De Waanzin Rond

OP BNR hoorde ik Paul van Liempt in gesprek met Joost Bosland. Deze laatste vertelde over zijn boek – de Waanzin rond... Bosland is psychotherapeut en heeft van zijn ervaringen met borderline patiënten nagedacht over het tijdsbeeld van dit moment. De populistische politicus is een symbool van onze tijd, waar iedereen het mee eens zal zijn. Hij vroeg zich af waar de verhuftering in de Nederlandse maatschappij was begonnen.
Hij refereerde aan de Nederlandse filosoof Harry Kunneman, van wie de Dikke-ik-gedrag theorie afkomstig is; het volgende lees ik op Bol.com:

Lomp gedrag, anderen opzij duwen, alleen voor je eigen belangen gaan, minachting voor andersdenkenden, onverzadigbaarheid en zelfingenomenheid: enkele kenmerken van het dikke-ik dat zich inmiddels in ons land in vele gedaanten manifesteert. Variërend van zelfverrijkende managers, ijdele tv-persoonlijkheden en elkaar verdringende politici tot kijvende columnisten en gewelddadige voetbalsupporters. Het dikke-ik is vrij, autonoom en welvarend- en tegelijkertijd hoogst ontevreden. De een doet dat opvallend zonder enige gêne, de ander op subtiele wijze. Het dikke-ik vormt een verontrustende uitvergroting van het autonome individu dat zich bevrijd heeft van alle vormen van moreel gezag en dat zich aan niets en niemand nog wat gelegen laat liggen. Maar voor postmoderne individuen die de opmars van het dikke-ik met lede ogen aanzien, is een terugkeer naar bindende normen en waarden en naar de bijbehorende verticale gezagsverhouding evenmin acceptabel. Daarmee rijst de vraag hoe voorbij het dikke-ik te komen: in naam van welke waarden kunnen de autonomie en onverzadigbaarheid van het dikke-ik in het dagelijkse leven begrenst worden zonder diens eigenheid geweld aan te doen? In dit boek wordt deze vraag beanwoord vanuit een kritisch-humanistisch perspectief met behulp van de begrippen diepe autonomie, horizontale transcendentie, normatieve professionaliteit en maatschappelijk verantwoord organiseren. Auteur is hoogleraar sociale en politieke theorie aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht...

Het gaat bij het boek van Bosland niet over de persoon, maar over het proces. Borderline patiënten hebben vaak een simpel standpunt en handelen soms manipulatief waarmee ze via vooroordelen hun gelijk willen halen. Zo iets begreep ik uit zijn verhaal (en dit herken ik van wat ik van borderline-patienten af weet) . Via een projectie zou dit proces van individueel niveau vertaald kunnen worden naar een cultureel niveau.
In plaats van aandacht te richten op problemen met buitenlanders “zou men meer hand in eigen boezem moeten steken,” lees ik op een recensie.

De vinding om vanuit een vakgebied kennis toe te passen op een geheel ander proces en vakgebied is vaak zeer interessant en biedt aanknopingspunten of gezichtspunten die out-of-the-box zijn en waar anderen vaak niet op komen.
Het grootste nadeel van de aanpak lijkt me dat Bosland vanuit zijn psychotherapeutisch universum wel een heel unieke kijk op de wereld moet hebben. Ik herken dit bij organisatorische processen, waar de juristen tegenover de organisatieadviseurs staan qua oplossingen: de jurist (advocaat) ziet in alles het unieke, de organisatieadviseur ziet in alles een “gemiddelde” of het generieke.

Over cultuur gesproken, op de site van BNR las ik over de achtergrond van Paul van Liempt - studeerde culturele antropologie (specialisatie Japan) en journalistiek.
Toch hield van Liempt zich redelijk neutraal in het gesprek. Dat toont zijn professionalisme. Ik moest echter ook denken aan een student culturele antropologie die ik ooit ontmoette en die zijn scriptie schreef over de rol van vooroordelen bij Expats in hun aanraking met vreemde culturen.
Ik weet niet meer precies wat zijn uitkomst was, maar denk nu, dat die rol ongetwijfeld is dat vooroordelen functioneel zijn: ze bieden de expat zelfvertrouwen want ze zijn gericht TEGEN de vreemde cultuur en de Expat beseft hierdoor meer zijn eigen culturele achtergrond.

Mensen die reizen weten dit; door contact met vreemde culturen openbaart zich je eigen identiteit. Iemand die kort op vakantie is – even een maandje naar Mexico, Turkije of India, vinden die vreemde culturen prachtig. En ze komen terug met foto’s en een prachtig verhaal.
Voor de expat is dat al anders, omdat deze continue met de vreemde cultuur te maken heeft en dus minder geneigd is de vervelende zaken te accepteren.
Nederlanders zijn reizigers en accepteren dus vaak vreemde culturen. Het zijn handelaren en leren graag van exotische ervaringen.
De verhuftering van deze tijd lijkt mij echter eerder een probleem van een andere orde: We zijn niet meer op vakantie, we zijn ook het expat stadium voorbij en zijn nu heftig op zoek naar onze eigen culturele identiteit. Dat daarbij een soortgelijk proces plaatsvindt als die expat die zijn eigenwaarde wil behouden in een vreemde omgeving lijkt me logisch. Vreemd en eigen loopt continue door elkaar. Dat is altijd zo geweest, maar vooral typisch van deze tijd. Men is echt in de war. Niet alleen in Nederland lijkt me.
Typisch voor Nederland is dat men altijd "open" is geweest en nu (op)gesloten lijkt te zitten en overal "Nee"-tegen zegt (Nee tegen Europa, buitenlanders). De vakantie is afgelopen, de Expat keert terug en thuis vindt hij een heel andere wereld die hij niet meer kent.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?