Latijnse Citaten van ... (Seneca)

Intermezzo project. Latijnse Spreuken en Gezegden, een boekje uit het begin van de vorige eeuw, heb ik gedigitaliseerd en probeer ik te rangschikken op auteur. Wie heeft wat gezegd? Hoe tijdloos zijn die uitspraken en hoe verschillen de schrijvers (filosofen, dichters, ...) van elkaar.

--- Maar eerst een vraag aan de computer: Wat is de invloed van de romeinse cultuur op onze cultuur

Verkennen
De Romeinse cultuur heeft een diepgaande invloed gehad op onze huidige samenleving. Laten we eens kijken naar enkele aspecten waarin deze invloed nog steeds merkbaar is:
  • Romeinse cijfers: Hoewel we ze niet dagelijks gebruiken, zijn de Romeinse cijfers nog steeds aanwezig. We kennen de betekenis van I tot en met X, maar daarna wordt het moeilijker. Ze verschijnen soms nog op klokken of worden gebruikt om hoofdstukken in werkstukken aan te geven1.
  • Rechtssysteem: Ons rechtssysteem stamt af van de Romeinen. Het Latijn werd verspreid in Europa omdat bijna alle bureaucraten werden gedwongen om Latijn te kunnen schrijven. Anders konden ze niet volledig deelnemen aan de samenleving2.
  • Architectuur en stedenbouw: De Romeinen lieten zich inspireren door de Grieken, maar ontwikkelden al snel een eigen Romeinse stijl. De Griekse zuilen werden dichter bij elkaar geplaatst voor de stevigheid van gebouwen. Steden zoals Heerlen, Maastricht en Nijmegen zijn ontstaan uit Romeinse forten en legerplaatsen in onze streken1.
  • Mythologie: De Griekse en Romeinse mythologieën hebben nog steeds invloed op ons dagelijks leven. Je vindt ze terug in architectuur, muziek, kunst, films, literatuur en zelfs games3.
  • Cultuur en kunst: De Romeinen namen veel over van de Grieken, maar creëerden ook hun eigen artistieke stijl. De Romeinse kunst en architectuur hebben een blijvende impact gehad op de westerse cultuur1. 
Kortom, de Romeinse cultuur heeft een blijvende erfenis achtergelaten die nog steeds zichtbaar is in onze moderne wereld. (Bing copilot, via: Meer informatie 1 kunst-en-cultuur.infonu.nl 2 isgeschiedenis.nl 3 tanit.nu 4 romeinen.nl 5 nl.wikipedia.org 6 nl.wikipedia.org)

-- En hoe zit het met Seneca? wat is zijn bijdrage geweest en hoe groot is zijn invloed nu nog?
Seneca, ook bekend als Lucius Annaeus Seneca, was een opmerkelijke figuur in het Romeinse Rijk. Laten we eens kijken naar zijn bijdragen en blijvende invloed:
  • Stoïcijnse filosoof: Seneca was een stoïcijnse filosoof die zich bezighield met ethiek, deugdzaamheid en het goede leven. Zijn geschriften bevatten waardevolle inzichten over hoe we moeten omgaan met tegenslagen, verlangens en de zoektocht naar geluk.
  • Staatsman en leraar: Naast zijn filosofische werk was Seneca een staatsman en leraar. Hij diende als adviseur van keizer Nero en had daardoor aanzienlijke invloed op het bestuur van het Romeinse rijk12.
  • Consolatio ad Helviam matrem: Tijdens zijn verbanning schreef Seneca een troostschrift aan zijn moeder, genaamd Consolatio ad Helviam matrem. Hierin probeerde hij haar te troosten omdat ze hem miste. Dit werk getuigt van zijn menselijkheid en gevoeligheid.
  • Brieven aan Lucilius: Een van zijn belangrijkste werken is de Brieven aan Lucilius. Deze brieven bevatten praktische filosofische adviezen en vormen een waardevolle bron van stoïcijnse wijsheid.
  • Invloed op de moderne tijd: Seneca’s denkbeelden hebben door de eeuwen heen invloed gehad op denkers, schrijvers en leiders. Zijn nadruk op deugdzaamheid, zelfbeheersing en het accepteren van het lot blijft relevant in onze moderne wereld3.
