Criticon. Samenvatting deel II

Dit is een samenvatting van deel twee van El Criticón.

De gidsen zijn nu als volgt: 

De morele Argos zal de gids zijn die hen kennis laat maken met volwassenheid. In deze fase Gracián's neiging om het klassieke model te vervormen, heeft de overhand en creëert wezens van vreemde verschijning waarvan de fysiologische anomalie een ethische eigenschap naar buiten brengt. De morele Argos, "helemaal gevuld met ogen", wordt wanneer aan de pelgrims gepresenteerd ze beklimmen een moeizame maar vruchtbare helling. Argos staat voor volledige controle over mentale vermogens. Als hij het nut van zijn ogen op de schouders of knie, schetst een korte theorie over de voorzichtige man van de wereld. Critilo, de voorzichtige, en Andrenio, de onoplettende, leren het advies van Argos en voordat hij scheidt zich af van de pelgrims en leidt ze naar het paleis van Virtelia.

Crito en Andrenio nemen verschillende routes; Andrenio scheidt van Critilo wanneer een ongebreidelde pseudo-wijze in de vorm van een "serpi-man" verschijnt op zijn pad, die hem adviseert gemakkelijke weg van de onwetenden. Critilo daarentegen volgt het advies op van de gevleugelde man, promotor van de vluchten van de geest, wiens leer van onthechting wordt gespecificeerd in aforismen. Het gevleugelde mannetje is degene die hem kennis laat maken met het Museo del Discreto144, terwijl de

De wijze man redt Andrenio door hem te overtuigen van de onwetendheid van de "neci-discrete" in het  Plein van het Plebs (C. II, c. 5).

  Vervolgens worden twee gidsen gepresenteerd die het valse en het authentieke allegoriseren, verwijzend naar de gevoel en waarde, aan de ene kant is er: De hypocriete kluizenaar komt ook voor in c. 8) die bijna weet te slepen Andrenio met het argument van een schijnbare deugd; Na een bezoek aan Fortuna brengen ze een moment in het gezelschap van Ventura, die bij hen weggaat als ze zich aan hen kenbaar maakt; en aan de andere kant De man met honderd harten, een affectieve replica van Argos, met zijn veelvormige visie.

  Ze moeten het contrast tussen "El varon Sagaz," iemand met een heel lange neus, wat de betekenis verklaart van de voortekenen gevonden in het amfitheater van gedrochten, en The Man of Lights of Lucindo, die het licht van zijn hersenen in de omgeving waar het zich bevindt. Dit is een van de weinige personages in El Criticon die theologische spiritualiteit uitstraalt. Wat tegengestelde figuur verschijnt even een blinde man die met zijn zwijgen hoopt de Court of Honoria.

  De laatste mentor van het mannelijke tijdperk is de man van extremen, "el gigantiano", wiens figuur niet alleen de barokke smaak voor transformaties illustreert, maar ook symboliseert symbolisch aanpassing aan omstandigheden en dat beschouwt Gracián nodig om te slagen in de wereld. (Bron A.T.T.)

...

