Fictie in je leven

Vroeger las ik veel, maar er was ook een tijd dat ik niet las, en van jongs af aan heb ik het lezen niet helemaal meegekregen. Ik ben dus op een bepaald moment pas gaan lezen [hierover later meer].

Wanneer ik even voor de boekenkast ga staan en al die boeken zie die ik ooit gelezen heb, dan was dat veel literatuur. Daar zat een idealistische drive achter, literatuur was in die tijd de manier om je te ontwikkelen, maar - zo weet ik ook nog - het was ook een manier om je imago op te krikken en misschien ook wel om te veranderen. Wat lezen in ieder geval doet, lezen van literatuur of fictie in het algemeen is dat het je uit je eigen omgeving haalt en je fantasie je vrije loop mag geven. Vrij zolang je het verhaal blijft volgen. 

Zo las ik ooit De Mandarijnen en dat ging over intellectuelen en hun rol in de maatschappij (ik herlees nog even de achterflap).

Dat idealisme verdween later natuurlijk, de uitbreidde en vingerdikke Intermediair werd ingekort en meer toegesneden op de eisen van de markt. We gingen werken en vergaten onze idealen, wat die ook precies waren.

Toch ben ik altijd wel wat blijven lezen, maar vooral de laatste jaren steeds minder. Wanneer ik nu fictie lees, dan moet er toch wel een relatie zijn van het boek met mijn werk, en dat is iets over economie, cultuur of beleggen.

...

Romans en zo. 

Het voordeel van het lezen van romans is dat ze je uit je omgeving trekken. Een groot probleem van elke professional “vandaag de dag,” is dat deze leidt onder een tunnelvisie. Een te nauwe focus. Een roman houd je even uit de tunnel.

Nu is de ene roman de andere niet. Huid en Haar van Grunberg bijvoorbeeld gaat duidelijk over een professional (de econoom) en dat wil ik dan graag lezen. Echter en zeker die waar een professional centraal staat, kan ik niet laten staan. Zo was er de Architect (de man zonder ziekte), de Psychiater (moedervlekken), en dit keer in een eerdere roman, de Econoom. Dat soort boeken liggen dan op het raakvlak van fictie en non-fictie zou je kunnen zeggen.

...

Wat dan weer grappig is , is dat er schrijvers zijn die juist die tunnelvisie opzoeken. Of zich juist met het professionele leven (buiten het schrijverschap gaan bemoeien) en dan een beetje uit hun rol vallen. Terwijl de professional zich zou moeten verbreden om dingen in grotere context te zien, zie je ook het tegengestelde gebeuren: de auteur (fictie) zie zich met de werkelijkheid gaat bemoeien. Juist omdat die werelden zo gescheiden waren kan je echt los komen van je dagelijkse stress.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?