Het leven van Machiavelli (2)

... vervolg van Een:

Vijf. Bredere horizon... Florence moet in die tijd zijn machtspositie bestendigen door invloed te houden over schaduwstaten zoals Pisa... hetgeen steeds moeilijker wordt. Als een leider van de strijdmachten – Paolo Vitelli- Pisa niet in toom weet te houden volgt een nieuwe executie van dezelfde Vitelli. Mach adviseert de Kardinaal Ruan van Rome in zijn wens om zijn macht uit te breiden over Italië, maar de kardinaal slaat het advies in de wind en vervolgt zijn eigen plan dat mislukt.

Zes. Een woedende echtgenote en een onrustige hertog
Machiavelli trouwt in 1501 met Marietta Corsini, maar dat belet zijn liefde voor omgang met andere vrouwen niet. Dit is typisch voor de tijd. Als Machiavelli zich niet houdt aan zijn plan om op tijd terug te keren van een ambtsreis, ontspringt te woede van zijn nieuwe echtgenote en moet zijn vriend Biagio dit keer tussen beide komen (intermediëren).

Zeven. Het grote theater van de politiek... Hij onderhandelt met El Valentino wiens macht afbrokkelt en die voorstelt om met Florence een alliantie aan te gaan. Mach. licht het bestuur in en die is van mening dat de hertog maar de strijd aan moet gaan met zijn eigen vijanden en dat gebeurt ook; hij laat de rebellen ophangen. Het is voor Mach. Ongetwijfeld weer een voorbeeld van zijn kennis van de realiteit van de politiek van die tijd.

Acht. Geschiedenis leert voor wie er voor open staat... Met hulp van koning v.d. Fransen redt Florence zich van de hertog. In het bestuur wordt duidelijk dat er een persoon moet komen die meer macht heeft dan de wisselende meningen van de individuele bestuurders en de positie van Gonfaloniere – opperste magistraat - wordt hiervoor opgezet.
Mach. krijgt meer aanzien bij de Gonfaloniere en hij begint zijn ideeën uiteen te zetten dat het in belang van Florence nodig is dat er een strijdkracht komt onder het gezag van de staat. Ondertussen heeft de hertog enkel nog een alliantie met de republiek van Venetië, maar de macht van de hertog loopt snel ten einde. Rome, Florence a en de koning van fransen werken aan een plan om hem definitief te stoppen en hij wordt uiteindelijk gevangen genomen in Rome.

Negen. waarschijnlijk een te omvangrijk idee... Met het einde van El Valentino in zicht, adviseert mach. Rome om zich tegen de uitbreiding van Venetië te wapenen. Binnen Florence werkt hij aan zijn plan om te komen tot een eigen militie die ingezet kan worden voor de bescherming van de staat omdat de inzet van een huurleger (mercenarios) niet te organiseren is. Uiteindelijk (1506) weet M. een leger samen te stellen en het volk observeert het defilé en ziet toe hoe voor het eerst een militaire organisatie tot stand gekomen is. 

Tien. Afgunst van de Florentijnen en een gevechtspaus... Mach. vervolgt zijn project van de Florentijnse militie en probeert te overtuigen dat deze nieuwe militie het lot van Italië kan veranderen. Maar het project ondervindt (steeds meer) weerstand, o.a. omdat de militie tegen Pisa serieus werd genomen, maar .een aanval of bescherming tegen de macht van de Paus veel minder.
De groten en machtigen (magnaten) binnen Florence keren zich massaal tegen hem, onder andere in persoon van de aristocraat: Alamanno Salviati..

Elf. De missie tegenover de keizer en de overwinning van Pisa... Als er een missie naar de keizer (Karel V) moet worden ondernomen om zijn plannen te kennen, wordt door de macht van de aristocraten niet Mach. gekozen maar Francesco Vettori, met als reden dat er iemand moet komen die jonger is en minder ondernemend. De klap komt hard aan voor Machiavelli. Het verschil tussen rijk en arm wordt duidelijk – en ook waar de echt macht zit: in ideeën en kennis of in legaat van de aristocratie.
Toch onderneemt Mach de missie omdat Soderini Vettori niet vertrouwt.

Hier volgen lessen in cultuur. Mach. is onder de indruk van de organisatie van de Germanen en de vrijheid van de steden, staten. Hij verbaast zich over de rijkdom die hij aantreft en merkt op dat het komt omdat de boeren er arm leven. “ De Duitse volken leven als armen: ze bouwen niet, ze geven niets uit aan kleren en houden geen provisie in huis aan.” Niemand maakt zich zorgen over wat er niet is, maar over wat nodig is. en hun benodigdheden zijn veel minder dan die van ons. Het brute bestaan krijgt niet de waardering van Mach.
Waar het privélevens hem niet inspireert, bewondert hij de militaire organisatie, waar de Italianen veel van kunnen leren. De soldaten worden gewapend en geoefend onderhouden, net zoals hij wilde met zijn Florentijnse Militie. Elke stad heeft grote pakhuis met wapens en munitie EN... ze hebben reserves van brandhout en voedingsmiddelen zodat ze een belegering kunnen uitzitten. Bij zijn terugkomst in 1509 is de overwinning en vrede met Pisa een feit.
 