  • Kortom, Seneca’s erfenis strekt zich uit tot vandaag de dag, waar zijn filosofie nog steeds mensen inspireert om betekenisvolle levens te leiden. (bron: Bing Copilot, via Meer informatie 1 denieuwestoa.nl 2 nl.wikipedia.org 3 verkenjegeest.com)
--
Seneca, Citaten:
  • 32 Ad auctores redit sceleris coacti culpa - De schuld van een moord, waartoe men is gedwongen, valt terug op de aanstokers. S, Troades 880
  • 48 Admoneri bonus gaudet, pessimus quisque correctorem asperrime patitur  - Een rechtgeaard man verheugt zich, als hij voor iets gewaarschuwd wordt, de slechtsten verdragen correctie grimmig en nors. S, De ira 3. 36. 4
  • 66 Aliquando et insanire jucundum est - Zo nu en dan is het ook wel eens aangenaam dwaas te doen. S, De tranquillitate animi 17. 10 cf. nr. 363
  • 69 Alium silere, quod voles, primus sile - Wat gij zult willen (wilt), dat een ander verzwijgt, verzwijg dat allereerst zelf. S, Phaedra 884
  • 70 Alteri vivas oportet, si vis tibi vivere - Gij moet voor uw naaste leven, als gij voor uzelf wilt leven. S, Epistulae 48. 2
  • 94 Ante senectutem curavi, ut bene viverem; in senectute, ut bene moriar: bene autem mori est libenter mori - Vóór mijn ouderdom heb ik ervoor gezorgd om op de juiste wijze te leven; in mijn ouderdom om op de juiste wijze te sterven: op de juiste wijze nu te sterven is vrijwillig sterven. S, Epistulae 61. 2
  • 108 Ars longa, vita brevis (est) - De kunst is lang, het leven kort cf. S, De brevitate vitae 1. I
  • 109 Artes serviunt vitae, sapientia imperat - Wetenschappen dienen het leven, wijsheid beheerst het. S, Epistulae 85. 32
  • 112 Artifex est etiam, cui ad exercendum artem instrumenta non suppetunt - Ook hij is kunstenaar, aan wie de gereedschappen niet ter beschikking staan om zijn kunst uit te oefenen. S, De beneficiis 4. 21. 3
  • 121 Audi et alteram partem - Hoor ook de andere partij [et = etiam] cf. S, Medea 199
  • 146 Beatus nemo dici potest extra veritatem projectus - Niemand kan gelukkig genoemd worden, die zich verlaagd heeft tot een onwaarachtig leven. S, De vila beata 5. 1
  • 161 Beneficium non est, cuius sine rubore meminisse non possum - Dat is geen weldaad, waaraan ik niet kan terugdenken zonder mij te schamen. S, De beneficiis 2. 8. 2 [cuius cum eius]
  • 175 Bonus judex damnat improbanda, non odit - Een goed rechter veroordeelt wat strafwaardig is, maar koestert goes heat. S, De ira 1. 16. 7
  • 203 Cogi qui potest, nescit mori - Wie gedwongen kan worden, weet niet te sterven. S, Hercules furens 431
  • 267 Cupiditati nihil est satis, naturae satis est etiam parum - Voor de hebzucht is niets genoeg, voor de natuur is ook te • weinig genoeg. S, Ad Helvetiam matrem 10. II
  • 271 Curae leves loquunter, ingentes stupent - Lichte zorgen spreken, ernstige (zorgen) bewaren het stilzwijgen. S, Phaedra 615
  • 288 Dediscit animus sero, quod didicit diu - De mens leert laat af, wat hij lang geleden heeft geleerd. 25 S, Troades 642
  • 324 Dignus est decipi, qui de recipiendo cogitavit, cum daret - Hij is waard bedrogen te worden, die bij zijn gift al denkt aan vergelding. S, De beneficiis 1. 1. 9
  • 340 Divitiae apud sapientem virum in servitute sunt, apud stultum in imperio - Rijkdom is bij een wijze in dienstbaarheid, bij een dwaas aan 't bewind. S, De vita beata 26
  • 347 Docendo discimus - Wij leren (ook zelf) door te onderwijzen. cf. S, Epistulae 7. 8
  • 394 Effugere non potes necessitates, potes vincere - Wat noodzakelijk is, kunt gij niet ontlopen; gij kunt het overwinnen. S, Epistulae 37. 3
  • 441 Etiamsi futurum est, quid juvat dolori suo occurrere? Satis cito dolebis, cum venerit: interim tibi meliora promitte - Ofschoon zij u te wachten staat, wat helpt het zijn smart tege- moet te gaan? Spoedig genoeg zult gij smart koesteren, wanneer die gekomen is: stel u ondertussen aangenamer dingen voor ogen. S, Epistulae 13. 10
  • 465 Facile est teneros adhuc animos componere; difficulter reciduntur vitia, quae nobiscum creverunt - Het is gemakkelijk nog jeugdige hartstochten te beteugelen; on- deugden, die mèt ons opgegroeid zijn, worden moeilijk uitgeroeid. S, De ira 2. 18. 2
  • 468 Facilius est se a certamine abstinere quam abducere - Het is gemakkelijker zich van twist te onthouden dan zich er vrij van te maken. S, De ira 3. 8. 8
  • 483 Felix est non, qui aliis videtur, sed qui sibi: vides autem, quam rara domi sit ista felicitas - Gelukkig is niet hij, die dit aan anderen toeschijnt, maar aan zichzelf: gij ziet echter, hoe zeldzaam dit geluk is in eigen huis. S, De remediis fortuitorum 6. 10
  • 518 Fortuna amorem pejor inflammat magis - Tegenspoed in de liefde wakkert ze des te meer aan. S, Hercules Oetaeus 361
  • 519 Fortuna belli semper ancipiti in loco est - De fortuin staat in de oorlog altijd op een tweesprong. S, Phoenissae 629
