Fantoomgroei

Bij - het boek - Fantoomgroei moest ik allereerst denken aan Fantoompijn. En dan kan je weer twee kanten op: het fenomeen of de roman.

Het idee voor het boek - Waarom we steeds harder werken, voor steeds minder - ontstaat ergens in 2018, de auteurs kennen elkaar nog niet goed, en Rabo(Research) komt met een onderzoek waarin ze opmerken dat de afgelopen veertig jaren ongekende groei heeft betekend voor de economie, maar tegelijkertijd de inkomens voor de gezinnen nauwelijks zijn gestegen. [de Rabo komt later in de blog ook aan de orde voor het fenomeen weglekeffect].

De auteurs, Sander Heijne en Hendrik Noten zitten al die jaren dicht op het vuur (een van de twee, "in het hol van de leeuw" zelfs), maar worden in dat jaar pas echt opgeschrikt door de studie en gaan op onderzoek uit. Hendrik als bestuurskundige werken voor AWVN (werkgeversvereniging) en Sander als onderzoeksjournalist (Vk) en historicus. 

Het boek bestaat uit drie delen. Fantoomgroei beschrijft deze scheve groei. Dat begint met het einde, het inzicht van het Rabo-onderzoek en het onderzoek dat er op volgt. Dat onderzoek is grotendeels van Hollandse bodem, er wordt puur gekeken naar Nederland. Aan het eind van het eerste hoofdstuk (dubbeltjes worden stuivers) komt Michel Houellebecq aan het woord via zijn roman, waar hij schrijft: "Nederland is geen land, hooguit een onderneming." Toch is dit boek geen aantijging tegen ondernemend Nederland haasten de auteurs te schrijven, Sander is zelf ondernemer geworden, mede door het lamentabele feit dat de journalistiek in feite niets meer voldoende is voor een belegde boterham. Dat is een persoonlijke link naar het verhaal.

Collectieven die steden bouwen (hoofdstuk twee) gaat terug naar hoe het was in Nederland. Vader Philips (mijn woorden) ontfermde zich over haar medewerkers, totdat operatie Centurion eraan kwam. We worden meegenomen in de veranderende geschiedenis van Holland, tot aan de nieuwe economie anno 2010-2020 waar platforms en fulfilment centers de dienst uitmaken. Philips is dan al lang afgeslankt waar ze via een sterrenstelselsysteem haar leveranciers in (prijs) bedwang houdt.

Door winstoptimalisatie investeren bedrijven niet zomaar meer in de samenleving maar gaan ze op de financiële markten aan de slag gaan (bv met aandeleninkopen).

Deel II de stille revolutie begint met het echte onderzoek, hoe deze situatie vanuit het verleden is ontstaan. De revolutie begon met de hogepriester van de Nederlandse economie, dat blijkt Frans Rutten te zijn (met dat verhaal van zijn apocalyptische visie in Noord Spanje) en de verhaallijn die mooi naar Rutte van nu leidt. Daarbinnen gaat het om de opkomst van Keynes (na de oorlog) en Hayek via zijn club in Mont Pelerin, Zwitserland, niet Oostenrijk overigens (wanneer de verzorgingsstaat tot problemen leidt) via de Chicago school naar Friedman en de ontstaansgeschiedenis van het Neo-liberalisme.

[Dit is een mooi verhaal, maar het wordt teveel verkocht alsof dit het echte en enige verhaal is. Alsof Hayek (de favoriete filosoof van Rutte) er persoonlijk voor gezorgd heeft dat de neo-liberale filosofie alle bedrijven in gestuurd werd, dat alle journalisten van de VK inclusief toekeken en niemand merkte dat er een revolutie gaande was.] 

Deel drie is de opstap en minimale uitwerking van het nieuwe verhaal. Daar komen twee economen aan het woord die nu populair zijn: Kate Raworth van de Doughnut Economy en Mariane Mazzucato van o.a. the entrepreneurial state. McCloskey met The Myth of the Entrepreneurial State, wordt niet genoemd. [Dit past wel bij mijn eigen beeld: De opkomst van de vrouwelijke econoom]

Dan komt de kernboodschap van het boek, en ook waar het lastig wordt.  "In een nieuw economisch verhaal willen we meer kwaliteit boven kwantiteit." Hoe weet je nu wanneer er van kwaliteit sprake is?

Dat is dan toch het probleem met dit boek. Iedereen ziet wel dat er iets scheef gegroeid is en niet klopt in de economie. Maar - om tevens de oorzaak hierbij lateraal bij de economen en hun wetenschap te leggen is een stap die wat groot lijkt.

Zo persoonlijk mis ik in het verhaal de opkomst van de positieve psychologie. Een belangrijk fenomeen dat ervoor gezorgd heeft dat het individualisme verkocht werd aan de algehele samenleving, denk aan de opkomst van de coachingssector en de ZZP-er.

Over kwaliteit en kwantiteit zal nog veel geschreven worden. Intussen zullen de auteur naar de oplage (kwantiteit) van hun boek en de verkoopaantallen kijken. Dat is toch de meeste gangbare indicator voor succes. En dus kwaliteit?


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?