Filosofie op school - Descartes

 Ook hier weer het patroon:

  • - historische, culturele en filosofische context van de filosoof
  • - primaire ideeën van het denken van de auteur
  • - Vergelijking met andere filosofen 
  • - actualiteit
  • - een tekst, voorbeeldexamen en
  • - conceptuele map

I Context. Het leven van Descartes (1596 - 1650) ontwikkelt zich in een turbulente / convulsieve periode. Op (nauwelijks) achtjarige leeftijd stuurt zijn vader hem naar school die geleid wordt door een jezuïeten orde. Daar leert hij de klassieke wereld, latijn en Grieks als ook wiskunde, natuurkunde en astronomie. De zeventiende eeuw is de eeuw van de natuurkunde. Maar er is ook een politieke en religieuze crisis in Europa en de Duitse staten komen in de dertigjarige oorlog, die zijn wortels heeft bij de komst van Luther waar de hervormers zich tegen de contrahervormers strijden. Descartes sluit zich aan bij deze laatste (katholieke groep) in Beieren... Het is ook de tijd van de VOC die de gouden eeuw in Nederland merkt. Het land dat symbool staat voor vrijdenkers en vooruitgang van de wetenschap. In Frankrijk is Richelieu aan de macht die zich verbindt met de zweden in het gevecht tegen het Habsburgse rijk.

Cultureel is er de beweging van de spreiding van geloof en rede, in een conflict dat sinds Willem van Occam speelt en waar Thomas van Aquino een een uitweg probeerde te vinden. Luther ziet in die context een grotere rol voor de rede en dat leidt tot nieuwe conflicten. Na de renaissance en het humanisme komt er een periode die het antropocentrisme genoemd kan worden.

De filosofische context is die van het sceptisme in Frankrijk geleid door Montaigne dat in tijden van crisis en onzekerheid aan invloed wint. Descartes die wiskundige, natuurkundige en filosoof is komt met  zijn discourse van de methode, met de sceptische twijfel en methodische twijfel. Dat staat lijnrecht tegenover een andere stroming: het empirisme uit Groot-Brittannië (Hume en Berkeley). Francis Bacon komt in die periode met de inductieve methode. Descartes werkt ook de theorie van Galilei (die als grondlegger van het antropocentrisme te zien is) verder uit in zijn filosofie.

II De Primaire ideeën. Deze zijn uiteengezet in het populaire Discours de la methode, dat in zijn geheel: Verhandeling over de methode om de rede op de juiste manier te leiden en de waarheid in de wetenschappen te zoeken, heet. Dit werk is referentie als begin van de moderne filosofie en rationalisme. In het boek schrijft hij een intellectuele autobiografie waarin hij alle kennisverwerving tot het moment in twijfel trekt.

De opbouw (Wiki, NL versie is nauwelijks uitgewerkt) is als volgt:
  • Part I: Various scientific considerations
  • Part II: Principal rules of the Method
  • Part III: Morals and Maxims of conducting the Method
  • Part IV: Proof of God and the Soul
  • Part V: Physics, the heart, and the soul of man and animals
  • Part VI: Prerequisites for advancing the investigation of Nature
Wiskunde ziet Descartes als de enige ware manier om kennis te verwerven. Hij schreef dit werk in het Frans, terwijl de usance van die tijd nog het Latijn was.

Epistimologisch is het zwaartepunt het denken van de mens en haar capaciteit om de problemen van die tijd op te lossen, zonder terug te vallen op het geloof. Descartes was een groot wiskundige en vader van de analytische wiskunde en dus was het logisch dat wiskunde model stond voor zijn epistologiek.

Het zoeken van een methode (tweede deel DvdM) is een proces van intuïtie en deductie. Die begint met evidentie / bewijs, analyse, synthese en ten slotte met enumeratie en revisie. Twijfel staat aan de basis van de methode, skeptische en methodische twijfel is universeel nodig bij elke kennisverwerving.

