Ode aan het vooroordeel

Het concept "vooroordeel" behoort wetenschappelijk gezien bij de antropologie net zoals "de markt" bij de economen thuis hoort. Niet dat anderen daar niet over mogen meedenken. Vooral de politiek doet dat over het laatste begrip. Wat moet wel en wat moet niet via de markt? Maar over vooroordelen zijn geen echte politieke discussies, dat moet iedereen maar voor zich uitmaken.

Enige tijd geleden schreef iemand over de moet-kunnen mentaliteit van de Nederlanders, in hetzelfde artikel schreef hij erbij dat die mentaliteit niet meer past bij de huidige tijdgeest;

... in het boek 'De Nederlandse volkskarakters' ...  "Onze nationale gebreken zijn het kleinburgerlijke vooroordeel, het baldadige misbruiken van de vrijheid, het burgerlijk gemis aan manieren en wellevendheid, de innig burgerlijke krenterigheid en schraapzucht." Misschien zit benepenheid ons wel in het bloed. Of neem deze passage, ook verrassend actueel gezien onze schoolmeesterachtige houding in de Europese schuldencrisis. "Nog heden ten dage zijn wij het balkon van Europa", ... "van waaruit op de grote buren kritiek wordt uitgeoefend, vooral op hun morele tekortkomingen." Nou ja. Moet kunnen, toch?  (bron: Wilfred van de Poll (1))
Dat was maar vijf jaar geleden. De moet kunnen mentaliteit ken ik nog goed. Maar hoe zit het met vooroordelen, of met "het kleinburgerlijke vooroordeel"? Of met vooroordelen in het algemeen.

Een vooroordeel is zoals het woord nauwelijks ruimte tot mystiek toe laat, een oordeel a priori: Je oordeelt eerst, waarna de feiten er niet meer toe doen. Je gevoel overschaduwt je verstand, want hoewel oordelen op zich een rationele handeling is, waarin een redenatie van de nodige twijfel wordt ontdaan, bij vooroordelen overheerst het gevoel (van afkeer). Waarom zou je nadenken als je toch al aanvoelt dat je iets niet wilt?

Hoe de geest dat precies doet is me een raadsel, maar het is een zeer efficiënt mechanisme. Het weerhoudt je van oeverloos nadenken over allerlei zaken, problemen en situaties die je alleen maar in problemen kunnen brengen. "Basta, Ik wil dat niet." Sterker kan het haast niet.

Dit lijkt een individueel topic, maar heeft natuurlijk alles met de grote groep en dus met cultuur te maken, want het zijn precies die zaken waar je nee tegen zegt die gaan over anders zijn en over anderen en wat die anderen (hier) doen; men wil de groep nu zo klein en uniform mogelijk houden dat is overzichtelijk.

Bij moet-kunnen haal je je schouders op, terwijl je als je het probleem even wat aandacht geeft weet dat het beter niet kan. Ook bij moet-kunnen overheerst er een gevoel (onverschilligheid). Hadden we toen wat meer aandacht gegeven en wat meer in opstand gekomen, dan zou dat gevoel van onverschilligheid nu niet in haat afkeer zijn overgeslagen.  

--
(1) - 2012/05/nederland-gidsland

--




Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?