12. Het onheil nadert... Toch is de overwinning op Pisa niet voldoende om de weerstand tegen Mach. te stoppen. Een unanieme bron beschuldigt Machiavelli refererend aan zijn vader over de schulden die hij naliet bij de gemeente. Naast deze intriges krijgt de lezer inzicht in het leven buiten het politieke leven en specifiek een anekdote over een valstrik die Luigi Guicciardini hem levert met een vrouw, waarover M. een letterlijk middeleeuws proza schrijft dat niet onderdoet voor hedendaagse porno.
Maar de dreiging van de fransen, de Duitsers die inmiddels met de Engels gelieerd zijn, het leger van de paus en de Spaanse troepen in het zuiden, naast de losse staten die zich in bochten wringen om niet omver geworpen te worden.

13. Hoe een republiek sterft. De Franse koning wordt in 1512 verslagen (door Karel V?) en de Spaanse troepen trekken richting Florence. Virrey Cardona wil een deal met Florence, maar Pier Soderini geeft de Medici de vrij hand om terug te keren.
De Spanjaarden plunderen Prato hetgeen het einde van de republiek betekent.

14. Tragedie en glimlach... het betekent ook het einde van Mach. als secretaris op 7 november 1512 als Pier Soderini het land uitgezet wordt en de medici na 18 jaar banningsschap terugkeren. Mach wordt gevangen genomen en dat betekent in die tijd: marteling (handen geboeid achter zijn rug en aan touwen opgehangen en vervolgens laten vallen).
Paus Julio II sterft in maart 1513 en Juan de medici wordt paus Leon X.
En dit betekent dat de Florentijnen juichen want ze zien handel met Rome... Machiavelli wordt na 18 manden vrijgelaten en schrijft aan Vettori dat het hem verbaasd dat hij zoveel penurie heeft kunnen volhouden. Vandaar ook weer een glimlach.

15. Levend (Parecer vivo). Mach. wil de intensiviteit herwinnen die voelde als kanselier, maar nu is hij alleen en begint weer te schrijven. Hij vraagt aan Vettori om bemiddeling bij Leon X voor het vinden van werk voor de republiek, hetgeen niet lukt de zaken zijn veranderd. De bittere glimlach verandert in een traan. Hij leert om zich niet meer zo passievol in te zetten, na deze teleurstellingen. Maar de gesprekken met Vetorri blijft hij ver van de politieke wereld van toen en hij trekt zich terug op het boerenland waar hij zich toelegt op poëzie.

De Vorst en de liefde... De grote politieke werken, schrijft de biograaf ontstaan niet op afstand en met het koude licht van het verstand zoals de academici denken, maar door betrokkenheid in het echte leven... en zo ontstaat De Vorst. M. had gehoopt dat door zijn werk hij dichter bij de aristocraten (de medici) zou komen en zij z’n inzicht zouden overnemen, hetgeen niet gebeurde.
In de vorst rekent Mach af met de traditionele wijsheid en schrijft dat deze nieuw leider zowel vos als leeuw moet zijn: sterk en slim: Als vos om de valstrik te kennen, en als leeuw om zich te verdedigen tegen “de wolven”. Riccio en Riccia (homoseksueel?)

17. De komedie van het leven... Het trieste leven van M. vervolgt met een confessie aan Giovanni Vernacci. Machiavelli. mag nog een keer advies geven aan de paus en schrijft het gedicht de ezel (el asno) over de status (condicion) van de mens...”wordt naakt en ongewapend (indefensief) geboren...”
Ook schrijft hij Mandragora.

18. De smaak van de geschiedenis. La mandragora wordt een groot succes en volgt op discours over de eerste decade van Titus Livius.
Hij neemt deel aan een club jonge sprekers – de tuin van Bernardo Rucellai – die aan zijn lippen hangen en zijn ervaring, kennis en ideeën willen horen.
Hij verblijft in Lucca. En wordt later gevraagd om de geschiedenis van Florence te documenteren. Gefinancierd door de medici.

19. Het verhaal over monniken, de hel en duivels. In 1521 wordt hij naar Capri gestuurd om, Francesco Guicciardini gouverneur van Modena. Hij moet een nieuw organisatie bedenken voor de overgang van bestuur van de medici. Messer Santi en de republiek “de los zuecos”...

20. De laatste liefdes... De schone Barbera (barbara) Satutati Raffacani. Hij is dan 50 jaar en de liefde gaf zijn leven een special cadeau (obsequio) dat zijn leven warmte en schoonheid gaf.
Guicciardini helpt hem echter niet verder (met zijn militaire staats ideeën) en het professionele leven van mach. eindigt van een komedie eerder in een tragedie.

21. Op het plein Vecchio en voor het laatst op het strijdveld... “... als het leven ten einde loopt, nemen mensen afstand en verdwijnt hun passie...” schrijft de biograaf als inleiding.
In 1525 maakt hij geschiedenis van Florence af.
De republieken die het slecht georganiseerd zijn, veranderen steeds van regeringsvorm mar veranderen niet van vrijheid in tirannie, maar van tirannie in “licencia”. Steeds zijn deze regeringen instabiel: Men houdt niet van goede mensen, de ander omdat men niet van wijzen houdt; de ene doet eenvoudig alles fout, de ander moeilijk iets goeds...” schrijft Mach.

22. Meer houden van het vaderland, dan van zijn eigen alma (geest)... En dan eindigt het... met de beroemde plundering van Rome (van Clemente Vii) door de Duitse lansquetes en Spaanse troepen.
Machiavelli is dan inmiddels ziek geworden en heeft maagkrampen en hoofdpijn en sterft op 21 juni 1527 na een confessie aan broeder Matteo...
 
