Korte biografische schetsen Nederlandse economen (3)

De derde reeks korte levensbeschrijvingen zijn afkomstig uit het biografisch portaal

Barth, Else Margarete (1928-2015, geb. Strinda, Noorwegen), hoogleraar logica en analytische filosofie. Dochter van Jacob Bøckmann Barth (1898-1974), ingenieur.

Lans Bovenberg. Arij Lans Bovenberg (Oosterbeek, 15 juni 1958) is een Nederlandse econoom.

Bovenberg groeide op in zijn geboorteplaats Oosterbeek. Van 1976 tot 1981 studeerde hij econometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Van 1981 tot 1984 studeerde hij aan de Amerikaanse Universiteit van Californië - Berkeley. Hij promoveerde daar eind 1984 tot PhD in de economie op het proefschrift Capital Accumulation and Capital Immobility: Q-theory in a Dynamic General Equilibrium Framework. Na zijn afstuderen was hij in de VS een tijdlang verbonden aan de Universiteit van Californië - Berkeley en werkzaam bij het IMF. In 1990 keerde hij terug naar Nederland en werd hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg en wetenschappelijk directeur van het onderzoeksinstituut Netspar. 

Bovenberg wordt gezien als een van de meest toonaangevende Nederlandse economen van dit moment en is onafhankelijk lid van de SER-commissies Sociaal-Economisch Beleid en Levensloopbeleid. Mede hierdoor riep HP/De Tijd hem in 2007 uit tot een van de honderd meest invloedrijke Nederlanders. In 2003 won hij de prestigieuze Spinozapremie.

Bovenberg is van mening dat mensen ertoe moeten worden aangezet om hun capaciteiten te benutten en behalve rechten ook plichten hebben en derhalve ook op hogere leeftijd nog een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving. Hij wordt wel als een CDA-ideoloog beschouwd maar relativeert dit in zekere mate door te verklaren dat hij in bepaalde opzichten er (gedeeltelijk) andere denkbeelden op nahoudt.

Lans Bovenberg is getrouwd en vader van twee kinderen. Hij was oorspronkelijk lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten maakte hij dankzij ontmoetingen met Amerikaanse christenen een verdieping in zijn christelijke geloofsovertuiging door. Teruggekomen in Nederland sloot hij zich aan bij de pinksterbeweging.

Hij is lid van de charismatische Evangelische Kerk Jefta in Breda; deze maakt deel uit van het pinksterkerkgenootschap Rafaël Nederland. Tweemaal per jaar preekt hij in zijn kerkelijke gemeente (wikipedia).

Cobbenhagen, Martinus Joseph Hubertus Cobbenhagen, Martinus Joseph Hubertus (10 september 1893-10 februari 1954). Cobbenhagen, Martinus Joseph Hubertus, hoogleraar economie (Gulpen 10-9-1893 - Tilburg 10-2-1954). Zoon van Johannes Franciscus Hubertus Cobbenhagen, kaarsenmaker, en Maria Catharina Hubertina...

Diepenhorst, Pieter Arie Diepenhorst, Pieter Arie (2 januari 1879-6 oktober 1953). Diepenhorst, Pieter Arie, jurist/econoom en politicus (Strijen 2-1-1879 - Epe 6-10-1953). Zoon van Izaak Diepenhorst, landbouwer en vlashandelaar, en Anthonia Overwater. Gehuwd sinds 13-7-1905 met...

Doel , Prof. Dr. Hans (Johannes) van den Doel (4 april 1937-28 maart 2012). Sociaaldemocratische econoom uit een gereformeerd  (synodaal) gezin. Zoon van een Zierikzeese bankier en wethouder. Eén van de leidende figuren en ideologen van Nieuw Links, de vernieuwingsbeweging in de PvdA.... In de tweede helft van de jaren zestig was Van den Doel samen met Han Lammers initiatiefnemer tot de oprichting van Nieuw Links, de vernieuwingsbeweging in de Partij van de Arbeid. Van 1967 tot 1973 maakte hij deel uit van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en was hij woordvoerder op het gebied van volkshuisvesting; daarnaast hield hij zich bezig met financieel-economische vraagstukken. Hij bekleedde de functie van minister van Volkshuisvesting in het Schaduwkabinet-Den Uyl van PvdA, D66 en PPR in 1971. In hetzelfde jaar promoveerde hij bij Jan Tinbergen op het proefschrift Konvergentie en Evolutie, de konvergentietheorie van Jan Tinbergen en de economische ordes in Oost en West, waarna hij in 1973 uit de actieve politiek stapte en hoogleraar politicologie werd aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Twee jaar later stapte hij over naar de Universiteit van Amsterdam, om daar hoogleraar economie te worden.

In 1981 werd Van den Doel getroffen door een hersenbloeding waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. Het betekende het einde van zijn wetenschappelijke en politieke carrière. Hij bekwaamde zich als kunstschilder en gaf zodoende vorm aan zijn biografie.[1] Op 28 maart 2012 overleed hij na ruim dertig jaar invaliditeit op 74-jarige leeftijd. Hij was tweemaal gehuwd en kreeg uit zijn eerste huwelijk met Truus Grondsma drie dochters.

