De jonge, geniale Dalí

De jonge Dalí is een biografie geschreven door Ian Gibson, een Ierse schrijver, biograaf en vooral Hispanist en misschien nog belangrijker - voor deze biografie - is dat hij bezeten (mijn woord) is door de dichter uit Granada, Frederico García Lorca. Juist deze laatste speelt een centrale rol in dit werk. Als voorbarige conclusie zou ik zelfs zeggen dat de biografie bedoeld is geweest om meer licht te laten schijnen op de Andalusische dichter, terwijl de schilder Dalí slechts voor de context en beeldvorming stond. Dat is natuurlijk niet zo, maar in elk hoofdstuk valt de term Lorca.

Het is een interessante biografie, al enige tijd oud, uit 2004, en laat zoals de titel zegt, de jongen jaren zien van de schilder. "Het is een introductie op zijn leven, waarin de vraag centraal staat: hoe werd Dalí zoals hij was? en hoe kon hij een schilderij als Cenicitas produceren nog voordat hij de surrealisten had ontmoet?" (Dalí blijkt zelfs een hekel gehad te hebben aan deze groep, en vond zichzelf geen surrealist)

De biografie staat vol van wetenswaardigheden, die ik hier niet zal herhalen, maar waar een aantal wel opvallen. Zoals dat de naam Dalí geen typische Catalaanse naam was, maar waarschijnlijk Moors en dat Dalí zich hier wel mee kon verenigen; hij was trots op zij Moorse voorouders, wat blijkt uit de gebeurtenis waarin Spanje met Marokko in gevecht ging, hij tevreden "toekeek" hoe ze een nederlaag behaalden.
De familiaire achtergrond komt in het eerste hoofdstuk aan de orde en hierin spelen de zelfmoord van zijn opa en de dood van zijn broertje, ook Salvador genoemd, een grote rol. Op de vraag die je zou kunnen verwachten hoe Dalí zo excentriek werd - een kenmerk dat iedereen wel kent - is een antwoord, dat hij thuis alle ruimte kreeg voor zijn gedrag, zijn beide ouders waren zeer permissief en nadat zij zijn talent ontdekte werd dit alleen maar versterkt.

De rol van Catalonië krijgt niet bijzonder veel extra aandacht, de familie was republikein, en de invloed van de ligging van zijn geboortegrond - dicht bij Frankrijk - was zodanig dat de Franse taal en cultuur een grote invloed kreeg. Hij werd door zijn vader (een notaris) naar een Franstalige school gestuurd en later ook naar een middelbare school in Madrid! De kleine Dalí had daarop geen enkel weerwoord. Maar vooral Madrid was een schot in de roos. Hij ontmoette er de belangrijkste vertegenwoordigers van de avantgarde van die tijd (behalve Picasso) en deze sociale conext in "de residenties" stimuleerde zijn artistieke ontwikkeling.

Ook bijzonder is de voor mij in ieder geval onbekende timide houding die hij altijd als jongen had. Hij was zeer zeer verlegen en kon zich bijzonder diep schamen voor bepaalde dingen. Later probeerde hij dit verlegen karakter te maskeren.

De relatie met Luis Buñuel, komt uitvoerig ter sprake, het boek sluit zelfs af met un perro andaluz, de surrealistische film die in Parijs in productie ging, en wat je ook zou kunnen lezen als de relatie van Dali als Catalaan met Andalusië, de geboortegrond van Lorca.

Lorca staat zoals gezegd centraal in het boek en liefhebbers zullen de hoofdstukken, nagenoeg alle, verslinden omdat taal en beeld mooi gemengd worden. Maar ook de briefwisseling tussen beiden en vooral de grote onbekende, hoe Dalí stond tegenover deze prominente homoseksueel, in een tijd waarin homoseksualiteit nog een taboe was. Het boek geeft daar wel een antwoord op. Lorca was verliefd op Dali en heeft een belangrijke rol in zijn leven gespeeld, en voor Dalí is de relatie wat abstracter in mijn mening als het gaat om de invloed op zijn werk. Seksualiteit speelt hier een grote rol. Maar liefde? Lorca kwam regelmatig in Catalonië en Cadaquez, maar Salvador is nooit in Granada geweest. "Hij had altijd wel een excuus?"