De toepassing van die twijfel is nodig bij de zintuigen, de wereld waarin hij de metafoor van de droom en het ontwaken gebruikt, en voor de rede.

Over ideeën zegt Descartes dat  die onder te verdelen zijn in aangeboren ideeën, adventicias (die van buiten af komen) en facticias (ficticias) die door de mens zelf ontwikkeld zijn.

Nadat het eerst bewijs is gevonden, el cogito, bouwt Descartes verder aan een kennisgebouw. Alles daarvan is gebouwd op basis van twijfel, met als resultaat: Substantie en die bestaat... uit denkend (res cogitans), extensie (res extensa) en oneindigheid (res infinita). 

III De vergelijking tussen Descartes en Plato, die te vinden is bij Plato. 

IV Actualiteit.    De echte erfenis van Descartes is de wetenschappelijk methode.  Descartes had vertrouwen in de wetenschap en zijn methodische denken is steeds meer de basis geworden voor de weer schappelijke evolutie. Veel van de wetenschappelijk ontdekkingen in onze tijd zijn gekomen door dat vertrouwen in de wetenschap.

De taal van informatica kan gezien worden als een product van Descartes' denken. het is een universele taal waarin geen fouten zitten. en dus is ook de digitale wereld als een verdere ontwikkeling te zien van het denken van Descartes. het woord Robot is al eerst gebruikt door Capek in 1921 en het vinden van machines die foutloos werken, is tot onze tijd een constante geweest in de zoektocht van de wetenschap.

Conceptuele schema: - niet verder uitgewerkt.

De gekozen tekst is: Discours de la methode. [Ook deze tekst ben ik begonnen te lezen en wat me opvalt is dat deze zeer toegankelijk is. Descartes schrijft als een gesprek of vertelling (discours natuurlijk), en begint met luchtige observaties, bijvoorbeeld over filosofie dat de klassieke filosofen wel degelijk interessant zijn om te lezen, maar dat de ene filosoof de ander tegenspreekt...

De Nederlandse Wikipedia (DdlM is beschikbaar in 32 talen) is zeer sumier in haar uitleg, maar heeft wel een vertaling van het openingscitaat: De eerste, ironische zin van het eerste deel luidt in vertaling:

"Het gezond verstand is van alle dingen op de wereld het gelijkmatigst verdeeld. Want iedereen vindt dat hij er zo goed van voorzien is dat zelfs degenen die in iedere andere kwestie het moeilijkst tevreden te stellen zijn er nooit meer van willen dan ze er al van hebben." (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Verhandeling_over_de_methode)

De spaanse versie heeft wel een synopsis van het werk:

René Descartes zelf verdeelt, zoals het in het voorwoord staat, zijn Verhandeling in zes delen:

Eerste deel - Het vormt een intellectuele autobiografie waarin Descartes alle kennis die hij tijdens zijn opleiding heeft geleerd in twijfel trekt. In dit eerste deel stelt Descartes een nieuwe methode voor om tot veilige kennis te komen. Tegelijkertijd uitte hij een klinkende kritiek op de wetenschappen en de scholastische filosofie van zijn tijd. Na deze afwijzing geeft hij toe dat alleen wiskunde en de kennis van andere mensen, door middel van reizen, veilige kennis bieden, maar Descartes wijst uiteindelijk ook reizen af ​​omdat de tegenstellingen die tussen sommige volkeren en andere bestaan ​​hem niet in staat stellen de waarheid te ontdekken. Hij besluit met te zeggen dat de enige manier om de waarheid te vinden in jezelf ligt.