 I - Universele Hervorming 

Dit is het eerste hoofdstuk uit het tweede deel van El Criticón."Elke zeven jaar neemt de mens afstand van zijn gewoontes... Hij begint in het leven als een persoon die niets of weinig gewaarwordt. Na dit stadium verlaat echter ook het verstand de wieg en wordt de jonge mens gevoelig voor het plezier waarvan hij nog maar weinig begrijpt. Hij wijdt zich niet aan de nobele creativiteit (ingenio), maar enkel aan wat zijn aard (genio) zich ingeeft: Hij volgt zijn smaak die dan nog nauwelijks ontwikkeld is... Uiteindelijk komt deze bij de verstandige wereld waarin de adolescent zich als mens herkent en probeert zich te ontwikkelen tot individu, die waardering waardeert...Terwijl het kind zich nog impulsief in de stroom begeeft, rennend en springend en stotend aan alles wat op zijn weg komt is de man rustiger en de stroom is tot rivier geworden; hij is rustiger en stiller en leeft dieper... En aan het eind komt de bittere zee van de ouderdom, een afgrond vol met kwaaltjes en ziektes. In deze zee verliezen de rivieren daadkracht, naam en zoetheid..."De beiden heren bevinden zich tijdens deze gedachte in Aragón, een gebied dan buitenlanders het goede Spanje noemen, het groene van hun jeugd achterlatend. Een berglandschap vol met moeilijkheden achter zich, de zetten de klim voort. “Net als een ieder die de weg der moed bewandeld zal weten dat er geen hoogte is zonder helling.... Na de filosofische gedachte-uitwisseling komt het tweetal een verschijning tegen die blijkbaar een oogje op hen had. Het betreft: Argos.“Ik ben wachter,” zegt deze, bij de poort van dit moeilijke stadium in het leven.[... het wordt duidelijk dat het heerschap aangekomen is bij de “rijpheid” van het leven:]De weg omhoog blijkt lonend geweest ondanks de inspanningen. De verbeelding loopt op de realiteit voorruit en in dit geval valt het resultaat niet tegen. “Wat een prachtig rijp fruit.” ... “Alles hier is volwassen,” zegt Argos, “Rijp, maar niet over-tijd zoals bij de ouderdom, noch rauw zoals tijdens de jeugd.[In het Spaans gebruikt Gracian hier de term “en su punto,” hetgeen precies goed betekent.]... Dan komen ze bij een huis aan. Het huis van de transformatie, “waar mensen veranderen... De metamorfoses waar Ovidius het over heeft... zie daar iemand die als een keizer Claudius binnenkomt en als een odysseus het huisverlaat.” 


II - De wonderen van Salastano 

De inleiding van deze “crisis” gaat over drie vrouwen die verzoeken om het hof binnen te komen; de eerste heet Aurora en vertegenwoordigt de zon die ’s morgens de entree van het paleis wordt ontzegd om de simpele reden dat "het leven aan het hof pas ’s middags begint;" ’s morgens slaapt men nog. De tweede schone is Vriendschap en de derde Waarheid...Argos vertelt als het heerschap verder reist door een landschap dat ze niet eerder zijn tegengekomen; o.a. dat van Dapperheid en Wetenschap, de grote provincies van Deugd en Eerlijkheid, het uitgebreide koninkrijk van Geluk (Fortuna) en Bestuur...In hun pelgrimstocht komen ze een dienstbode tegen van een heer die de naam van Salastano draagt en woont in het huis met de bijzondere naam: “het wondertheater - welk doel heeft om alle wonderen te bereiken, niet enkel de natuurlijke en kunstzinnige, maar ook die van faam en geluk.” Andrenio is onder de indruk van de verwachting die gewekt is terwijl Critilio zich openstelt voor de vriendschap met deze Salastano, “wat hem veel meer geluk zal geven in het leven.”In de tuin voor het huis schikt de knecht van een hoornadder. Binnen aangekomen ontmoeten ze een luitenant don Juan de Balboa, en een kapitein don Alonso de Mercado, “beiden welsprekend en duidelijk leerlingen van Minerva [intelligentie] als van Bellona [oorlog].”In het gesprek dat volgt staan onder andere de volgende (fabel)dieren centraal:(Wederom) de Basilisk “die doodt met zijn blik”De Eenhoorn. De Feniks en ... Een Pelikaan.Salastano is een acroniem van Lastanosa, een persoon / vriend die een belangrijke rol in het leven van Gracian gespeeld heeft. 