Het leven van Machiavelli (slot) De tragiek van het leven van Machiavelli wordt duidelijk wanneer zijn opvolger een jonge(re) aristocraat is die weliswaar niet dezelfde intellectuele bagage heeft, maar - en dat is de tragiek - wel uit het juiste milieu komt. Machiavelli was maar een gewone jongen (schrijft het Nrc).
En dan de taal; wat is nu zo typisch in het verhaal over Machiavelli; hij sprak geen Grieks [bijzonder detail...], maar beheerste naast het Italiaans uit de tijd enkel Latijn...

De gelijkenis met Erasmus: Eén Europa, eén cultuur, eén taal? Het latijn!

In een oude referentie vond ik nog, dit:
Zowel Schrijvers als Eugène Roorda, die ons inwijdt in de cynische geheimen van de reclamewereld, blijken te zweren bij amorele managementsgoeroes avant la lettre. De 15de-eeuwer Niccolo Machiavelli en de 16de-euwer Baltasar Gracián, biechtvader van het Spaanse hof. 'Wees goed als het kan, maar rot als het moet.' http://www.fd.nl/artikel/13658349/rat-gedijt-tijden-crisis

-- 6 april. 

Er zijn natuurlijk meer biografieën. Ook een Nederlandse, zag ik, via een boek op bol.com (foto)
Erica Benner is een goed geschreven en makkelijk leesbaar boek ... Wat mij boeide was haar enorme kennis over het chronologische verloop van het leven van Machiavelli, de beschrijving van de rol van zijn familie en vrienden, zijn liefde en beschermzucht voor Firenze en zijn uiterst politieke sluwheid en intelligentie.
Wat ik daarentegen niet apprecieerde in haar schrijven, is haar nieuwe Machiavelli denkwijze: Volgens Benner moet haast alles wat Machiavelli heeft geschreven met de bril der dubbelzinnigheid worden gelezen. Met andere woorden, (haast) alles kan zowel op de ene als op de andere manier worden geïnterpreteerd en dat is nu net iets te gemakkelijk naar mijn mening. Het is allemaal een beetje dubbelzinnig. Benner noemt deze werkwijze ’de sluwheid van de vos’ omdat de vos (lees: Niccolò) zich op die manier indekt tegen mogelijke vergeldingen van de machtshebbers (alsof die niet tussen de regels kunnen lezen!). Volgens mij ’dekt’ Benner zichzelf in tegen misinterpretaties van haar nieuwe theorie. Benner is docente in Yale en ’experte’ in Machiavelli en dus is dit een nieuwe Machiavelli-denkstroming, alsof we er al niet genoeg hadden!

In ’De Heerser’ prijst Machiavelli Cesare Borgia de hemel in als het prototype van de machtshebber, maar volgens Benner bedoelt Machiavelli het dus net andersom: Borgia is een grote blaaskaak. Benner haalt (verkorte!) stukjes tekst uit De Heerser aan die met heel wat moeite dubbel kunnen worden begrepen, maar ze vergeet met opzet een heleboel beroemde quotes uit De Heerser die helemaal niet ambigu zijn en die de grote bewondering van Machiavelli uitdrukken voor één van de enige mannen in de Italiaanse Renaissance voor wie hij respekt had. In Cesare zag hij namelijk de mogelijkheid om zijn geliefde Italie één te maken, en, nog veel belangrijker, Borgia deed waar Machiavelli alleen maar van kon dromen: een eigen militie organiseren om de buitenlandse machten uit Italie te houden. Dit was Machiavelli’s ultimatieve doel maar hij heeft dit nooit voor elkaar gekregen. Borgia deed dit wel en niet alleen in woorden.

Benner is volgens de achterflap ’experte’ in Machiavelli maar het is duidelijk dat haar kennis van Cesare Borgia en paus Alexander VI begrensd is waardoor ze Machiavelli’s Heerser onrecht aandoet. Om Machiavelli te kunnen begrijpen moet je namelijk ook dat hoofdpersonage van De Heerser (èn zijn familie, èn de tijdsgeest, èn de hoofdpersonages in die tijd) perfekt kennen. Ze had zich meer moeten verdiepen in het leven van beide Borgias, in hun ambities, in hun plannen die ze ook bijna hebben kunnen uitvoeren, in hun persoonlijkheid en prestaties. Paus Alexander VI was helemaal niet zomaar een bedrieger zoals Benner hem al te simplistisch beschrijft en zoals ze weerom Machiavelli gebruikt om hem op die manier te portretteren. Het is waar dat Alexander VI de laatste 5 eeuwen op die manier werd beschreven door Borgia-haters, maar in de 20ste en 21ste eeuw zijn er ondertussen een heel aantal solide biografieën geschreven door gerenommeerde geschiedschrijvers die de eeuwen van Borgia demonisering tegenspreken en de Borgia familie in haar eer herstelt. Denk maar aan Orestes Ferrara, Garner, Mallett, Hollingsworth, Woodward, Bradford, Meyer etc.). Wanneer ze de beroemde Borgia familie begrijpt en vooral Cesare’s gecompliceerde persoonlijkheid doorheeft, dan zou haar grote kennis van Machiavelli’s geschriften een diepere, en intelligente Heerser kunnen peilen in plaats van de domme krachtpatser die ze nu van hem maakt.
De dubbelzinnigheid theorie vind ik persoonlijk dus te simplistisch. Ook de beschrijvingen, conversaties en interpretaties van Machiavelli’s gesprekken met Borgia zijn te subjectief beschreven, en je voelt in de taal Benner’s antipathie voor Cesare Borgia. (bron: https://www.bol.com/nl/nl/p/als-een-vos/9200000086440943/)