Tweede deel - Aan het begin van dit tweede deel vertelt hij over de winter waarin hij naast een kachel de nodige rust genoot om zijn methode te gaan ontwikkelen. Vervolgens wijst hij erop dat de wetenschappen, omdat ze door meerdere auteurs zijn uitgevoerd, elk met hun eigen mening, geen echte kennis in zich dragen. Het stelt voor om afstand te doen van deze diversiteit aan meningen die ons zijn geleerd en in plaats daarvan anderen te kiezen met onze eigen rede, aangezien de overtuigingen waartoe we sinds onze geboorte zijn opgeleid afhankelijk zijn van de omgeving waarin we zijn geboren en de mensen die ons hebben onderwezen. heb ze ingeprent. We moeten deze overtuigingen hervormen, onderscheid maken tussen wat waar is en wat onwaar is, maar een persoonlijke basis behouden. Descartes verduidelijkt dat deze hervorming niet gericht is op het hervormen van het officiële onderwijs of de sociale orde, maar legt alleen bloot hoe hij een hervorming van zijn eigen denken heeft doorgevoerd. Zodra dit duidelijk is, neemt hij de radicale beslissing om methodisch en voorlopig aan alles om hem heen te twijfelen. Vervolgens legt hij kort de grondslagen uit van zijn nieuwe methode, die hij heeft gevonden in de logica, geometrische analyse en algebra. Deze grondbeginselen bestaan ​​uit slechts vier regels:

  • "De eerste: geef nooit iets toe als waar zonder met bewijs te hebben geweten dat het zo is."
  • "De tweede is om elk van de moeilijkheden die ik onderzoek in zoveel mogelijk delen te verdelen en in zoveel delen als de beste oplossing vereist."
  • «De derde, door mijn gedachten op volgorde te leiden, te beginnen met de eenvoudigste en gemakkelijkst te kennen objecten, om beetje bij beetje en geleidelijk op te stijgen naar de kennis van de meest complexe, en zelfs een volgorde aan te nemen tussen degenen die niet aan elkaar voorafgaan . van nature".
  • 'En de laatste, om zulke uitgebreide verslagen en zulke algemene overzichten van alles te maken, dat hij er zeker van zou zijn niets achterwege te laten.'

Derde deel - Descartes had in het tweede deel methodische twijfel gevestigd om de waarheid te bereiken, maar hij legt in het derde deel uit dat hij, terwijl hij zich wijdt aan het twijfelen aan alles, een voorlopige moraal moet creëren die zijn leven regeert. Deze voorlopige moraal kende een reeks stelregels.

De eerste was om de wetten en gebruiken van hun land te gehoorzamen, hun religie te behouden en zich te laten leiden door de meest gematigde meningen.

De tweede stelregel bestond uit het standvastig en vastberaden zijn in daden en het met niet minder standvastigheid volgen van de meest twijfelachtige meningen alsof deze waar waren.

De derde stelregel was om je eigen verlangens te veranderen ten opzichte van de orde van de wereld. Het stelt dat niets anders dan gedachten volledig in onze macht ligt.

Als conclusie van zijn voorlopige moraliteit besloot de eerste moderne denker zijn hele leven te wijden aan het cultiveren van de rede en het bevorderen van kennis door het gebruik van zijn methode. Om het in de praktijk te brengen, besluit Descartes te reizen en met mannen te praten. Negen jaar lang heeft hij deze taak vervuld. Hoewel hij in deze tijd grote vooruitgang boekte in de kennis van de waarheid, was hij echter niet in staat de grondslagen te vinden van een filosofie die 'waarachtiger was dan het vulgaire'. Om deze nieuwe filosofie uit te voeren vertrok hij naar Nederland, op de vlucht voor de Dertigjarige Oorlog, die hem het ideale kader bood om zich aan deze taak te wijden.

Vierde deel - Het vierde deel is het centrale hoofdstuk van de Verhandeling over de Methode en daarin vestigt Descartes de ‘methodische twijfel’: aangezien de kennis die via de zintuigen wordt ontvangen meestal onjuist is, wijdt hij zich aan het twijfelen aan alles om te zien of hij tot kennis kan komen. als waar worden beschouwd. Maar merk op dat hij, terwijl hij aarzelt, aan het denken is, en als hij denkt, is dat een teken dat hij bestaat. Met dat uitgangspunt creëert hij een eerste principe voor zijn nieuwe filosofie: ‘Ik denk, dus ik besta’: vanuit dit eerste principe stelt Descartes het bestaan ​​van God vast.