III – De Gouden Gevangenis met de zilveren kerkers 

Ooit vertelde men, en ik geloof het, dat de lichtvoetige Fransen zich woedend bij Geluk presenteerden en zich beklagend over het lot van de Spanjaarden:- Hoe is het mogelijk dat wij de bloem zijn en jij (Geluk) de vrucht aan hen hebt gegeven? Zij hebben Amerika ontvangen.“Ondankbaar zijn jullie,” zegt de god van het Geluk. Amerika hebben jullie misschien niet gekregen, maar de vrucht ervan ontvingen jullie. Hebben jullie niet de schat uit Indie van de Spanjaarden weggehaald; al het goud en al het zilver, zonder dat het jullie ook maar iets gekost heeft. Spanje is voor jullie Fransen wat Amerika voor de Spanjaarden is.- Hadden wij maar zowel het goud als de eer gekregen klaagde de Fransen, maar de god van het Geluk zei: Beiden passen nu eenmaal niet in een en dezelfde tas. Weten jullie trouwens dat toen de goederen verdeeld werden, de Spanjaarden de eer kregen, de Fransen het profijt, de Engelsen de smaak en de Italianen het bestuur?Na deze uiteenzetting komen de beide heren de diender van Salastano tegen die op zoek was naar dat wonder:een werkelijke vriend.“een echte en betrouwbare vriend? En hoe ziet die er wel niet uit in deze tijd en in dit land?”De vriend in kwestie vinden de heren in een huis in Catalunia; een driekoppig wezen, met zes armen en benen, Gerion genaamd en met slecht één hart: ... “want we kunnen werken voor drie, maar we hebben maar één wens; vriendschap is een geest in veel lichamen.”Hij die geen vrienden heeft, heeft voeten noch handen, hij leeft mank en loopt blind rond en als hij valt heeft hij niemand die hem overeind helpt... “geprezen zij de werkelijke vriendschap, het grote geluk van het leven.”Verderop in hun reis komen ze een fransman tegen die hen naar een gouden paleis brengt waar net als de mythe van Koning Midas alles in goud verandert wat men aanraakt en er niets overblijft. De gierigaard die in het paleis woont wordt zodoende een dief van zichzelf omdat hij niets meer kan doen; hij is volledige slaaf geworden van zijn “interesse.”Critilo en Andrenio worden zo ook gevangen genomen en moeten zich nu zien te verlossen van de gouden ketenen. 


IV – Het museum (werkkamer) van de diplomaat 

Diplomaat is een mogelijke vertaling van het Spaanse “Discreto,” maar betreft een persoonlijke voorkeur die gericht is op productiviteit. Het boek el Criticon is echter veel algemener bedoeld.  In dit hoofdstuk worden de twee bedevaarders verlost uit de gevangenis van het vorige hoofdstuk door de man met de vleugels. Hij hoeft daarvoor nauwelijk iets te doen, enkel laten zien dat gevangen zitten meer met psychologie te maken heeft dan met fysieke problemen. Uiteraard komt de term psychologie niet voor in het werk van Gracian.  De gevleugelde gids neemt het tweetal vervolgens mee naar het museum van Sofisbella, waar ze “de perfecte vrijheid,” zullen vinden. In het museum vinden ze inspiratie en harmonie en een verzameling van instrumenten - uit die tijd, die daarvoor zorgen: een citer (cítara), luit (laud), ... (arquicitara), orgel (organo), gitaar (vihuela), ... (tejuelas), lier (lira) en doedelzak (gaita).  In het museum komen ze vrouwe Geschiedenis - een nimf - tegen met de ene helft van haar gezicht vol met rimpels en de andere helft strak als van een jonge vrouw... Zij leidt het tweetal door de bibliotheek waar ze naast geleerde en gelauwerde werken tegenkomen ook het beruchte boek van Machiavello zien opnieuw!. Het boek van De Prins valt half uit elkaar en geïrriteerd gooit de Critilio het boek op de grond en schopt het weg met zijn voet. ... Ook het boek El Politico van Gracian zelf staat in de bibliotheek. Halverwege staat deze passage, waar Alain Deneault aan refereert in zijn boek Mediocracia: —Uno que sin haber estudiado es tenido por docto, sin cansarse es sabio, sin haberse quemado las cejas trae barba autorizada, sin haber sacudido el polvo a los libros levanta polvaredas, sin haberse desvelado es muy lucido, sin haber trasnochado ni madrugado ha cobrado buena fama; al fin, él es un oráculo del vulgo y que todos han dado en decir que sabe sin saberlo. [¿Nunca has oído decir: «Ventura dé Dios, hijo…?» Pues éste es el mismo, y nosotros lo pensamos también ser.] Iemand die zonder te hebben gestudeerd als geleerd wordt beschouwd, zonder moe te worden, wijs is geworden, zonder iets gedaan te hebben, als autoriteit gezien te worden, zonder het stof van de boeken geveegd te hebben stof doen opwaaien, zonder wakker te worden, helderziend zijn, of zonder 's nachts doorgewerkt te hebben of 's morgens vroeg's opgestaan te zijn een goede reputatie opgebouwd te hebben; is hij eindelijk een orakel van het ordinaire en dat iedereen heeft toegegeven dat hij het weet het echt te weten. 


