot stand komt door organisatie-inspanning (dus door inzet van middelen) of dat cultuurverandering het resultaat is nieuwe business die tot stand komt.
In de eerste situatie is het bereiken van de Olympische spelen een organisatorisch kunstje. De Nederlandse bedrijven kunnen niet meer of minder dan voor die spelen. Wel zullen bedrijven profiteren. Maar door inzet op het ambitieniveau van het bereiken van de Spelen verdwijnt de zesjes-cultuur niet vanzelf.
De zes-is-goed-genoeg-cultuur verdwijnt pas als individuele leiders meer navolging gaan krijgen en zo nieuwe zaken tot stand brengen. De Olympische Spelen horen hier niet toe omdat Nederland dat bereikt en niet een individuele leider. De toren die zojuist in Dubai is geïnaugureerd zegt dus niets over het ondernemers-niveau / klimaat aldaar.
Cultureel gezien (in de zin van organisatiecultuur) zijn de Spelen van 2028 dus van geen enkele waarde. Wat er overblijft is gezond verstand. Het is het veel verstandiger om na te gaan wat we nu precies allemaal willen. Nu is dat voor een land (niet alleen "als Nederland") nog een hele opgave, maar vooral voor bedrijven waar deze denkfout ook regelmatig gemaakt wordt geen onverstandige opgave. Wat gaat er de komende jaren allemaal gebeuren, wat zijn de trends en waar moeten we geld in steken? En dan kan en-passant het Olympische vraagstuk meegenomen worden... Maar net als bij bedrijven zal het zo niet gaan. De lobby is (al lang) begonnen en de uitkomst onzeker.
--
11 oktober 2011.
Nederlanders willen spelen niet Een ruime meerderheid van de Nederlanders zit niet te wachten op Olympische Spelen in Amsterdam in 2028. Als over de kandidaatstelling zou mogen worden gestemd, zou 56 procent tegenstemmen en 35 procent voor. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond. De uitkomst is opmerkelijk, omdat een paar maanden geleden een kwart van de Nederlanders tegen een eventuele kandidatuur van Amsterdam steunde. Van de Amsterdammers blijkt 45 procent tegen de plannen te zijn om de Spelen naar de stad te halen. Veertig procent van de hoofdstedelingen staat wel positief tegenover het voornemen, meldt het Parool. ... De peiling werd gehouden in opdracht van de stadspartij Red Amsterdam, die samen met de lokale tak van D66 opheldering heeft gevraagd over de kosten van de voorbereiding voor de kandidatuur. De partij wil ook dat Amsterdammers zich in een referendum over het onderwerp mogen uitspreken, om een 'debacle als de Noord/Zuidlijn te voorkomen.'
--
22 augustus 2012.
Na Londen 2012 begin ik me toch af te vragen of bovenstaande mening een revisie behoeft. Want, een gevoel van aangenomen trots overvalt me als ik zie dat Nederland twintig medalles behaald heeft, meer dan in Peking / Beijing 2008.
- Nederlanders kunnen goed organiseren, dus ook die Olympische Spelen [doelend op die van 2028] moeten we kunnen regelen.
Een bedrijf dat een organisatie heeft die in goede vorm is en bij succes zoekt ze naar meer succes; naar nieuwe wegen, nieuwe producten, nieuwe diensten, kortom naar nieuwe business. Maar het feit dat je iets waarschijnlijk wel zal kunnen, betekent niet automatisch dat je "het" ook moet doen.
De eerste vraag is - wat dat HET precies zal zijn. De business van de olympische spelen dus. Kunnen we dat en vinden anderen (landen) ook dat we dat kunnen? Gunnen andere(n) landen ons dit? En ook niet onbelangrijk is de vraag: moeten we het willen? Elke businessuitdaging is namelijk een keuzevraagstuk waar het nalaten van iets anders tegenover staat.
Het uitvoeren van een kosten-baten-analyse is zeer ongeschikt om dergelijke beslissingen te ondersteunen. Er is altijd wel een analyse te maken die een positieve uitkomst geeft. Wat in die analyse niet naar voren komt is wat we ervoor moeten laten. Daarvoor is zicht nodig op het geheel. De wereld bestaat namelijk niet alleen uit sport en spelen. "Nederland kan goed organiseren," is overigens een uitspraak die op het eerste gezicht juist lijkt. We kunnen veel en staan internationaal bekend dat we op logistiek-terrein voorop liepen. Maar inmiddels is dit al niet meer zo als vroeger. Anderen kunnen inmiddels ook organiseren. Zelfs in Spanje stampt men logistieke centra uit de grond waar Nederland niet aan kan tippen. Organiseren is te leren! Maar kunnen we nog steeds goed organiseren? Waarom is die kilometerheffing er dan nog niet, bijvoorbeeld? Moet toch niet moeilijk zijn en het is rechtvaardig om "de gebruiker te laten betalen."
