Criticon. Samenvatting deel I
De taal van Gracian was een blog waar ik in 2009 mee startte, maar waar ik nu afscheid van neem. Desondanks wil ik wel het project afmaken wat ik destijds (wat intuïtief) begonnen ben. Het werk heeft grote indruk op me gemaakt, zonder het willen aanbidden, want zover gaat het niet, maar het heeft iets wat het bijzonder maakt en dat is naast de allegorische vorm (waar er wel meer voorbeelden van zijn), en de combinatie van filosofie en literatuur. Daar zou je nog geschiedenis aan toe kunnen voegen want El Criticón is typisch een product van de Barok.
Het verhaal maakt gebruikt van een pilgrimstocht die ook in El Buscon van Quevedo te vinden is, en waar gidsen belangijke functies innmenen. In het eerste deel zijn dat:
Het vrouwelijke in Criticon vertegenwoordigt het gevaar en de verleiding dat de mens moet zien te overkomen, zoals een Sirene (Falsirena) |
Cheiron (of Chiron*) de Centaur is de eerste gids van de jeugd. Hij was leermeester van Achilles, en deze mythologische opvoeder zal bij Andrenio een eerste ongemak of pijn veroorzaken wanneer laat hem de staat van de eeuw zien, terwijl hij tegelijkertijd zijn woede tempert, in een dubbele les in helderziendheid en voorzichtigheid die later op een krachtigere manier zullen worden herhaald.
In deze levensfase verschijnen ook andere gidspersonages, bevrijdend Andrenio over een val waarin hij is gevallen door zwakte of onervarenheid: De voorzichtige oude man die door Artemia is gestuurd om Andrenio te zoeken die te laat is in de macht van Falimundo wanneer Critilo aankomt aan het hof van de koningin van kunst en kennis; De oude man gebruikt de spiegel waar hij hem dwingt naar het monsterlijke wezen uit het koninkrijk van te kijken bedrog, wat hem een gevoel van afkeer bezorgt.
Een Griekse wijze, geïdentificeerd door Bías de Priene (of Biante) verschijnt erna. Hij is een van de zeven wijzen van Griekenland (eind 6e eeuw voor Christus). jij zal Hij beschouwde zichzelf als een orakel en werd geprezen om zijn rechterlijke uitspraken. Zij hebben behield enkele van zijn stelregels: "de grootste rijkdom is niets willen". Bias helpt Critilo om zijn metgezel te redden, die zich in wellust liet meeslepen Egenio, een wijze man die een zesde gevoel van noodzaak weet te creëren. de uitvoeren derde redding van Andrenio en andere slachtoffers van de Circe Falsirena die opstaan uit de varkensstal, waar ze lagen als slaperige varkens.
In deze eerste fase van dwalen door het leven verschijnen ze als mentoren of adviseurs met een klassiek profiel, allegorisch voor de Centaur Cheiron de vitale kracht beheerst door gezond verstand met de hulp van de andere drie wijze mannen die samenwerken vestig de suprematie van de wil over al het andere (bron: LECTURA CRÍTICA, IDEOLÓGICA Y ESTILÍSTICA ... INTITULADA EL HIERMO DE HIPOCRINDA, Alejandro Tenorio Tenorio).
Samenvatting Deel 1
II - Het grote theater van het universum “Nadat de opperste Kunstenaar de grote wereldfabriek volmaakt had wilde hij de levende wezens over de ruimte verdelen. Aan ieder dier vroeg hij waar deze zich tevreden mee stelde;- de olifanten waren blij met het oerwoud, de paarden met de wei, de Arenden met de uitgebreide regio van de lucht, de walvis met de golven... totdat deze bij de mens aangekomen was en die vertelde dat hij het hele universum wilde bewonen, en zelfs dat vond hij nog te krap. Met grote verbazing sloeg hij deze exorbitante ambitie gade, wat niet anders moest zijn dan door de grootheid van zijn geest. Maar geloof het maar niet, zijn ambitie werd gevoed door de slechtheid van zijn lichaam... Monsterlijk is de hebzucht van de mens...Als Andrenio dit aanhoort moet hij denken aan een droom die hij dacht gehad te hebben en toen hij daarvan ontwaakte hij zich als opnieuw geboren voelde en de uitgebreidheid van de hemel aanschouwde en met zijn gevoel geen raad weet. Critilio onderwijst hem over de wonders van dit hemelrijk. En over het gevoel zegt hij: “als ogen zien wat ze nooit eerder hebben aanschouwd, voelt het hart wat het niet eerder heeft gevoeld... Maar ik ben jaloers op je dat je de wonderen van de natuur als nieuw kunt ervaren. Je gevangenis was uiteindelijk je geluk door alles als nieuw te ervaren.”Hij legt dan uit wat de zon betekent in het universum: “het wezen dat openlijk de majestueuze grootheid van de Schepper schets... deze zon is onfeilbaar, altijd hetzelfde en uniek in schoonheid. Hij zorgt ervoor dat we de dingen kunnen zien en geeft de mens levenslicht...”“Maar,” zegt Andrenio “mijn geluk stierf en veranderde in wanhoop toen de zon begraven werd. Ik dacht dat ik hem nooit meer zou zien al merkte ik snel dat een met licht bekroonde hemel me opnieuw gelukkig maakte...”- De nacht is niet minder schoon dan de dag ook al werd deze door brute onwetendheid uitgemaakt voor lelijk en ontoonbaar, terwijl er niets bestaat dat meer briljant en sereen is Men noemt haar onterecht triest, terwijl het ons rust geeft van het werk en onze vermoeidheid verlicht. Een wijze man heeft niet voor niets gezegd dat de nachtuil symbool staat voor kennis.“En dan die prachtige koningin van de sterren, burgemeester van de nacht, die de zon vervangt en die jij maan noemt.”- De maan regeert samen met de zon; hij de dag, en zij de nacht.En na verder mijmerend over de hemel vraagt Critilio wat Andrenio’s eerste indruk was van “de aarde.”
