Monocultuur (Flora Michaels)

Wat is een monocultuur? Met die vraag begint het boek Monoculture van Flora Michaels. Een boek uit 2011. I. Berlin haalt ze hierbij als eerste aan, omdat hij schreef dat sommige ideeën populair worden in een tijdsbeeld omdat er een specifiek patroon heerst en dat steeds en overal weer terugkeert. En wanneer je dat patroon kan isoleren waar aan de cultuur gehoorzaamt dan kan je begrijpen en verklaren hoe de wereld werkt hoe het vorm geeft hoe mensen denken, voelen en handelen...

Dat patroon stelt Michaels is in elk deel van de geschiedenis uniek. In de Middeleeuwen was het de religie en in de zeventiende eeuw draaide het om wetenschap, machines en wiskunde. Mensen dachten dat de wereld te begrijpen zou zijn door wiskunde... en de wereld werd methodisch en precies. In zo'n monocultuur denkt niet iedereen hetzelfde, maar het betekent wel dat we dezelfde beliefs en aannames delen. We komen er soms maar indirect achter hoe het heersende verhaal gaat, want niemand vertelt het exact, maar we hebben toch een idee wat we moeten doen op werk en wat er van ons verwacht wordt binnen een gemeenschap of familie.

Hoofdstuk twee begint met een quote van Muriel Rukeyser, een dichter die meende dat de wereld niet bestond uit atomen, maar uit verhalen. En het leidende verhaal van nu is: economisch; economisch geloof, waarden aan aannames vormen hoe we denken. En deze verhalen zijn niet inherent fout, het is enkel dat ze maar een eenzijdig verhaal of eenzijdige kant van het verhaal laten zien van de werkelijkheid.
Het eerste wat mensen leren in het economische verhaal is dat het draait om geld. Hoe het te krijgen, uit te geven, laten groeien of hoe het te houden. Maar dat is enkel aan de oppervlakte. De onderliggende aannames en beliefs zijn echter veel genuanceerder. En deze bepalen drie dingen: wie je bent als persoon, hoe de wereld precies is, en hoe jij en die wereld interactueren.

IN dit verhaal ben je primair een individu, met motieven en doelen en die onafhankelijk is van anderen. Het economisch verhaal stelt ook dat je rationeel bent, en zo keuze rationeel afweegt. Iemand die zelf geïnteresseerd is. (niet direct egoïstisch). Econoom Scitovsky vergeleek deze mogelijkheid om alles te analyseren keuzes te maken met dat van een lang en uitgebreid menu in een chinees restaurant. Hij stelt dat de  meeste van ons 90% van het menu niet begrijpen en steeds weer hetzelfde kiezen. Het is eenvoudig om belangrijke informatie weg te laten bij het nemen van beslissingen (omdat we blijkbaar niet zo rationeel zijn als we denken).
In het economisch verhaal moet je een ondernemer worden. En je bent ook iemand die nooit genoeg heeft, omdat je gedreven wordt door een kracht / de wens van bevrediging / satisfaction die oneindig is. Wanneer iedereen ongelimiteerde wensen heeft dan is er niet genoeg voor iedereen en resources worden schaars. "And that leads us to what the world is like".

De wereld is opgebouwd uit markten (wederom volgens het economische verhaal) en de prijsvorming op de markten bepaalt de uitkomst tussen vraag en aanbod. Zowel qua producten en dienst als ook salarissen. Dus, zo schrijft ze, "heeft jouw baas geen enkele invloed op jouw salaris..." Er is ook geen grens aan deze markten of de groei ervan. Samen met markten gaat competitie, je competeert tegenover andere kopers bij de verkrijging van schaarste goederen. Andere relaties met anderen binnen of buiten de economische werkelijkheid baseren zich ook steeds meer op het zelfde element van competitie. Informatie is daarbij essentieel, diegenen met de beste en meeste informatie krijgen het meeste voordeel.