V - Het plein van het volk, stal van de massa 

Dit hoofdstuk begint met een anekdote van twee kandidaten op zoek naar geluk die een verzoek indienen bij Fortuna...Andrenio en Critilio komen bij het grootste plein van het universum. Het wemelt er van mensen, maar zonder ontwikkelde personen die ze zoeken... (Zie de column “de lamp van Diogenes.”)...De slangmens (Serpihombre) uit het vorige hoofdstuk krijgt hier een naam: Cecrope. Hij leidt hen rond het plein van het volk, waar onder andere geregeerd wordt, maar Critilio merkt op dat het parlement meer op een ordinair café lijkt (... por aquí se gobierna. Ésta más parece taberna) ... later komen ze een groot filosoof tegen, “luisteren naar aforismen die hij predikt, maar kunnen er geen waarheid in herkennen. In tegenstelling zaait de oplichter voorspellingen vol van onzin en leest profetieën van moren en van Nostradamus...”... voor Andrenio was de assistentie van de wijze met de lamp erg behulpzaam... 


VII - Hipocrinda 

De mens werd aangekleed met eigenschappen die hij te leen kreeg door de overige wezens. De hemel gaf hem zijn geest, de aarde zijn lichaam, het vuur warmte, het water zijn humeur, de lucht zijn ademhaling, de sterren zijn ogen, de zon gezicht, het fortuin vermogen, de faam zijn eer, de tijd zijn leeftijden, de wereld zijn huis, vrienden gezelschap, ouders zijn natuur en de meesters wijsheid... En terwijl hij zich hiervan bewust werd merkte de mens dat het allemaal bewegelijk was, zonder wortels en alles geleend dat zo weer van het afgenomen kon worden en hij vroeg: als ik al dit in bruikleen heb, wat blijft dan precies van mij? Het antwoord hierop was: Dapperheid (la virtud). Dat is eigen aan de mens, dat niemand hem af kan nemen. Alles is niets zonder haar; de andere eigenschappen zijn belachelijk. Zij is werkelijk.Deze doctrinaire werd aan de heren opgelegd door een aardige jonge dame, minister van Fortuin die hen bevrijdde en op pad stuurde, “en zorg dat jullie onderweg niet van het pad afwijkt! De route leidt jullie naar het paleis van de schone Virtelia, de koningin van het gelukkigheid. De weg daar naartoe leidt omhoog, maar heb vertrouwen in de helling want dapperheid wordt bekroond.” Critilio vergat haar naam te vragen en leert dat de mooie dame de oudste dochter van Fortuna is: Ventura, Geluk.Echter, onderweg kwam het tweetal een deskundig uitziend persoon tegen “want deze droeg een baard,” en deze vertelde dat ze niet naar het paleis moesten gaan:  “De Virtelia die jullie zoeken is een heks... ik raadt jullie aan om een kortere weg (atajo) te nemen. bovendien hoeven jullie dan niet die steile helling te beklimmen.”Andrenio twijfelde al terwijl hij naar de verleidingen van de Kluizenaar luisterde. Critilio echter doorzag de schimmige bedoelingen van de nieuwe gids en probeerde zijn zoon te waarschuwen. Maar ze vervolgen hem toch en komen zo bij een klooster terecht.Binnen vonden ze mensen met het gewaad van een monnik, ook al leek hun uiterlijk meer op de huid van een schaap, terwijl van binnen ze meer van een wolf op hadden....Aan het eind van het verhaal vraagt Critilio aan de kluizenaar: Zeg me, met uw ervaring en uw met uw fingeerde dapperheid, kunnen wij echt geluk bereiken?- Dat is niet zomaar te zeggen, antwoord de kluizenaar hem. 