III - ...
IV - Op de afgrond van het leven. Dit hoofdstuk begint met een dialoog tussen de twee Goden: Fortuna (dochter van de Zee) en haar “blinde” dochter: Amor. Deze laatste zit met een gevoelskwestie. Ze kan de Zee aan wisselvalligheid en misleidingen niet aan. Fortuna vraagt of de roddels die over haar de ronde gaan kloppen.- Dat ik het leven afneemt, ingewanden roof, harten steel? Ja, dat alles klopt..Als dat waar is, wat blijft er dan nog over als leugen, vraagt Fortuna.- Wat ik niet begrijp is hoe mensen hun passie kunnen najagen zonder blind te worden; is de soevereine vorst, de speler, de gulzigaard, de drinker en wie nog niet meer, niet blind door zijn passie? Waarom moeten ze dan uitgerekend mijn ogen blinderen nadat ze eerst mijn ogen weggehaald hebben? Dat is mijn gevoel, begrijp je?Tja, jij en de jouwen noemen ze nu eenmaal blind. De oorzaak is dat jullie denken dat iedereen met geblindeerde ogen leeft. Wie deze filosofie geverifieerd wil hebben – over de blindmakende passie in het leven – luistert naar het vervolg van Andrenio en Critilio...Deze begeven zich nog op het eiland en terwijl Critilio spreekt over de Zee ontwaard Andrenio “vliegende bergen.” Critilio heeft ambivalente gevoelens over de aankomende redding van het onbewoonde eiland.- Komen daar niet de mensen (ons helpen) waarom ben je dan triest?“ Ja, omdat we van nu af aan onze ogen open moeten doen; we zullen ons onder de vijand begeven.”- Ik begrijp het niet - zegt Andrenio - ik heb geleefd onder de beesten en nu zeg je dat ik voorzichtig moet zijn. “Ja want de mens is nog beestachtiger dan het beest.”- Maar zijn alle mensen dan niet zoals jij? Hoe komt dat? “Omdat een ieder kind is van zijn moeder en zijn temperament, en getrouwd met zijn mening en zo lijkt iedereen verschillend... Je zult wraakzuchtigen tegenkomen die deze hun leven behouden en toeslaan als een schorpioen met hun staart...”Andrenio begrijpt het niet. - Als de natuur de mens geen wapens heeft gegeven zoals aan de dieren, zoals de klauwen van een leeuw, nagels van een tijger, horens zoals die van een stier, slagtanden als van een wildzwijn, tanden van een hond of de bek van een wolf. Hoe komt het dan dat de mens zoveel schade aanricht?“ Juist daardoor. De voorzienige natuur heeft de mens haar wapens ontnomen omdat ze zo wantrouwig is; ze vertrouwde niet op zijn slechtheid... De wapens van de mens zijn onder andere zijn vlijmscherpe tong, scherper dan het mes van de leeuw, waarmee ze personen uiteen scheuren en hun trots kunnen stuksnijden...Het grote verschil tussen mens en dier is ook dat de laatste maar een gevaar kent: te sterven. De mens echter kent vele gevaren: hij kan zijn eer, vrede, zijn vermogen, zijn geluk, zijn bewustzijn of zelf zijn ziel verliezen.”Critilio vertelt een anekdote over een reiziger die overvallen werd en nadat hij zijn vermogen had overgedragen gedood werd. “zeg jij me maar wie wreder is: mens of dier.Dan komt Critilio bij de vrouw aan en vertelt dat deze nog slechter zijn dan de man, “en meer om te vrezen.”Als ze de bemanning van het schip horen naderen, stelt Critilio dat deze niet mogen weten waar ze vandaan komen; daarvoor in de plaats zeggen ze dat ze in slaap waren gevallen toen de vorige boot terugkeerde en ze op het eiland achter gebleven waren. Met die uitleg werden de twee mannen warm onthaald door de bemanning van het schip waarna ze na enige dagen terugtrokken naar “het geliefde Spanje.”Tijdens de woelige, lange en gevaarlijke terugreis vervolgt Critilio zijn verhaal: “Te midden van deze golven ben ik geboren, mijn ouder waren op weg naar India, ter gunst van Filips (II) die over de hele wereld heerste.”Hij vertelt over zijn “slechte” opvoeding door de rijkdom en omdat hij enigs kind was. Hij liet zich niet remmen door zijn verstand en leefde erop los. Later bezocht hij gala’s en “kleedde zijn lichaam, maar ontblootte zijn ziel.” “Vrienden” en andere dubieuze kennissen hielpen zijn geld uit te geven en zijn vader keek toe hoe hij zich te gronde richtte terwijl zijn verlies groter werd naarmate de steun van zijn ouders toenam. Maar op het moment dat zijn ouder de hoop lieten varen werd Critilio gered door de liefde; hij zag zich verwikkeld in het duistere labyrint van de liefde. Blind gaf hij zich over aan een dame – schoon van uiterlijk, maar zonder vermogen (Fortuna) - wiens ouders zich geluk prijsden met deze potentiële en rijke schoonzoon, maar zijn eigen ouders begrepen niet wat hij zocht in het meisje van een dergelijke afkomst. Zijn ouders probeerden nog iets anders te regelen wat hen beter uitkwam maar Critilio kon enkel maar in zijn “Felisinda” denken, die “de helft van haar geluk al in haar naam droeg.” Echter Critilio kon niet leven met de wens van zijn vader en doodde hem. Kort daarna stierf zijn moeder van verdriet. In die tijd moest hij zich kort schuilhouden op een moment dat de broer van Felisinda kwam te overlijden en ze een groot vermogen erfde. Met dat vermogen kwamen echter ook nieuwe pretendenten en kreeg Critilio een ongewenste rivaal, die ook nog verwant was (neef) van de onderkoning. “We streden beiden openlijk: hij uit macht, ik uit liefde...” En gezien de schuld van de familie, koos het meisje voor de eer van de familie. Maar Critilio liet het er niet bij en versloeg de onderkoning in een gevecht. Zo eindigde hij in de kerkers, was Felisinda verhuld van de moed van haar liefde, en lag de onderkoning op sterven. Het hof echter nam wraak, ging achter zijn vermogen waar Critilio het had achtergelaten in een klooster en verloor met zijn vermogen ook zijn vrienden – die twee gaan altijd samen. Maar in de gevangenis kwam hij bij zinnen: wat hij verloor in rijkdom gaf de armoede hem terug. Zo vond hij de wijsheid, die hij tot dan niet had gezien. “Toen ik me zonder levende vrienden zag, richtte ik me tot de doden.” En zo begon hij te lezen, begon te begrijpen en zo ontwikkelde hij zich als persoon. En uiteindelijk na het gaan en komen van nieuwe onderkoningen, liet de laatste hem meegaan op een reis naar India. Onderweg won hij nieuwe vrienden, “want met wijsheid, ontmoet je de echte.” En De kapitein maakte hem zijn vertrouweling. Zoals het gezegde luidt – veranderde zijn geluk met de verhuizing mee. Maar de schijn was bedriegend. De kapitein werkte voor de onderkoning die Critilio voor altijd uit de weg wilde werken en halverwege liet hij Critilio overbood gooien. Slechts door een geluk spoelde hij levend aan op het eiland, waar het verhaal begon en hij Andrenio ontmoette. De rest van de reis besteedde ze aan het verfijnen van hun kennis. Andrenio begon met het leren van andere talen, zoals Latijn, Frans en Italiaans; bronnen van wijsheid, eruditie en welsprekendheid.