Werken

  • Tien over rood. Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA (1966) (samen met anderen)[2]
  • De macht van de rooie ruggen (1967) (met anderen)
  • De meeste mensen willen meer. Het betere leven van Tien over Rood (1967) (samen met anderen)
  • Konvergentie en Evolutie, de konvergentietheorie van Tinbergen en de economische ordes in Oost en West (dissertatie, 1971)
  • Ekonomie en demokratie in het staatsbestuur (inaugurele rede, 1973)
  • Demokratie en welvaartstheorie: een inleiding in nieuwe politieke ekonomie (1975, latere herdrukken) (vertaald in het Engels, Spaans, Italiaans en Japans; de derde en vierde herdruk werd bewerkt door professor Ben van Velthoven en verscheen onder de titel Democratie en welvaartstheorie)
  • Lastig Links (1976)
  • Het biefstuk-socialisme en de economie (1978)
  • De economie van de onbetaalde rekening (1980) (Bron: wikipedia)

Dorp, Elisabeth Carolina vanDorp, Elisabeth Carolina van (5 september 1872-6 september 1945). Dorp, Elisabeth Carolina van, econome en politica (Arnhem 5-9-1872 - Banjoe Biroe (Nederlands-Indië) 6-9-1945). Dochter van Gerard Carel Théophilus van Dorp, kandidaat-notaris, later uitgever in...

Duisenberg, Wim Duisenberg, Wim (9 juli 1935-31 juli 2005). Friese PvdA-econoom met een grote staat van dienst als bankpresident, zowel nationaal als Europees. Werd betrekkelijk jong minister van Financiën in het kabinet-Den Uyl. Ontwikkelde in 1975 een...

Duynstee BcM. Econ, Bob (24 december 1920-9 mei 2014). Conservatieve katholieke econoom afkomstig uit Welters Katholiek Nationale Partij (KNP). Zoon van een industrieel en kleinzoon van een Tweede Kamerlid. Speelde na studie in Ierland en een loopbaan...

Ehrenfest, Paul Ehrenfest, Paul (18 januari 1880-25 september 1933). Ehrenfest, Paul (oorspronkelijk Oostenrijker; genaturaliseerd bij de Wet van 24-3-1922, Staatsblad no. 142) natuurkundige (Wenen 18-1-1880 - Amsterdam 25-9-1933). Zoon van Sigmund Ehrenfest,...

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeester, promotor. Een persoonlijke herinnering, door: Joop Hartog. 

Toen ik In 1964 aankwam voor mijn studie aan de NEH, op de Pieter de Hoochweg, was C. J. van Eijk daar een jaar eerder aangesteld als  hoogleraar. In 1965 begon ik aan het kandidaatsprogramma, met de verplichte vakken micro, macro, bedrijfshuishoudkunde, recht, economische geschiedenis en economische aardrijkskunde (wat je nu ruimtelijke economie zou noemen). Ik was meteen geboeid door de heldere, systematische colleges macro economie van professor Van Eijk. Ik denk dat ik direct het besef had dat mij een flexibel instrumentarium werd geboden voor het analyseren van economische problemen, en in de doctoraalfase werd Macro mijn hoofdvak (“werkcollege,” zoals  dat toen werd genoemd). Economische modellen bleken bouwstenen voor analyse, structuren die je in elkaar kon zetten voor het probleem dat je te lijf wilde. Er werden geen leerstellingen als waarheden geponeerd, maar hulpmiddelen aangereikt om een weerbarstige werkelijkheid te doorgronden. Van Eijk maakte niet zijn eigen modellen maar bracht zijn ervaring bij modellenbouwer CPB mee, uiteraard in combinatie met zijn kennis van de literatuur. Later, in het doctoraal keuzevak Regionaal en Sociaal-Economisch Onderzoek legde professor Klaassen zijn werk als directeur van het NEI op de toonbank. Hij maakte me nog duidelijker dat economische analyse een creatief proces is: binnen de basisprincipes van economische theorie kun je zelf je eigen modellen formuleren (en vervolgens toetsen). Het is die combinatie die voor mij de aantrekkingskracht van economisch onderzoek werd: de soepele flexibiliteit die de zwierige Klaassen demonstreerde en de diepgravende strenge zorgvuldigheid die de secure Van Eijk daar aan toevoegde. Op welke veronderstellingen was een model gebaseerd, welke assumpties zaten er impliciet verscholen achter, was het een consistent geheel, welke implicaties had het model en spoorden die wel met de empirie? In zijn  doctoraal werkcollege, twee jaar lang één keer per week, werden we daar grondig over onderhouden. Scherpe vragen stelde hij ons, alles met het doel om transparantie te verschaffen. Zagen we wel wat daar eigenlijk stond, begrepen we wel waar het vandaan kwam? Konden we waarmaken, motiveren, overeind houden wat we schreven in onze werkstukken? “Kom broeders“ sprak hij dan (zusters waren er lange tijd niet op onze colleges), “hoe zit dat nou precies?”

In 1972 werd hij mijn promotor, in een totaal andere structuur dan nu gebruikelijk is. Eigenlijk zonder structuur. Ik werd wetenschappelijk medewerker op een onderzoeksproject, met een reguliere aanstelling en een regulier salaris, en werd geacht een proefschrift te schrijven. Dat heb ik gedaan in volstrekte vrijheid, in een beschermde positie en met goede begeleiding. Ik bedacht onderzoeksplannen en beschreef de resultaten en kreeg op beide scherpzinnig commentaar. In mijn dienstverband was de promotie geen cesuur of drempel, ik bleef daarna gewoon in dienst en heb zo 10 jaar onder leiding van Van Eijk aan NEH en EUR gewerkt. Met buitengewoon genoegen.

