An Enquiry concerning human understanding

 Op bol.com kom staat welgeteld één recensie:

Dit werk, gepubliceerd in 1748, zorgde voor de doorbraak van de Schotse filosoof David Hume. An


Enquiry Concerning Human Understanding is een versimpelde versie van een deel van zijn hoofdwerk, A Treatise of Human Nature, welke eerder verscheen maar waarvan de receptie niet denderend was. Dit werk is in vergelijking met de Treatise veel leesbaarder en zijn belangrijkste ideeën komen er goed in naar voren. In dit werk formuleert Hume onder andere het probleem omtrent de logische status van inductie en komt hij met zijn ontdekking dat causaliteit niet waarneembaar is. Het is het werk dat Kant ''het licht zou hebben laten zien'' om de Kritiek van de Zuivere Rede te schrijven. Iedereen met filosofische aspiraties zou dit boekje gelezen moeten hebben.


Omdat ik nogal met filosofie bezig ben, las ik de samenvatting:

Alle kennis is afgeleid van ervaring. Hume groeide op in de tijd van de verlichting [waar rationaliteit opnieuw het licht vond] en men was optimistisch over het bereik en de macht van redeneren en het vinden van de waarheid. Descartes, Locke en Berkeley uit die tijd maakten echter de fout om rationele filosofie te destilleren uit theologische betrokkenheid. Hume steunde in een manier op deze rationele stroming maar voegde een eigen element toe: ervaring. Zijn filosofie gaat over het onderscheid tussen impressies en ideeën. De laatste komt altijd voort uit de eerst. Eerst is er een impressie van een berg, vervolgens kan je "gouden bergen" bedenken. Abstracte ideeën, zoals dat van God, hebben dus geen betekenis.

We hebben geen ervaring van een noodzakelijke koppeling tussen gebeurtenissen. Je hand in het vuur doen, zorgt voor verbranding. Oorzaak en gevolg zijn niet af te leiden, we weten enkel dat dingen vaak zo gebeuren.

Inductie werkt dan ook niet. We kunnen niet met zekerheid stellen dat morgen de zon op zal gaan. Het idee van vicious circularity houdt in dat enkel door relaties uit het verleden zaken een gevolg hebben, maar dit verleden hoeft niks definitiefs te zeggen over de toekomst.

Instinct is dus belangrijker dan rationaliteit. De mens is meer afhankelijk van gewoonte dan van echt rationeel denken. We zien de eerste gebeurtenis en vervolgens de tweede en duiden een relatie. Die is echter fictief. We maken wel associaties, zoals tussen het verbranden van een vinger en een kaarsvlam, en zo leren we de relatie. Dit is geen rationeel proces.

Menselijke actie is zowel vrij als gedetermineerd. Als we door instincten geregeerd worden, hoe zit dat dan: is er nog ruimte voor vrijheid? Dit is in feite het vrije wil versus determinisme debat. Voor Hume zijn deze concepten incompatibel. Er zijn volgens Hume meerdere mogelijkheden voor gevolgen voor elke gebeurtenis. En voor de mens hoeft interne motivatie niet te leiden tot extern gedrag. Wanneer je honger hebt ga je eten. en als je boos wordt verhef je je stem. Maar er is geen noodzakelijk verband tussen beiden. En geen definitief oorzaak en gevolg.

Geloof in wonderen is nooit rationeel. Dat idee was nieuw ni de achttiende eeuw. Pas wanneer er getuigen optreden kan kennis ontstaan en kan onze ervaring groeien. Ook hier moeten getuigenissen plausible zijn en overeenkomen met wat men uit het verleden aannemelijk lijkt. 

(dus)... "Een wijs mens proportioneert zijn geloof naar het bewijs." Een gezonde hoeveelheid scepsis draagt bij aan een goed leven. (bron: blinkist).

...

--


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?