Casanova, Stendhal en Tolstoi
Drie dichters van hun eigen leven, is een boek van Stefan Zweig geschreven in ... (de datum komt niet in het boek voor, in het exemplaar dat vertaald is naar het Spaans door José Anibal Campos.)
De kenner zal het opvallen dat deze drie schrijvers, de eerste wellicht geen echte schrijver, hemelsbreed van elkaar verschillen, en Zweig opent dan ook met deze constatering dat op het eerste oog, de libertijnse, immorele, boefachtige en twijfelachtige schrijver niets met de heroïsche moralist zoals de laatste van doen heeft. Mar het gaat niet om gelijkwaardigheid maar om drie soortgelijke creatieve functie (van de autobiografie)
Wat me opvalt aan het boek en vooral de structuur is het verschil in structuur van elke van de drie levensbeschrijvingen. Dat is wat Zweig doet hij zocht een gezamenlijke noemer die de drie schrijvers met elkaar verbindt en dat heeft alles te maken met hun zelfonderzoek. Heel kort gezegd: dat van Casanova is zeer oppervlakkig - de inferieure en primitieve staat, de naïeve autobiografie* - hij schrijft zijn autobiografie als een reeks gebeurtenissen zonder enige reflectie. Bij Stendhal gaat het een stap verder. Zijn autobiografie is vooruitlopend op wat die tijd aan psychologie biedt, qua zelfinzicht, hij was bewust nieuwsgierig naar zichzelf en zoekt en onderzoekt. Tolstoi gaat nog een stap verder en daar bereikt de introspectie een spirituele hoogte.
Bij Casanova is de structuur als volgt:
- Een vrij man
- portret van de jonge Casanova
- de avonturiers
- opvoeding en talent
- filosofie van de oppervlakkigheid
- homo eroticus
- de donkere jaren
- portret van de oudere Casanova
- de kunst van het zelfportret.
Stendhal:
- het plezier van het liegen en de liefde voor de waarheid
- portret
- de film van zijn leven
- een ik in de wereld
- de artiest
- over voluptueuze psychologie
- autobiografie
- actualiteit van zijn persoon
Bij Tolstoi is het weer anders:
- voorspel (preludium)
- portret
- vitaliteit en de keerzijde
- autobiografie
- crisis en transformatie
- de kunstmatige christen
- de doctrine en zijn tegenspraak
- de strijd voor de realisatie
- een dag in het leven van Tolstoi
- beslissing en transfiguratie
- de vlucht naar God
- naspel (postludium)
Inleidend schrijft Zweig nog over ons geheugen. We moeten ons altijd op de hoede zijn voor het geheugen., voor die passages waar de autobiograaf zichzelf ogenschijnlijk uitkleedt, maar juist in dat proces legt deze misschien de nadruk op iets terwijl juist de essentie onbedekt blijft, de geheime zwakheid van de schrijver. En:
- Schaamte (Bescheidenheid) is dus de tegenstander van elke echte autobiografie, omdat deze zoekt leiden ons, door hun vleierij, om onszelf helemaal niet te laten zien. rouwend zoals we zijn, maar zoals we graag zouden willen zijn. Met allemaal soort trucjes en hypocrisie, waar de oprechte kunstenaar toe zal leiden zelden bereid om eerlijk tegen zichzelf te zijn of de zijne te verbergen intimiteit en de minder prettige eigenschappen ervan, om wat te maskeren diepste van zijn wezen.
Bij Casanova begint het met zijn succes van iemand die perfect moment najaagt, een gepassioneerd Sibariet en die zijn levensloop vertelt zonder scrupules en moreel. Hij is meesterlijk in het dichten want het leven hier is zelf een groot gedicht, en het leven een spel [zoals het cliché zegt] en wanneer een dame hem ontmaskerd, dat doet ze dat met een glimlach en laat ze zijn masker intact omdat ze er plezier aan beleeft. Net als Napoleon [die in die tijd de bewondering krijgt toebedeelt van het publiek en model staat dan wel context geeft aan het verhaal] die de overwinning als een recht zag, in plaats van iets dat je met moeizame middelen moet bereiken, overwint Casanova de grootste hoogtes van de macht, namelijk die van heel Europa.
Talent heeft Casanova vooral in het niets doen, het is een man zonder verplichtingen, uiterlijkheden misleiden en dat is wat hij wil, misleiden (met zijn uiterlijk). Hij maakt zich niet zorgen wat anderen van hem denken, maar wil enkel in het moment leven. Hij loopt daarbij het risico dat hij -omdat hij niets vasthoudt, geen vrouw in een relatie, geen soeverein in zijn gebied of geen beroep dat hij verkiest, zijn leven riskeert en daarin zijn zijn dapperheid. de Kern van zijn levenskunst, om alle obstakels uit de weg te gaan en risico's te ontlopen. Maar zo schrijft Zweig, de levensbestemming geeft vaak voorrang aan de meest stoutmoedige en n iet aan de meest vasthoudende.
De oppervlakkige levensfilosofie behoeft nauwelijks een anatomie: bij Casanova ontbreekt het aan een moreel orgaan. Hij haat plichten anders dan het plezier, en zijn levensfilosofie is in een nutshell: leef het leven maximaal in het nu.