Ik vermoed dat mijn ervaring indicatief is voor de ervaring van anderen.  Van Eijk was zeer toegewijd aan het onderwijs. Colleges werden zorgvuldig en intensief voorbereid en hij hield de literatuur bij door de nieuwste ontwikkelingen intensief met zijn doctoraal studenten te bestuderen. Hij was er trots op dat later succesvolle economen als Jaap van Duijn, Sweder van Wijnbergen en Peter Nijkamp zijn colleges hadden gevolgd. Hij was ook trots op zijn promovendi, waarvan diverse hoogleraar zijn geworden.

Hij was sterk geïnteresseerd en betrokken bij economische politiek. De bundel opstellen bij zijn emeritaat in 1988 had  dan ook de titel The role of economic policy in society. Na zijn studie economie in zijn geboortestad Amsterdam, aan wat toen nog de Gemeente Universiteit was, was zijn eerste baan, in 1957, bij het CPB, werkplaats voor economisch beleid bij uitstek. Bij het CPB schreef hij samen met collega Sandee een artikel voor Econometrica waarin parameters in de welvaartsfunctie voor economische politiek werden afgeleid uit discussies in het publieke domein. In 1961 vertrok hij als onderzoeker naar de Research and Planning Division van de Economic Commission van de Verenigde Naties in Geneve “om weer rustig te kunnen nadenken in plaats van opgejaagd te worden door de agenda van de dag”. Zo bleef hij in het voetspoor van Tinbergen, oprichter van het CPB, bouwer van het eerste econometrische macro-model, voor de Volkenbond, vooroorlogse voorloper van de VN, ook  gevestigd in Geneve. Van 1963 tot aan zijn emeritaat in 1988 was hij hoogleraar aan NEH/ EUR. Hij bracht sabbatical perioden door in Southampton, Florence en op het NIAS. 

Zijn belangstelling voor beleid stuurde hem in de richting van de Nederlandse adviserende instellingen. Hij was lid van de Sociaal Economische Raad, waar hij voorzitter was van de Commissie Structureel Economisch Beleid en hij was lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waar onder zijn leiding een rapport over economische groei werd gemaakt (Ruimte voor Groei). Met een dynamisch multi-sector model werden beleidsaanbevelingen afgeleid om de werkloosheid terug te dringen, met gepaste waarborgen voor bescherming van het natuurlijk milieu. 

Binnen de Economische Faculteit groeide hij uit tot een belangrijke informele stuurman. Zijn wijsheid, integriteit en grote betrokkenheid bij de kwaliteit van de universiteit bezorgde hem groot respect en maakte hem bij uitstek geschikt voor de rol van vertrouwenspersoon, mentor, katalysator van meningsvorming en voorzitter van allerlei interne commissies.

Door zijn concentratie op onderwijs, bestuur en directe beleidsadvisering is zijn invloed niet waarneembaar achtergebleven, als muziek die ooit klonk, maar voor latere luisteraars niet meer beschikbaar is. Met zijn hoge normen voor onderwijs, bestuur en onderzoek en ouderwetse onkreukbaarheid heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het functioneren van de Economische Faculteit in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Zijn vormende waarde, voor studenten en promovendi zoals ik zelf is een investering die voor hen een leven lang mee gaat. Nauwelijks zichtbaar, nauwelijks meetbaar en daarmee in dubbele zin onschatbaar.  

C.J. van Eijk en J. Sandee (1959), Quantitative determination of an optimum economic policy, Econometrica, 27 (1), 1-13

Goudriaan , Jan Goudriaan , Jan (5 december 1893-22 maart 1974). Goudriaan [jr.], Jan, ingenieur en econoom (Amsterdam 5-12-1893 - Amsterdam 22-3-1974). Zoon van Jan Goudriaan, onderwijzer, en Johanna Christina Margaretha Krantz. Gehuwd op 25-7-1918 met...

Hendrik (Henk) de Haan (Nijmegen, 8 april 1941) is een Nederlands econoom en voormalig politicus. Hij was van 3 december 1996 tot 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van het CDA.

De Haan is sinds 1973 hoogleraar algemene economie aan de Rijksuniversiteit Groningen met als specialisme internationale betrekkingen. Toen hij in de Tweede Kamer was gekozen werd hij algemeen woordvoerder van zijn fractie op het gebied van financiën en belastingen. Verder hield hij zich onder andere bezig met accountancywetgeving, internationale handelspolitiek en ontwikkelingssamenwerking. De Haan was van 2002 tot 2006 voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. Vanaf april 2006 was hij voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken.

Henk de Haan diende in 2000 een motie in om Griekenland uit de eurozone te houden. Het lukte hem niet om toenmalig premier Kok, minister Zalm van Financiën en de rest van de Tweede Kamer te overtuigen. De Haan kreeg van Griekse collega-hoogleraren te horen dat van de door de Griekse regering bij de EU ingediende begroting niets klopte, maar hij had geen harde bewijzen dat het land met geflatteerde cijfers kwam.

In april 2008 kwam De Haan in het nieuws omdat hij voorzitter werd van de Dutch Group Friends of a Free Iran, die de Nationale Raad van Verzet van Iran (NCRI) ondersteunt. De NCRI, waarvan de Iraanse Volksmoedjahedien het grootste deel uitmaakt, is een soort schaduwregering die zegt te werken voor democratie en scheiding van staat en religie in Iran, en wordt geleid door Maryam Rajavi. De Haan zei niet van plan te zijn het voorzitterschap op te geven. Dutch Group Friends of a Free Iran is een afdeling van Friends of a Free Iran dat gesteund wordt door Europarlementsleden en ook vicepresident Alejo Vidal Quadras. Henk de Haan is een pleitbezorger van de Israëlische belangen in de internationale politiek; De Haan keerde zich voorts in mei 2009 fel tegen het voorstel van Mark Rutte (VVD) om Holocaustontkenning niet langer strafbaar te stellen. (Wikipedia)

Holtrop, de begaafde, de rusteloze, die zeldzame combinatie van...