Het idyllische Cadaquez speelt ook een belangrijke rol in het werk, zowel in de biografie als in het werk van Dalí. Cadaquez is het meest paranoïde plekje aan de middellandse Zee."

En dan voor diegenen die meer weten van het leven van Dalí was er de relatie tussen hem en zijn Gala, en hoe het tot een relatie kwam. Dalí leerde eerst Paul Eluard kennen en deze kwam in financiele problemen terecht. Het is de vraag wie daarvan meer misbruik van wist te maken, Gala of Salvador.

Een bijzonder leerzaam boek. Bijzonder ook de focus op de schrijver (Lorca) en schilder (Salvador). Een kort werk, dat enkel op de eerste 26 jaar van zijn leven gericht is. Qua productiviteit zoek ik zelf altijd details die interessant zijn qua productieve ontwikkeling en stijl. Maar daar zijn toch maar weinig details van te vinden. Een detail is dat de jonge Dalí bijzonder moeilijk mee kon met wiskunde en afgeleide onderwerpen, en zijn genialiteit zat dus ergens anders. Qua levensstijl is er het detail dat de ouders, in het geval van Dali, de vader, hen probeerde te sturen, namelijk dat ze maar vooral leraar moesten worden. Maar zowel Lorca als Dalí waren pertinent tegen: leraar zijn past niet bij de stijl van een kunstenaar. Daarin zit misschien de kiem van genialiteit.

Als laatste ontkom je er niet aan ook iets over Picasso te zeggen. De term Picasso komt vaak (zeventig keer minimaal) voor in het boek, maar echt belangrijk is de schilder uit Malaga niet voor de ontwikkeling van Dalí. Ze ontmoeten elkaar in Madrid. Picasso was toen al een "meester," en Dalí liet hem een werk van zichzelf zien. "Picasso bestudeerde het werk zo'n vijftien minuten zonder enig commentaar te geven..."

