Gezocht: Psychiater

Onlangs wilde iemand me spreken. Ik vroeg of het de volgende dag kon, “geen probleem,” intussen zocht ik zijn naam op het internet op. Zo, wat wil die vroeg ik me af?

Hij wilde dat ik iets zou schrijven over psychiatrie. “dat kan je wel, die negatieve ondertoon past prachtig bij het verhaal dat ik je wil vertellen.” Hij wilde anoniem blijven. Ik luister graag en als er nog een verhaal in zit, waarom niet, zo leek me.

“Er is een schaarste aan psychiaters,” begon hij. “En weet je hoe dat komt, omdat de psychiatrie in een grotere crisis zit dan die hele financiële wereld bij elkaar. Het is een geweldig duo, de psychiater en zijn jongere broer de psycholoog; allebei een moeilijke jeugd gehad, en vervolgens via niets vermoedende patiënten hun problemen oplossen; de een pratend, de ander spuitend.”

Dit wordt een gezellig verhaal dacht ik. 

“Als je een keer een psychiatrische patiënt van dichtbij hebt gezien na enige tijd in het behandelingsproces, weet je precies wat er mis is met het vakgebied: men experimenteert er maar op los, zonder dat men enig benul heeft. Is deze patiënt er nu beter op geworden. Professionele Ideeën genoeg maar samenwerken tussen deze en gene ho-maar; moet je nu eerst spuiten en dan praten of eerst praten en dan spuiten, dat soort dilemma's.”

“zo vertelde me onlangs iemand over een patiënt die voor een slaapkuur in het ziekenhuis was opgenomen – iemand met een psychisch dossier – en die had brand gestoken in het ziekenhuis. Wie is er dan gek, dacht ik bij mezelf; het ziekenhuis of de psychiatrische patiënt?”



“En dan het tijdsbeeld. Alles moet effect hebben op de korte termijn. Dat effect is er vaak wel, maar niet het beoogde effect. Dus een patiënt laat zich niet zomaar genezen en daarmee heeft de psychiater een imago-probleem: hij geneest niet meer. In deze sociëteit van snelle beloning gaat dat fout. Er is geen ruimte voor werkelijke aandacht en marginale gevallen… En hoe weet je of de psychiater het fout gedaan heeft? Niet te bewijzen; die patiënt was toch al gek.”

“Nee, het imago van de psychiater is niet best. En dus stoppen mensen maar met dat soort studies. We willen best helpen, maar het moet wil leuk blijven. En die verzorgingsstaat is natuurlijk ook allang passé.”

Dit kan toch best gezegd worden, vroeg ik. Oh, trouwens herinnerde ik me, hoe moet het dan wel? Een recente les schoot me te binnen. Moeten we van een resultaatverplichting naar een inspanningsverplichting, ik probeerde er een professioneel tintje aan te geven.

“Dat weet ik ook niet. Maar ik zou beginnen te accepteren dat het in het verleden niet goed gegaan is.”

“Kan je hier wat mee, vroeg de man,” hij hing op voor ik kon vragen waar hij zijn kennis vandaan had.

Imagoprobleem, cultuurprobleem, tijdsbeeld, beloning, de psychiater valt “Maatschappelijk” van zijn voetstuk, net als de specialist soms… Samenwerken met andere disciplines, de rol van de psychiatrie in de samenleving. Wanneer is iemand ziek. In een universitair ziekenhuis had men de afdeling psychiatrie recentelijk opgedoekt. Ik probeerde te achterhalen waarom: “past niet bij de andere specialismen die een hoge technologische dichtheid hebben…” Een organisatorisch argument…

Ik moet denken aan een uitspraak die ik onlangs had gezien: die was van Lou Salome in een brief aan de dichter Rilke: “ga nooit in therapie, dat is de moordenaar van alle creativiteit.” Niet iedereen heeft deze keuze…

Toch een thema waar we nog maar eens over verder moeten denken.

www.psychiater.nu/groot-tekort-psychiaters-in-nederland.html

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?