Holtrop, Marius Wilhelm Holtrop, Marius Wilhelm (2 november 1902-1 april 1988). Holtrop, Marius Wilhelm, econoom en president van De Nederlandsche Bank (Amsterdam 2-11-1902 - Haarlem 1-4-1988). Zoon van Jan August Holtrop, acteur, en Elisabeth Philippina Brouwenstijn (bij...

Hope, Henry Hope, Henry (1735-1811). HOPE, Henry, bankier en kunstverzamelaar (Huize 'Payne's Hill', Quincy (Massachusetts, Noord Amerika) ?-?-1735 - Londen (Groot-Brittannië) 25-2-1811). Zoon van Henry Hope, koopman, en Sarah...

J.G. Knol kwam ter wereld in een traditioneel gereformeerd gezin in Utrecht. Zijn vader dreef een sigarenwinkel. Het gezin woonde boven een winkel... Knol bezocht de Christelijk nationale school aan de Maliebaan in Utrecht. De crisistijd ging aan het gezin Knol niet voorbij: als zoveel middenstanders leed het in de jaren dertig aan armoede. De Duitse inval in mei 1940 en de daaropvolgende bezetting herinnert Knol zich als jaren van schaarste, waarin de jongen op tijd thuis moest zijn. De familie Knol ging niet in verzet, maar raakte betrokken bij de kerkscheuring van 1944, waarin vader en zoon partij kozen voor de Kamper hoogleraar K. Schilder. J.G. Knol werd voor de oorlog lid van de gereformeerde knapenvereniging, die grote invloed op hem uitoefende. De intellectuele vorming die daarvan uitging, werd voor zijn besef voortgezet in de Vrijmaking. De gedachte dat de gereformeerde kerk (vrijgemaakt) de ‘ware kerk’ zou zijn heeft hem echter nooit aangesproken. Knol studeerde na de oorlog economie aan de Vrije Universiteit, waar hij ook hoogleraar werd. (http://getuigenverhalen.nl/interview/interview-09-1)

Koopmans, Tjalling Charles Koopmans, Tjalling Charles (28 augustus 1910-26 februari 1985). Koopmans, Tjalling, (bekend onder de naam Tjalling Charles Koopmans), econoom ('s-Graveland 28-8-1910 - New Haven (Connecticut, Verenigde Staten) 26-2-1985). Zoon van Sjoerd Koopmans,...

Lieftinck, Pieter Lieftinck, Pieter (30 september 1902-9 juni 1989). Lieftinck, Pieter, minister van Financiën (Muiden (N.H.) 30-9-1902 - 's-Gravenhage 9-6-1989). Zoon van Willem Hendrik Lieftinck, Nederlands hervormd predikant, en Gerarda Johanna van Hoolwerff....

Karel Paul van der Mandele. Geboren Delft, 1 november 1880, Rotterdam, 23 januari 1975. Karel Paul van der Mandele (Delft, 1 november 1880[1] - Rotterdam, 23 januari 1975) was een Nederlands bankier, voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, en in 1913 een van de leden van het oprichtingsbestuur van de Nederlandsche Handels-Hoogeschool (NHH), die later als Nederlandse Economische Hogeschool [NEH] opging in de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na de Tweede Wereldoorlog was hij een belangrijk initiator van de wederopbouw van Rotterdam, met name door het aanjagen van nieuwe woonwijken (zoals Vreewijk) en goede infrastructuur, zoals de Beneluxtunnel en de Van Brienenoordbrug. De gewone Rotterdammer kende hem alleen uit de krant, als K.P. van der Mandele, bij initialen.

Van der Mandele was een zoon van Pauline Engelbrecht en de bankier Willem Karel Samuel van der Mandele. Hij studeerde economie in Lausanne en rechten in Leiden.

Van der Mandele begon zijn carrière als advocaat in Den Haag. Vervolgens trad hij in dienst bij de Rotterdamsche Bank, later Rotterdamsche Bankvereniging (Robaver). Hij was daar eerst directiesecretaris, werd in 1909 algemeen procuratiehouder en trad in 1910 toe tot de directie. Van 1935 tot 1940 was hij voorzitter van de directie. Na zijn aftreden als directievoorzitter van Robaver werd hij voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, een functie die hij tot zijn tachtigste verjaardag in 1960 bekleedde. Daarnaast was hij, zelfs tot zijn 90e verjaardag, (president-)commissaris van een groot aantal Nederlandse bedrijven.

Al vroeg in zijn loopbaan raakte Van der Mandele maatschappelijk actief betrokken. Hij was, samen met andere vooraanstaande Rotterdamse zakenlieden, de drijvende kracht achter de ontwikkeling van Rotterdam. Mr.dr. K.P. van der Mandele vervulde sinds 1918 vele bestuursfuncties bij de Nederlandsche Handelshoogeschool (NHH) en de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), rechtsvoorgangers van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was voorzitter van de raad van beheer van 1918-1923 en 1927-1938 van de NHH en president-curator van 1945-1964 van de NEH.

Van der Mandele was in 1947 een van de oprichters van het Afrika Studiecentrum. Hij zorgde in Rotterdam voor goede woonwijken zoals de tuindorpen Vreewijk en 's-Gravenhof. Hij behartigde de kapitalen en was voorzitter van de door de Rotterdamse cargadoor W.S. Burger bij testament opgerichte stichting Volkskracht, waaruit talloze sociale en culturele belangen in Rotterdam zijn gesteund.