V - De Ingang tot de wereld. Bij aankomst bereidt Critilio zijn maat voor op de entree in de wereld. Een wereld waar het lichaam lijdt door honger, dorst, kou, hitte, vermoeidheid en de geest zal lijden aan: misleidingen, triestheid, angst, minachting, woede... “De natuur wist goed wat ze deed, en de mens slecht wat ze accepteerde.” Hoe zal een leven zijn dat begint met de schreeuw van een moeder die het aanbiedt en de tranen van het kind die het ontvangt? Maar als ze net aan land zijn ziet Andrenio een vrouw die een grote groep kinderen om haar heen heeft. Ze helpt deze, ze lacht, ze geeft ze warmte en cadeaus en vertroetelt de een en streelt en knuffelt de ander. Andrenio is vervuld als hij die warmte ervaart want hij had in de koude grot van al die moederlijke warmte moeten afzien. En ze trekken op met de vrouw en de schare kinderen en andere vrouwen die haar helpen. Als het donker wordt lopen ze berg op en de hele groep is opgewekt, lacht en speelt. Halverwege bergafwaarts echter, horen ze een schreeuw, snel gevolgd door een leger van beesten, leeuwen, tijgers, beren wolven, slangen... ontsnappen uit hun grotten en komen op de groep kinderen af. Een gruwelijke afslachting volgt; de kleintjes worden verscheurd, de grot meegesleept, uiteengerukt en opgegeten door de machtige beesten. Andrenio wordt overvallen door emoties die hem in korte tijd gevangen nemen; hij kan niet anders dan toekijken hoe die vreselijke vrouw haar kinderen heeft overgegeven aan de verschrikking van de natuur.Een moment later komt van de andere kant van de berg een andere vrouw naar beneden zetten. De beesten schrikken en sluipen terug in het donkere bos. De vrouw redt zo goed als het kan de kinderen samen met een groep wijze mannen die ze de berg omhoog meenemen naar de grote stad. En de vrouw gaat achter elke gil aan die nog uit het bos klinkt en redt de kinderen uit de klauwen van de beesten.“Hoe verschillend,” zegt Andrenio verbijsterd, “zijn beide vrouwen.”En ook deze anekdote heeft een moraal:“Die ene tiran verbeeldt onze slechte neiging. Zij die zich al snel van het kind meester maakt het met liefde overmant en het geeft wat het vraagt. En zo groeit het verwend op, wraakzuchtig, cholerisch, vraatzuchtig, liegend, huilend, vol van eigenliefde en ontwetend. Met haar liefkozingen brengt ze het kind naar de vallei van de beesten, waar het prooi wordt van zijn slechte gewoontes en slaaf van zijn emoties (passiones).Het kost veel moeite om ze uit dat dal te krijgen, wat de taak is van die tweede vrouw, bergopwaarts. “Zij die opgroeien onder beperkingen weten zich beter te bevrijden – net als Hercules – de slangen van hun passie in de wieg wurgend.Na deze imposante ervaring trekken de twee verder tot ze bij een kruising aankomen. Daar moeten ze kiezen uit drie mogelijke wegen; het slechte pad (vicio) het goede of moedige pad (virtud) of de derde keuze. Bij de kruising vinden een orakel aan aanwijzingen, zoals de spreuk: “neem de weg van het midden, en kies voor het zekere.” Critilio vertelt over Icarus die te dicht bij de zon vloog en anderen die “vluchtten in de overvloed. Het teveel schaadt meer dan het tekort.” En verder lopend door het orakel komen ze de personages Vrees en Lafheid tegen, maar ook Voorzichtigheid die een kroon draagt waarop te lezen valt: “voor diegene die van de gulden middelmatigheid houdt.” Weer verder vinden ze een filosofische inscriptie die vertelt over het geluk dat ook zijn weg vindt tussen de twee extremen: Traan en Lach, in persoon van Heraclitus en Democritus. Op hun weg komen ze andere paden tegen en andere personages: Ijdelen, Wraakzuchtigen, Hebzuchtigen, Wellustigen en Gierigen. En er waren er die nauwelijks belangrijk waren en Andrenio vroeg welke weg ze namen waarop dezen antwoorden: “wij nemen geen weg, men brengt ons...”Uiteindelijk kozen al de personages een uiterste weg, in tegenstelling tot Critilio die zei: “laten wij voor de zekerheid gaan - ook al is dit niet de meest gevierde route - en het midden kiezen, de weg van de voorzichtigheid en het geluk. Maar weinig mensen volgden het tweetal. De weg ging omhoog en Critilio antwoordt Andrenio dat “het inderdaad de weg naar de hemel is,” omdat het de weg van de eeuwigheid is.En zo kwamen ze in een van de meest beroemde steden: Babylonië van Spanje (Madrid). Waar Andrenio verbaasd uitroept: “waar is iedereen?...”
