De vos en de egel

De vos en de egel, dat moet een fabeltje zijn. Van de la Fontaine misschien? Die schreef tenslotte over de (ijdele) raaf en de (slimme) vos. Het verhaal van de vos en de egel is echter geen fabel, maar een parabel van de Griekse dichter Archilochus. Daar is eeuwen lang weinig mee gedaan totdat een Zwitserse scholar (Konrad Gesner, in Historia animalium (1551)) een inventarisatie maakt van het dierenrijk, waarin ook de vos en de egel een plaats krijgen:

 ...Gesner’s fox embodies the deceit and cunning traditionally associated with this important symbol of our culture—poised on his haunches, ready for anything,...
The hedgehog, by contrast, is long and low, all exposed and nothing hidden. Spines cover the entire upper surface of his body; and his small feet neatly fit under this protective mat above. The face, to me, seems simply placid: neither dumb nor disengaged but rather serenely confident in a quiet, yet fully engaged manner. (bron: S.J. Gould, the HEDGEHOG, the FOX, and the MAGISTER’S POX).

Aangezien de scholar een soort Renaissance-achtig compendium maakt met alles wat over deze dieren gezegd is (Gould: for everything ever said or reported by human observers or moralists about animals and their meanings), voegt hij een belangrijke vertaling toe van Erasmus van de Griekse parabel:
Erasmus cites, in his universalized Latin, the Archilochian contrast of fox and hedgehog: Multa novit vulpes, verum echinus unum magnum (or, roughly, “The fox devises many strategies; the hedgehog knows one great and effective strategy”).
Gould refereert aan de filosoof Isaiah Berlin die een essay geschreven heeft (1953) over de symboliek van de twee dieren: de egel en de vos. Berlin heeft de symboliek van deze dieren gekozen als frame voor een uiteenzetting over het karakter van leo Tolstoi en sinds dit werk, vooral in de laatste decennia is zijn gedachtegoed verder gepopulariseerd, tot zelfs in de management-wereld aan toe waar het boek From Good To Great van Jim Collins het belangrijkste voorbeeld is.

Het verhaal of idee van de vos en de egel is eenvoudig: de vos jaagt op de egel die steeds weer dezelfde truc uithaalt: hij rolt zich op en de vos probeert van alle kanten zijn truc, maar moet machteloos toezien hoe dit effectieve defensiemechanisme hem verslaat. (Gould laat zien aan de hand van oorspronkelijke teksten in het Latijn van Erasmus dat het verhaal van de vos en de egel genuaneerder is dan deze versie)

Berlin schrijft dat wetenschappers stoeien over de vraag wat die ene zin van de dichter - de egel weet maar een ding - nu precies te betekenen had. Sommigen zien hierin de essentie van hoe schrijvers en denkers van elkaar verschillen.

For there exists a great chasm between those, on one side, who relate everything to a single central vision, one system, less or more coherent or articulate, in terms of which they understand, think and feel – a single, universal, organising principle in terms of which alone all that they are and say has significance – and, on the other side, those who pursue many ends, often unrelated and even contradictory, connected, if at all, only in some de facto way, for some psychological or physiological cause, related to no moral or aesthetic principle. These last lead lives, perform acts and entertain ideas that are centrifugal rather than centripetal;

"Hun gedachte is verstrooid en diffuus, beweegt over verscheidene niveaus en komt van een veelvoud aan ervaringen en objecten en neemt deze voor wat hun essentie is, zonder deze in een al overkoepelende en soms zichzelf tegensprekende, incomplete en soms zelf fanatieke verbonden innerlijke visie te proppen."
Dit is op zich al een mooie typering om een mens in het algemeen en niet alleen wetenschappers te portretteren. Er zijn vele typeringen over de eigenschappen van de vos en de egel, zoals dat van cunning versus persistence, sluw versus volhardend.
"De eerstgenoemde intellectueel," schrijft Berlin over de typering hierboven "en artistieke persoonlijkheid valt onder de egels, de tweede onder de vossen. En zonder een te rigide classificatie te willen maken, kunnen we zeggen dat Dante tot deze eerste groep behoorde en Shakespeare tot de tweede. Plato, Lucretius, Pascal, Hegel, Dostoevsky, Nietzsche, Ibsen, Proust zijn ook in verschillende mate egels. Herodotus, Aristoteles, Montaigne, Erasmus, Moliere, Goethe, Pushkin, Balzac, Joyce zijn vossen." 
Zelf zou je hier nog wel anderen aan toe kunnen voegen, ook Cervantes namelijk lijkt me precies te passen in de wereld van de egel. En hoe zit het met Picasso versus Dali?

