Uitzicht op een verpleeghuis

Op weg naar het verpleeghuis...

Een zeer negatieve ervaring met een commercieel verzorgingstehuis heeft me extra alert gemaakt op de situatie met dat soort commerciële organisaties. * Waarover meer, verderop in dit artikel.

Een jaar later, - maar eerder was ik al voorbereidingen aan het maken - was het de beurt voor mijn moeder: thuiszorg was echt geen optie meer.

Helaas.

De huisarts van mijn moeder, voort Buurtzorg maar niks. "Ga toch naar Zorgstroom," zei hij meerdere malen tegen mijn moeder, maar nooit direct tegen mij, want ik had Buurtzorg in werking gesteld toen mijn moeder echt hulp nodig had in haar woning.

In 2018 - op mijn reisjes naar Nederland om haar te bezoeken - nam ik mijn moeder mee naar verpleeghuizen om haar wat voor te bereiden. Mijn moeder vond het niks, maar ze begreep ook dat ze niet eeuwig alleen zou kunnen blijven wonen. En wat ze niet begreep is dat haar geestelijke vermogens sneller achteruit gingen dan ze zelf kon voorstellen. In 2018 begreep ze al wel dat ze alledaagse dingen begon te vergeten.

"Ik kan niet op zijn naam komen," dat soort uitspraken. 

Ik heb nadat we geëmigreerd waren altijd contact gehad met mijn moeder via skype en ze was voor haar leeftijd en generatie meer dan gemiddeld op de hoogte en kundig met technologie. Wel duurde het soms lang voordat ze begreep hoe iets werkte, maar als ze het eenmaal onder controle had waren er nog maar weinig momenten dat ze de telefoon moest pakken. Ze wist niet de onderliggende functies van hoe software werkte, maar was duidelijk een gebruiker die goed met de tools uit de weg kon.

Het duurde lang voordat ik twee dingen begreep, dat ze eenzamer was dan ik altijd gedacht had, en dat ze hulp nodig had. In het begin zei ze, "dan vraag ik Gee, of ze toch wat vaker komt." Dus ton kwam de hulp, twee ochtenden per week, of zelfs nog meer. Een Gee vroeg ze ook of ze mee kon om naar het bloemencentrum te gaan. Het waren de twee dagen in de week dat ze "bezoek had." haar buurvrouw was overleden, en daar was het laatste contact wat verstoord, en nieuwe buren kwamen pas weer in beeld toen ze echt minder zelfstandig was geworden. Met die buren bouwde ze overigens een goed contact op, mede omdat  de buurman een duidelijk respect voor haar had getoond: een onafhankelijk vrouw die met bijna negentig jaar nog over politiek kon meepraten.

Vroeger was het GJB Hilterman waar we "even stil voor moesten zijn."

Mijn moeder vond het fijn om alleen te zijn, en dat had te maken met het feit dat ze andere personen in haar leven had gezien die niet alleen konden zijn en mede daardoor veel problemen kregen. opnieuw trouwen was niks voor haar en ik denk dat ze dat vooral voor ons, de kinderen, deed. "dat levert zoveel gedoe op." Ook de inmiddels overleden buurvrouw en haar vriendin voor lange tijd, was alleen maar die had artistieke ambities en bewoog zich meer in het leven, buiten. Mijn moeder kon genieten van haar muziek, de tv en radio bij haar bed 's avonds waar ze nog naar Met het oog op morgen,... luisterde.

Toen ik bij haar op bezoek kwam ergens in 2018 merkte ik dat ze eenzaam was. Ik begreep ook steeds meer de (dubbel)rol van hulp waar ik wat vraagtekens bij zette, maar mijn moeder was gelukkig met haar en dat was voor mij het belangrijkste.

De buren kwamen steeds vaker met een kopje soep, in de tijd dat mijn moeder achteruit ging. Ik kreeg contact met de buurvrouw die me een whatsapp stuurde wanneer er iets van een probleem was gekomen. Dat vond ik wel fijn, want het contact via skype bleef wel, maar het werd oppervlakkiger. Dat was denk ik waaraan in vooral haar capaciteitsvermindering opmerkte. Het ging heel geleidelijk allemaal.

Medisch gezien, waren het de toenemende aantal infecties en ontstekingen die plotseling tot een forse stap achteruit leidden. Dan herstelde ze wel weer, maar merkte je dat ze vergeetachtig was geworden. Chronisch dus. Het ging niet meer weg.

Op het eind kwam de hulp erachter dat het eten nog in de magnetron was blijven staan, en dus dat ze niet had gegeten. Buurtzorg, kreeg steeds meer werk en die werd tot een maximum niveau ingeschakeld.