Wederopbouw Rotterdam: Van der Mandele schakelt lasapparaat in (Opbouwdag 1963)

Van der Mandele speelde een prominente rol in de wederopbouw van Rotterdam. De dag na het bombardement op 14 mei 1940 kwam hij bijeen met burgemeester Oud en een aantal vooraanstaande functionarissen van de Gemeente en van de Kamer van Koophandel. Om het commerciële herstel van de stad aan te vatten werd diezelfde dag de Stichting Rotterdam 1940 opgericht. Op 18 mei lag er al een opdracht om een plan van wederopbouw te ontwerpen. Eerst met burgemeester Oud, vervolgens met burgemeester Van Walsum, vormde Van der Mandele het duo dat leiding gaf aan de naoorlogse wederopbouw. Uit het bijna dagelijkse overleg kwam uiteindelijk het Comité Rotterdam 1950 voort, een "stadsforum" van directies van gemeentelijke diensten en kopstukken uit de haven en het bedrijfsleven. Dit forum van overleg en samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven functioneerde ruim 20 jaar. Van der Mandele was in zijn element als aanjager van de realisering van plannen. Ook bij de verwezenlijking van de Van Brienenoordbrug en de Beneluxtunnel speelde hij een belangrijke rol. ... In 1955 kreeg Van der Mandele de Zilveren Anjer, een onderscheiding die jaarlijks uitgereikt wordt aan "personen van onbesproken vaderlands gedrag, die in enigerlei vorm van onverplichte arbeid uitstekende verdiensten hebben verworven voor de Nederlandse cultuur of voor die van de Nederlandse Antillen". Van der Mandele kreeg de onderscheiding vanwege zijn betrokkenheid bij de "opbouw [van] tuindorpen in Rotterdam-Zuid en Kralingen, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Museum Boijmans, Diergaarde Blijdorp en het cultureel herstel van Rotterdam na de Tweede Wereldoorlog". Van der Mandele was verder kamerheer in bijzondere dienst van Koningin Juliana. Hij ontving (op 17 december 1958) een eredoctoraat van de Nederlandse Economische Hogeschool, thans Erasmus Universiteit Rotterdam en (op 8 februari 1961) de Zilveren Erepenning van de Rijksuniversiteit Leiden. Op het Rotterdamse bedrijventerrein Brainpark I is een straat naar Van der Mandele vernoemd.

Biografie. A.J. Teychiné Stakenburg: Beeld en beeldenaar. Rotterdam en Mr. K.P. van der Mandele. Rotterdam, Ad Donker, 1979. ISBN 9061001633

Peter Nijkamp (Dalfsen, 26 februari 1946) is een Nederlands econometrist. Sinds 1 januari 2009 is hij universiteitshoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Nijkamp studeerde econometrie aan de Nederlandse Economische Hogeschool en werkte na zijn promotie vanaf 1973 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, sinds 1975 als hoogleraar regionale economie en economische geografie. Nijkamp heeft veelvuldig gepubliceerd op uiteenlopende terreinen en heeft vele promovendi begeleid.

Controverse. In mei 2013 kreeg Nijkamp te maken met beschuldigingen van wetenschappelijk onzorgvuldig handelen. Op 28 mei werd de aanstaande promotie van een van zijn promovendi uitgesteld, omdat er klachten waren geuit over het proefschrift, waarvan Nijkamp voor een aanzienlijk deel medeauteur was. De VU stelde een onderzoek in, geleid door hoogleraar psychologie Pieter Drenth.[1] Nijkamp trok zich terug als promotor[2] en de promovendus werd in de gelegenheid gesteld het proefschrift aan te passen en alsnog te promoveren.

Op 7 januari 2014 werd bekend dat Nijkamp in deze kwestie, maar ook in andere zaken zelfplagiaat werd verweten door een anonieme klokkenluider.[3] Hierop besloot de VU het hele oeuvre van Nijkamp te laten onderzoeken op (zelf)plagiaat, door een commissie onder leiding van emeritus hoogleraar Jaap Zwemmer.[4][5]

In maart 2015 concludeerde het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) dat Nijkamp en zijn promovendus geen plagiaat verweten kon worden, maar slechts onzorgvuldige bronvermeldingen. Het orgaan tikte de VU op de vingers over de wijze waarop zij met de beschuldigingen was omgegaan en over hoe zij in de publiciteit had opgetreden.[6] De door de VU ingestelde commissie-Zwemmer concludeerde eerder dat Nijkamp vroeger werk in nieuwe publicaties had hergebruikt[7] en dat dit te kwalificeren is als "twijfelachtige onderzoekspraktijken".[8] De VU distantieerde zich deels van die conclusie.[8] Nijkamp zelf vond onder meer de selectie werken die de commissie onderzocht kwalitatief en kwantitatief onvoldoende om dergelijke conclusies op te baseren.[9]

In 1996 werd hem de Spinozapremie toegekend door NWO. Nijkamp is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en was van 1 juni 2002 tot 11 december 2008 voorzitter van NWO.

Op 1 maart 2008 trad Nijkamp toe tot het College Stedelijke Innovatie van het Nicis Institute, het Maatschappelijk Top Instituut voor de steden.

Naast tal van functies in wetenschappelijke gremia, trad Nijkamp ook op als adviseur van instellingen als de Wereldbank, de Europese Commissie, de OESO, de Raad van Europa en de Nederlandse regering.