--
2016/12/stijlverschillen-picasso-versus-dali

-- oktober 2024 hoor ik over een film over Dali, van de Franse regiseur Quentin Dupiex. Daaaaaali (de zes a's zijn volgens mij de zes personen die Dali's rol vertonen).
Een recensie:
"Recensie van Daaaaaalí!, misschien wel de meest ingenieuze komedie van Quentin Dupieux. Première op 25 oktober 2024. - Weinig regisseurs als Quentin Dupiex zijn zo vrij (en gek) bij het editen van hun projecten. Met hem hebben we geleerd dat roken hoesten veroorzaakt, dat tijdreizen een trucje heeft, dat banden heel wreed kunnen zijn en dat gigantische vliegen getraind kunnen worden.
Feit is dat een bioscoop binnengaan om een ​​van hun films te zien altijd een nieuwe ervaring is. Dat is hoe het is om zo surrealistisch te zijn en je eigen scripts te maken: je kunt doen wat je wilt, vooral als je het doet met een zekere liefde voor het vak en probeert een grap te maken die grappig is, maar ook net genoeg om het zo te maken. grappig, het prikt een beetje.
Daaaaaal! Het is een van zijn langste films (77 minuten) en ook een van de meest gecompliceerde op narratief vlak, omdat het uiteindelijk verhalen oplevert alsof het een matrioshka-spel is, waarbij de een in de ander wordt gestopt totdat het onmogelijk is om een ​​verhaal te vinden. volgorde van wat er wordt verteld. Hij wordt nooit moe het verhaal te verdraaien en er een hilarisch tintje aan te geven.
Onder normale omstandigheden zouden we als kijkers hier graag boos over worden, maar dat is onmogelijk omdat de film zo grappig is. Hij bespot de megalomane en zelfmythomanische Dalí door hem in een labyrint te plaatsen waarin we op elk moment van verteller, perspectief en acteur wisselen. Het is een ongebruikelijk en slim spiegelspel dat op een raaklijn afgaat.
En hier is ruimte voor van alles: van de meest absurde grap, zoals die over de eindeloze gang, tot veel uitgebreidere grappen waarbij we zelfs een beetje duizelig worden.
Het opgeblazen ego, het genie, de domheid, de unieke visie en de eeuwige behoefte aan bewondering en roem van Salvador Dalí worden onthuld in een veelzijdige karikatuur die mijlen verwijderd is van de biopic-formule.
Hij claimt zijn figuur, navigeert door zijn obsessies, materialiseert zijn dagdromen en amuseert zich met zijn poses en excessen zonder het respect voor hem te verliezen. Want als er één figuur is die Dupiex heeft geïnspireerd, dan is het Dalí wel, zoals hij al liet zien in zijn kort eerbetoon in Ongelofelijk maar waar.
Daaaaaal! Uiteindelijk positioneert hij hem, zoals het hoort, als het popicoon dat hij altijd wilde worden. Maar deze film zou onmogelijk zijn zonder het bedrog van Dupiex, aangewakkerd door het talent van de cast die hij leidt.
We zien minstens zes verschillende Dalís voor de verbaasde blik van een journalist die hem eerst probeert te interviewen, hem vervolgens in een film te betrekken en uiteindelijk iets van zijn onvergelijkbare genialiteit te vatten.
Iedereen komt dit feest binnen met zin om te dansen: vooral Anaïs Demoustier, die haar eigen besnorde versie in een onverwachte transformatie bijdraagt, maar ook Didier Flamand, Gilles Lellouche, Pio Marmaï, Edouard Baer, ​​Jonathan Cohen en zelfs Boris Gillot.

Het is een zeer intelligente visuele en vooral interpretatieve manier om verschillende facetten van zo’n uniek en onherhaalbaar type te demonstreren. Elke acteur geeft zijn eigen stem, gebaren en specifieke kleding en het lijkt erop dat Dupieux op dit punt het inzicht heeft gehad om hen te laten improviseren en hun nuances aan te brengen.
Er zijn er zes, zoals zes zijn de "a's" in de titel van de film, een klein detail. Maar er had meer in gezeten: Alain Chabat (Valerian and the City of a Thousand Planets) en Pierre Niney, die speelde in de nieuwe versie van The Count of Monte Cristo, waren bij de productie betrokken. Beiden lieten het achterwege omdat ze vonden dat ze niets nieuws aan de film hadden bijgedragen.
Nog een curiosum: de soundtrack is gecomponeerd door Thomas Bangalter, lid van het duo Daft Punk, die de soundtrack als enige instrument uitvoert op een eeuwenoude citer. Het is een van de meest representatieve elementen van een film waarvan de belangrijkste ambitie, het tonen van de extravagante persoonlijkheid van Dalí, volgens Dupiex zijn belangrijkste kunstwerk, werkelijkheid wordt.
Daaaaaal! Het blijft voor het nageslacht een surrealistisch venster dat openstaat voor een van de grootste vertegenwoordigers van het surrealisme, en het ziet ernaar uit dat het zeer geldig zal blijven, zelfs als onze klokken smelten. ...
  • HET BESTE: Zijn oneerbiedigheid, onbeschaamdheid en roekeloosheid. Interpretaties, script en eigen persoonlijkheid.
  • HET SLECHTSTE: Het is onzin, een labyrint om in te verdwalen." (https://www.hobbyconsolas.com/reviews/critica-fumar-provoca-tos-nueva-comedia-absurda-dupieux-1299700)
 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?