  • 522 Fortuna opes auferre, non animum potest - De fortuin kan het vermogen ontnemen, niet de geestkracht. S, Medea 176
  • 528 Frangas, non flectes - Men kan wel breken, maar buigen niet. Devies van generaal VON WRANGEL † 1928 e.a. cf. S, Thyestes 200 en: 'Plutôt rompre que plier'
  • 540 Gallum in suo sterquilino plurimum posse intellexit - Hij begreep, dat een haan het best kraait op zijn eigen mesthoop. S, Apocolocynthosis (Ludus de morte Claudii) 7
  • 552 Gravior multo poena videtur, quae a miti viro constituitur - Veel zwaarder schijnt de straf, die wordt vastgesteld door een zachtmoedig man. S, De clementia 1. 22. 3
  • 597 Homines amplius oculis quam auribus credunt - De mensen geloven meer hun ogen dan hun oren. S, Epistulae 6.5
  • 598 Homines, dum docent, discunt - Men leert al onderwijzende S, Epistulae 7.8
  • 613 Honesta quaedam scelera successus facit - Het succes maakt sommige misdaden eervol. S, Phaedra 606
  • 616 Hos omnes amicos habere operosum est, satis est inimicos non habere - Deze allen tot vriend te hebben is lastig; het is voldoende ge niet tot vijand te hebben. S, Epistulae 14. 3
  • 617 Hostis est, quisquis mihi non monstrat hostem - Alwie mij mijn vijand niet aanwijst, is ook mijn vijand. S, Hercules furens 1167
  • 627 Id facere laus est, quod decet, non quod licet - Dat te doen, wat betaamt, is lofwaardig, niet wat vrijstaat. S, Octavia 466
  • 630 Idem est ergo beate vivere et secundum naturam vivere - Het is dus hetzelfde, gelukkig te leven en volgens de natuur te leven. S, De vita beata 8. 2
  • 636 Ignis aurum probat, miseria fortes viros - Vuur beproeft goud, rampspoed kloeke mannen. S, De providentia 3.9
  • 637 Ignis, quo clarior fulsit, citius exstinguitur - Hoe helderder het vuur heeft gestraald, des te sneller dooft het. S, Ad Marciam de consolatione 23. 4
  • 638 Ignoranti quem portum petat, nullus suus ventus est - Een man van geen kleur (- een onbekend iemand) PLAUTUS, Pseudolus 1196 - Voor hem, die niet weet, naar welke haven hij moet koersen, is geen enkele wind gunstig. S, Epistulae 71. 3
  • 655 Ima permutat brevis hora summis MARTIALIS, Epigrammata 1. 58 - Een kort uur verwisselt grondig hoog en laag. S, Thyestes 598
  • 656 Imago animi sermo est - De taal weerspiegelt de ziel . S, De moribus 72
  • 697 In sapientis quoque animo, etiam cum vulnus sanatum est, cicatrix manet - Juist in de ziel van de wijze blijft, ook als de wonde is genezen, het litteken. ZENO, bij S, De ira 1. 16. 7
  • 701 In tanta volutatione rerum humanarum nihil cuiquam nisi mors certum est: tamen de eo queruntur omnes, in quo uno nemo decipitur - Bij een zo menigvuldige wisseling van menselijke aangelegen- heden is voor niemand iets zeker behalve de dood. Toch klagen allen over dat éne, waarin niemand wordt bedrogen. S, Epistulae 99.9
  • 710 In virtute posita est vera felicitas - In de deugd is het ware geluk gelegen. S, De vita beata 16. 1. 16
  • 719 Infinita est velocitas temporis, quae magis apparet respicientibus 3.86 - Onmetelijk is de snelheid van de tijd, en dat blijkt te meer, als men terugziet. S, Epistulae 49. 2
  • 720 Infirmi animi est pati non posse divitias - Het is een zwak karakter eigen, geen rijkdom te kunnen ver- dragen. S, Epistulae 5.6
  • 725 Iniqua numquam regna perpetuo manent - Een rijk, op onrecht gegrond, blijft nooit onafgebroken in stand. S, Medea 195
  • 726 Iniqua raro maximis virtutibus fortuna parcit - De fortuin, onbillijk als zij is, spaart zelden de voortreffelijk- ste deugden. S, Hercules furens 329
  • 727 Iniquum est collapsis manum non porrigere: commune hoc jus generis humani est - Het is onrecht (zondig) niet de helpende hand te reiken aan gevallenen: dit is (immers) een algemeen geldend recht onder het menselijk geslacht. S PATER, Controversiae 1. 1. 14
  • 728 Initium est salutis notitia peccati - Kennis der zonde is het begin van het heil. S, Epistulae 28. 9
  • 748 Invisa numquam imperia retinentur diu - Een gehaat gezag houdt nooit lang stand. S, Phoenissae 660 
  • 756 Ira, quae tegitur, nocet; professa perdunt odia vindictae locum - Toorn, die geheim wordt gehouden, kan schaden; wordt de haat openbaar gemaakt, dan vervalt daardoor de gelegenheid tot wraak. S, Medea 153
  • 760 Is maxime divitiis fruetur, qui minime divitiis indiget - Hij zal het meest van zijn rijkdom genieten, die hem het minst behoeft. S, Epistulae 14. 17
  • 769 Ita major est muneris gratia quo minus diu pependit - Des te groter is de dank voor een geschenk, naarmate het minder lang is afgewacht. S, De beneficiis 2.5.3 cf. Spreuken 13. 12: De uitgestelde hoop krenkt het hart
  • 793 Jus et furi dicitur - Ook aan een dief wordt recht gedaan. S, De beneficiis 4. 28. 5
  • 800 Juvenile vitium est, S - xxx