Palm , Drs. Frits Palm , Drs. Frits (30 januari 1947-7 maart 2011). Econoom en voormalige ambtenaar die in de periode 2002-2003 gold als één van de beste LPF-Tweede Kamerleden. Voor hij in de Kamer kwam onder meer zes jaar directeur van het Kabinet van Antilliaanse...

Peijnenburg, Marinus Wilhelmus Johanna Maria Peijnenburg, Marinus Wilhelmus Johanna Maria (29 januari 1928-1 april 1979). Aimabele econoom van katholieken huize. Kwam in 1966 als vertegenwoordiger van de katholieke werkgeversorganisatie in de KVP-Tweede Kamerfractie en werd daarvan één van de financieel-economische...

Pieck, Henri Christiaan Pieck, Henri Christiaan (19 april 1895-12 januari 1972). (roepnaam: Han), communistisch schilder en illustrator en spion voor de Sovjet-Unie, is geboren te Den Helder op 19 april 1895 en overleden te Den Haag op 12 januari 1972. Hij was de zoon van Henri...

Pierson, Hendrik (10 juli 1834-7 augustus 1923). Hendrik Pierson1834-1923 Hendrik Pierson werd geboren te Amsterdam op 10 juli 1834 als vierde kind van Jan Lodewijk Gregory Pierson (1806-1873) en Ida Oyens (1808-1860). Hij huwde op 4 mei 1857 met...

Frederick (Rick) van der Ploeg (Rotterdam, 28 april 1956) is een Nederlands econoom en voormalig politicus. Hij was staatssecretaris voor Cultuur en Media in het kabinet-Kok II en is tegenwoordig hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en aan de Universiteit van Oxford.

Van der Ploeg volgde de middelbare school in Nederland, maar voor zijn studie ging hij naar Engeland, het land van zijn moeder. Na een studie aan de Universiteit van Sussex, schreef Van der Ploeg vanaf 1977 tot 1981 zijn proefschrift in de ingenieurswetenschappen aan de Universiteit van Cambridge. Education

  • 1977-81 : Ph.D. Engineering, University of Cambridge and King’s College, Cambridge.
  • 1974-77: B.Sc., First Class Honours, University of Sussex.
  • 1973-76: PD, SPD1 and three years of Nivra, Amsterdam.
  • 1968-74: Atheneum B, Scholengemeenschap Melanchton, Rotterdam. 

Na zijn promotie bekleedde Van der Ploeg diverse functies in de wetenschap, onder meer als hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg vanaf 1988, het Europees Universitair Instituut in Florence en de Universiteit van Amsterdam.

In 1994 werd Rick van der Ploeg lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid. Hij was de financieel woordvoerder van de PvdA-fractie. Van 1998 tot 2002 was Van der Ploeg staatssecretaris voor Cultuur en Media in het kabinet-Kok II.

Na de verkiezingen van 2002 keerde hij terug naar de wetenschap, nadat hij al voor de verkiezingen had laten weten niets te voelen voor een vernieuwd Kamerlidmaatschap. Hij werd in 2002 hoogleraar internationaal economisch beleid aan het Robert Schuman Centrum van het Europees Universitair Instituut in Florence en in 2003 hoogleraar politieke economie aan de Universiteit van Amsterdam, vanaf 2008 aan de Amsterdam School of Economics. Vanaf 2007 werd hij ook hoogleraar economie aan de Universiteit van Oxford.

Posthuma, Suardus (25 juli 1900-12 juli 1991), econoom en directeur van de Nederlandsche Bank (Djember (Nederlands-Indië) 25-7-1900 - Overveen (N.H.) 12-7-1991). Zoon van Jan Posthuma, employé op een cultuuronderneming.

Posthumus, Nicolaas Wilhelmus. (26 februari 1880-18 april 1960), historicus (Amsterdam 26-2-1880 - Laren (NH) 18-4-1960). Zoon van Nicolaas Wilhelmus Posthumus, directeur van een HBS met 3-jarige cursus en aardrijkskundige (NNBW,...)

RAAIJMAKERS, Charles Adrianus Marie (1871-1954). Raaijmakers, Charles Adrianus Marie, economist (Roosendaal en Nispen 22-12-1871 - Nijmegen 27-12-1954). Zoon van Petrus Johannes Raaijmakers, telegrafist, en Alida Maria van der Weijden.afbeelding van Raaijmakers, Charles Adrianus Marie

Raaijmakers promoveerde, na gymnasium en rechtenstudie, aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de staats- en rechtswetenschap op het proefschrift Verzekering tegen werkloosheid (1895). Daarna trad hij in de orde der jezuïeten. In 1902 werd hij priester gewijd en in hetzelfde jaar benoemd tot leraar aan de jezuïetenschool, het Canisiuscollege, te Nijmegen. In 1921 volgde daarop de benoeming tot rector aan een andere jezuïetenschool, het Ignatiuscollege, te Amsterdam. Zijn voornaamste wetenschappelijk publicistische activiteit speelde zich af in de tijd dat hij bij het middelbaar onderwijs betrokken was en betrof zijn belangstelling voor sociale kwesties. Daarvan getuigden, behalve het proefschrift waarin hij een stelsel van werkloosheidsverzekering had bepleit, studies over armenzorg, arbeidsduur en medezeggenschap en artikelen over verwante onderwerpen in het Katholiek Sociaal Weekblad. In dit verband paste ook dat hij een der richting-gevers was van de ontwikkeling van het Katholiek Werkliedenverbond.