Met Dostojevski versus Pushkin komt Berlin vervolgens uit op de Russische context waar Pushkin aan de ene kant te zien is als pluralist en Dostojevski aan de andere zijde als monist, maar, hoe zit het dan met Tolstoi zelf? Die vraag vormt de basis van zijn boek: het enigmatische en dubbelzinnige karakter van deze Russische schrijver.

Berlin spit niet alleen door het werk van Oorlog en Vrede maar ook door de tijdgeest en de biografie van deze grote Russische schrijver.

In het werk vind hij diverse aanknopingspunten waar deze als een vos denkt, namelijk als tegenstander van de grote ideeën vooral over de geschiedwetenschappers of over de geschiedenis in het algemeen. Tolstoi moest niets hebben van die grote theorieën en in Oorlog en Vrede komt die visie terug, onder andere wanneer hij zijn eigen theorie over de integrale geschiedenis uitwerkt. Daarnaast er is de belangrijke vraag wat Tolstoi nu zelf bedoeld heeft met zijn roman, omdat aan de ene kant hij literaire persoonlijkheden opvoert zoals de hoofdpersoon Pierre - met een Franse naam, een intellectueel, maar die een belangrijke metamorfose verandering ondergaat in het werk. En aan de andere kant is er een non-fictieve generaal Koetoezov, wiens rol de schrijver een beetje buiten de geschiedenis laat optreden. Koetoezov wint het in zijn realistische operatie van de intellectuele westerse generaals (zoals de Pruisische Generaal Pfuel die vecht voor Napoleon).
Na een lange omzwerving zelf op zoek naar de waarheid van het leven, komt Pierre met de Freemasons in aanraking, echter hij leert pas echt wat de filosofie van het leven is wanneer hij de eenvoudige boer Platon Karataev ontmoet, nadat hij eenmaal op het slagveld zelf betrokken is geweest met de echtheid van de oorlog. Uiteindelijk vindt Pierre vrede met zijn grote liefde Natasha, aan het einde van het verhaal wanneer iedereen thuis keert. Volgens Berlin geven deze ingrediënten zicht op het duale karakter van de schrijver. Hij waardeert de eenvoudige theorie van de boer Karataev meer dan die van de freemasons of de intellectueel: die zijn gewichtige uitspraken doet om zijn theorieën te vullen, terwijl de boer met zijn voeten in de klei ziet hoe het leven echt is.

Maar ook in biografische analyse komt Berlin met een aantal vindingen waaruit blijkt dat Tolstoi toch ook denkt als een egel, wanneer hij schrijft over de parallel tussen deze en de Franse (eigenlijk uit het toenmalige onafhankelijke Piedmonte) filosoof, schrijver en politicus Joseph de Maistre. Deze laatste heeft onder andere grote invloed gehad op de schrijver over zijn denken over oorlogen en historici:

... Close parallelism between Maistre’s and Tolstoy’s views about the chaos and uncontrollability of battles and wars, with its larger implications for human life generally, together with the contempt of both for the naive explanations provided by academic historians to account for human violence and lust for war, ... 

Beide denkers waren realisten... Their [Tolstoi & Maistre] realism is of a similar sort: the natural enemy of romanticism, sentimentalism and ‘historicism’ as much as of aggressive ‘scientism’, maar er waren ook grote verschillen; Tolstoi was nihilist, terwijl Maistre opgevoed was door Jesuiten, een secte die Tolstoi verafschuwde.

... Opposed as Tolstoy and Maistre were – one the apostle of the gospel that all men are brothers, the other the cold defender of the claims of violence, blind sacrifice, and eternal suffering – they were
united by inability to escape from the same tragic paradox: they were both by nature sharp-eyed foxes, inescapably aware of sheer, de facto differences which divide and forces which disrupt the
human world, observers utterly incapable of being deceived by the many subtle devices, the unifying systems and faiths and sciences, by which the superficial or the desperate sought to conceal the
chaos from themselves and from one another. Both looked for a harmonious universe, but everywhere found war and disorder, which no attempt to cheat, however heavily disguised, could even begin to hide; and so, in a condition of final despair, offered to throw away the terrible weapons of criticism, with which both, but particularly Tolstoy, were over-generously endowed, in favour of the single great vision, something too indivisibly simple and remote from normal intellectual processes to be assailable by the  instruments of reason, and therefore, perhaps, offering a path to peace and salvation.