Die tijd met Buurtzorg was overigens een nieuwe tijd in haar leven, waar ze opeens aanspraak kreeg, die overigens wel professioneel was, maar waar ze van genoot. Ik merkte dat. En toen werd ook steeds meer duidelijk hoe eenzaam ze was geworden. het echte bewijs hiervan kwam pas toen ze eenmaal in het verpleeghuis kwam, en ik de administratie nazocht op haar uitgaven. Ik wist dat Peter Hahn en nog van die bedrijven regelmatig volle catalogussen opstuurde, maar ik had nooit een opsomming gemaakt van hoeveel kosten dat zich met zich meebracht. En ook vroeg ik me op een moment af, als je zoveel kleren, jassen, tassen en schoenen koopt,

waar blijft dat dan, op een gegeven moment?

Toen ik daar achter kwam was haar geheugen al een stuk minder geworden, maar een keer vertelde ze wel, dat de hulp soms wel wat dingen had gekregen. Zo kreeg de kast weer  wat ruimte... "Oude kleding," vertrok, nieuwe kwam erbij. Vooral de collectie schoenen was kleurrijk en opmerkelijk.

In Vlissingen was een verzorgingstehuis, met een formule die mijn moeder wel aansprak. Het waren allemaal zorgstroom-organisaties, want daar zie je dat de nieuwe manier van werken (Buurtzorg, Laloux) nog niet zo ver waren dat ze ook tehuizen in hun verzorgingspakket hadden opgenomen. De vraag is of dat ooit wel kon gaan werken onder de buurtzorg-formule. "Vlissingen," had een hoogbouw met overdekking naar een laagbouwgedeelte, te zien als een ziekenhuisarchitectuur waar winkels en andere bedrijvigheid te vinden was. Dar dronken we een keer koffie en toen werd mijn moeder - en ik - enthousiast. Later hoorde ik van iemand die daar werkte dat het uiterlijk ook een innerlijke wereld had waar je maar niet teveel van moest weten. Net als het eten bij de chinees denk ik dan. Mijn moeder wilde graag een appartement in zo'n zorgsysteem met ene kamer waar ik dan kon logeren. Maar goed, dat was de theorie en het idee.

Wachttijden waren de praktijk.

Ik schreef haar wel in, maar al snel begreep ik dat het zinloos was en dat die (zelfstandige) kamer-formule buiten het bereik van mijn moeder zou komen. Ze zou sneller qua functies achteruit gaan dan de verkorting van de wachtlijst.

Veel van die tijd weet ik niet goed meer. Maar wel dat er meer instanties bij kwamen die het officiële proces van mijn moeder gingen volgen. De en na de andere instantie en wetgeving waarvan ik maar weinig begreep.

De anekdote die vaak terugkomt en ik ook bij de intake van het verpleeghuis vertelde was die waar mijn moeder midden in de nacht bij de buren aanbelde, omdat er iemand op haar deur had geklopt en ze wilde weten of dat de buren waren geweest. Ze begon dingen te horen en te zien die niet meer werkelijk waren. En aangezien ze op een flat woonde, op de derde verdieping met een trap ---- waar ze vanaf zou kunnen vallen in haar nachtelijke escapades, werd de "urgentie" een punt. Urgentie is een term die je in veranderingsmanagement wel tegenkomt, maar en dus ook hier.

Mijn moeder kwam op een andere wachtlijst.

Zorgstroom had - bij een van die wachtlijsten - mijn moeder de mogelijkheid gegeven om naar een dagopvangcentrum te gaan. Dat was een keer per week en daar gingen we samen een keer in een oriënterend gesprek heen. Ik kwam mijn moeder de eerste keer ophalen en daar zag ik een oudere vrouw, iemand die gezellig mee deed, ook al zei ze aanvankelijk tegen me: "ach, dat is niks, al die oudjes." Of woorden van die strekking.

Maar het was wel degelijk wat. en mijn moeder knapte op. Ze keek uit naar die uitstapjes en daarmee werd mijn gevoel dat ze eenzaam was geworden bevestigd. Het contact met andere mensen deed haar goed.

Maar die dagverblijven waren van korte duur. De reden: ze was de eerste bij de wachtlijst, om naar een gesloten afdeling te gaan. Zo ver was het inmiddels. Mijn eerste indruk van Zorgstroom was al redelijk positief, en dat was een goed begin, want mijn moeder ging naar een nieuw tehuis, gelukkig in dezelfde stad, dichtbij waar ze gewoond had.

--

** - foto, CBS: Op 1 januari 2019 woonden ruim 115 duizend mensen in een verzorgings- of verpleeghuis. Ruim 11 procent hiervan (13,3 duizend) zit in een verpleeghuis in een van de vier grootste gemeenten. Rotterdam telt met 4,5 duizend de meeste bewoners, gevolgd door Amsterdam met ruim 3 duizend.(https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2020/13/115-duizend-mensen-in-verzorgings-of-verpleeghuis)


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?