Doen en meedoen

In een historisch verslag vertelt iemand van een bank over de cultuur van het mee-doen," we gingen mee in de stroom." Het is een verhaal dat iedereen wel kent, maar toch is het handig om even het verschil te benadrukken tussen gewoon "doen" en "meedoen." Waar zit de discrepantie?

Wanneer ik iets "doe" en er van uit gaande dat ik niet een opdracht krijg om iets te doen, dan doe ik een activiteit uit een interne motivatie. Dit kan een activiteit zijn dat past in een groter plan dat ik voor mezelf heb opgesteld of een meer spontane actie die op een interne agenda stond.

Het filosofische idee hier achter is dat van de vrije wil. Niemand kan me dwingen, al is in een kapitalistische wereld de verleiding van de sirenen om me heen aantrekkelijk. Toch houd ik aan een soort eigen koers waar ik door al die verleidingen maar sporadisch van afgeleid wordt. Vaak wel, maar die uitzonderingen bepalen niet mijn biografische richting.

Zowel doen als mee-doen kennen het initiatief in een emotie. Motivatie heeft alles met gevoel te maken.
Het grote verschil met mee-doen is dat de motivatie dan niet vanuit een innerlijke drive ontspringt, maar van voornamelijk een externe prikkel. We zien een buurman iets doen en dat brengt ons op het idee om "mee-te-doen."

Dit is natuurlijk heel simpel gesteld. Interne motivatie tegenover een motivatie die niet je eigen is. Geld is natuurlijk altijd een motivatie waardoor innerlijke doelen even kunnen wijken. Wanneer het mij als ondernemer / zelfstandige niet goed gaat - mijn innerlijke drive zorgt niet voor voldoende inkomen - dan zou ik alsnog een baan kunnen kiezen of een werk dat me niet ligt. Als dat er al is. Nood breekt wet. In een positief klimaat zoals dat van voor de crisis (2007) ontstond het concept "eerder stoppen met werken," ja dat zou ik ook wel willen, denk je dan. Een extern ingebrachte motivatie kan heel verleidelijk zijn.

Waar zit hier het probleem? Dat wat voor een kleine groep geldt, geldt misschien ook voor een iets grotere groep, maar de cultuur van die groep wordt minder hecht. Naarmate iedereen meedoet raakt de identiteit van de groep verloren. Aan de andere kant is naarmate een groep groeit de kansen voor de leden van die groep ook niet meer het zelfde. Wat voor een kleine groep geldt, werkt niet meer voor een grotere groep.
Het piramidespel is hiervan het beste voorbeeld. U verkoopt een product en leidt twee nieuwe verkopers op die voor u werken. U krijgt deels hun commissie en die van uzelf. Op een gegeven moment echter is de markt te klein voor het geheel en stort het spel in.

"Meedoen" leidt uiteindelijk tot het uiteenvallen van de groep omdat de interne binding verslapt (met toenemend ledental) en omdat de externe wereld tevens verandert. Daar is nu iedereen bang voor een beurscrash, omdat er op een bepaald moment niemand meer mee-kan-doen, zonder dat het geheel uit elkaar valt. Waar zit het kantelpunt?

--
13 maart 2018. Actueel is het geval van de topman van ING Ralph Hamers die zijn salaris door de RvC met de helft zou toenemen. Omdat - meedoen - hij in de premier league zou spelen en betaalt wordt voor een Jupiler-positie. Iedereen in het buitenland krijgt een hoger salaris voor een soortgelijke job, is het argument. Toch wordt door de druk van social media deze salarisverhoging ingetrokken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?