-- 10 mei 25. #30F Het vocabulaire van Machiavelli:
ANACYCLOSE (anakyklose)
Een leerstelling die ervan uitgaat dat de geschiedenis van politieke regimes onderhevig is aan een circulaire cyclus die van natuurlijke en noodzakelijke aard is. Het was vrij gebruikelijk in het Griekse politieke denken (Plato en Aristoteles, hoewel de meest uitgebreide ontwikkeling ervan te vinden is bij Polybius. De cyclus zou bestaan ​​uit een onvermijdelijke beweging van de drie vormen naar de corrupte, waaraan een primitieve monarchie zou moeten worden toegevoegd: primitief koninkrijk-monarchie-tirannie-aristocratie-oligarchie-democratie-olocratie. Polybius wijst erop dat om de cyclus te vermijden, sommige steden een gemengde grondwet hebben geproduceerd (bewust in Sparta, per ongeluk in Rome), wat voor meer stabiliteit en duur in de tijd zou zorgen. Machiavelli zet in Discourses, 1, 1, zijn cerchio de le republiche uiteen op basis van Polybius' tekst, hoewel het onbekend is welke bron of vertaling hij precies gebruikte. De versie van de Florentijn volgt de Griekse historicus soms letterlijk, hoewel er ook enkele fundamentele verschillen opvallen. Machiavelli lijkt bijvoorbeeld het sterke naturalisme dat nog steeds aanwezig is bij Polybius af te zwakken (met zijn vergelijkingen van menselijke en dierlijke samenlevingen, en zijn meer fatalistische. De Florentijn neemt Rome als voorbeeld en heroriënteert (veel duidelijker dan Polybius) de naturalistische verklaring van politieke veranderingen naar een strikt historisch-politieke benadering. Als oorzaken van verandering of stabiliteit beroept hij zich op instellingen en het rechtssysteem, op militaire expansie en organisatie of op interne sociale strijd.

BARBAREN (barbari)
Met deze uitdrukking worden buitenlanders bedoeld die het Italiaanse schiereiland bedreigden of binnenvielen: Franse, Duitse, Spaanse of Zwitserse legers die sinds de tijd van Karel de Grote ernaar streefden om bepaalde delen van Italië te domineren of er een hegemonische positie te verwerven. De bevrijding van Italië van de "barbaren" is een formule die al in Petrarca voorkomt en die vaak wordt gebruikt voor retorische doeleinden of als rechtvaardiging voor discutabele strategieën en beslissingen (zoals Erasmus ironisch zal opmerken). Bij Machiavelli is het een terugkerend thema in zijn werk en de expliciete praktische motivatie van De Prins. Voor de Florentijn zijn de kwalen die voortvloeien uit buitenlandse overheersing meer dan een retorische oefening: ze vormen een dringend probleem waarover nagedacht en dat aangepakt moet worden. Dat is de reden voor zijn scherpe kritiek op Italië en de politieke leiders van zijn tijd.

CORRUPTIE
Machiavelli gebruikt dit begrip uitgebreid om bepaalde dynamieken van politieke lichamen te verklaren en ook om de huidige tijd te bekritiseren: "Questi nostri corrotti secoli." Corruptie is in de eerste plaats een natuurlijk proces: "Alles in deze wereld heeft een onvermijdelijk einde." Politieke organen verzamelen in de loop van de tijd 'overbodige materie' waar ze zich van moeten ontdoen om weer vitaal te worden. Dit zou op generieke wijze twee politieke verschijnselen verklaren: de onvermijdelijke tendens tot achteruitgang en de noodzaak van periodieke hervormingen. Vanuit dit generieke naturalistische raamwerk wordt corruptie in sociologische, politieke en historische termen verklaard. Zo worden bijvoorbeeld langdurige perioden van rust en vrede, buitensporige ambitie en luxe, afname van de eredienst, versoepeling van gewoonten, onjuiste beleidslijnen en wetten, etc. genoemd als oorzaken van corruptie. Soms heeft corruptie betrekking op de 'materie' van de staat (het 'maatschappelijke lichaam', het volk in het algemeen) en komt het tot uiting in de teloorgang van de goede zeden, de vrijheidsliefde, enz. Andere keren kan het specifieker betrekking hebben op religie, het rechtssysteem, enz. Bijzonder helder is de analyse van de ondergang van de Romeinse Republiek, waarin Machiavelli zich in het bijzonder interesseerde.

EEUWIGHEID VAN DE WERELD (aeternitas mundi)
De leer ten gunste van de eeuwigheid van de wereld, toegeschreven aan Aristoteles, ontwikkelde zich vooral in de context van het Latijnse averroïsme (Siger van Brabant, Boëthius van Dacia), en werd in feite al in de 13e eeuw door de Kerk veroordeeld. Machiavelli lijkt, niet zonder enige voorzichtigheid, aan deze leer vast te houden. Volgens zijn eigen verslag heeft de wereld altijd bestaan ​​en zal altijd blijven bestaan, hoewel hij periodiek wordt verwoest door natuurrampen (overstromingen, plagen, enz.), waardoor hij wordt uitgeroeid. "Wereld" lijkt hier in wezen te verwijzen naar de wereld van het menselijk ras (umana generazione, enz.). De genoemde catastrofes, samen met de periodieke verwoestingen veroorzaakt door menselijke invasies en oorlogen, zouden verklaren waarom de herinnering aan verschroeide beschavingen verloren is gegaan. We zijn geen getuige van een conceptuele ontwikkeling van de theorie, waarvan de vermelding bijna een getuigenis is. Haar polemische aard met betrekking tot de standaard christelijke kosmologie is echter relevant. Aan de ene kant, eeuwigheid Dit zou in tegenspraak zijn met het Bijbelse verhaal van Genesis, dat de leeftijd van de mensheid op ongeveer zesduizend jaar stelt. Aan de andere kant zijn er de periodieke verwoestingen en de vernietiging en opeenvolging van godsdiensten sluiten het christendom niet uit. Daarmee verliest het zijn uitzonderlijke karakter en wordt het blijkbaar gezien als slechts een godsdienst, die gedoemd is te verdwijnen.