VI - De staat van de eeuw. Dit hoofdstuk de staat, of toestand van de eeuw begint met een aardige uitdaging voor de Nederlandse vertaling. Het betreft het woord “mundo” ... als je het woord hoort denk je aan al dat gecreëerd is, goed geordend en perfect en met reden want in het woord klinkt de schoonheid.” Gracian refereert aan de Latijnse oorsprong van het woord voor wereld, “mundo” dat in Spanje nog gebruikt wordt en mooi en schoon(heid) betekent. “Inmundo” betekent het tegengestelde: walgelijk, weerzinwekkend of smerig. Dit laatste woord staat overigens niet in het boek. Andrenio en Critilio bevinden zich dus in de wereld en de toon van het hoofdstuk is gezet. Zelf zijn ze nog niet volmaakt als mens (persoon) en op zoek naar mensen (voorbeeld) komen ze vermoeid een vreemd wezen tegen; een centaurus: half mens half beest (paard). (Chiron is zoon van Saturnus). Dit is de wijze Chiron stelt Critilio Andrenio gerust, “koning onder de meesters en meester onder de koningen... Hij zal ons bij de ingang naar de wereld verder leiden.”Ook al denkt Andrenio nog dat dit de eeuw van de eminente mens is legt Critilio uit dat er geen helden meer zijn zoals vroeger, noch herinnering aan hen... “zolang de zonde (vicio) prevaleert groeit de deugd niet.”Als de mens op de aarde niet te vinden is en ze ook niet in de hemel is, dan blijft alleen de lucht over, waar je de mens kan zoeken stelt Critilio. In de lucht bouwt de mens zijn kastelen...Chiron brengt het gezelschap naar Plaza Mayor waar ze grote groepen beesten tegenkomen, vrij als hazen, en gevaarlijk voor de onvoorzichtige (incauto). Zo waren er leeuwen, tijgers, wolven maar ook slangen, draken en basilisken [De mythe meldt dat wie de blik van een basilisk ziet, sterft. Slechts drie levende dingen kunnen de dodelijke blik weerstaan: de wezel, de haan en wijnruit Andrenio reageert beduusd: wat is dit? Critilio legt hem uit dat de beesten van het platteland naar de stad zijn getrokken, terwijl de weinige mensen die overbleven zijn teruggetrokken naar het platteland om rust te vinden. Chiron beaamt dit: de wilden en de beesten hebben bezit genomen van de stad. Als de mens dus niet hier op aarde te vinden is, en ook niet in de hemel zoals Andrenio suggereert, waar is de mens dan te vinden?“ In de lucht, daar bouwt hij zijn kastelen...” Na een dialoog over deze leefwereld van de “moderne mens” verlegt de schrijver de focus naar de verschillen tussen man en vrouw: “vertelde jij me niet dat de mannen sterk waren en de vrouwen zwak,” vraagt Andrenio, want daar lijkt het niet op zegt hij om zich heen kijkend. “het lijkt precies andersom: de mannen komen vrouwelijk over en zij machtig.” Critilio geeft hem “hier” gelijk; “de man is al minder dan de vrouw... een klein traantje van een vrouw is sterker dan al het bloed dat mannen hebben verspeeld...” Dus de man is niet de koning van de wereld, maar slaaf van de vrouw? Verderop in het verhaal volgen voorbeelden deze hongerslaven naar de begeerte: de Tiberius van deze wereld, alsook Nero, Caligula, HelioGabalos en Sardanapalos......Zij die het minste weten in deze wereld proberen anderen wijs te maken.... even later horen ze lawaai, dat veroorzaakt werd door een vrouw – “altijd de bron van lawaai” – de vrouw in kwestie blijkt de Leugen (La Mentira) te zijn.Dit is het begin van vele personificaties en kenners weten dan al dat De Leugen gespeeld wordt door een vrouw.Even later komt ook de Waarheid - de natuurlijke vijand van de Leugen - in beeld en andere personificaties, zoals de rechter - verkoper van rechtvaardigheid...
VII - De Bron van Misleiding “Leugen en Misleiding bestieren de onoplettende (incauto) eerlijkheid van de mens van jongs af aan.” De slechtheid begint bij de Ambitie. De zeven hoofdzonden volgen als inleiding bij dit hoofdstuk. Critilio en Andrenio vervolgen hun route in een wereld waar Andrenio begint te begrijpen dat de dingen niet zijn wat ze lijken; een arrogante wijze is in werkelijkheid een onwetende gek, de rijke een arme sloeber en hij die beveelt in feite een slaaf...Op hun weg filosoferend komen ze een monster tegen, hetgeen beide mannen al niet meer verbaast omdat ze de ene na de andere monsterlijkheid tegen komen. Dit monster reed voort in een wagen die geleid werd door vossen (vulpejas – vrouwtjesvos) en Critilio vraagt zich direct af of de kar uit Venetië afkomstig is.In een voetnoot stelt de vertaler (Santos Alonso) dat Gracian hiermee (deze afkomst) duidt op de valsheid die eigen is aan de Italianen. Het monster is een mengsel van eigenschappen – blank, zwart, man, vrouw, mens en dier, maar stapt uit met de gratie van een Franse aristocraat. Het monster heeft als naam: Proteus (God van de zee, zoon van Poseidon (?) en bekend om zijn gedaanteverwisselingen).Proteus neemt het gezelschap mee door een buurt van ambachtslieden / ambtenaren (oficiales) en beschrijft de stijl van de kleermaker wie zijn klanten altijd voorliegen wanneer hij zegt dat het kostuum morgen gereed is. “Morgen is het zeker af.” [komt hier het Spaanse mañana vandaan?]Verder dwalen ze al filosoferend door de straten van de Hypocrisie, Vertoning en Kunstmatigheid. Op het plein Plaza Mayor bevindt zich een paleis; waarvan alle deuren vals (onecht) waren en geen enkele open stond... Hier woonde de grote vorst die het volk misleidt met feesten.”Andrenio raakt onder de indruk van deze vorst, maar Critilio helpt hem uit de droom: “het is de valse politicus Machiavelli die zijn onwetende publiek zijn valse aforisme laat drinken... Zie je dan niet hoe ze het slikken, alsof het echt en waarachtig lijkt wat hij zegt?”Uiteindelijk bij de poort van de stad aangekomen ontdekken ze dat men alleen de stad wel in kon, maar dat de wachters de mensen de uitgang onthielden.