  • 809 Lacrimae nobis deerunt antequam causae dolendi - Tranen zullen ons eerder ontbreken dan redenen tot droefheid. S, Ad Polybium de consolatione 4. 8
  • 822 Laus vera et humili saepe contingit viro, non nisi potenti falsa - Ware lof valt vaak ook aan de geringe ten deel, onoprechte slechts aan de machtigen. S, Epistulae 45. 1
  • 823 Lectio certa prodest, varia delectat - Degelijke lectuur is ons van nut; het lezen van allerlei houdt ons aangenaam bezig. S, Thyestes 211
  • 829 Levia perpessae sumus, si flenda patimur - Lichte smart hebben wij gedragen, als onze tranen er maar tegen opwegen. S, Troades 412
  • 830 Levis est dolor, qui capere consilium potest - Licht is de smart, die een plan weet te beramen. S, Medea 155
  • 859 Longum iter est per praecepta, breve et efficax per exempla - Lang is de weg door voorschriften, kort en doeltreffend door voorbeelden. S, Epistulae 6. 5
  • 876 Magna pars hominum est, quae non peccatis irascitur, sed peccantibus - Er is een grote menigte mensen, die zich vertoornt niet om de zonden, maar om de zondaars. S, De ira 2. 28. 8
  • 878 Magna res est vocis et silentii tempora noscere - Het is van groot belang de tijd van spreken en van zwijgen te leren kennen. S, De moribus 74 cf. Prediker 3.7
  • 879 Magna servitus est magna fortuna - Een groot fortuin is een grote slavernij. S, Ad Polybium de consolatione 6. 5
  • 897 Male irato ferrum committitur - Te kwader ure vertrouwt men een zwaard toe aan een toornig mens. S, De ira 1. 19. 8
  • 898 Male mihi esse malo quam molliter - Ik wil liever een hard bestaan dan een wekelijk. S, Epistulae 82. 2
  • 901 Male vivet, quisquis nesciet bene mori - Alwie niet eervol zal weten te sterven, zal een oneervol leven leiden. S, De tranquillitate animi 11.4
  • 915 Manus manum lavat - De ene hand wast de andere S, Apocolocynthosis (Ludus de morte Claudii) 9.9
  • 916 Marcet sine adversario virtus - Flinkheid zonder tegenstand verslapt. S, De providentia 2. 4
  • 928 Maximum solacium est cogitare id sibi accidisse, quod ante se passi sunt omnes omnesque passuri (sunt) Het is de grootste troost te bedenken, dat men dat wedervaart, wat tevoren allen hebben ondervonden, en allen zullen onder- vinden. S, Ad Polybium de consolatione 1. 3
  • 951 Mens impudicam facere, non casus solet - Ons binnenste pleegt ons onkuis te maken, niet de gelegenheid. S, Phaedra 743
  • 969 Minus habeo quam speravi, sed fortasse plus speravi quam debui - Minder heb ik dan ik hoopte, maar misschien hoopte ik meer, dan ik had moeten doen. S, De ira 3. 30. 3
  • 987 Mors inter illa est, quae mala quidem non sunt, tamen habent mali speciem - De dood behoort tot die dingen, die wel geen rampen zijn, maar die de schijn van een ramp hebben. S, Epistulae 82. 15 
  • 1000 Multa ceciderunt, ut altius surgerent - Veel is neergestort om hoger te herrijzen. S, Epistulae 91. 13
  • 1011 Multi sunt obligandi, pauci offerendi, nam memoria beneficiorum fragilis est, injuriarum tenax - Velen moet men aan zich verplichten, weinigen voor het hoofd stoten, want de herinnering aan weldaden is broos, aan bele- digingen taai.  S, De moribus 128
  • 1013 Multis parasse divitias non finis miseriarum fuit, sed mutatio - Voor velen is het verwerven van rijkdom geen einde van hun moeiten, maar verandering. EPICURUS, bij S, Epistulae 17 parasse = paravisse
  • 1064 Nec poterat fieri, ut ventus bonis viris secundus, contrarius malis - Het was niet mogelijk, dat de wind voor goede mensen gunstig, maar voor slechte tegenovergesteld zou zijn. S, De beneficiis 4. 28. 3 
  • 1078 Necessitas plus posse quam pietas solet - Noodzaak pleegt meer te vermogen dan piëteit. S, Troades 590
  • 1082 Neminem cito laudaveris, neminem cito accusaveris: semper puta te coram diis testimonium dicere - Men moet niet te vlug prijzen, niet te vlug veroordelen: bedenk steeds, dat gij uw oordeel uitspreekt ten aanhoren van de goden. S, De moribus 76
  • 1084 Nemo autem regere potest, nisi qui et regi (potest) - Niemand nu kan regeren, als hij niet ook weet te gehoorzamen S, De ira 2. 15.4
  • 1085 Nemo confidat nimium secundis, nemo desperet meliora lapsis, miscet haec illis, prohibetque Clotho stare fortunam - Niemand vertrouwe te veel op voorspoed, niemand wanhope in het ongeluk aan betere tijden, Clotho mengt het een met het ander en belet, dat de fortuin zich handhaaft. S, Thyestes 615
  • 1092 Nemo liber est, qui corpori servit - Niemand is vrij, die een slaaf is van zijn lichaam. S Epistulae 92. 33 
  • 1094 Nemo potest personam diu ferre - Niemand kan lang een masker dragen. S, De clementia 1. 1. 6
  • 1098 Nemo tam divos habuit faventes, crastinum ut possit sibi polliceri (diem) - Niemand heeft zozeer de gunst der goden, dat hij zich kan S, Thyestes 619 verzekeren van morgen.