FORTUNE (fortuin)
Fortuin is in de eerste plaats datgene wat mensen en menselijke samenlevingen niet kunnen voorzien en daarom relatief oncontroleerbaar is. Uitdrukkingen als 'het geval', 'de tijd' of 'de kwaliteit van de tijd' lijken te verwijzen naar omstandigheden of conjunctuur. Ze zijn dus, in ieder geval gedeeltelijk, het resultaat van toeval. Andere uitdrukkingen, zoals 'geluk', 'God' of 'de hemel', kunnen ook dienen als verdelers van deze omstandigheden en dus synoniemen zijn voor fortuin.
Zowel voor individuen (wat Machiavelli "specifiek lot" noemt) als voor volkeren en politieke instanties ("algemeen lot") wordt de onmogelijkheid van een perfecte voorspelling of wetenschap van menselijk handelen aanvaard. Echter, elk fatalisme dat beweert dat er geen remedie tegen lot bestaat, wordt eveneens verworpen. Het is dus een relatieve grens van het menselijk vermogen (individueel en collectief) om zichzelf te projecteren, een grens die het denken aan een perfecte politieke wetenschap verhindert, maar die de algemene remedies in het riscontro (vergelijking, confrontatie) tussen mensen en lot niet uitsluit: voorzichtigheid en vooruitziendheid voor staten, deugd in het geval van individuen. Er zou een dubbele tegenstelling kunnen worden toegevoegd: in tegenstelling tot het christelijke lot, dat uiteindelijk onderworpen is aan de goddelijke voorzienigheid en de goddelijke gerechtigheid, stelt Machiavelli geen enkel transcendent of verlossend element voor. Daarentegen zou, in tegenstelling tot de alliantie of verzoening tussen deugd en lot, die kenmerkend was voor de klassieke wereld (lot als beloning voor deugd), het oppositieve en vijandige karakter van het lot behouden blijven. fortuin, kenmerkend voor de christelijke wereld. Tegenover alle vertoog over berusting of innerlijke vlucht ligt een uitnodiging tot verzet en actie, ook al hangt uiteindelijk alles, inclusief de verdeling van de deugd, af van
de onoverwinnelijke kracht van het lot.

HUMORS (umori)
In de galenische geneeskunde waren de humores de vloeistoffen van het menselijk lichaam. Het contrast en het evenwicht tussen hen verklaarden de gezondheid en maakten ziekte juist tot een probleem van humorale onevenwichtigheid. De verschillende samenstellingen van de lichaamsvochten bepalen ook het temperament, dat wil zeggen de fysiologische en psychologische kenmerken van het individu. Machiavelli gebruikt de humorale leer om aspecten van de individuele psychologie te verklaren (bijvoorbeeld het onstuimige of cholerische karakter) en vaker, zij het op een metaforische manier, om de dynamiek van het politieke lichaam, zijn kracht en zijn corruptie te beschrijven. Op deze manier wordt de noodzakelijke strijd en het evenwicht tussen de maatschappelijke klassen en hun verschillende tendensen verklaard: de ambitie van de groten en het verlangen naar vrijheid van het volk (soms komt er ook een derde categorie voor, die gelijkstaat aan het plebs). Soms verwijzen humoren naar een kracht of strekking (ideologisch, politiek, sociaal) van het politieke lichaam. Wat het sociale en klassenconflict betreft, verdedigt Machiavelli een schema waarin dit conflict zelfs de basis van de macht van een staat kan vormen, op voorwaarde dat het zich kan uiten in een sociaal en normatief evenwicht, zoals in het geval van het republikeinse Rome. Het omgekeerde gebeurt wanneer het conflict ontaardt in een burgeroorlog (Romeinse decadentie) of in een voortdurende strijd tussen partijen zonder de mogelijkheid van juridische en sociale bemiddeling (Republiek Rome).
Florence).

VRIJHEID (libertà)
Hoewel Machiavelli de term met verschillende connotaties gebruikt, springen twee betekenissen eruit als de meest relevante: enerzijds vrijheid met betrekking tot de autonomie of onafhankelijkheid van een staat of politiek orgaan; Machiavelli verwijst daarentegen (vooral in de Discoursen) naar vrijheid in de zin van een bepaalde republikeinse traditie, die op haar beurt twee aspecten zou bevatten. Ten eerste, met betrekking tot het type regering dat zich verzet tegen het vorstelijke en dat relatieve gelijkheid toestaat (zowel materieel als juridisch, en deelname van burgers aan instellingen en het leger, enz.). Deze toespeling op "republikeinse vrijheid" kan worden toegepast op zeer verschillende politieke vormen: Athene, Sparta, het republikeinse Rome of de Italiaanse republieken van de Middeleeuwen en de Renaissance. Machiavelli behandelt in ieder geval ook een andere dimensie van vrijheid met republikeinse wortels en onafhankelijk van de regeringsvorm, namelijk de vrijheid van overheersing die, via de wet, het volk of de burgers beschermt tegen interne onderdrukking en willekeur, met name tegen de ambitie van de heersende klassen. In deze dubbel-republikeinse zin zouden we dan een reeks verschijnselen hebben die tegengesteld zijn aan vrijheid: monarchie, tirannie, aristocratisch despotisme, vivere servo of licentie (een soort anarchie waarbij het volk zichzelf bestuurt zonder wetten en die doorgaans aanleiding geeft tot tirannie). Om de erwt te verklaren Machiavelli doelt op het verlies van de "vrijheidsliefde" (in de dubbele betekenis van autonoom leven en republikeinse kenmerken) en op het destructieve karakter van de Romeinse expansie en de verderfelijke rol die het christendom daarin speelde.