Casanoca is expert in het spel der liefde (Homo eroticus). En zijn lichaam is niet gespierd zoals dat van Hercules, maar mager en zoals de muziek alles is voor de musicus, de vorm alles is voor de dichter, het geld voor de gierigaard, en het record voor de atleet is de vrouw alles voor Casanova, om haar het hof te maken, haar te wensen en te bezitten. HIJ is desondanks nooit verliefd geweest op een van zijn prooien en dat komt omdat hij niet verliefd is op een enkele vrouw, maar op de vrouw op zich en op de varieteit van het avontuur. In groot verschil met zijn Spaanse rivaal - Don Juan - is deze laatste gericht op het moeilijkste werk en stijgt het genot van het jagen met de onbereikbaarheid van de prooi, de onbereikbare vrouw, maar voor Casanova voldoet elk exemplaar.
Het grote verschil met andere autoportretten- en waarom Casanova hier figureert - is dat in zijn memoires er gaan schaamte meer is, hij heeft niemand om verantwoording aan af te leggen en zijn radicale vrijheid maakt dat zijn autobiografie uniek is [zeker voor die tijd]. Hij heeft laten zien dat hij de meest grappige roman heeft kunnen schrijven zonder dat hij dichter is, en een beeld kan schetsen van een tijd zonder dat hij historicus is. "Onsterfelijkheid weet niet wat moreel of immoreel is... het enige wat telt is de intensiteit van alles."
Stendhal. Ik kende maar heb nooit zijn hoofdwerk - Rood en Zwart gelezen. En kende ook niets over het leven van deze schrijver.
Stendhal was timide in het leven en tegenover vrouwen, maar wordt brutaler wanneer hij zijn masker (pseudoniem) opzet en begint te schrijven. Belangrijk in het leven van deze schrijver is zijn voorkomen, hij had moeite om in de spiegel te kijken - " zijn uiterlijk was niet te genezen" - en had een wat zwaar en lomp uiterlijk en al snel kreeg hij de bijnaam, de Chinees. De film van zijn leven is in feite heel eenvoudig als ook typerend voor wat volgt in dit boek over autobiografie, bibliografie en biografie: zijn werkzame leven en ervaring past precies bij dat (realistische) deel van zijn schrijverschap terwijl zijn innerlijke leven afkomstig is van zijn natuurlijke achtergrond (vader en moeder). Generaal Bonaparte is geïnstalleerd en de jonge H.B. gaat van de provincie Grenoble) naar de grote stad Parijs, naar luxe, elegantie, jubel, kosmopoliet, vrij en vooral vol met vrouwen. De kleine en zwaarwichtige Henri Beyle krijgt op het ministerie van defensie een administratieve functie aangeboden en hij reist met de overwinningen van de nieuwe generaal mee naar uithoeken van Europa. En "volgt" de leider tot aan Moskow toe. Daar houdt zijn timide karakter aan en blijft op zoek naar die onbereikbare vrouw (ook hier duidelijk in tegenstelling tot Casanova). "Maar snel zal zijn hart in vlam slaan." In Italië krijgt hij een schrijfopdracht die hij zonder passie uitvoert en driekwart plagieert. later schrijft hij het leven van Haydn in opdracht voor een functionaris in Oostenrijk, maar "met teveel zou en peper in het verhaal voor de smaak van zijn Oostenrijkse opdrachtgevers." Maar met schrijven verdient hij geen geld en Over Liefde levert 26 verkopen op. Het liefste stuurt hij een kogel die eerst in het revolver zat in zijn hoofd. Wanneer zijn vrienden hem vinden heeft hij een leeg blad voor zich, met daarop enkel de titel: Julien. Hij streept dit door, verandert het in Rood en Zwart en Henri Beyle verdwijnt, om later opnieuw terug te komen als Stendhal. Uiteindelijk vind hij een plek als consul in een onbestemd Italiaans dorp
De creatieve dualiteit legt Zweig in een apart thema uit. Hij haatte zijn vader, en hield van zijn moeder en een oedipuscomplex kon niet duidelijker zijn. Zweig laat zien hoe het wereldbeeld van Stendhal eruit ziet zonder die term te gebruiken. HB blijft in de oorlogen altijd op de achtergrond en observeert de grote verhaallijn. Als schrijver moet hij niets hebben van pracht en praal en ziet de burgerwet als referentie voor poëtische kunst, als soldaat lacht hij om de oorlog en als diplomaat zet hij de geschiedenis voor schut, als fransman lacht hij over andere Fransen en hij zet overal loopgraven om zich heen om anderen op afstand te houden. Hij vindt het egotisme uit (als andere visie dan egoïsme) uit en hij schermt zich af van de tijd en blijft jong als schrijver, omdat hij aan de marge van zijn tijd blijft is zijn werk tijdloos. en omdat hij vooral zijn innerlijke leven belichtte blijft hij leven.
Als artiest begint hij pas echt te werken rond zijn veertigste en gaat pas in versnelling nadat hij ziet dat schrijven betaald werd kan zijn hetgeen hij merkt wanneer hij bijna vijftig is. In zijn werk voorkomt hij om sensationeel te zijn en houd zijn gevoel in de maat, maar op bepaalde momenten is te zien hoeveel gevoel er in zijn verhaal zit, bijvoorbeeld wanneer hij afgewezen wordt (door Mathilde) en dan begint te reflecteren.
De psychologie van Stendhal is geen geometrisch spel dat zijn hersenen goed ingestudeerd hebben, maarde essentie die geconcentreerd is op zijn existentie, "en dat maakt dat zijn waarheid zo waarachtig is, zijn oordeel zo scherp en zijn bevindingen van een universele waarde en vooral zo origineel en duurzaam." Die duurzaamheid is te vinden in de referenties in de universele literatuur waar een Raskolinov van Dostojevski niet in te denken zou zijn zonder Julien Sorel en de strijd van Borodino van Tolstoi zou zonder zijn model niet bestaan; de eerste waardevolle beschrijving van Waterloo
--

Reacties