Antifragiel (Taleb)

Hoe kan je onzekerheid omarmen. Hoe kan je houden van de wind, die een kaars uitblaast maar vuur energie geeft? Hoe vind je het tegengif voor de zwarte zwaan?
Robuustheid is niet voldoende, want alles kan breken. Een mogelijkheid om te leven in een fragiele wereld is om dingen die we niet begrijpen te mijden. En door te leven met less (is more).
Fragiliteit is iets dat kwaad kan doen bij volatiliteit, bij antifragiliteit worden dingen sterker bij volatiliteit: het New York banking system is fragiel, Sillicon Valley daarentegen (Fail fast, be foolish) is antifragiel.

Boek I geeft een introductie. Over fragiliteit en antifragiel. Hoe kan je sterker uit de strijd komen? Net als een boom wiens bladeren gekort worden, weer sterker begint te groeien kan de mens groeien na gebeurtenissen van grote impact. Liefde die verboden is, komt sterker terug (door overcompensatie). Verbiedt een boek en iedereen wil het lezen. Maar op school lezen we hier niet over. Er is een verschil tussen het gefabriceerde (ge-engineerde) en het organische. De toerist tegenover de avonturier. Touristificatie is dat je het toeval uit het leven zuigt. We hebben een nationale ondernemers dag nodig, met als lemma: "het merendeel van u zal falen, maar de gemeenschap als geheel is daarbij gebaat!"

Boek II Gaat in op begrippen die al eerder voorkwamen zoals Mediocristan en Extremistan. Zwitserland is een voorbeeld van antifragiliteit, omdat het bottum-up gebouwd is, door kleine gemeentes en dorpen die decentraal bestuurd worden. De bankmedewerker is fragiel, net zoals de kalkoen kan zijn werkend leven zo eindigen, maar de taxichauffeur is dat niet. Het probleem van moderniteit (en dus van fragiliteit) is begonnen met de monopolisatie van geweld door de staat.
Yatrogenie: de dokter doet meer kwaad dan goed met een ingreep. Als metafoor komt het voor bij politiek en academici die met hun voorstellen meer kwaad dan goed doen, met "goed bedoelde" interventies.
Boek III gaat over de crisis en over de verliezers die te veel risico hadden genomen. Fat Tony (personage) ruikt fragiliteit en "eet fragislisten voor lunch." De stoïcijnen wisten al hoe je met fragiliteit om moest gaan. Seneca wist bijvoorbeeld dat je asymmetrie moest zoeken, waar het gewin het verlies vele malen overtreft. En, hoe emoties te domesticeren. Om in het triad (fragiel, robuust en antifragiel) je weg te vinden, moet je zoeken naar combinaties: de schrijver moet zijn dagbaan behouden. Combineer iets zekers met iets dat erg onzeker en onvoorspelbaar is.

Boek IV begint met de teleologische misvatting, dat je denkt dat je weet waar je heen gaat. Thales versus Aristoteles. De eerste focust op exposure / blootstelling en de payoff van een beslissing Aristoteles focust op logica en het onderscheid tussen waar en niet waar. Voor beleggers gaat het om sucker-nonsucker, over risico en rendement. Hebzucht heeft altijd bestaan en kan dus niet als oorzaak van de crisis worden gegeven. Maar het ontbreken van waakzaamheid is wel bepalend geweest voor de ondergang van Societe Generale.
The greenlumber fallacy is het gemis aan kennis van een expert, iemand die in hout handelde, maar niet wist dat greenlumber jong gekapt hout was, hij dacht dat het groen geverfd hout was. Mensen hebben behoefte aan verhalen, de evolutie niet.

Boek V gaat over (niet-)lineariteit en is het fundament van dit boek; namelijk het verschil tussen Convexiteit en concaviteit. Twee wiskundige begrippen figuren eigenlijk waar de ene distributie een oneindige impact beschrijft en de andere een dempende impact die vanzelf begrensd is. Zoals een steen die op je valt. Een kleine steen brengt geen schade, maar hoe groter de steen hoe groter de schade: het effect is niet lineair. Small is niet alleen beautyful, maar ook minder fragiel. Een vliegtuig komt vaak minuten eerder aan, maar wanneer het laat is door vertraging is deze gelijk een paar uur later. Ook hier is er weer geen symmetrie.

Boek VI, Via Negativa. Dit is wat je niet moet doen, een recept om wat te vermijden. Via Negativa definieert iets door te kijken wat het niet is. het gaat om aftrekken en niet om optellen zoals bij geneeskunde. Neomania is een moderne ziekte waarin het nieuwe beter is dan het oude. Terwijl antifragiliteit juist andersom werkt: het oude is beter, want heeft zich bewezen. Het Lindy-effect betekent dat wanneer iets (dat niet bederfelijk is) al lang bestaat de kans toeneemt dat het (langer) in leven blijft.
Geneeskunde werkt fragiliteit in de hand, door het toedienen van middelen waar de bijeffecten niet in ogenschouw worden genomen.

Het laatste boek gaat over ethiek. Over het Agency-probleem en biedt een introductie voor het vervolg: Skin in the game, zoals bij het Robert Rubin probleem (iemand die bij Citbank wel zijn bonus mag behouden terwijl de bank ten onder gaat door zijn toedoen).
Vraag dus iemand niet wat je moet doen bij onzekerheid, vraag welke positie hij zelf inneemt (bij beleggen, positie nemen). Het collectief kan fout zitten terwijl het individu dit beseft. Cherry-picking ten slotte is de manier dat je (ook als schrijver) focust op een paar kersen, daar een verhaal omheen breidt, maar de rest over het hoofd ziet of bewust weglaat.

--
2017/09/hoe-tijdloos-is-het-begrip-antifragiel

--
Het Seneca Effect - Ugo bardi - past hier mogelijk bij: groei gaat traag door negatieve feedbackloops, terwijl de ruïne, het verval of collapse snel of versneld gaat door positieve feedbackloops. In het eerste geval gaat het om weerstand, in het tweede om versneld of massale afscheid. Zoals bij een bankrun.
Maar hoe zit het met een epidemie, opkomst en verval...?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?