De Gedrevene

Invalshoek. Daar gaat het vaak om bij een biografie. Deze biografie van Dik Verkuil over het leven - zijn intellectuele leven als professional (politicus, econoom, journalist, directeur, ...) - Joop den Uyl is duidelijk als het om de focus gaat: niet teveel bijzaken, maar de man in zijn werk. 

Her en der een opmerking vanuit zijn privéleven, bijvoorbeeld en precies hierop aansluitend wanneer zijn vrouw zegt, "tien uur, nu al thuis?" Den Uyl ging dan om acht uur met de bedrijfsauto op pad. Natuurlijk staat er ook een deel van zijn jeugd in, bijzondere details waaronder een mogelijk motief voor zijn latere ambitie. In eerste instantie een stil zwijgend element van zijn postuur, Jopie was een kleine jongen, maar ook dat hij wat moeilijk contact kon maken, en misschien ook, dat hij toch niet de beste van de klas was. "Hij was een wat eenzame jongen die compensatie zocht in boeken, gedichten en dromen over een toekomst als politiek leider."

In precies dertig hoofdstukken, beginnend met "Gereformeerde Jongeling," ontstaat het portret van de premier (MP) in wording. 

Van dit boek zijn een aantal recensies, waarvan ik deze de beste vind, in de groene:

https://www.groene.nl/artikel/totaal-geen-haan

Zelf volsta ik met een korte bloemlezing, en wat algemeenheden. Ik vond het een aardig boek om te lezen. Mijn motief was om zijn keuze voor economie te vinden, en daarover was de biograaf kort: met economie zou Joop het ver brengen in de politiek (aangemoedigd door zijn leraar Westerveld), wat zijn einddoel was. Dat werd hij via journalist en daarin bleek hij niet alleen intelligent, maar ook slim. Dat merk je dan op het eind wanneer hij iemand anders - niet minder dan Jan Pronk aanvalt op zijn gebrek aan realiteitszin ["een gevaarlijk klein ideoloogje"].

De bloemen:

Den Uyl (Uil, waar Joop Uyl stijlvoller vond) was een symbool van zijn tijd. De jaren 60 en 70 zijn in Nederland de tijd van den Uyl.

Hij was een geestelijke veelvraat, en (verderop in de tekst) een man met twee gezichten: gekwiekste pragmaticus en romantisch visionair. Maar ook een "intellectuele vechtjas."

De auteur had zelf Maarten van Rossem als leermeester (die Den Uyl als de bij uitstek intellectuele politicus noemde), maar den Uyl had niet echt iemand. Wel deelde hij zijn geboorteplaats Hilversum en zijn opkomst met het vertrek van Domela Nieuwenhuis, zijn voorganger.

Als jongen was hij een romanticus, met idealen, ambitieus en een getalenteerde schrijver. Zijn HBS-a keuze kwam bij zijn talenten van pas, want hij was retorisch sterk. Wilde altijd echt argumenteren en had zelfs een eigen mechanisme hiervoor: het tegenovergestelde beweren van wat hij werkelijk dacht om tegenspraak uit te lokken.

Kind van zijn tijd...Eerzuchtig en al snel politiek rijp, door in een schoolopstel zijn mening te uiten dat het Nederlandse volk aan morele nood verkeerde, terwijl materiele nood overschat werd. Dat bleef ook zijn kritiek op de arbeiderscultuur die teveel op consumptie gestoeld was. Zijn idee was het cultuursocialisme (wat ik nu zou vertalen met Groen links) maar werd ook wel "betonsocialist" genoemd.

Hij ging studeren van de huidige UvA, omdat de VU toen geen "zelfstandige studierichting," had, die kwam pas in 1948, maar hier moet ongetwijfeld meer gespeeld hebben. Ging direct in een dispuut en kwam door zijn talenten direct bij het (een na) beste daarvan terecht (MEDICUS). 

In de oorlog speelt hij geen grote rol, kiest niet echt voor het verzet of wordt daar anders door gemotiveerd anders dan dat hij alleen het geloof afzweert. Hij wordt agnost, niet atheïst.

Journalist bij VN en directeur van de Wiardi Beckman. Hier zou de biograaf nog wat meer de economische context kunnen schetsen, er is volop ruimte om te groeien in die tijd. Zonder moeite wordt hij  - met economiediploma - directeur. Die context blijft vaag onbesproken maar wordt duidelijk door termen en begrippen als "Blauwdruk" wat in die tijd duidelijk nog usance was.

...

Politiek maar vooral ook maatschappelijke context is er ook, maar spaarzaam. Vlak voor Den Uyl groeide de collectieve uitgaven als tot 35,4 % van het bbp. Galbraith was misschien een voorbeeld van de politicus, met zijn kritiek van Private opulence (affluence?) en public squalor.  Het rapport van de club van Rome, grenzen aan groei komt met apocalyptische voorspellingen die grote indruk maken en actie vragen.

Impliciet in het verhaal is ook zijn professionele onderhandelingstactiek door nieuwe ideologieën of partijen (zoals Nieuw Links) te accommoderen binnen het grotere geheel zodat iedereen ermee kon leven.

De politieke manoeuvres laat ik voor wat ze zijn. De Punt, De Oliecrisis, Lockheed, etc. De kabinetsformaties, daarvoor moet je gewoon interesse hebben en het boek lezen, het is hier overbodig om samen te vatten. Wel uniek is het beeld dat je ziet in de biografie hoe een leider opkomt maar ook langzaam afgaat. Dat is een proces, waarin anderen, jonger en met nieuwe talenten (van Agt, de Jonge Wiegel, "die toen dertig was") een professionele sprong maken in hun carrière. Ook Joop van Thijn en andere krijgen netjes een plek in het verhaal.

Dan de titel. De biografie van Anet Bleich - Dromer en doordouwer - is wat dat aangaat duidelijker. Gedrevene? Dat blij ik toch een lastige omschrijving vinden. Gedreven. Door wat? De groene.nl voegt daar visionair aan toe, maar juist hier zou je het manco van de strakke focus op zijn "arbeid," kunnen zien. Want waarom wilde hij de politiek in. Wat was er nu in de wereld om hem heen dat op actie vroeg. Het was niet de wederopbouw vanuit de oorlog, maar wat dan wel. Moralist, valt ook als term. maar dan is zijn keuze voor economie juist weer zo vreemd. Een echte moralist gaat toch geen economie studeren?

Misschien toch ook de biografie van Bleich lezen...

-- 16 maart 2022 foto uit 100 Jaar Rabobank.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?