Espagnolisme

  De term espagnolisme kwam ik (voor het eerst) tegen bij E. du Perron in zijn memoire Land van Herkomst.

Espagnolisme, is niet eenvoudig te omschrijven, al zijn her en der wel definities te vinden. Maar het is een vrij geisoleerd begrip dat je ook - buiten Spanje - niet veel tegenkomt, voornamelijk in Frankrijk waar de term door Stendhal lijkt te zijn geintroduceerd. Hij geeft er mee aan dat in zijn tijd van realisme het authentieke van Spanje een contrast werd om die vernieuwing in een ander licht te plaatsen. Het Spaanse had nog iets ruws, dat verloren leek te gaan in de moderne wereld (mijn interpretatie, ik zou de roman van Stendhal nog eens moeten lezen). 

Op het internet vind ik er dit hierover:

... 1 ... 


Du Perrons debat met Ter Braak, waaraan ook Malraux deelnam en in mindere mate de echtgenotes van de drie heren, is bijna letterlijk te volgen in de subjectieve reportage ‘De kalender en de notaris’.19 Du Perrons formule was: ‘De grote poëzie vergt een groot dichter, de luciditeit een moedig denker.’ Maar Ter Braak verzette zich tegen elk criterium waarin hij nog ‘iets van romantiek’ proefde. Daartegenover stelde hij zijn eigen criterium van de ‘humor’, dat wil zeggen van relativisme, maar met behoud van een polemische instelling. Du Perrons tegenwerpingen klonken Ter Braak al te heroïsch in de oren: ‘[...] ik krijg toch een gevoel dat jij er een soort kultus van maakt, er komt al zoiets in van prinsen en prinsessen, op zijn kastiljaans!’.

Aldus aangesproken op zijn espagnolisme beriep Du Perron zich op Les pléiades (1874), een zedenroman van Comte J.A. de Gobineau (1816-1882) die zich afspeelt aan de kleine Duitse vorstenhoven

(bron: E. du Perron. Het leven van een smalle mens(2005)–Kees Snoek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd. Hoofdstuk 35, Een houding in de tijd, https://www.dbnl.org/tekst/snoe003edup01_01/snoe003edup01_01_0036.php)

... 2 ...

Epiloog (van het zelfde werk):

... Gomperts' lange essay over Du Perron was een eerste poging tot decodering van deze gecompliceerde persoonlijkheid. Men heeft Gomperts wel verweten dat hij, met zijn geringe kennis van Indië, bij zijn oordeel over Du Perrons uitzonderlijkheid te weinig rekening heeft gehouden met diens koloniale opvoeding.15 Het verwijt is terecht. Twee jaar voor Gomperts schreef Sal Tas al dat ‘Du Perron onverklaarbaar wordt, indien men niet bij alles de vitaliteit, de “koloniale” flinkheid in zijn karakter in rekening brengt’.16 Die vitaliteit zit volgens Tas ook in de romantiek, waarvan Du Perron - door de vertraging waarmee Europese cultuurverschijnselen Indië bereikten - een ‘koloniale nabloei’ heeft meegemaakt die grote invloed heeft gehad op zijn psychische habitus. Zelf had Du Perron het over zijn ‘espagnolisme’. Het was de karaktertrek waardoor hij het meeste in conflict kwam met de Nederlandse mentaliteit, gericht als zij is op het bereiken van compromissen en het bewaren van de lieve vrede.

In het vooroorlogse Nederland werd geen letterkundige zo verketterd als Du Perron, die spelbreker die allerlei heilige huisjes omvertrapte. Vooral in confessionele kringen werd hij gezien als een cynicus en een negativist die normen van elementair fatsoen aan zijn laars lapte. 

... 3 ...
 In het land van herkomst, in hoofdstuk 18 De school en Baur, komt het begrip Espagnolisme een keer voor:

... Als ik in Europa was geweest, zou het waarschijnlijk die richting zijn uitgegan; nu is mij een vreemd espagnolisme bijgebleven om met Stendhal te spreken, op dit bijzondere gebied waarvoor mijn indische opvoeding verantwoordelijk kan worden gesteld. [De context is hier dat hij schrijft over zijn schooltijd en zijn geest (al) sterker is dan zijn armen. Hij vindt zichzelf wat laf]

... 4 ...
Hispagnolisme (espagnolisme fr.) is the inordinate love of all things Spanish, a craze for which spread through French society, and much of the associated art world, in the 19th century. (en.wikipedia)