VIII - De wonderen van Artemia Dit hoofdstuk begint met een uitwijding over de rol van de kunst – complementair aan de natuur. Het was nodig om een tweede wereld te bouwen om de eerste in kunstzinnigheid te evenaren...Artemia is vervolgens de personificatie van de kunst: zij –in tegenstelling tot Circe – verandert de mens niet in beest, maar juist andersom: verandert de beest in mens.Toen Critilio over haar hoorde wilde hij weten hoe en waar ze regeerde, maar hij kreeg Andrenio niet mee (die nog betoverd leek – crisi 7)Bij het paleis van Artemia aangekomen vraagt hij of ze hem en vooral Andrenio kan helpen te ontsnappen van wat blijkt het rijk te zijn van Falimundo [wederom een naam met symbolische betekenis: falir – misleiden en mundo – wereld...]Artemia vraagt aan een van haar ministers om de vriend van Critilio te verlossen. Deze oude man neemt een spiegel mee van puur kristal waarmee hij eerder gevangenen van Falimundo heeft weten te bevrijden.De oude minister gaat op zoek naar Andrenio om hem met behulp van de spiegel de werkelijke aard van Falimundo te laten zien. Andrenio schrikt – “ik zie een monster, het verschrikkelijkste dat ik in mijn leven heb gezien, hij heeft kop noch voeten, wat een buitenproportioneel ding...”Het monster – Falimundo – heeft het gelaat van een vos (vulpeja), van midden omhoog is het een slang, zo gebogen, de nek van een kameel en met een neus van een raaf. Andrenio wil niets liever dan snel vertrekken, maar de oude man wil hem met de familie van het monster laten kennismaken: Onwetendheid (zijn opa) Slechtheid (zijn vrouw), domheid (zijn zus), etc...De oude man legt het wonder aan Andrenio uit dat Artemia mogelijk gemaakt heeft en geheel onder de indruk vraagt hij hem: van alle wonderen dat ze heeft uitgevoerd, welke heeft je het meeste voldoening gegeven.
IX - Zedelijke Anatomie van de Mens Dit hoofdstuk begint met het antwoord op de vraag uit het vorige hoofdstuk. Artemia vertelt over wat zij het belangrijkste wonder vindt: dat ze zich meer bewondert naarmate ze meer van zichzelf begrijpt (herkent). Dit antwoord volgt op een referentie naar één van de zeven Griekse wijzen (Bias, of Biante van Priena) van wie het “ken u zelf” afkomstig zou zijn.In dit hoofdstuk wordt niet verder gereisd, het gezelschap staat letterlijk stil bij wat de titel al vertelt: de anatomie van de moraal. En het aardige hiervan is dat de menselijke anatomie letterlijk ontleedt wordt: moraal wordt dus geheel verklaard door de bouw van het lichaam...Dat begint als volgt: de mens is gericht op de hemel en daarom groeit hij rechtop, vertelt Artemia. Zijn geest staat hiervoor – deze “rechtheid” symbool. Critilio gaat dan een stap verder en leidt hiervan af dat de manke mens niet rechtschapen is en ... die inclinatie is terug te vinden in zijn gebogen / verwrongen intenties... Manken zullen moeite hebben om op het rechte pad te blijven (dit is een zeer vrije vertaling).Het hoofd is het kasteel van de geest. Superieur en dus boven “gezeteld.” Het is de meeste “eminente” plaats en daar bevindt zich dus de autoriteit, ook in het beroep (op werk). Een moderne vertaling zou zijn dat het bestuur centraal gehouden dient te worden omdat deze het meeste overzicht heeft...Aansluitend komen de ogen, oren en mond aan de beurt. Hij beschrijft de dualiteit van sommige van deze organen en de (morele) functie daarvan en het verschil met wat en hoe moraal het lichaam inkomt en hoe via welk orgaan het lichaam verlaat. De tong hierbij is een “wild beest” dat niet voor niets door twee rijen tanden beschermd is. “De moraal,” is wederom dat de losse tong erg eenvoudig kwaad kan doen...Uiteindelijk heeft de mens twee oren zodat de wijze de ene maagdelijk houdt voor het tweede deel dat later komt: er is namelijk altijd eerste en tweede informatie, de leugen dringt voor en komt als eerste binnen, en dan is het tweede oor vrij voor de waarheid die erna komt.—Y aun porque a muchos se les habían de gastar los oídos de oír dulce —ponderó Critilo—, previno aquel antídoto de amargura. Finalmente, dos son los oídos para que pueda el sabio guardar el uno virgen para la otra parte, haya primera y segunda información, y procure que si se adelantó a ocupar la una oreja la mentira, se conserve la otra intacta para la verdad, que suele ser la postrera.Ogen kan men sluiten... Dat er twee ogen zijn komt omdat de mens twee gezichten heeft.Zelf het haar heeft een functie: via het haar kan men zich mee laten slepen. Dociliteit zetelt er.Bij de voeten zetelt de waan. “Kijk maar waar sommige mensen hun voeten zetten (waar ze niet thuis horen)...Ook zegt hij over de voeten dat deze de reden zijn dat de mens vooruit wil.Over de handen zegt de vertaler (Santos Alonso) dat de schrijver Gracián zich vergist in de Latijnse oorsprong. “Hij verward maneo met manus. Andrenio verbetert hem door te zeggen dat de handen een verblijvende functie hebben (per-manecer in het Spaans).Bij het hart aangekomen maakt hij wederom een (opzettelijke) fout door het orgaan met het Latijnse Cura (zorg) te verbinden....Het hoofdstuk sluit met een passage over Falimundo die bewust is geworden van de ontsnapping van Andrenio...