Wat ontbreekt hier? De paradox van het goede-organisatie-imago. We konden goed organiseren en we hebben er intussen een puinhoop van gemaakt. We doen namelijk teveel. De Olympische spelen passen in deze traditie, we kunnen het waarschijnlijk - de zelfoverschatting daargelaten - en dus doen we het maar.
Erica Terpstra noemde nog een tweede motivator. Ik weet niet zeker of zij het zelf was of in de discussie met Pauw en Witteman: we moeten af van de zesjes-cultuur. Daarvoor heb je een ambitie nodig.
Deze insteek is ook zeer leerzaam. De vraag hier is of cultuurverandering tot stand komt door organisatie-inspanning (dus door inzet van middelen) of dat cultuurverandering het resultaat is nieuwe business die tot stand komt.
In de eerste situatie is het bereiken van de Olympische spelen een organisatorisch kunstje. De Nederlandse bedrijven kunnen niet meer of minder dan voor die spelen. Wel zullen bedrijven profiteren. Maar door inzet op het ambitieniveau van het bereiken van de Spelen verdwijnt de zesjes-cultuur niet vanzelf.
De zes-is-goed-genoeg-cultuur verdwijnt pas als individuele leiders meer navolging gaan krijgen en zo nieuwe zaken tot stand brengen. De Olympische Spelen horen hier niet toe omdat Nederland dat bereikt en niet een individuele leider. De toren die zojuist in Dubai is geïnaugureerd zegt dus niets over het ondernemers-niveau / klimaat aldaar.
Cultureel gezien (in de zin van organisatiecultuur) zijn de Spelen van 2028 dus van geen enkele waarde. Wat er overblijft is gezond verstand. Het is het veel verstandiger om na te gaan wat we nu precies allemaal willen. Nu is dat voor een land (niet alleen "als Nederland") nog een hele opgave, maar vooral voor bedrijven waar deze denkfout ook regelmatig gemaakt wordt geen onverstandige opgave. Wat gaat er de komende jaren allemaal gebeuren, wat zijn de trends en waar moeten we geld in steken? En dan kan en-passant het Olympische vraagstuk meegenomen worden... Maar net als bij bedrijven zal het zo niet gaan. De lobby is (al lang) begonnen en de uitkomst onzeker.
--
11 oktober 2011.
Nederlanders willen spelen niet Een ruime meerderheid van de Nederlanders zit niet te wachten op Olympische Spelen in Amsterdam in 2028. Als over de kandidaatstelling zou mogen worden gestemd, zou 56 procent tegenstemmen en 35 procent voor. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond. De uitkomst is opmerkelijk, omdat een paar maanden geleden een kwart van de Nederlanders tegen een eventuele kandidatuur van Amsterdam steunde. Van de Amsterdammers blijkt 45 procent tegen de plannen te zijn om de Spelen naar de stad te halen. Veertig procent van de hoofdstedelingen staat wel positief tegenover het voornemen, meldt het Parool. ... De peiling werd gehouden in opdracht van de stadspartij Red Amsterdam, die samen met de lokale tak van D66 opheldering heeft gevraagd over de kosten van de voorbereiding voor de kandidatuur. De partij wil ook dat Amsterdammers zich in een referendum over het onderwerp mogen uitspreken, om een 'debacle als de Noord/Zuidlijn te voorkomen.'
--
22 augustus 2012.
Na Londen 2012 begin ik me toch af te vragen of bovenstaande mening een revisie behoeft. Want, een gevoel van aangenomen trots overvalt me als ik zie dat Nederland twintig medalles behaald heeft, meer dan in Peking / Beijing 2008.
Reacties
Boeiend commentaar op de plannen naar aanleiding van de aanwezigheid van Erica Terpstra bij P&W gisteravond. Veel van wat je schrijft wordt door ons onderschreven. Of we daadwerkelijk een bid zouden willen uitbrengen op die OS van 2028 wordt dan ook pas na 2016 bepaald. Tot die tijd dienen die OS slechts als inspirerende stip op de horizon. Uit het Olympisch Plan 2028:" Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om met sport in de volle breedte een bijdrage te leveren aan Nederland, met veel positieve effecten nú en in de toekomst. En met de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspirerend perspectief en mogelijke uitkomst." Verdere info over wat dit nu voor de nabije toekomst inhoud en wat we nu precies met Nederland willen bereiken, is te vinden op: http://www.nocnsf.nl/nocnsf.nl/olympisch-plan-2028/olympisch-plan-2028
Groet, Geert Slot, NOC*NSF