Dit kan niet waar zijn



Dit kan niet waar zijn lijkt een soort Pietje Bell verhaal. The City als dorp, of als tribe, een antropoloog op onderzoek. Niet geheel undercover, maar als journalist. Er heerst een code of silence, die hij moet zien te doorbreken. Of omzeilen. Spannend. Hij fluistert inleidende woorden over Jargon (een donut is geen/nul bonus, the fat finger voor een nul te veel intoetsen), quants, de codes (ingetogen dassen voor advocaten) en dat er slechts maar een klein percentage echt geld verdient in de City (5%) de rest kijkt toe, hopend op kruimels en dat ze ook de kans krijgen.. Hoe gaat dit eindigen?
Dit kan niet waar zijn gaat over de Londonsse City en over de wereld van Finance, die de rest van de wereld verwoestend heeft achter gelaten in een crisis die zij zelf (op een enkeling na) niet heeft zien aankomen. Wie zijn daarvoor schuldig? Is er een schuldige en kan het weer gebeuren? Na de storm gaat de antropoloog Joris Luyendijk op zoek naar de oorsprong van het probleem.

In hoofdstuk twee, Planet Finance, beschrijft hij de deelnemers aan deze planeet en de satellieten die om deze kern heen bewegen. Hij geeft een crash course met daarin de essentie van de crisis en concludeert wanneer hij beide samenvoegt (de crash course en de PF) dat het meerendeel van de betrokkenen er niets mee te maken blijkt te hebben. "Die deden gewoon hun werk." Het was dus geen complot of samenzwering concludeert Luyendijk, maar het inleidende onderzoek over de city en haar bewoners had hem geleerd te zoeken waar het probleem zat: bij de zakenbanken.
Daar gaat hij "Native," mee praten, met zakenbankiers en komt tot begrip van de vele jobtitels en rollen die er heersen. Pas wanneer iemand MD achter zijn naam heeft dan heeft hij echt invloed. De bankiers praten hem bij over bonussen, winst najagen en dat er altijd wel rotte appels te vinden zijn, maar dat het verder wel goed gaat. Daarmee komen vele reacties los (wanneer hij dit bij zijn blog op de Guardian bijwerkte).
Allerlei anderen die niet in het front-office werken doen hun verhaal. Wat duidelijk wordt is dat deze professionals uit het Back- en Mid-Office heel anders tegen de situatie van de snelle jongens aankijken. Er is veel nijd lees je tussen de regels door. De MO's worden business blockers genoemd, terwijl de bankiers zichzelf als rockstars aanduiden. De ene groep moet met big-pennen schrijven, de andere krijgen parkers. Uiteindelijk als het fout gaat, is het toch maar geld van anderen, OPM. Vroeger was dat niet zo, toen bankiers nog partners waren en gedeeltelijk aansprakelijk.
Een deel van het probleem ligt aan het fenomeen van zero job security. Niemand is zijn baan zeker, er heerst een grote wetteloosheid (hire-and-fire) "zoals in een echte jungle... en zorg er dan maar eens voor dat iemand van interne controle zijn baan goed doet."
In ieder voor zich, schrijft hij o.a. over het boek van Greg Smith, de cultuur van Goldman, de amorele logica van het verkopen van producten waar klanten (muppets) toch niet de kleine letters lezen. Caveat Emptor. Het is de wereld van shareholders value, en "zo werkt het gewoon." Smith dacht met zijn boek een revolutie te ontbranden, maar delfde zelf het onderspit omdat er weinig opzienbarends boven kwam. Luyendijk stond er verbaasd bij. Niet anders is het bij de interviews van de quants ("al dan niet met asperger") , wanneer het onderzoek de richting opgaat naar het "hoe." Hoe is het mogelijk dat het fout ging, en dan komt hij uit bij complexiteit en de quants en het idee dat het niet alleen tot-big-to-fail is wat de banken tot problemen maakt, maar too-big-to-manage. Interessant vond ik hier de opmerking van iemand die over de storingen sprak. Weet je waarom die altijd zo lang duren. Niet omdat de oplossing zo lang nodig heeft, maar om de oorsprong van het probleem te vinden, The Root Cause. Ook de Fat-Finger en andere handelsproblemen krijgen hier aandacht.
Iets over de helft van het boek ben ik toe aan goed nieuws, schrijft Luyendijk, hij onderzoekt de (cultuur van de) toezichthouders, dat hij schetst aan de hand van de interviews als een B-team die nooit dezelfde middelen zullen hebben als die van de championsleague. "Is the sector fixed," is zijn laatste vraag. "Ik denk van niet."