X - de Overval Onderweg. Deze titel is waarschijnlijk niet geheel adequaat vertaald (het werk van Gracian zit vol met taalspelletjes, in dit geval zit in de titel opgesloten: de val, of misstap en overval - en dan begint het vervolgens met een uiteenzetting over doel en middel, zie verder), maar het verhaal uit dit hoofdstuk doet denken aan de tijd van Robin Hoed waar in het Sherwood bos mensen een doorgang zoeken en onder weg overvallen worden. Voor het zover is, begint het hoofdstuk met een retoriek over doel en middel; “men is gewoon om van de doelen middelen te maken en van de middelen doelen; dat wat langskomt, neemt men voor vast en gedurende de weg rust men uit; men begint waar men moet eindigen en eindigt waar men behoort te beginnen. Ook gaat hier de reis verder en samen met Artemia praat het duo over de steden die ze kunnen bezoeken, zoals: Burgos, Barcelona, Aragón, Córdoba, Salamanca, Toledo, Sevilla, León, Madrid, Lisboa, Zaragoza, Pamplona en Granada. Het eigen van elke stad wordt beschreven, zoals in het geval van Sevilla waar het zilver van Amerika wordt ingevoerd en waar men veel praat en weinig werkt, een typische “kwaal” (achaque) van Andalucia. Dit woord - achaque – komt zeer veel voor in het werk van Baltasar Gracián.De genoemde overval is vooral symbolisch. Critilio en Andrenio worden tot stilstand gebracht door een bende vreemd uitziende personen, onder wie zich een beeldschone vrouw bevindt. Zij vraagt aan het gezelschap hoe ze vastgebonden willen worden. Voordat ze hier op antwoorden komt de schrijver met diverse voorbeelden van gevangenschap, zoals die van de man die door de vrouw met een ring vastgebonden is. Critilio kiest voor een keten van boeken, terwijl Andrenio het zoekt in een slinger van bloemen.Vervolgens worden ze naar een paleis gebracht dat versierd is met zeven zuilen – volgens de vertaler de zeven bekende zuilen van de wijsheid en de zeven hoofdzonden die vervolgens besproken worden. Overeenkomstig bestaat het paleis uit zeven ruimtes.Critilio komt iemand tegen in het paleis die hij eerder gezien had bij het paleis van Artemia; “ben jij niet die –omnia mea mecum porto?” Het is de wijze (Alles wat ik bezit draag ik bij me) die het paar helpt te vluchten.
XI - De golf van het hof. Oorspronkelijke titel: “El Golfo Courtesano.”Als u een leeuw, of schaap gezien heeft, heeft u ze allemaal gezien, maar de mens kent geen gelijke. Alle tijgers zijn wreed, alle duiven zijn eenvoudig, maar elk mens heeft zijn eigen natuur... Maar het zijn helaas niet allemaal mensen die we zien...: wijzen zonder werk, ouderen zonder voorzichtigheid, jochies zonder toezicht (sugeción), vrouwen zonder schaamte, rijken zonder barmhartigheid, armen zonder mildheid, heren zonder nobelheid, volk zonder urgentie (apremio), mensen zonder menselijkheid, personen zonder inhoud...
[De (een) engelse vertaling luidt: There are wise men without works, aged men without experience, youths without subjection, women without modesty, rich without compassion, Poor without humility, lords without nobility, commonwealths without government, deserts without reward, and men without humanity: De “oorspronkelijke” (Spaanse vertaling) tekst: sabios sin obras, viejos sin prudencia, mozos sin sujeción, mujeres sin vergüenza, ricos sin misericordia, pobres sin humildad, señores sin nobleza, pueblo[s] sin apremio, méritos sin premio, hombres sin humanidad, personas sin subsistencia.]
Dit hoofdstuk gaat verder met het verhaal van de wijze die de beiden heren heeft helpen ontsnappen van de “struikrover” – de mooie vrouw van wie de lezer nu de naam onthuld krijgt: Volusia, die symbool staat voor de wellust (voluptuosidad). Een thema van dit hoofdstuk is terug te vinden in aforisme #59 van het handorakel: Eindig goed: Als u het huis van Fortuna binnengaat door de deur van het plezier, zult u het verlaten door de deur van zorg, en omgekeerd...In El Criticon: Geloof me Andrenio, hij die begin in het geluk vind, zal eindigen in verdriet. Uiteindelijk komt het gezelschap bij het hof in Madrid aan en de wijze vraagt wat ze zien. Critilio antwoord dan: Een babylon van verwarringen, een Paris van vuil en smerigheid, een Rome vol verandering, een Palermo van Aetna’s rook, een Constantinopel van mist, een Londen van pest en een Algerije van gevangenen..bij een winkel waar wijsheid te koop gesteld stond vroeg Critilo de boekverkoper of hij deze kan help aan een gouden draad waarmee ze uit het verdorven doolhof kunnen ontsnappen... Deze passage verklaart de titel:... een kompas waarmee ze deze oceaan en golf van Circe kunnen bezeilen...De dialoog met de boekverkoper vult dit hoofdstuk en vertelt over dit boek – El Galateo Cortesano - waarin te lezen valt hoe de reiziger net als Odysseus de sirenen (problemen) kan ontwijken. (de titel van het boek is een combinatie van twee titels uit die tijd van verschillende schrijvers over etiquette. Aan het eind ontvangt Andrenio een brief waarin hij leest dat hij een nicht heeft en dus ook een moeder moet hebben, iets dat hij niet eerder voor mogelijk had gehouden.