VIII - Het wapenmuseum / Arsenaal

Ooit kwamen alle naties bijeen op het moment dat Waardigheid zijn laatste adem uitblies en zijn testament opmaakte om de nalatenschap te verdelen onder de landen. De Italianen waren als eerste en vroegen de kop, “jullie zullen de heersers zijn van deze wereld.” De Fransen schoven onrustig aan en kregen de handen, omdat ze zo actief waren. Van de Genuezen haalde hij de nagels af, zodat ze niet meer konden stelen. Het hoofd ging naar de Engelsen; “zodat ze zo schoon zouden worden als engelen, en om Calvijn, Luter en zelfs de duivel het hoofd te kunnen bieden, De tong ging naar de Sicillianen, de lever naar de Ieren, de taille naar de Duitsers, “jullie hebben een mooi lichaam, maar waak ervoor dat het niet belangrijker wordt dan de geest!” Slijm ging naar de Polen. De long naar de moscovieten, de hele maag naar de Vlamingen en Holanders, de borst naar de Zweden, de benen naar de Turken, want waar ze hun voet neerzetten verdwijnt deze nimmer, de ingewanden naar de Perzen (gente de buenas entrañas), de botten naar Africa, de rug naar de Chinezen, het hart naar de Japanners, “de Spanjaarden van Azië.”De Spanjaarden zelf kwamen – “weer te laat” – als laatste. En wij, vroegen ze. “Richten jullie je maar tegen alle anderen, net als Rome destijds.”In dit hoofdstuk komen de reizigers in een museum van wapens terecht en gaat de discussie over Waarde en Dapperheid. Daartoe ontmoeten ze niet iemand met honderd armen of evenveel ogen, maar een man met honderd harten "om te lijden." 


IX – Amfitheater van Monsterlijkheden 

Dit verhaal begint met een allegorie waarin een rivier de hoofdrol speelt; een man staat aan de kant van de stroming te wachten en als hem gevraagd wordt waarop zegt deze: “ik wacht totdat de rivier stopt zodat ik zonder nat te worden naar de overkant kan gaan.”Gek is hij – is de morele les dit keer – die denkt dat de slechtheid vanzelf verdwijnt zonder er ook zelf maar iets aan te hoeven doen. Hoe dapper, of beter gezegd: “hoe laf.”De inleiding is behulpzaam om te laten zien dat intussen de twee helden strijders zijn geworden. Ze ontmoeten een nieuwe gids in de gedaante van de man niet met een groot hart, noch met een grote borstkas, maar met een grote neus. Critilio waakt direct verwachtend dat hij bij de neus genomen zal worden. Maar de man zegt dat zijn uiterlijk een teken van scherpzinnigheid is. 


X - Virtelia 

“Als u wilt dat iets gevraagd wordt, dan moet u het verbieden... de grootste lelijkheid wekt meer hebzucht op dan de toegewezen schoonheid, als het maar verboden is.”Met deze wijsheid in contemplatie hernemen de mannen de weg omhoog richting het kasteel van Virtelia.Op deze weg ontmoeten ze de man met het licht....Aan het eind als de mannen de Deugd gevonden hebben, zouden ze het liefst in het paleis willen blijven wonen, maar Virtelia zegt hun:“Bij dapperheid gaat het er altijd om om verder te gaan; stilstaan is teruggang.”En dus moeten de heren verder op zoek naar de gewilde Felisinda. Virtelia vraagt aan vier van haar beste ministers om het gezelschap bij te staan bij deze zoektocht: Justitie (Justicia), Voorzichtigheid (Prudencia), Kracht (Fortaleza) en Ingetogenheid (Templanza). 