Het rectoraat in Amsterdam duurde slechts kort, want in 1923 werd Raaijmakers benoemd tot hoogleraar in de staathuishoudkunde en economische sociologie in de faculteit der Rechten aan de in dat jaar opgerichte Katholieke Universiteit te Nijmegen. Tijdens dit hoogleraarschap legde hij zich in het bijzonder toe op het vraagstuk van de relatie tussen economie en ethiek, zoals reeds bleek uit zijn diesrede Economie en ethiek (Nijmegen [etc.], 1926). Deze was gericht tegen de dominante anti-normatieve tendensen in de economische wetenschap van zijn dagen en kwam hem op kritiek te staan van de Rotterdamse economist prof. F. de Vries, met wie hij lange tijd deel uitmaakte van de redactie van De Economist (1933-1944), en van de Groninger economist prof. H.W.C. Bordewijk. In dezelfde geest keerde hij zich in 1935 tegen devaluatie van de gulden, al voerde hij hiertoe ook argumenten van economische doelmatigheid aan. Hij achtte die devaluatie ethisch ongeoorloofd, omdat de lasten ervan ongelijk over de economische groepen werden verdeeld; gedane beloften en eenmaal gevestigd vertrouwen in de economische en juridische orde der dingen werden erdoor aangetast. De economie moest volgens Raaijmakers gekenmerkt worden door een geesteswetenschappelijke inslag, want zij heeft de mens als middelpunt. De gangbare economische wetenschap poogt ten onrechte, met verwaarlozing van de kwalitatieve interpretatie, de economische werkelijkheid te vangen in kwantitatieve relaties. De economie mag niet worden losgemaakt van psychologie, sociologie, wijsbegeerte en ethiek, want zij maakt de mens materialistisch en mechaniseert het leven. De eigenlijke economie begint pas bij de teleologie. Voor Raaijmakers als katholiek priester en hoogleraar vond deze teleologie haar bekroning in godsdienst en geloofsmoraal.

Als persoon was Raaijmakers een ingetogen aristocratische figuur. Hij was een helder docent. Leven en werk werden geïnspireerd door zijn priesterschap. Dat bracht ook een veelzijdiger belangstelling voor andere zaken dan economische met zich, o.a. voor geestelijke literatuur en kunst. Het katholicisme als inspiratiebron voor Raaijmakers' denken over sociale en economische kwesties blijkt, behalve uit de interesse voor de relatie tussen economie en ethiek, ook uit de gedachten over sociale vraagstukken in de publikaties vóór 1923. Deze gedachten waren geheel in overeenstemming met pauselijke sociale encyclieken - Rerum Novarum en Quadragesimo Anno - en het gangbare katholieke denken van die tijd in Nederland. Uit dien hoofde pleitte Raaijmakers voor solidariteit tussen de klassen, voor medezeggenschap der arbeiders in het kader van het bedrijfsradenstelsel en voor een op het solidariteitsbeginsel berustende corporatieve ordening van het bedrijfsleven.

Publikaties over de eigenlijke economische theorie heeft Raaijmakers niet voortgebracht. Een veelvuldig publicist was hij trouwens zeker niet.

P: Naast de in de tekst vermelde werken: Leo XIII. Korte levensschets voor het katholieke Nederlandsche volk... (Amsterdam, 1893); Staat en armenzorg (Leiden, 1907); Arbeidsduur voor volwassen mannen (Leiden, 1908); Vrouwen-kiesrecht (Amsterdam, [ca. 1909]); samen met J.G. van Schaik et al. De medezeggenschap der arbeiders. Redevoeringen... op 28 en 29 mei 1921 (Utrecht, 1927); 'Het bevolkingsvraagstuk en de moraal'. Preadvies uitgebracht voor de Vereeniging tot het bevorderen van de beoefening der wetenschap onder de katholieken in Nederland, Annalen 1927, 1-7; met E.G.J. Gimbrère preadviezen over 'Maakt de huidige ontwikkeling van het economisch leven in Nederland het gewenscht tot devaluatie over te gaan?' in Annalen [van de] Vereeniging tot het bevorderen van de beoefening der wetenschap onder de Katholieken in Nederland 1935, IIa, 1-80; Raaijmakers preadvies over devaluatie verscheen ook apart als Devaluatie? (Nijmegen [etc., ca. 1935]); Ordening (Nijmegen [etc.], 1937); tevens schreef Raaijmakers in de jaren '20 een vele malen herdrukt boek voor het middelbaar onderwijs Beginselen der staathuishoudkunde 15e druk ('s-Hertogenbosch, 1954).

L: F. de Vries, 'Honderd jaar theoretische economie', in De Economist 100 (1952) 870-872; G.W. Groeneveld, in Jaarboek der R.K. Universiteit te Nijmegen 1954-1955 (Nijmegen, 1956) 58-61; P.H. Winkelman, 'Sociale ethiek onder macro-economisch regiem 1935-1960', in Bedrijf en samenleving. Economisch-historische studies... (Alphen a/d Rijn [etc.], 1967) 275-281. (Bron: http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/raaijmakers)

Ricardo, David (18 april 1772-12 september 1823). David Ricardo werd in 1772 te Londen geboren als telg uit een sefardische familie die in de zeventiende eeuw naar de Republiek was geëmigreerd. David Ricardo werd op 11-jarige leeftijd naar Holland...

Schouten, Adriaan Schouten, Adriaan (25 mei 1941-10 maart 1984). Econoom en ARP-politicus. Kleinzoon en echtgenoot van een predikant. Werd in 1971, na bij het Economisch Instituut in Drenthe te hebben gewerkt, woordvoerder financieel-economische zaken van de...