NATURALISME (natura)
Het is onmiskenbaar dat Machiavelli's politieke ideeën gevormd worden door een zeker naturalisme. Sterker nog, de Florentijn doet een beroep op de natuur om de mogelijkheid van politieke kennis te creëren. Het is de essentiële identiteit en uniformiteit van de menselijke natuur die het ons mogelijk maakt het heden te vergelijken met situaties uit het verleden en die daardoor de mogelijkheid opent voor een technische kennis van de politiek op basis van de geschiedenis. Machiavelli eigent zich een hele reeks doctrines van naturalistisch karakter toe, waarop hij zich baseert om bepaalde historische of politieke verschijnselen te verklaren: anakyklosis, de leer van de eeuwigheid van de wereld en van periodieke catastrofes, een antropologie van fundamenteel gepassioneerde fundamenten, de leer van de humoren, de terugwerkende kracht van politieke lichamen naar hun principes om hun natuurlijke neiging tot corruptie te zuiveren, enz. Wat Machiavelli ons echter presenteert, is meer dan een systeem; het is een assortiment van slecht gedefinieerde naturalismen zonder enige schijnbare organische verbinding; een veelheid aan verklaringen van wisselend belang, die vaak op een zeer algemene en onnauwkeurige manier werken. In werkelijkheid lijkt deze aard te worden gepresenteerd als een afgelegen oorzaak van geschiedenis en politiek, waarvan de verklaring altijd moet worden aangevuld met een veelvoud aan directe oorzaken, van een sociologische orde (onderwijs en religie, klassenstrijd, politiek (instellingen, militaire organisatie, historisch moment), of van een andere aard (de conjunctuur, het lot, enz.). Als algemeen schema heeft het naturalisme echter een hoge strategische waarde. Fundamenteel lijkt het te dienen om een ​​algemeen kader van geschiedenis en politiek te presenteren, vrij van einddoelen en christelijke voorzienigheid en, uiteindelijk, misschien ook van elke betekenis.

NODIG (heeft behoefte)
Machiavelli gebruikt de term op veel verschillende manieren. In het meest relevante geval wordt behoefte gezien als een toestand of situatie die het menselijk gedrag bepaalt. Soms is het een puur natuurlijk fenomeen (bijvoorbeeld de vruchtbaarheid van een land) of ongepland (een onvoorziene gebeurtenis of situatie); op andere momenten kan de noodzaak zichzelf worden opgelegd door wetten, gewoonten of instellingen. In ieder geval dwingt de noodzaak iemand zich aan te passen aan de situatie of beperkt op zijn minst het scala aan handelingsmogelijkheden. Dat gezegd hebbende, als we bedenken dat menselijk handelen wordt gedreven door zijn gepassioneerde en conflicterende aard (ambitie, hebzucht, luiheid, enz.), begrijpen we waarom, voor Machiavelli, noodzaak een uitgesproken positieve invloed heeft op politiek gebied. Dit maakt het gemakkelijk te begrijpen waarom hij stelt dat mensen "niets goed doen tenzij uit noodzaak", en ten slotte, waarom noodzaak wordt gecontrasteerd met keuze (die alles met verwarring vult), met vrije tijd (vader van wanorde en corruptie), of met ambitie. Voor het overige, in tegenstelling tot fortuin, dat verhindert te zien welk pad te kiezen, toont de noodzaak haar kaarten en bepaalt ze een min of meer beperkt pad. Juist om deze reden wordt ons gedrag voorspelbaar, en daarom, bijvoorbeeld, wanneer we tegenover de vijand staan, Het is raadzaam om het noodzakelijke karakter ervan te verbergen en het te presenteren als een vrije keuze.

GELEGENHEID (occasione)
Gelegenheid is een begrip dat nauw verbonden is met geluk en deugd. Grofweg gezien wordt het gezien als een offer van het lot (of soms van God of de hemel) voor het succes van menselijk handelen. De kans wordt gekenmerkt door haar moeilijkheid om te identificeren en door haar vluchtige aard (in het korte boek Capitolo dell'Occasione wordt ze beschreven met één voet op het rad van fortuin). Het grijpen van de kans vereist duidelijk een voorzichtige component (weten hoe het geschikte materiaal en het juiste moment voor actie te identificeren, en een vastberaden wil (daadkrachtig en zonder uitstel handelen) van de kant van de persoon aan wie de kans wordt geboden. In het geval van De Prins biedt het geluk een onovertroffen kans om Italië te redden en te verenigen; in De Mandragora gaat het meer om het bereiken van het object van iemands liefdesverlangen. In beide gevallen ontstaat de kans uit een moeilijke of wanhopige situatie die de actie zeer riskant of moeilijk maakt, en wordt daarom ook gepresenteerd als een kans om uitstekende deugdzaamheid te tonen.