Deel drie, gaat nog een stap verder - op zoek naar oplossingen misschien, wanneer Luyendijk steeds beter ingelezen is, en meer kennis heeft vergaard. Hij noemt een categorie toeschouwers, de Tandenknarsers (i) die weliswaar zien wat er gebeurt (de risk en complaince professionals) maar klem zitten, dan wel financieel, dan wel persoonlijk om onthullingen te doen. De Neutralen (ii) hebben niet de wrok die klokkenluiders wel hadden, maar zien dat ze onmachtig zijn om dingen te veranderen. Met risk voor eigen leven, als eenling. Waar je geen echte veranderingen mag verwachten is van de zogenoemde Masters of the Universe (iii, een term van Tom Wolf). Hier beschrijft hij de meritocratie ten voeten uit waar talent ras of etnische achtergrond verplettert. Het gaat om intelligentie en geldingsdrang. Het is een wereld van ego's en waar het binnenhalen van een deal vergeleken wordt met een orgasme. [waarom de focus op salesdeals en niet handelswinsten...?]. Alleen de beste overwinnen.
Dan is er de zeepbelbankier (iv) die het contact met de wereld kwijt is, of de waanbankier (v) die het contact met de wereld verloren is, net als Gordon Gekko. Als laatste is er de Koele Kikker (vi). Waar de eerdere drie volgens de antropoloog het kruitvat van de financiële sector uitmaken is de laatste "het lont." De voorbeelden zijn hier de proprietary trader ("mijn ego is mijn grootste vijand") en de quant die met HighFrequencyTrading werkt. Of de quant die een complex product ontwerpt, zoals destijds om de hypotheken te verpakken om ze te kunnen verhandelen. [Maar of dit echt het lont is vraag ik me sterk af.]

En dan is er nog de oplossing. Wie gaat dat doen? Dit laatste onderdeel vond ik het minst geloofwaardig, omdat het boek daartoe niet bestemd is. Het is al mooi genoeg dat een soort outsider, ook al is deze antropoloog een kijkje neemt in deze complexe wereld en - nadat de crash al heeft plaats gevonden - zich verbaast met wat hij aantreft: dit kan toch niet waar zijn? Tja. Verbazing al om. Maar de High Frequency Trader is echt niet het lont. Al blijft de metafoor van het kruitvat en de financiële typeringen (i - vi) een mooi beeld en schouwspel. Je mag niet verwachten dat een nieuwkomer gelijk ook een goed antwoord op dit probleem weet te formuleren. Daarvoor is trouwens een ander publiek nodig. De doelgroep hier is eveneens outsider van het bankwezen.
Het veldwerk lijkt mij grondig uitgevoerd. Hij stelt ergens in het boek, "als goed antropoloog probeer ik conclusies zo veel mogelijk op te schorten," maar hij maakt wel de fout om uit zijn rol te stappen en even een vriend op te bellen, wat hij er nu van vindt (Peter v. Ees).
Met veel genoegen gelezen.

...

Verder lezen, verwijzingen:
- The origins of financial crises, George Cooper
- Why I left Goldman Sachs, Greg Smith
- My life as a quant, Emanual Derman

--
2015/03/toezicht-op-gedrag-en-cultuur

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?