... 5 ...
Dit Espagnolisme weerhoudt me ervan het komische genie te hebben:
I° ik leid mijn ogen en mijn geheugen af ​​van alles wat laag is;
2° Ik leef mee, zoals ik op tienjarige leeftijd Ariosto las, met alles wat liefdesverhalen zijn, van het bos (de bossen en hun uitgestrekte stilte), van vrijgevigheid. (Het leven van Henry Brulard, hoofdstuk XXI)

Deze "vervloekte Spaansheid", zoals hij het noemt, erfde Stendhal van zijn oudtante Élisabeth Gagnon, die hem ook de Italiaanse oorsprong van zijn moederlijke familie leerde. De mode was Spaans toen Stendhal het leven van Henry Brulard componeerde en we praten er des te beter over omdat we er nog nooit waren geweest. “Hoe ga je over Spanje praten als je daar nog niet geweest bent? » vraagt ​​Heine ondeugend aan Théophile Gautier voordat deze zijn reis onderneemt, in 1840. Stendhal verbleef in september 1829 in Spanje, maar zo kort! Vervolgens beweerde hij deze reis van een paar dagen te hebben gemaakt, bijna geheel in Barcelona doorgebracht in 1828, en in 1837 omgezet in de Voyage en France. Over zijn beweegredenen, misschien politieke, weten we weinig meer dan Robert Vigneron, auteur in 1943 van een update gepubliceerd in het tijdschrift Modem Philology en weergegeven in zijn Studies on Stendhal en Proust. We kunnen alleen maar aannemen dat Le Coffre et le revenant en Le Philtre, korte verhalen die zijn gecomponeerd bij zijn terugkeer uit Spanje, de eerste inspiratie voor deze reis te danken hebben. Voor het grootste deel, en zonder naar oorzaak en gevolg te hoeven zoeken, was het nadat Stendhal de Pyreneeën was overgestoken dat zijn Spaansheid afnam: de formule "defect nog bestaande in 1830", uitgesproken zes jaar na deze datum in het leven van Henry Brulard (hoofdstuk XXXI), lijkt het impliciet aan te duiden als het begin van een neerwaartse curve, zelfs als Stendhal toegeeft dat hij elke keer dat hij wordt verplaatst, voor zijn schuld zal zwichten (hoofdstuk XXXII). Mogelijk heeft hij zijn Spaans geënsceneerd, of op zijn minst verteld, voor de doeleinden van zijn autobiografie; in ieder geval heeft hij zijn fascinatie voor Spanje achteraf niet verzonnen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit zijn brief aan Pauline van "29 oktober - 16 november 1804":

Dupuy begint met ons te praten over Spanje, over die oude Calderon, over M. de Cervantes, over Lope de Vega […]. Dit maakte me absoluut kwaad; Ik heb altijd van dit volk gehouden, het is het werk van Cid en Don Quichot.
https://books.openedition.org/ugaeditions/3408

... 6 ... Hector Berlioz was ook een fan van Spanje
Het leven van Hector Belioz; sluimerend espagnolisme. ... 'Wat een onwaarschijnlijke roman is mijn leven toch, ' verzuchtte Hector Berlioz (1803-1869). Het plot van die roman is bekend. ....
https://www.nrc.nl/nieuws/1990/06/22/het-leven-van-hector-belioz-sluimerend-espagnolisme-6933400-a1152399

... 7 ... Ledesma
In de tijd van Farinelli, Scarlatti en Boccherini was Madrid een van de belangrijkste culturele centra van Europa. Opeenvolgende huwelijken tussen Spaanse koningen en Italiaanse prinsessen met sterke persoonlijkheden trokken zeer getalenteerde Italiaanse musici naar het hof, zoals de Italiaanse castraat Carlo Broschi - de gevierde Farinelli, die in Spanje Europa's belangrijkste operaorkest van die tijd vormde door die Italiaanse musici te verzamelen. Ledesma was een van de weinige Spaanse violisten onder hen, en zijn samenwerking met Farinelli geeft aan hoezeer hij verbonden was met de Italiaanse school. Dit blijkt ook duidelijk uit zijn sonates, die nauw verwant zijn aan die van Corelli en zijn leerlingen. Een van de andere invloeden is wat men "Espagnolisme" zou kunnen noemen: het invoegen van melodische wendingen en ritmes die herinneren aan de Spaanse volksmuziek - of, nauwkeuriger gezegd, aan de Andalusische volksmuziek - die ook te vinden is in de muziek van Scarlatti en Boccherini. 
 https://www.bol.com/nl/nl/p/de-ledesma-sonatas-para-violin-y-bajo/1000004006763116/

