Homoseksualiteit en voetbal: op naar de overwinning

Op één en dezelfde avond was ik getuige van het volgende. Gerrit Komrij vertelde dat hij “hier niet meer bij wilde horen,” en later op de avond vertelde Huub ter Haar over zijn boek, “gelijkspel” over homoseksuele topsporters. Met verbazing vernam ik dat er geen elfde speler (een voetballer) was te vinden die zijn seksuele voorkeur durfde te openbaren. Wat een geweldige tegenstellingen; de één wil terug in de kast, de ander durft er nog niet uit.

Gerrit Komrij vertelde dat hij zich niet meer speciaal voelde. Het was allemaal zo gewoon of zelfs ordinair geworden. De Gay-Parade, waar minister Plasterk vrolijk mee danste... Wat was er gebeurd met de romantiek van het geheim?
Ook kwam het zangduo aan bod en hun acteerwerk dat past bij de status van de artiest. De kijker kreeg een kort “panorama” gepresenteerd van gevallen waar het “uit de kast komen” synoniem was geworden met heroïek.

Waarom durft een voetballer dan niet uit de kast te komen vraagt iedereen zich af. “Ze zijn er zeker,” wist Huub te overtuigen.

Een van de verklaringen heeft natuurlijk te maken met de cultuur. Net zoals de medische professie sterk internationaal georiënteerd is, heeft de voetbalcultuur ook voornamelijk een internationale dimensie. Nederland is een open economie – Bos stipte het nog een keer aan – en op voetbalvlak is men exporteur van talent. In Nederland verdient de voetballer nauwelijks iets, maar daar staat tegenover dat elke voetballer een optie heeft om internationaal getransfereerd te worden. Die droom speelt een belangrijke rol.

In het verslag bij Pauw & Witteman werd nadruk gelegd op de rol van supporters, en zo zal het openbaar douchen met de medespelers natuurlijk ook wel een rol spelen bij de vraag waarom homoseksuele spelers hun geaardheid niet openbaar maken. Maar laten we vooral het belang van de internationale transfermarkt niet onderschatten. Nederland is een handelsland en altijd al bevreesd geweest voor economische consequenties.

Wat gebeurt er namelijk als je als speler en als eerste land - Nederland zou weer voorop kunnen lopen - zegt dat je homofiel bent? Wil een ander voetballand zoals Spanje je dan nog hebben? Ik vraag het me af.

Leiderschap tonen lijkt zo makkelijk, maar ook in een globale wereld moet je erkennen dat er leiders zijn en volgers. Nederland mag even aanschuiven bij de top 20, maar is natuurlijk geen leider. Ook niet als Jan-Peter meedoet aan de dialoog. Spanje had al evenveel moeite om erbij te mogen horen wat aangeeft hoe moeilijk het is om ondanks omvang als een leider gezien te worden.

De lokale Hollandse homoseksuele rituelen ten spijt, heeft Nederland dus geen leidende rol. Je kan je zelfs afvragen hoe dat ritueel op de Gay-boot nu precies moet uitgelegd worden: accepteren we het nu wel, of lachen we “ze” toch gewoon uit? Het doet me denken aan de Olympische Spelen waar Willem-Alexander en Maxima mee staan te hossen in het Holland-house. Wat betekende dat nu precies? Vierden ze de overwinning, waren ze teleurgesteld of wisten ze het zelf niet?

In veel gevallen denk ik dat leiderschap betekent dat je tegenhoudt wat nog moet rijpen (Lionel Messi met 17 jaar nog niet laten meedoen aan het WK) en dat je initieert of aanmoedigt dat wat een zet nodig heeft zoals in dit geval. Een goede timing is daarbij de succesfactor.

Leiderschap betekent niet dat je overal de eerste in bent, zoals men in Nederland soms graag gelooft (zoals met de nieuwe burgemeester van Rotterdam) De uitbundigheid van de Gay-parade is geen leiderschap, het gebeurt gewoon, maar heeft geen invloed op de voetbalcultuur. Daar blijft homoseksualiteit dus een taboe. Dus niet alleen in Nederland maar in de wereld. In Spanje speelt hetzelfde probleem, alleen dan heet het “salir del armario.”
Als ik in hetzelfde land een koffie “verkeerd” bestel dan wordt dit steevast bij mijn vrouwelijke gesprekspartner neergezet; echte mannen drinken daar blijkbaar “normale” koffie. Dat doet me denken aan de tijd dat ik zelf voorzichtig de kastdeur op een kier zette. Zo dronk ik in het café liever cola of wijn dan bier zoals mijn “vrienden”, maar daar durfde ik al bijna niet voor uit te komen. Nog liever dronk ik cider , maar dan kon natuurlijk helemaal niet. Ik kan me dus wel enigszins indenken hoe het is voor iemand die echt een geheim heeft.

Er is echt leiderschap voor nodig om dat te veranderen. Ik vraag me sterk af of die leiderschap ook uit Nederland gaat komen. Het staat nu “gelijkspel”; op een overwinning moeten we nog wachten.

--
Eerder gepubliseerd op ManagementSite.nl op 14 november 2008. Artikel toegevoegd op 6 april 2010.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?