NIEUW/CIVIEL VORSTENDOM (principato nuovo / civile)
Een van de centrale thema's van The Prince is de analyse van de oprichting en het behoud van nieuwe (en gemengde, in tegenstelling tot erfelijke en kerkelijke) vorstendommen. Het vorstendom lijkt de enige oplossing voor het verdeelde, corrupte, militair impotente en uiteindelijk door de 'barbaren' geplunderde Italië. De moeilijkheid van het nieuwe vorstendom ligt in het feit dat het een politieke orde is die ontbreekt traditionele bronnen van legitimiteit, vandaar het relatief revolutionaire en kwetsbare karakter ervan, en vandaar ook de bijzonder relevante rol van geluk en kansen, waarvoor buitengewone deugdzaamheid vereist is. Tot deze deugd behoort het gebruik van geweld en bedrog. Dit zou verwerpelijk zijn als er een effectieve politieke orde bestond die mensen tegen beide beschermde. Wanneer er echter gewelddadige chaos en corruptie heersen, is dit onvermijdelijk. Het is ook duidelijk dat de legitimiteit van het nieuwe vorstendom dan een "consequentialistisch" karakter heeft, dat wil zeggen dat deze gebaseerd is op de veronderstelde goede effecten die het a posteriori teweeg kan brengen. De kwestie van het burgerlijk vorstendom, waaraan Machiavelli hoofdstuk 1x van De Prins wijdt, verdient een apart hoofdstuk. Dit vorstendom lijkt geweld en bedrog uit te sluiten en sommige uitleggers hebben het in een republikeinse zin opgevat (bijvoorbeeld in relatie tot Verhandelingen 1, XVII) of het in verband gebracht met de situatie onder het regime in Florence.

REDEN VAN STAAT (ragion di stato / arte dello stato)
Het begrip 'rede van de staat' is niet op Machiavelli van toepassing, zij het met veel voorbehouden. We vinden de uitdrukking bij Francesco Guicciardini en Giovanni della Casa, maar pas bij Giovanni Botero ontwikkelde het zich tot een doctrine. Het zou een hele reeks empirische kennis (demografische, geografische, economische informatie, etc.) en technische kennis (regels die door voorzichtigheid worden opgelegd ten aanzien van politiek, oorlog, etc.) omvatten, gericht op het versterken en behouden van staten. Deze kennis veronderstelt een zekere politieke orde, en ook de orde die wordt opgelegd door de natuurlijke en goddelijke wet van de christelijke traditie. Geweld en bedrog kunnen alleen worden verontschuldigd in geval van overmacht, en altijd om de gevestigde orde te behouden of te herstellen en niet om bijvoorbeeld te veroveren. Deze uitdrukking vinden we niet bij Machiavelli, die in plaats daarvan de ‘kunst van de staat’ (arte dello stato) gebruikt: een kennis die gebaseerd is op een bepaalde lezing van de geschiedenis en op de effectieve praktijk van de hedendaagse politiek. Hoewel we deze term niet bij Machiavelli vinden, is het duidelijk dat zijn opvatting van de politiek van invloed is geweest op de latere bestaansreden, althans in de zin van een technische kennis die gedifferentieerd en onafhankelijk is van ethiek en religie en die ten dienste staat van het behoud en de versterking van de gevestigde politieke orde. Maar er zijn ook verschillen. Ten eerste omdat bij Machiavelli deze kennis niet alleen betrekking heeft op het behoud (horizon van de Boteriaanse staatsrede), maar ook op innovatie (nieuw vorstendom) en de vernietiging (samenzweringen, revoluties) van de politieke orde. Ten tweede omdat het de grenzen van een bepaalde morele orde niet lijkt te erkennen, behalve op basis van haar politieke effectiviteit. En ten derde omdat volgens Machiavelli de prudentiële en technische kennis (typisch voor de staatsrede) in situaties van chaos of grote instabiliteit plaats maakt voor een voluntaristische en impulsieve deugd in plaats van een prudentiële deugd.

POLITIEK REALISME (verità effettuale)
Machiavelli's realisme wordt vaak vereenzelvigd met zijn programmatische verklaring dat hij vasthoudt aan de 'effectieve waarheid' en met zijn verzet tegen elke idealisering van de politiek. In bijna al zijn geschriften vinden we typische kenmerken van een zeker politiek realisme, waarvan er hier vier kunnen worden benadrukt: de aanvaarding van een relatief antropologisch pessimisme, waarbij potentieel destructieve passies (ambitie, hebzucht, afgunst...) constanten worden die elke politieke actor in gedachten moet houden; een karakterisering van de staat en de samenleving als entiteiten die gedoemd zijn tot externe conflicten (expansie en verdedigingsoorlog) en interne conflicten (strijd om de macht en tussen klassen en sociale belangen); de aanvaarding van het hiërarchische karakter van machtsverhoudingen en, bijgevolg, van hun asymmetrische en tendentieel onderdrukkende (en dus conflictueuze) aard; en tenslotte de onmogelijkheid om in de politieke wereld perfecte of probleemloze beslissingen te vinden en het accepteren van het "kleinste kwaad" als horizon voor de politieke praktijk. Het resultaat van dit alles is een politiek universum dat gekenmerkt wordt door conflicten en instabiliteit, waarin geweld (en uiteindelijk militair geweld) een fundamentele en doorslaggevende factor is geworden. Hoewel Machiavelli dus een economie van geweld of bedrog lijkt voor te stellen (in de zin van het vermijden van misbruik of onnodig gebruik daarvan), doet hij dit op basis van politieke in plaats van morele criteria, waarbij hij ervan uitgaat dat deze, in de mate van hun effectiviteit, doorslaggevende middelen zijn voor politieke activiteit.