XI - Het glazen dak en Momus de stenengooier 

De personificaties in dit hoofdstuk worden vertolkt door onder andere: IJdelheid (Vanidad), Deugd (Virtud), Roem (Fama), Verstand (Razón), Gulzigheid (Gula), Jaloezie (Envidia), Hebzucht (Codicia), Hoogmoed (Soberbia) en Eer (Honoria).IJdelheid opperde dat men niet het materiele leven kan genieten zonder adem te halen (respirar) en het geestelijke leven niet kan leven zonder ambitie (aspirar). Maar zonder enige ijdelheid komt geen werk goed tot uitvoering; elke actie is gebaat bij de aandacht van het applaus. Verstand daarentegen vond dat elke passie gepaard ging met een uitvloeisel, een uitlaat van de geweldige natuur: Zo was het huwelijk het antwoord op wellust, tucht op woede, ... naijver op jaloezie, etc. Bij de brug aangekomen die leidt naar het huis van de heroïsche Eer, komt het gezelschap een blinde tegen. De brug is gevaarlijk omdat deze bezaaid ligt met “maars” en “helaas,” – wat een mooie vrouw, helaas is ze dom, wat een groot arts, maar wat vervelend dat hij ongelukkig is omdat al zijn patiënten sterven -  en diegene die daar over struikelt valt in de rivier van de hoon.De blinde leidt hen echter verder want hij wordt niet afgeleid door wat hij hoort en wat hij ziet. Dat mensen hem van dichtbij vervloekingen toeschreeuwen raakt hem dus niet.Het kasteel van de Eer bestaat uit majestueuze gebouwen, geweldige paleizen, soevereine torens, bogen, piramides en obelisken, “die allen veel moeite kosten om opgezet te worden, maar vervolgens eeuwig voortduren.” Al snel blijkt dat de daken niet uit gewone dakpannen bestaan, maar uit glazen tegels. Wat ook opvalt, is dat de tegels gebarsten zijn. Er vallen voortdurend stenen op, die de pannen vernielen. De stenengooier blijkt Momus te heten. Even later komt er een ander figuur die Bobus heet en beiden worden bendeleiders die met elkaar in gevecht gaan. Critilio en Andrenio weten te ontsnappen door de hulp van een wonderlijk figuur, op zoek naar de Eer.--- Momus is in de Griekse mythologie de zoon van Nyx. Hij personifieert de hoon en ongegronde kritiek. Vanwege zijn constante kritiek werd hij uiteindelijk verbannen van de Olympus. Hij wordt soms ook genoemd als de god van de schrijvers en de dichters. 


XIII - De Kooi van iedereen 

Het lichaam groeit tot het vijfentwintigste levensjaar, het hart tot aan vijftig, maar zelfs dan groeit de geest groeit nog door: dit is een argument voor zijn onsterfelijkheid.<i>[Als de Criticon gaat over de levensloop van de mens, dan staat hier waarom het boek drie delen kent:]</i> De leeftijd waarom de jongen man wordt (la edad varonil) is het begin van het beste derde-deel van een leven, en omdat dit in het midden zit, komt de mens hier op zijn hoogtepunt. Met dit hoofdstuk sluit het tweede deel af en bevinden de reizigers zich op weg naar de Alpen, het district van de gevreesde ouderdom.


Samenvatting van A.T.T.