  • 1122 Nihil est tam fallax quam vita humana, nihil tam in- sidiosum: non mehercules quisquam illam accepisset, nisi daretur inscientibus - Niets is zo bedrieglijk als het menselijk leven, niets zo ver- raderlijk: niemand zou het, bij Hercules, hebben aanvaard, als men het niet gaf aan hen, die er geen bewustzijn van hebben. S, Ad Marciam de consolatione zz
  • 1133 Nihil magis aegris prodest quam ab eo curari a quo volunt - Niets is voor zieken meer van belang dan een behandeling dour imand naar eigen keuze. S, Excerpta controversiarum 4.3
  • 1171 Non damnatio, sed causa hominem turpem facit - Niet de veroordeling, maar de reden waarom is iemand tot schande. S, De moribus 123 
  • 1174 Non est ad astra mollis e terris via - De weg van de aarde naar de sterren is niet zonder moeiten. S, Hercules furens 441
  • 1175 Non est jocus esse malignum: numquam sunt grati, qui hocuere sales - Kwaadaardig te zijn, is niet geestig: nooit zijn geestigheden aangenaam, die pijn doen. S, Epigrammata 5. 17
  • 1176 Non exiguum temporis habemus, sed multa perdidimus - Wij hebben niet weinig tijd, maar wij hebben 'veel tijd ver- loren laten gaan. S, De brevitate vitae 1. 3
  • 1178 Non facit nobilem atrium plenum fumosis imaginibus - Een ontvangkamer vol berookte familiemaskers maakt nog geen gentleman. S, Epistulae 44. 5
  • 1182 Non in mari tantum aut in proeliis vir fortis apparet; exhibetur etiam in lectulo virtus - Niet slechts op zee of in gevechten blijkt de dapperheid van een man; moed wordt ook op een sofa ten toon gespreid. S, De remediis fortuitorum 6. 1
  • 1187 Non minus principi turpia sunt multa supplicia, quam medico multa funera - Voor een vorst zijn vele terechtstellingen niet minder tot smaad, dan voor een arts vele begrafenissen. S, De clementia 1. 24. 1 
  • 1203 Non scholae sed vitae discimus - Niet voor een school, maar voor het leven leren wij. S, Epistulae 106. 11 Seneca keurt af, dat eigenlijk het omgekeerde geschiedt
  • 1213 Non sum sapiens... nec ero. Exige itaque a me, non ut optimis par sim, sed ut malis melior: hoc mihi satis est, cotidie aliquid ex vitiis meis demere et errores meos objurgare - Ik ben geen volmaakt man... en zal dat nooit worden. Eis dus niet van mij, dat ik aan de besten gelijk ben, maar dat ik beter ben dan de slechten. Ik ben al voldaan, als ik dagelijks mijn fouten verminder en mijn tekortkomingen be- strijd. S, De vita beata 17. 3
  • 1218 Non ut diu vivamus curandum est, sed ut satis - Wij moeten er niet naar streven lang te leven, maar genoegzaam. S, Epistulae 93. 2
  • 1232 Nudum latro transmittit; etiam in obsessa via pauperi pax est - Een struikrover laat de behoeftige passeren; ook al is de weg in beslag genomen, de arme loopt geen gevaar. S, Epistulae 14. 9
  • 1246 Nulli ad aliena respicienti sua placent - Aan niemand behaagt het zijne, als hij ziet op wat van een ander is. S, De ira 3. 31. 1
  • 1249 Nullius boni sine socio jucunda possessio est - Het bezit van iets heerlijks is nooit aangenaam zonder deel- genoot. S, Epistulae 6. 4
  • 1250 Nullum ad nocendum tempus angustum est malis - Geen tijd is te kort voor boosdoeners, als zij kwaad willen doen. S, Medea 292
  • 1251 Nullum magnum ingenium sine mixtura dementiae fuit - Er is nooit een grote geest geweest, of... iets van waanzin was in hem. S, De tranquillitate animi 17. 10
  • 1261 Numquam imperator ita paci credit, ut non se praeparet bello - Nooit zal een veldheer zoveel vertrouwen stellen in een vrede, dat hij zich niet voorbereidt op een (volgende) oorlog. S, De vita beata 26. 2
  • 1272 Nusquam est, qui ubique est - Wie overal is, is nergens S, Epistulae 2. 3
  • 1282 O quantum caliginis mentibus nostris objicit magna felicitas! - O aan welk een verblinding geeft een groot geluk ons prijs! S, De brevitate vitae 13. 7
  • 1302 Odia qui nimium timet, regnare nescit - Wie al te bang is voor vijanden, kan niet regeren. S, Oedipus rex 716
  • 1310 Omne poenae genus remedi loco admoveo - Iedere soort van straf pas ik toe als geneesmiddel. S, De ira 1. 16. 1
  • 1323 Omnes, si ad originem primam revocantur, a diis sunt Indien men ze terugroept tot de eerste stamvader, dan stam- men alle mensen af van de goden. cf. Genisis 1. 26 en 27 S, Epistulae 44. 1