... 8 .... nog een keer Du Perron:
R. Nieuwenhuys: Op zoek naar het land van herkomst
1. De ‘Indische jongen’ Du Perron
Du Perron werd niet alleen in Indië geboren - op 2 november 1899 in het toenmalige Meester-Cornelis -, hij was in zijn hele doen en laten, in zijn spraak en gebaren een ‘Indische jongen’, zoals dat heet. Ik die het zelf ben, herkende hem direct als zodanig en hij mij. In een brief aan een van zijn vrienden, waarin hij zijn kennismaking met mij vermeldt, duidt hij mij dan ook aan als een (blonde) ‘Indische jongen’. Van mijn kant was er wat Du Perron betreft geen twijfel: ik hoorde onmiddellijk het mij zo vertrouwde accent van de ‘Anak Betawi’ (letterlijk: kind van Batavia). Maar die twijfel was er eigenlijk bij niemand, ook niet bij hemzelf. Hij schreef in begin juli 1936 aan Greshoff: ‘...ik voel hoe ik in veel opzichten een Indische jongen ben gebleven.’ En in zijn bekende open brief aan Sjahrir bij zijn vertrek uit Indonesië in 1939: ‘Zet mij in een gezelschap van echte Indische jongens en na tien minuten hebben zij mij als één der hunnen herkend.’
...
...
De Indische cultuur (voor zover men deze generaliseren kan bij zulke grote sociale verschillen), in ieder geval de cultuur waarin Du Perron werd grootgebracht, was een typisch grand-seigneurale cultuur, een heerserscultuur met sterk romantisch-heroïsche inslag. Dit romantisch-heroïsche dat Du Perron in zichzelf onderkende en dat hij in navolging van Stendhal zijn ‘espagnolisme’ noemde, kenmerkt zijn hele optreden en welbeschouwd ook dat van de latere literator en polemist.
Gomperts heeft in een tweetal voortreffelijke artikelen (in de onlangs herdrukte bundel Jagen om te leven) die in meer dan één opzicht onthullend zijn, hier eveneens op gewezen. Maar al citeert hij de uitlating van Du Perron zelf, waarin deze dit ‘espagnolisme’ toeschrijft aan zijn Indische opvoeding, hij behandelt dit meer als een individuele Du Perronniaanse aangelegenheid dan als een Indisch verschijnsel. En toch is het ‘espagnolisme’ nauw verbonden met een bepaalde fase uit een Indische jeugd. Als term echter is er voor de Indische verhoudingen moeilijk mee te werken. We moeten deze vervangen door een andere en daarvoor biedt zich het woord ‘d'artagnanisme’ als het ware aan. Ook Veenstra spreekt ergens van een ‘D'Artagnaneske panache’, zonder dat hij er echter op ingaat en zonder blijkbaar te beseffen hoe hij hier een karakteristiek in de habitus van de Indische jongen dicht genaderd was. Dit ‘d'artagnanisme’, dat gemakkelijk naar het branieachtige kan doorslaan, voldeed blijkbaar aan de behoefte van de Indische jeugd van kort vóór tot kort na de eerste wereldoorlog. We kunnen hiervoor bij Du Perron zelf terecht, als hij, zijn jeugdlectuur besprekende, schrijft: ‘De Drie Musketiers van Dumas overschitterde alles; de degen van d'Artagnan ruimde al het vorige op....D'Artagnan, Athos, Porthos en Aramis waren eindelijk voor mij wat de helden van de Ilias voor de Grieken moeten zijn geweest, tegelijk voorbeeld en poëzie, mythe in één woord’ (Verzameld werk, V, blz. 259). Het ‘d'artagnanisme’ geeft direct al een verklaring (voor zover we daarvan kunnen spreken)

De Gids jaargang 126. [p. 137]
https://www.dbnl.org/tekst/_gid001196301_01/_gid001196301_01_0080.php

... 9 ... 
Binnen Spanje, heeft Espagnolisme een heel andere betekenis en wordt het meest gebruikt in autonome cumunes zoals Cataluyna om zich tegen de invloed van de centrale regering te keren. Het espagnolisme is hier gelijk aan nationalisme.

-- dec 2023. Er is ook een Rhapsodie Espagnole van Franz Liszt. Hoe zou hij zijn muziekstuk gecomponeerd hebben adhv een Spaans cultuurelement? 
Rhapsodie espagnole, S.254, R.90, is a composition for solo piano composed by Franz Liszt in 1858. The piece is very suggestive of traditional Spanish music, and was inspired by Liszt's tour in Spain and Portugal in 1845. When played, this piece takes roughly 11–14 minutes and contains many extreme technical challenges, including rapid chords and octaves. Wikipedia


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?