RELIGIE (religioni/sette)
Religies of sekten zijn voor Florentin 'gemengde lichamen', dat wil zeggen historische entiteiten die onderhevig zijn aan een natuurlijke dynamiek van geboorte, ontwikkeling en corruptie. Omdat religieuze entiteiten door de tijd heen ontbinden, hebben ze periodieke vernieuwing nodig om hun levenscyclus te voltooien en hun vitale principes te vernieuwen. Religies volgen elkaar historisch op tussen elkaar en hun relatie wordt door Machiavelli beschreven in termen van exclusieve tegenstelling: de Grieks-Latijnse religie vernietigde de vorige, net zoals de christelijke religie dat probeerde te doen met de heidense. Religies spelen een zeer belangrijke rol in het sociale en politieke leven. Er zijn twee belangrijke functies: ze zijn een opvoedende en beschavende macht (instrumentum civitatis) en een politieke of strategische rol (instrumentum regni). Deze laatste is vaak manipulatief van aard. De beschavingsfunctie is duidelijk de belangrijkste. Religie vervangt hier geweld en angst voor materiële straffen door symbolische onderdrukking en angst, wat een belangrijke vooruitgang in beschavingsopzicht betekent. Religie wordt zo afgeschilderd als een ethos die haar stempel drukt op de gehele maatschappij. In deze zin levert Machiavelli een algemene kritiek op de christelijke ethos, of op zijn minst op de historische wijze waarop deze religie wordt geïnterpreteerd. Door waarden als nederigheid, liefdadigheid of minachting voor het wereldse zou het christendom namelijk de zwakte en politieke onderdanigheid hebben bevorderd van de plaatsen waar het was gevestigd.

REPUBLIEK (repubblica)
Machiavelli gebruikt vaak de uitdrukkingen libertà, vivere libero, vivere civile of vivere politico om te verwijzen naar republikeinse instellingen en waarden (hoewel hij de laatste twee uitdrukkingen ook toepast op goedaardige of goed geordende monarchieën en vorstendommen). Zijn republicanisme wordt in ieder geval niet op systematische wijze, noch als een onvoorwaardelijk ideaal, gepresenteerd. Over het algemeen zijn republieken (de term "republiek" kan bij Machiavelli duiden op een staat, een stad of een republikeins politiek regime), in tegenstelling tot monarchieën, de politieke ordes die het algemeen belang het beste verdedigen. De beste republiek voor Machiavelli zou een gemengd regime zijn, waarin de volks- en aristocratische elementen werden gecombineerd en tegenover elkaar werden geplaatst, en waarin het rechtssysteem een ​​zekere machtsverdeling toeliet en een systeem van checks & balances. In deze gemengde republieken kan het aristocratische element overheersen (zoals in Sparta en Venetië), of het populaire element (zoals in Rome). Bovendien kan een republiek (Florence bijvoorbeeld) slecht georganiseerd zijn door excessieve en ongepaste oligarchische macht, of door het conflict tussen haar elementen op een gewelddadige en factionele manier op te lossen. Ook een te grote onevenwichtigheid ten gunste van het populaire element, zoals in het geval van Athene (dat hier zou worden begrepen als een democratie in plaats van een republiek), introduceert een instabiliteit die eindigt met het verlies van vrijheid.
Machiavelli geeft de voorkeur aan het gemengde model van Rome, waarin het evenwicht zorgt voor een betere verdediging van de vrijheid en een groot politiek en militair potentieel (dankzij de materiële en demografische rijkdom en het grotere en meer gevarieerde aantal deugdzame mannen dat het voortbrengt).

RISCONTRO
Zie VIRTÙ, FORTUNE.

DEUGD (virtù)
Bij Machiavelli wordt het begrip deugd gebruikt in relatie tot andere begrippen, zoals 'tijd', 'gelegenheid' en vooral 'fortuin'. Het kan kortweg worden gedefinieerd als het vermogen om menselijke doelen te bereiken door middel van voorzichtigheid en/of vastberadenheid. Deugd wordt niet langer opgevat als een vorm van zelfbeheersing, goede wil of morele integriteit. Dit komt doordat het probleem nu vanuit een politiek perspectief wordt gesteld, waarbij deugd is verschoven naar wereldlijkheid en een logica van consequenties. Het onderwerp van deugd is het individu, maar het kan ook algemener worden toegepast op volkeren of staten. Voor het individu impliceert deugd een zekere voorzichtigheid, maar vastberadenheid en zelfs stoutmoedigheid zijn even belangrijk. Machiavelli benadrukt hiermee het impulsieve en onnadenkende karakter van de deugdzaamheid in tijden van tegenspoed. Men zou zelfs kunnen spreken van een verontschuldiging voor het handelen en een zekere kritiek op de modernisering en ook op de zwakke en "verwijfde" passiviteit, waarnaar Machiavelli ook vaak verwijst met de term ozio. Bovendien betekent de externe roeping van de deugd niet dat deze onvermijdelijk succes vereist: succes is te danken aan de overeenstemming tussen het type gedrag van de mens en wat de omstandigheden vereisen (de zogenaamde theorie van riscontro), maar deugd kan worden verleend zelfs als de slechtheid van de tijd en het lot verhinderen dat zij op adequate wijze tot uiting komt. In deze zin kan worden geconcludeerd dat deugd wordt uitgedrukt in het vermogen om datgene te doen wat de mens binnen zijn mogelijkheden en geluk laat. Uiteindelijk is het dus een andere manier om de superioriteit van het lot (de verspreider van de mogelijkheden) te bevestigen over de deugd, die zich vaak tevreden moet stellen met een soort heldhaftig en tragisch verzet.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Het grootste bordeel van Europa

Homerus (Illias) versus Vergilius (Aeneis)