  • 1327 Omnia humana brevia et caduca sunt, et infiniti temporis nullam partem occupantia - Al het menselijke is vergankelijk en kort van duur, en met de eeuwigheid heeft het niets gemeen. S, Ad Marciam de consolatione 21. I
  • 1330 Omnia leviora accident exspectantibus - Alles zal lichter vallen voor hen, die er op verdacht zijn. S, De constantia sapientis 19. 3
  • 1332 Omnia mors poscit: lex est, non poena, perire - De dood eist alles op: het is wet, geen straf, te sterven. S, Epigrammata 7. 7
  • 1342 Omnibus illo nobis cummune est iter: quid fata deflemus? Non reliquit ille nos, sed antecessit - Voor ons allen is de weg daarheen gemeenschappelijk: wat betreuren wij dan zijn lot? Hij heeft ons niet verlaten, hij is ons voorgegaan. S, Ad Polybium de consolatione 9. 9
  • 1347 Omnis ingeniosos melancholicos esse Aristoteles ait - Aristoteles zegt, dat alle genieën zwaarmoedig zijn. CICERO, Tusculanae disputationes 1. 33. 80 omnis omnes cf. S, De tranquillitate animi 15: Aristoteli nul- lum magnum ingenium sine mixtura dementiae fuit
  • 1357 Optimum est pati quod emendare non possis - Het beste is: te verdragen wat men niet verbeteren kan. S, Epistulae 107. 9
  • 1371 Otium sine litteris mors est et hominis vivi sepultura - Vrije tijd zonder literatuur is de dood, is het graf van een levend mens. S, Epistulae 82. 3
  • 1385 Pars magna bonitatis est velle fieri bonum - Goedheid is voor een groot deel: goed willen worden. S, Epistulae 34. 3
  • 1386 Pars sanitatis velle sanari fuit - Gezond willen worden is een deel der genezing. S, Phaedra 254
  • 1428 Periculosum est ostendere civitati, quanto plures mali sint - Het is gevaarlijk de burgerij voor te houden, hoe veel talrijker de slechten zijn. S, De clementia 1. 23. 2 
  • 1443 Placeat homini quidquid deo placuit - Laat de mens behagen, alwat God behaagd heeft! S, Epistulae 74. 20 
  • 1452 Plura sunt, quae nos terrent quam quae premunt et saepius opinione quam re laboramus - Er zijn meer zaken, die ons verontrusten dan die ons benau- wen, en vaker hebben wij moeilijkheden door wat wij menen, dan door wat wij in werkelijkheid lijden. S, Epistulae 13. 4
  • 1463 Post multa virtus opera laxari solet -Na veel arbeid pleegt een flinke persoonlikheid zich te ontspannen. - S, Hercules furens 476 
  • 1478 Prima illa et maxima peccantium est poena, peccasse - Dit is de eerste en grootste straf der zondaren: gezondigd te hebben. S, Epistulae 16. 2. 14
  • 1497 Prope est, ut libentur damnet, qui cito; prope est, ut inique puniat, qui nimis - Het scheelt niet veel, of wie snel veroordeelt, het graag, en wie te veel straft, het onbillijk doet. S, De clementia 1. 14
  • 1528 Quam bene vivas, refert, non quam diu - Hoe good gy leeft, is van belang, niet hoe lang S, Epistulae 101. 15
  • 1551 Qui beneficium dedit, taceat; narret, qui accepit! - Wie een weldaad heeft bewezen, zwijge, wie ze ontvangen heeft, spreke er over. S, De beneficiis 2. 11. 2
  • 1552 Qui beneficium non reddit, magis peccat; qui non dat, citius - Wie een weldaad niet vergeldt, zondigt meer, wie ze niet bewijst, zondigt eer. S, De beneficiis 1. 1. 13
  • 1576 Qui timide rogat, docet negare - Wie beschroomd vraagt, lokt een weigering uit. S, Phaedra 601
  • 1584 Quid dulcius quam habere amicum, cum quo audeas ut tecum omnia loqui? Servandus ergo est omni dili- gentia raro inventus amicus: est enim alter ego Wat is aangenamer dan een vriend te hebben, met wie gij alles als met uzelf durft bespreken? Houd dus met alle naungezet- heid een trouw vriend, zeldzaam gevonden, in waarde: immers, hij is un tweede 'ik'. S, De moribus 20
  • 1604 Quidquid bene dictum est ab ullo, meum est - Al wat wel gezegd is, door wie ook, dat eigen ik mij toe. S, Epistulae 16. 7 Je prends mon bien, où je le trouve -
  • 1647 Quod non opus est, asse carum est: emas, quod necesse est - Wat niet nodig is, is voor een penning te duur; men moet ko- pen, wat noodzakelijk is. CATO MAJOR, bij S, Epistulae 94. 27
  • 1648 Quod non potest, vult posse, qui nimium potest - Wie te veel kan, wil kunnen, wat niet mogelijk is. S, Phaedra 220
  • 1649 Quod non vetat lex, hoc vetat fieri pudor - Wat geen wet verbiedt, dat verbiedt toch het eergevoel. S, Troades 342