XII - De betoverende charmes van Falsirena. Dit hoofdstuk begint zo: Al was Salomon misschien de meeste wijze onder de mensen, hij was ook diegene die het meest werd misleid door vrouwen, en terwijl hij hen het meeste liefhad, was hij het ook die het meest kwaadsprak over hen – vrouwen:Een slechte vrouw is een groot kwaad voor de man, zijn slechtste vijand, ze is sterker dan wijn, machtiger dan een koning ... Als ze mooi is wordt ze gezocht, als ze lelijk is zoekt ze zelf...Na deze beschrijving ontmoet Andrenio zijn nicht in het hof, waar deze eerste op hem toelopend uitroept: "Oh neef! Oh lieve Andrenio! Je bent even welkom als gewenst.”Falsirene vertelt het verhaal over Felisinda en Andrenio begrijpt dan dat zijn moeder de vrouw van Critilio is en dus zijn ...Critilio gaat naar Duitsland waar Felisinda volgens Falsirene zich zou bevinden en Andrenio blijft bij de betoverende Falsirene, blind en doof voor haar verleidingen. Als Critilio terugkomt, is het paleis van Falsirene gesloten en zijn beiden onvindbaar. Dan besluit hij Artemia te zoeken en komt onderweg een man tegen met zes zintuigen: Egenio “was zowel zijn naam als zijn natuur”. (De naam Egenio moet hier dus vertaald worden).Uiteindelijk vindt Critilio met de hulp van Andrenio in een grot en nemen hem mee verder het avontuur in.
XIII - De Wereldjaarmarkt, begint met het verhaal over de schepping van de mens en dat God al het slechte opsloot in een grot op een van de eilanden “Fortunadas” geheten; daar sloot hij de schuld op, en de straf, oorlog en honger, de pest ... tot aan de dood zelf... In tegenstelling kreeg de vrede, het goede, dapperheid en rijkdom... alle ruimte op aarde. De mens leefde zo zeer gelukkig. Het was echter de vrouw in haar lichtzinnigheid die niet kon rusten voordat ze wist wat er zich in die grot bevond. En opende zonder te denken – “want vrouwen doen eerst en denken pas daarna.” De deur van de grot...[vervolgens zoekt de slechtheid een plek in de wereld:] De Soevereiniteit (Soberbia) ontsnapte als eerste en zetelde zich in Spanje... Hebzucht begaf zich naar Frankrijk... Misleiding wortelde zich in Italië... De Woede nestelde zich in Afrika... Gulzigheid en zijn zus Dronkenschap ging naar Duitsland...Wispelturigheid ging naar Engeland... Eenvoud naar Polen... Onbetrouwbaarheid naar Griekenland... Barbaarsheid naar Turkije, Genot reisde naar Perzië, Sluwheid naar Moscow, Wreedheid naar Zweden, Onrechtvaardigheid naar Tartarië, Lafheid ging naar China, Roekeloosheid naar Japan. Luiheid die kwam te laat en ging op weg naar (Latijns) Amerika ...
-- Samenvatting deel 1, van A.T.T.
Eerste boek: In de lente van de kindertijd en in de zomer van de jeugd. De eerste vindt plaats "in de lente van de kindertijd" en "in de zomer van Jeugd". De oude Critilo, die bij terugkeer naar Europa uit America, schipbreuk geleden in de wateren van het eiland Santa Elena.
Critilo, de oude schipbreukeling, wordt gered door de jonge Andrenio die werd gezoogd en opgevoed door een beest en met haar kinderen leefde, gevonden in het wild, tot het punt dat hij niet eens weet hoe hij moet spreken: "maar waarschuwde de schipbreukelingen begrepen dat het ontbreken van een gemeenschappelijke taal hen tiranniseerde […]” (). En dan zal hij de beroemde lofrede van de taal maken voor de noodzaak communiceren en elkaar begrijpen. Als hij de ongeschoolde jongen leert spreken, begint hij met de namen van beiden, waarbij hij de zijne voorstelde als Critilo en hem die van oplegde Andrenio.
De oude schipbreukeling zal hem leren spreken, en nadat hij het doel heeft bereikt, Andrenio vertelt over zijn opvoeding in een grot en hoe hij door een aardbeving kon nadenken over het licht van de Zon en de schoonheid van de natuur, het werk van de Schepper.
Vanaf het begin worden de twee hoofdrolspelers geschetst als "pelgrims" daarvan seizoensreis van het menselijk leven en hun namen, Andrenio en Critilo, verwijzen al naar de basiskwaliteiten die ze vertegenwoordigen in de geest van Gracián. ... het allegorische element altijd aanwezig. De Criticón al als essentieel element in het algemene plan van het werk en als element accessoire in veel van zijn episodes of crises. En het algemene plan van de roman is de reis van de mens (Critilo en Andrenio) door het leven, die ernstige obstakels in de ontmoetingen van de hoofdrolspelers met ondeugden en deugden gepersonifieerd en, ook, af en toe, wanneer historische figuren verschijnen.
El Criticón bevindt zich op een zeer hoog punt van allegorische abstractie, waarin, rond de reis bereiken de symbolische pelgrims, vergezeld van de lezers, de levenswijsheid die de wereld in twijfel trekt en ontcijfert. De tocht gaat door de natuur en door het abstracte rijk van begrip. Voor sommige critici, de roman zou gesitueerd worden als een barokke variant van de Byzantijnse en bedevaartsroman de laatste gekweekt door Lope de Vega en Cervantes, zonder de parallelliteit en te vergeten contrasten die vooral worden gevonden met Don Quichot en de werken van Persiles en Segismunda, noordelijke geschiedenis, zijn nieuwste roman, ondanks de klinkende stilte en mogelijk uit minachting van de jezuïet voor El Manco de Lepanto (Cervantes).