Smeets, Mathieu. M.J.H. (Mathieu) Smeets (1896-1984) is rector in de jaren 1952-1953. Smeets, geboren in Roermond, behaalt na het gymnasium het diploma boekhouden en gaat werken bij het ministerie van Financiën, waar hij nog het vakdiploma surnumerair der directe belastingen behaalt.

In 1931 wordt Smeets benoemd tot buitengewoon lector in het belastingrecht aan de Katholieke Hogeschool Tilburg. Het jaar daarop promoveert hij aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen op het proefschrift ‘Inkomen en vermogen en hun betekenis voor de welvaart’. In 1946 wordt hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar Leer der openbare financiën. In 1949 volgt zijn benoeming tot hoogleraar Belastingrecht. Hij is dan 32 jaar werkzaam geweest bij het ministerie van Financiën.

Ten tijde van zijn eerste benoeming is belastingrecht slechts een keuzevak. Hij brengt daar verandering in door het invoeren van de voltijdse en postdoctorale opleiding Belastingkunde in 1951. Smeets levert gedurende zijn loopbaan circa 250 wetenschappelijke publicaties af. Zijn animo om een handboek te schrijven wordt sterk bekoeld door de sinds 1946 herhaaldelijk aangekondigde belastingherziening, die uiteindelijk pas medio jaren zestig enigszins wordt gerealiseerd. Smeets was ook actief in de rechtspraak, onder meer als raadsheerplaatsvervanger van de belastingkamer van het gerechtshof in Den Bosch.

In 1968 neemt Smeets afscheid van de Katholieke Hogeschool Tilburg. Hij heeft dan 37 jaar aan de instelling gedoceerd. Hij was veeleisend voor zichzelf en zijn studenten, en was gevreesd als opponent bij promoties vanwege de vinnigheid waarmee hij vragen op de promovendus afvuurde. Bij zijn afscheid krijgt Smeets de zogenaamde ‘Smeets bundel’ aangeboden met bijdragen van alle belastingdocenten aan Nederlandse universiteiten. Een jaar na zijn afscheid wordt de naar hem vernoemde Tilburgse Fiscalisten Vereniging ‘De Smeetskring’ opgericht. (https://wikimiddenbrabant.nl/Smeets,_Mathieu)

Tinbergen, Jan Tinbergen, Jan (12 april 1903-9 juni 1994). sociaal-democratisch econoom, is geboren te Den Haag op 12 april 1903 en aldaar overleden op 9 juni 1994. Hij was de zoon van Dirk Cornelis Tinbergen, leraar Nederlands aan een gymnasium, en...

Uijl, Johannes Marten den Uijl, Johannes Marten den (9 augustus 1919-24 december 1987). Uijl, Johannes Marten den, (bekend onder de naam Den Uyl), Tweede-Kamerlid, minister en minister-president (Hilversum 9-8-1919 - Amsterdam 24-12-1987). Zoon van Johannes den Uijl, winkelier, en...

Verrijn Stuart, Gerard Marius Verrijn Stuart, Gerard Marius (16 september 1893-25 oktober 1969) Verrijn Stuart, Gerard Marius, hoogleraar economie, bankier en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad ('s-Gravenhage 16-9-1893 - Amsterdam 25-10-1969). Zoon van Coenraad Alexander Verrijn...

Vissering, Gerard Vissering, Gerard (1 maart 1865-19 december 1937)Vissering, Gerard, bankier en publicist (Leiden 1-3-1865 - Bloemendaal 19-12-1937). Zoon van Simon Vissering, hoogleraar en minister van Financiën, en Grietje Corver. Gehuwd op 12-8-1891 met...

Vissering, Mr. Dr. S.Vissering (23 juni 1818-22 augustus 1888). Liberaal econoom en minister van Financiën in het kabinet-Van Lynden van Sandenburg. Aanvankelijk journalist. Volgde in 1850 

Wisselink, Jan (17 april 1892-20 december 1978). Wisselink, Jan, ondernemer en econoom (Haaksbergen (O). Zoon van Jan Herman Wisselink, textielfabrikant, en Hendrika Companjen. Gehuwd op 4-4-1977 met Maria...

Wolff, Salomon (Sam) de. Econoom en politicus (Sneek 1878 - Amsterdam 24-11-1960). Zoon van Abraham de Wolff, grossier in manufacturen, en Goudtje de Vries. Gehuwd op 7-5-1910 met Sara...

Wytzes , Mr. Dr. Henk (7 oktober 1923-1 mei 2015). Friese econoom en jurist uit een antirevolutionair onderwijsgezin. Werkte bij de Herstelbank in Den Haag en bij de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling in Washington DC. Doceerde daarna...

Zijlstra, Jelle Zijlstra, Jelle (27 augustus 1918-23 december 2001). Zijlstra, Jelle, econoom en politicus (Oosterbierum 27-8-1918 - Wassenaar 23-12-2001). Zoon van Ane [Jelles] Zijlstra, landbouwer en graanhandelaar, en Pietje Postuma. Gehuwd op 11-3-1946 met...

Zimmerman, Louis Jacques (27 februari 1913-28 april 1998). Amsterdamse econoom, die zijn wetenschappelijke loopbaan enkele weken combineerden met het Tweede Kamerlidmaatschap voor de PvdA. Hij 'verving' tijdelijk Suurhoff, toen die niet tijdig zijn...

Zoon , Dr. Jan (16 juli 1923-9 februari 2016). Econoom die ruim twintig jaar financieel-economisch woordvoerder van de PvdA-Eerste Kamerfractie was. In het dagelijks leven werkzaam bij Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland (ETIF)....


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?