  • 1652 Quod ratio non quit, saepe sanavit mora - Wat inzicht niet kon genezen, genas vaak het verloop van tijd. S, Agamemnon 131
  • 1661 Quos cogit metus laudare, eosdem reddit inimicos metus - Hen, die wij uit vrees prijzen, hen haten wij ook uit vrees. S, Thyestes 207
  • 1676 Rarum est felix idemque senex - Geluk en ouderdom gaan zelden gepaard. S, Hercules Oetaeus 643
  • 1678 Ratio nihil praeter ipsum de quo agitur spectat, ira vanis et extra causam obversantibus commovetur - De rede let alleen op de zaak zelf, waar het over gaat; de toorn wordt ontstoken door onbeduidende dingen, die buiten de zaak vallen. S, De ira 1. 18. 2
  • 1684 Rebus me non trado, sed commodo, nec consector perdendi temporis causas -Ik lever mij niet over aan mijn bezigheden, maar ik stel mij beschikbaar, en ik jaag geen aangelegenheden na om de tijd te doden. S, Epistulae 62. 1
  • 1703 Regnare non vult, esse qui invisus timet - Hy wil niet regeren, die vreest gehaat te zijn. S, Phoenissae 654
  • 1779 Scelere velandum est scelus - De ene misdaad moet bemanteld worden door de volgende. S, Phaedra 729
  • 1799 Semper esse felicem et sine morsu animi transire vitam, ignorare est rerum naturae alteram partem - Altijd gelukkig zijn en het leven zonder gielesmart door brengen, dat is: onbekend zijn met de andere zijde van de natuur. S, De providentia 4. 1
  • 1809 Sequitur superbos ultor a tergo deus - Een wrekend god volgt trotsaards in de rug. S, Hercules furens 389
  • 1810 Sera numquam est ad bonos mores via; quem poenitet peccasse, paene est innocens - Nooit betreedt men te laat de weg naar een goede levenswandel; wie over zijn fouten berouw heeft, is haast onschuldig. S, Agamemnon 243
  • 1811 Sera parsimonia in fundo est - Spaarzaamheid, als men de bodem al ziet, komt te laat. S, Epistulae 1.5
  • 1815 Serum est cavendi tempus in mediis malis - De tijd voor voorzorgsmaatregelen is te laat, als men midden in de rampen zit. S, Thyestes 487
  • 1831 Si judicas, cognosce; si regnas, jube - Indien gij rechter zijt, doe onderzoek; indien gij koning zijt, beveel.  S, Medea 193
  • 1833 Si mortuorum aliquis miseretur, et non natorum misereatur? - Als iemand met de doden medelijden heeft, moet hij dan ook niet medelyden hebben met de levenden? S, Ad Marciam de consolatione 19. 5
  • 1849 Si vis pacem, para bellum - Indien gij de vrede wilt, bereid u ten oorleg. S, Epistulae 9.6 cf. LIVIUS, Ab urbe condita 6. 18. 7
  • 1850 Si volumus aequi rerum omnium judices esse, hoc primum nobis persuadeamus, neminem nostrum esse sine culpa - Indien wij in alles billijke rechters willen zijn, laten wij dan allereerst hiervan overtuigd zijn, dat niemand van ons zonder schuld is. S, De ira 2. 28. 1
  • 1854 Sic certe vivendum est, tamquam in conspectu viva- mus; sic cogitandum, tamquam aliquis in pectus inti- mum inspicere possit - Zo moeten wij voorzeker leven, alsof wij leven voor ieders oog; 26 moeten wij denken, alsof iemand in het binnenste van ons hart kan zien. S, Epistulae 83. 1
  • 1855 Sic cum inferiore vivas, quemadmodum tecum superiorem velis vivere - Gazó om met un mindere, als gij wilt, dat een voornamer man omgaat met u. S, Epistulae 47. 11
  • 1865 Sic vive cum hominibus, tamquam deus videat; sic loquere cum deo, tamquam homines audiant - Leef zo met uw medemensen, alsof god het ziet; spreek zo met god, alsof de mensen het horen. S, Epistulae 10. 5
  • 1894 Sola virtus praestat gaudium perpetuum De deugd alleen schenkt bestendige blijdschap. S, Epistulae 27-3
  • 1965 Talis hominibus fuit oratio qualis vita - Zó is voor iedereen zijn taal geweest, als zijn leven was. S, Epistulae 114. 1
  • 1970 Tamdiu discendum est, quamdiu nescias; si proverbio credimus, quamdiu vivis - Zolang moet men leren, als men onwetend is; als men het spreekwoord geloven mag, zolang gij leeft. S, Epistulae 76. 3
  • 1987 Temeritas est damnare, quod nescias - Het is onbegonnenheid te veroordelen, wat men niet kent. S, Epistulae 91. 21
  • 2011 Tritissima quaeque via et celeberrima maxime decipit - De meest betreden, de drukst bezochte weg doet ons het meest dwalen. S, De beata vita 1. 2
  • 2015 Tu omnia cum amico delibera, sed de ipso prius. Post amicitiam credendum est, ante amicitiam judicandum Overleg alles met uw vriend, maar overleg vooraf over die vriend zelf. Na het sluiten van vriendschap moet gij vertrou- wen, tevoren moet gij beoordelen. S, Epistulae 3. 2