Er is volgens Michaels dus nog maar een verhaal en dat verhaal beïnvloedt, je werk (hoofdstuk drie), je relaties met anderen en met de natuur (vier), je gemeenschap (vijf), fysieke en spirituele gezondheid (zes), je opleiding en opvoeding (zeven) en zelfs je creativiteit (acht).
De vorm van deze hoofdstukken lijkt ook weer op een patroon: ze begint te vertellen hoe het was omtrent werk en gezondheid, en dan vertelt ze hoe de narrative is verschoven richting het economische verhaal.
Bij werk bijvoorbeeld ging men er vroeger vanuit dat er bij de werknemer iemand thuis was (de vrouw) die wel voor het evenwicht zorgde wanneer de werknemer lange dagen had gemaakt. Zij deed de huishouding. Maar door gewijzigd committment vanuit het bedrijf door de zoektocht naar flexibiliteit is het niet meer mogelijk dat een werknemer volledige zekerheid heeft. Vroeger zorgde een bedrijf voor de opleiding van haar medewerkers nu moet de werknemer dit zelf doen, zodat hij niet alleen voor zijn huidige, maar ook voor andere bedrijven aantrekkelijk is. Omdat een enkele baan in deze flexibele arbeidsmarkt niet meer voldoende is moet de werknemer meer banen zien te vinden het geen tot een verslechtering van de sociale omgeving gaat, een sociale desintegratie.
Allerlei ontwikkelingen worden in het voordeel van het bedrijf uitgelegd. Zoals mentale welzijn van werknemers, is niet iets puur voor hen maar juist voor het bedrijf dat ze meer omzetten. Een soortgelijk "verhaal" gaat over duurzaamheid. Uiteindelijk is het doen van duurzaam een winst-gedreven onderneming.
Relaties met anderen begon ook te veranderen. Van een familieleven en burgerzin, en liefde voor de natuur die vanuit een soort goddelijk gedreven religieus besef kwam dat de natuur een product van Gods hand was. "Maar ook dit verhaal begon te veranderen." In het economische verhaal is competitie belangrijker dan samenwerken. Doordat ook de marktwerking in persoonlijke relaties doordringt, worden markten efficiënter bevonden dan gemeenschappen. Mobiliteit is ook iets dat van de marktdenken afkomstig is. Je bent mobieler voor het vinden van een baan, en zelfs echtparen of partners leven gedurende de week op twee verschillende (werk) plekken. Dit gaat allemaal ten koste van het gemeenschapszin. De Duitse socioloog Ferdinand Toennies noemt dit de Gesellschaft die het gemeinschaft overneemt. Nog erger is onze omgang van de natuur, die door economische en kosten-baten-analyse steeds meer terrein verliezen.
Bij fysieke en spirituele gezondheid is het verhaal eveneens economisch gedomineerd gaan worden. Fysiek in de zin dat de zorgsector afhankelijk is geworden van een bedrijfscultuur, die vooral in de farma-industrie grote verschuivingen heeft opgeleverd richting een onafhankelijke medische wetenschap waarvan de agenda door bedrijven wordt beheerd. Waar vroeger onafhankelijke donaties garant stonden om de onevenwichtigheden in de maatschappij aan te spreken, zijn filantropische instellingen nu geschoold door venture kapitalistische doelen. En, spiritueel was godsdienst ooit een onafhankelijk eiland binnen de maatschappij, nu heerst daar ook een marketing gestuurde onderneming en is religie onderworpen aan het marktparadigma.
Onderwijs en opleidingen worden steeds meer in het private domein overgenomen en moeten scholen ondernemender worden omdat de overheidssteun afneemt. En hierdoor worden onderwijs instellingen minder neutraal maar volgen het plan van hun geldschieters.
Zelfs creativiteit moet het ontgelden. Vroeger, zo schrijft Michaels, waren er artists en artisans, ambachtslieden, maar na het verdwijnen van de aristocratische voeding van deze eersten werd ook het terrein van de kunst meer en meer een slaaf van de markt, en onderworpen aan "performance," net als in andere gebieden. Tevens werd de artistieke wereld een onderdeel van de economie om entertainment als industrie op te zetten. Kunst werd markt.

Negen: het monocultuur effect. Gaat vooral om taal, taalgebruik, narrative en verhalen, al is dat soms nog het moeilijkste precies concreet te maken. Het jargon en taalgebruik is economisch dat is de belangrijkste take-away van dit boek. Cultuur = taal. Maar zo schrijft Michaels, taal is niet neutraal! Zoals we in de laatste zes hoofdstukken hebben kunnen zien. En de druk om onder een monocultuur te presteren zijn niet nieuw verklaart Václav Havel, maar was al aanwezig onder communistische regimes. En wanneer de ideologie zo rigide is kan je niet anders dan conformeren.

Toch - hoofdstuk tien, het zoeken van een andere weg - zijn er andere wegen. Michaels noemt dit alternatief, de parallelle structuren. Ze noemt drie voorbeelden, die van Slow Food, Christopher Alexander's Pattern Language en Marshall Rosenberg's Nonviolent communication.

--
2016/01/het-gevaar-van-monocultuur

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?