Tweede boek: verstandige filosofische beleefdheid in de herfst van de mannelijke Leeftijd. Het tweede deel van de roman begint met de hoofdrolspelers in de Douane Generaal der Eeuwen, waar pelgrims van leven naar volwassenheid overgaan om een ​​"persoon" in één stuk te worden: Het waren [...] Critilo en Andrenio, in Aragon, zoals de buitenlanders noemen goed Spanje, uit op de grootste uitbarsting van het leven. ze hadden net passeer zonder gevoel, wanneer met meer gevoel, de vrolijke weiden van de jeugd, de aangenaamheid van zijn groenten, de bloei van zijn bloesems, en ze gingen het beklimmen van de moeizame helling van mannelijke leeftijd, vol ruwheid, zo niet onkruid: ze ondernamen een berg moeilijkheden. Het zou heel moeilijk voor hem zijn tot aan Andrenio toe, zoals al diegenen die opstijgen naar de deugd, dat was er nooit hoogte zonder helling; Ik hijgde (hijgde) en zweette zelfs; Critilo moedigde hem aan met voorzichtige herinneringen en troostte hem […] De gids die u bij deze gelegenheid wordt gepresenteerd, is de Argos moralix . vertelde Argus Andrenio: " - Zie je of kijk je? Niet iedereen kijkt naar wat ze zien. - Ik ben – antwoordde hij – aan het denken wat heb je aan zoveel ogen; omdat in het gezicht zijn ze op hun plaats om te zien wat er gebeurt, en zelfs in de staart kijk wat er is gebeurd; maar op de schouders met welk doel? […]" Mannen zullen alleen in dit stadium in staat zijn om te begrijpen en geniet van alle kennis en cultuur die de nieuwe allegorische ruimtes symboliseren. Gracián maakt van de gelegenheid gebruik om een ​​kritisch compendium van een groot deel van de cultuur op te bouwen Grieks-Latijn uit de Oudheid dat zijn eeuw heeft bereikt. De eerste Crisis wordt gevolgd door “Los prodigios de Salastino”, het anagram van zijn vriend en beschermheer Lastanosa, "De gouden gevangenis en zilveren kerkers" waar het over gaat begin van de crisis, van de Fransen, of “Het museum van de discretie”in het paleis van Sofisbella, allegorie van wijsheid, waar de gids genaamd de "Man" hen leidt. Alado" die hen eerder had vrijgelaten uit de "Gouden Gevangenis ...", omdat ze dat hadden gedaan erin opgesloten door de valstrikken van belang. De pelgrims vervolgen hun reis naar Frankrijk, het land van kunst en leven oefening; daar vinden ze de nimf van schone kunsten en literatuur, terwijl Critilo leert zijn leerling correct te beoordelen. “Plaça del populacho y corral del vulgo”, "Lading en verlossing van de fortuna" of "El hiermo de Hipocrinda", dat wil zeggen de hermitage van huichelarij, zullen plaatsen zijn allegorische die zal provoceren in de pelgrims verbazing, verbazing en verwondering en de vele soms gezinspeeld op misleidingen en teleurstellingen van het bestaan ​​van de mens. In hen is vernederd en het degradeert ware deugd met eindeloze vervalsingen, simulacra en hypocrisie. In de crisis verschijnt een nieuwe gids met de titel “Armory of Valor”, de Moedige, die de pelgrims voorziet van de nodige uitrusting om het kwaad van de wereld, al omgevormd tot een "amfitheater van wangedrochten", totdat ze de Virtelia's paleis in "Enchanted Virtelia" vernietiger van ondeugden en hypocrisie. Nieuwe uitdagingen en tests wachten op je langs het levenspad en verschillende gidsen opeenvolgende paden leiden de pelgrims, na het ontwijken van de waanzin van "De kooi van iedereen” en bereik de toppen van de witte Alpen die leiden tot het angstaanjagende weer allegorische van de winter van ouderdom.


--

Een van de vele verwijzingen in dit deel is naar de Vlaamse filosoof Justus Lipsius, of Joost Lips, in het Spaans, Justo Lipsio.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Justus_Lipsius


--

2023/01/criticon-samenvatting-deel-i

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?