  • 2027 Turpe est aliud loqui, aliud sentire; quanto turpius aliud scribere, aliud sentire - Schandelijk is het iets anders te zeggen dan men meent; hoe- veel schandelijker, iets anders dan men meent te schrijven. S, Epistulae 24. 19
  • 2028 Turpe est odisse quem laudes - Het is schandelijk te haten, die men prijst. S, De ira 3. 29. 1
  • 2030 Turpissimum genus damni est inconsulta donatio - De smadelijkste vorm van verlies is een ondoordachte schen- king. S, De beneficiis 4. 10. 3
  • 2044 Ubicumque homo est, ibi beneficii locus est - Overal waar een mens is, daar is gelegenheid om wel te doen. S, De vita beata 24. 3
  • 2048 Ultimum malorum (est) e vivorum numero exire, antequam moriaris - De ergste van alle rampen is, uit het getal der levenden te ver- dwijnen vóór men sterft. S, De tranquillitate animi 5.5
  • 2058 Urbes constituit aetas, hora dissolvit; momento fit cinis, diu silva - Een lange periode bouwt de stad, één uur verdelgt ze; in één ogenblik wordt as, wat na lange jaren een woud werd. S, Naturalium quaestionum libri 3. 27. 2
  • 2144 Vincit malos pertinax bonitas - Volharding in vriendelijkheid wint het van boosheid. cf. Spreuken 15. 1 S, De beneficiis 7. 31
  • 2151 Vir in bonis - Een man in (het bezit van) goederen, vermogend. S, Troades 258
  • 2177 Vitium impotens virtus vocatur - Ondengd, die in gebreke blijft, wordt deugd geheten.  S, Hercules Oetaeus 424
  • 2183 Vivere est militare - Leven is strijden S, Epistulae 205
* - overgenomen uit Latijnse Citaten, van dr. Westerhuis, 1971.


-- Aan mijn moeder Helvia, over troost:
"MIJN beste moeders, ik heb vaak het verlangen gehad om jullie te troosten, en heb die impuls even vaak onder controle gehouden. Veel dingen spoorden mij aan om de poging te wagen: in de eerste plaats dacht ik dat als dat wel zo was. Ik zou je tranen misschien niet kunnen bedwingen, maar als ik ze zelfs maar kon wegvegen, zou ik mezelf van al mijn eigen verdriet bevrijden: dan was ik er vrij zeker van dat ik je met meer autoriteit uit je verdriet zou wekken als ik dat had gedaan. heb het eerst zelf van me af geschud. Ik was ook bang dat het Fortuin, hoewel door mij overwonnen, toch iemand van mijn familie zou kunnen overwinnen. Toen probeerde ik te kruipen en je wonden zo goed mogelijk te verbinden, terwijl ik mijn hand over mijn eigen wond hield; maar toen kwamen er weer andere overwegingen bij me op die me ervan weerhielden: ik wist dat ik je verdriet tijdens de eerste transporten ervan niet moest weerstaan, uit angst dat juist mijn pogingen tot troost het zouden irriteren en er brandstof aan zouden toevoegen: want ook bij ziekten is er Er is niets schadelijker dan een medicijn dat te vroeg wordt toegepast. Ik wachtte daarom totdat het zichzelf uitputte door zijn eigen geweld, en verzwakt door de tijd, zodat het in staat was om remedies te verdragen, zich zou laten hanteren en aanraken. Afgezien hiervan kon ik, terwijl ik alle werken doorbladerde die de grootste genieën hebben gecomponeerd, met als doel het verdriet te verzachten en te kalmeren, geen enkel voorbeeld vinden van iemand die troost had geboden aan zijn familieleden, terwijl hij zelf door hen werd bedroefd. . Omdat het onderwerp dus nieuw was, aarzelde ik en was bang dat ik, in plaats van te troosten, je verdriet zou verbitteren. Toen kwam de gedachte dat een man die nog maar net zijn hoofd had opgeheven nadat hij zijn kind had begraven, en die zijn vrienden wilde troosten, nieuwe uitdrukkingen zou moeten gebruiken die niet uit onze gewone alledaagse woorden van troost zouden komen: maar elk verdriet van Een grotere omvang dan normaal moet iemand ervan weerhouden zijn woorden te kiezen, aangezien dit vaak verhindert dat hij zijn stem gebruikt. Hoe dit ook zij, ik zal het proberen, niet vertrouwend op mijn eigen genialiteit, maar omdat mijn troost het krachtigst zal zijn, aangezien ik het ben die die biedt. Je zou mij nooit iets willen ontzeggen, en ik hoop, ook al is alle verdriet hardnekkig, dat je mij dit verzoek zeker niet zult weigeren, dat je mij zult toestaan grenzen te stellen aan je verdriet."

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?