Het eerste argument dat hij geeft om het bestaan ​​van God te rechtvaardigen is dat als we ons bewust zijn van onze onvolmaakte natuur, dit komt omdat we weten waaruit een perfecte natuur bestaat.

Het tweede argument gaat uit van onze eigen onvolmaaktheid, aangezien we, als we weten wat perfect is, dat ook doen we zouden onszelf als perfecte wezens hebben geschapen. Daarom is er een schepper van ons wezen nodig, die deze volmaaktheden in zich heeft, God, van wie alles afhangt en zonder wie niets zou kunnen bestaan.

Het laatste argument dat hij aanvoert om het bestaan ​​van God te rechtvaardigen is dat God, opgevat als perfectie, het grootste is dat gedacht kan worden. God moet bestaan ​​("ontologisch argument", ontleend aan Sint Anselmus), want als dat niet zo is, zou er iets perfecters kunnen worden bedacht en dan zou dat God zijn.

Het bestaan ​​van God toont ons op zijn beurt het bestaan ​​van de wereld aan. Omdat God, omdat hij oneindig goed en waarheidsgetrouw is, ons niet kan toestaan ​​onszelf te misleiden door te geloven dat de wereld bestaat, garandeert God ons het bewijs van onze ideeën.

Maar Descartes bevestigt uiteindelijk, zelfs rekening houdend met wat er is gezegd, dat 'het onze plicht is en niet die van God, om onszelf te bevrijden van illusies en fouten te vermijden'.

Vijfde deel - In dit hoofdstuk legt hij kort de inhoud van de wereld uit. Het behandelt de verklaring van de vorming van de wereld door alles rond het probleem van het licht te organiseren: de zon produceert het, de hemel verzendt het, de aarde en de planeten reflecteren het, en de mens is de toeschouwer ervan.

Hierna worden de belangrijkste functies van het levende wezen vastgelegd. Hij beweert dat het hart zich verwijdt en samentrekt als gevolg van de hitte die het uitstraalt en dat daardoor de ‘dierlijke geesten’ naar de verschillende organen worden getransporteerd.

Ten slotte bewijst Descartes het onderscheid tussen mens en dier omdat het hen aan rationele gedachten of ziel ontbreekt. Hij beweert dat het dierlijke organisme slechts een complexe automatische machine is. Dieren hebben geen ziel omdat ze niet kunnen denken, omdat ze alleen handelen vanuit hun aard.

Deel zes - In dit laatste hoofdstuk zet Descartes een reeks reflecties op over de reikwijdte van wetenschappelijk onderzoek en stelt hij zelfs de publicatie van zijn onderzoek in vraag, waarbij hij de redenen voor en tegen afweegt. In de eerste plaats brengt de vooruitgang van de wetenschap dus meerdere materiële en morele voordelen met zich mee. Ten tweede vereist wetenschappelijke vooruitgang de communicatie van de ervaringen van anderen.

Integendeel, Descartes aarzelt om zijn onderzoek te publiceren, omdat het zou kunnen leiden tot grote controverses met de religieuze geest die uitging van de theologen van die tijd, waardoor hij zijn tijd zou verspillen.

Al deze redenen brengen Descartes ertoe alleen de Discourse on Method en de bijbehorende essays te publiceren. Aan het einde van het werk zegt hij al dat hij zich aan de geneeskunde gaat wijden en stelt hij opnieuw dat hij niet belangrijk wil zijn in de wereld, om zich zonder obstakels en zonder afleiding aan de studie te kunnen wijden. .(bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Discurso_del_m%C3%A9todo) ]

-- bron: Historia de la Filosofia. Bachillerato, McGraw-HIll, 2013.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?