Het essay eindigt met:
Maistre began as a moderate liberal and ended by pulverising the new nineteenth-century world from the solitary citadel of his own variety of ultramontane Catholicism. Tolstoy began with a view of
human life and history which contradicted all his knowledge, all his gifts, all his inclinations, and which, in consequence, he could scarcely be said to have embraced in the sense of practising it,
either as a writer or as a man.
....
Tolstoy’s sense of reality was until the end too devastating to be compatible with any moral ideal which he was able to construct out of the fragments into which his intellect shivered the world, and he dedicated all of his vast strength of mind and will to the lifelong denial of this fact. At once insanely proud and filled with self-hatred, omniscient and doubting everything, cold and violently
passionate, contemptuous and self-abasing, tormented and detached, surrounded by an adoring family, by devoted followers, by the admiration of the entire civilised world, and yet almost
wholly isolated, he is the most tragic of the great writers, a desperate old man, beyond human aid, wandering self-blinded at Colonus.

De metafoor van de vos en de egel komt nu dus in managementtaal regelmatig terug, als het gaat om het verschil tussen het hebben van een enkele visie en strategie versus de praktijk van de vos die steeds weer aansluiting zoekt bij de werkelijkheid van de dag en nieuwe waarheden of theorieën zoekt als deze maar in te passen zijn voor een hedendaagse oplossing.

De roman Oorlog en Vrede biedt een aardige context voor deze metafoor waarvan belangrijke ingrediënten hieruit als uit de persoon Tolstoi zelf door de filosoof Berlin zijn geanalyseerd. Vóór het lezen van dit alles, toen ik me puur op de hedendaagse toepassingen van de vos-versus-egel-visie in organisaties richtte meende ik een duidelijk voorstander te zijn van deze laatste.
Oorlog en Vrede heeft veel indruk op me gemaakt en deze analyse van Berlin voegt daar nog het nodige aan toe.

De ondertitel van Gould's boek is: Mending the Gap between Science and the Humanities. Dat is misschien een interessant vervolg. Hoe verschilt het denken tussen deze wetenschappers. Als inleiding heb ik al gezien dat dit niet neer komt op Vossen- dan wel Egel-gedrag, want ook hier vindt je beide visies. Maar de conclusie spreekt me wel aan: je hebt beide denkpatronen nodig.

Tot zover een uitstapje naar de romanwereld. nu weer terug naar management cultuur en organisatie.

--
2018/03/oorlog-en-vrede

--
1 november 2018. Bij het lezen van het boek, the common good, van de econoom Jean Tirole, komt het thema van de Vos en de Egel aan de orde. In het tweede deel van dit boek gaat de schrijver in op het metier van de econoom, als wetenschapper, en hij gebruikt de metafoor van I. Berlin. Economen, schrijft Tirole zijn doorgaan, of historisch gezien eerder een Egel, waar ze met één model van de economie - het competitieve model - de hele wereld willen verklaren. Gaande weg is dit aan het veranderen.

Ook refereert hij aan een studie van Philip Tetlock (universiteit van Pensylvania) die onderzocht hoe de Egel dan wel de Vos in het politieke (economische) debat vaart. De Egels, schrijft deze, irriteren enkel diegenen die een andere visie hebben. De Vossen daarentegen, zijn zo recalcitrant dat ze iedereen in het harnas jagen omdat ze gefragmenteerde kennis gebruiken voor diverse thema's en niet zomaar een enkel systeem of model. "Maar daarmee doen ze niemand een dienst; het publiek verkiest namelijk Egels!"

-- 3 maart 2021. De interpretatie van Willem Otterspeer over de vos en de egel volgens Erasmus (De lof der dubbelzinnigheid) is dat het "vaak verkieslijker is slechts één strategie te hebben, zolang die echt doeltreffend is, dan een heel arsenaal listen en vage plannen."

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?