De grote complexiteit van de allegorisch-filosofische roman van de jezuïet zit er niet in plotoverzicht, wat relatief eenvoudig is. Critilo lijdt schipbreuk nabij de kust van een verlaten en eenzaam eiland, wanneer hij de wereld rond gaat, na een gevaarlijk leven, op zoek naar van zijn vrouw Felisinda, die werd ontvoerd. Het personage wordt gered door de jonge Andrenio, die als een wilde tussen wilde dieren leeft en die op de bodem van een grot is geboren, voor omstandigheden die de tekst ons later onthult, in een duidelijke symbolische toespeling op de moederlijke baarmoeder . De literaire verwijzingen die dit suggereert zijn talrijk, uit de grot van Plato, die door de grot van Montesinos gaat vanaf het tweede deel van Don Quixote of de Segismundo's opsluiting in La vida es sueño.
De cultus van grotten en grotten uit de oude mythologie heeft de eeuwen overleefd Christendom; Laten we denken aan de sjamaan die afdaalt naar de hel om de ziel van de ziek gevangen door demonen, of in de mythe van Orfeo die afdaalt naar de ruimtes hels om Eurydice, zijn overleden vrouw, mee te nemen. De grote Leonardo da Vinci hij liet ons op schrift de gevoelens achter die hij ervoer bij het betreden van een grot: angst voor de donkere en dreigende grot en ook gretig om te zien of er niet wat in zat buitengewoon wonder. De afdaling in de grot, een authentieke regressus ad uterum moederlijk, is het een voorrecht voor de kunstenaar om één te worden met de Aarde-Moeder die brengt je in contact met de mysteries van de natuur en de schepping van de mens. De inwijdingsculten en mysterievieringen uit de klassieke oudheid impliceren een reis vol gevaren en obstakels; vandaar dat Aeneas en Dante een gids nemen totdat ze doordringen op de mysterieuze plek waar ze de mogelijkheid zullen hebben om een nieuwe kennis te ontdekken die dat wel zal doen het zal een diepgaande verandering teweegbrengen wanneer het het meest verborgen is plooien van zijn eigen wezen. Na deze uitweiding over de grotten, en terugkerend naar het onderwerp van de roman,
Als dank voor het feit dat hij door Andrenio is gered, zal Critilo hem leren spreken en doopt hem met de naam Andrenio; een Spaanse vloot redt hen van het eiland en neemt Spanje, wat zijn intrede in de samenleving van mannen bepaalt. tijdens zijn op het schip blijven, vertelt Critilo de zijne levenslang. Eenmaal van boord, de twee hoofdrolspelers beginnen een allegorische reis door het levenspad op zoek naar Felisinda, een reis die in verschillende etappes is uitgestippeld aan het hof van Spanje, Aragon, Frankrijk en Rome, totdat ze uiteindelijk het eiland van de onsterfelijkheid bereiken. De analogie tussen de begin en het einde, dat zich op de twee eerder genoemde eilanden bevindt, laat zien dat Gracián had een perfect ontworpen plattegrond die was gevuld met verschillende materialen Gracián's allegorische geest begint vanaf dit moment een creatie overweldigd en de roman biedt, ondanks zijn historische verwijzingen, een uitgesproken karakter tijdloos en een opzettelijke geografische vaagheid, zelfs handhavend, als een wandtapijt op de achtergrond een vage en dubbelzinnige Europese setting: Spanje, Frankrijk, Duitsland en Italië, die het onderwerp is geweest van veel controverses in de huidige kritiek.
Het verhalende materiaal is in de roman georganiseerd volgens een chronologie. Het beperkt de ontwikkeling van het leven van de mens in leeftijden, geassocieerd met de seizoenen van het jaar. Is Het is waar dat vooruitgang zich lineair ontwikkelt, maar met een oneindig aantal uitweidingen en schorsingen die het tijdelijk onderbreken. Gracián projecteert El Criticón als een Byzantijnse roman en maakt er uiteindelijk een filosofische reflectie van diepe christelijke connotaties die hem dwingen zijn schijnbare fabel op te geven Eerste plot: de reis op zoek naar de geliefde vrouw, moeder van zijn zoon. Later, na zijn "Entry into the World" (C, I, c. 5), moeilijk te vergeten Andrenio, en een verwoestende beschrijving van de "Staat van de eeuw" (C, I, c. 6), de pelgrims, Onder leiding van verschillende gidsen reizen ze als het perverse door denkbeeldige ruimtes Het hof van koning Falimundo, waarin Andrenio vastzit door het drinken van giftig water van "De bron van bedrog" (C, I, c. 7), of de onvergelijkbare en prachtige "Republiek van Artemia” (C, I, c. 8), die Critilo zal helpen zijn metgezel Andrenio te bevrijden. Na vele incidenten roepen de pelgrims "De hoffelijke golf" (C, ik, c. 11), symbool van het gevaarlijke Madrid van het historische moment, waar toevallig Andrenio en Critilo ontdekken dat ze zoon en vader zijn. Geconfronteerd met deze onverwachte analyse of erkenning, komen beiden overeen om te blijven zoeken en Felisinda te vinden, de moeder en vrouw vermist. In Madrid laat de jonge Andrenio zich door hem verleiden Falsirena's seksuele spreuken (C, I, c. 11) en Critilo aarzelt niet om de natuur, de sluwe en subtiele kwade kunsten van vrouwen. Critilo zal krijgen red hem met de hulp van een partner. Vader en zoon zullen het Hof ontvluchten tot ze elkaar tegenkomen "De beurs van de hele wereld" (C, I, c. 13), waar alle koopwaar van menselijke ijdelheid.
Vandaar gingen ze naar Aragón, in wiens velden de jezuïet de allegorische plaatste poort van de "mannelijke leeftijd", die met een grote chronologische licentie samen de vader en zoon. De eerste, en vooral de tweede leeftijd van de mens, Jeugd gek, gedomineerd door liefde, is afgelopen.
Reacties