De spiegelzaal (Daninos)

Vijftien portretten, waaronder dat van de auteur. Daar sluit het boek mee af. Ik vond het een inspirerend boek, meer voor schrijvers dan voor lezers. In ieder geval voelde ik een sterke drang om "mee te doen," het lijkt namelijk zo makkelijk, je pakt een blok en een potlood en je begint te schetsen en na drie streken kom je erachter dan je niet kan tekenen. Je moet eerst de basis leren. Maar wat is die basis en vooral bij het schrijven, van dit soort portretten?

Niet alle portretten zijn even overtuigend, net als die bij de schilder die op straat een tekening maakt, maar niet echt overtuigd. Of juist wel, dat ene portret. Misschien is het met portretteren zo dat je enkel oefent voor die ene prent.

Maar ik zeg portretten, maar dat woord gebruikt deze auteur zelf niet. In de proloog refereert hij aan wat zijn model, idool of voorganger moet zijn: Les caractères de Théophraste, de Jean de La Bruyère.

Dit boek - Galeries des glaces, van Pierre Daninos -  is uit 1983 en dat tijdsbeeld is soms nog heel levendig, vooral wanneer het om de beschrijving van een generaal gaat, in een oorlog die dan net is begonnen.

Vijftien portretten dus. 

De eerste is van een Afrikaanse zwarte prins - of (dit is het terugkerende patroon) het delirium van de Arch de Triomf. "Er bestaan wezen die in de pubertijd of daarvoor al dromen om een nieuwe Napoleon te worden, of brandweerman, of stewardess... of alle drie tegelijk wanneer iemand echt talentvol is.." Dat is niet het geval van Ideo Ba N'Mba die op dertig jarige leeftijd in het hart van Afrika regeerde. Als klein jochie hield hij van motors en was hij gefascineerd door de pracht wanneer een staatsman rond de Arch de Triomf reed geescolteerd door motoren en autos. Dat wilde hij ook. OP een nacht voelt hij dat hij boven een mijn slaapt en gaat op onderzoek uit en ontdekt, zapien (of zapio in het Spaans) schijnbaar een metaal dat grote belangen opwekt bij de huishoudelijke apparatenindustrie. En de grondstof wekt de interesse en jaloezie van omliggende landen, omdat het alle problemen van het kleine staatje oplost, als een uitlaatpijp voor de bevolking die tot die tijd geen ander exportproduct had als pluche waar het land arm  door is gebleven. Ideo is even de held die net als de staatshoofden in Parijs in zijn auto stapt vergezeld door zeven motorrijders die hem begeleiden. Het verhaal eindigt echter dat Ideo van zijn functie is afgezet en dat Frankrijk hem asiel heeft gegeven. Daar heeft hij nog een 1000cc motor en krijgt een bekeuring voor te hard rijden die de agent echter bereid is te cancelen omdat hij de man herkent als een van de motorrijders in het verleden rond de Arch..

James of de Jet Set, is een ster die (opgegroeid in Bordeaux) pronkt met zijn succes op Amerikaanse wijze, en net als Jet-Settter bij iedereen bekend en geen tien woorden achter elkaar kan zeggen zonder een Engelse term zoals check-up of break-down los te laten. Desondanks maakt hij veel taalfouten waar niemand zich aan stoort en weekends in huizen van vrienden doorbrengt aan de rand van het zwembad in een wereld van mede jetsetters en daar mee praat over wat hij in en van de wereld heeft gezien: "denk eens in, een vrouw die ik ontmoette in Hall, en die haar vinger natmaakte om de pagina van de Vogue om te slaan. Hij schept over Moscow op waar hij geweest zou zijn, maar wordt desondanks zijn verhaal  toch niet in een van de duurste clubs binnengelaten en de auteur vraagt zich af wat nu het echt onderscheidende kenmerk van een snob is, en houdt de spiegel voor voor de eenvoudige ziel, het plebs die niet verder komt dan Griekenland of Italië.

De peticionaire (...) is een verhaal van een voorvechter voor minderheden zijnde drusen, koerden, zeehonden van Eskimo's, of gewoon de Bretonse bevolking. Hij zoekt mede-firmanten om de geprivilegieerde in een staat die aan esclerose lijdt op te breken in de tirannie van de multinationals...

De generaal, of de strategie van "Boudoir" is een generaal die al met pensioen is, maar zijn oude documenten doorleest en de strategie van de groten der aarde - vanaf Hannibal, Rommel en Montgommery tot aan Napoleon een fan is van Julio Ceasar en natuurlijk de klassieke oorlogsteksten van Clausewitz uit zijn hoofd kent. Hij houdt van precedentes en elke oorlog herinnert wel aan een vorige en inzijn vocubolario vinden we woorden van Duits oorsprong zoals Kriegspiel, realpolitik of lebensraum. Het is dan precies het moment (1982 / 1983) dat de oorlog tegen de Malvinas begint die hij verslaat met een arsenaal aan militaire kennis, zoals de Tigerfish als een onderzeer die  op afstand bediend kan worden en de Belgrano [zoek op het internet: Malvinas Belgrano] in tweeën splitste. Tegenwoordig slaapt de generaal niet meer zo goed, dat was in de oorlogstijd wel anders... 

Nathalie of de enthousiasteling is een vrouw die als business executive de stress afloopt met Jogging dat dan net in de mode is geraakt. Ze aplaudeert bij alle nieuwe producten in het bedrjifsleven en het altijd druk heeft met van alles en in twee minuten meer bijwoorden - absoluut, compleet en totaal - nuttigt dan Voltaire in zijn hele carrière.

Arsene of de azijnzeiker (dat woord zou Daninos niet gebruiken, denk ik) heeft een loodachtige huiskleur die de grijsheid van zijn carrière typeert. Hij wordt moe van het geluk van de anderen en  triestheid stelt hem echter tevreden.

Mejuffrouw Dupin of de discretie, is het beeld van het geheim. De natuur is reactionair, begint Daninos, want in de natuur tiert ongelijkheid, naast twee middelmatigen kan een genie geboren worden en zo zijn er  in onze natuur mensen die geboren zijn om te gehoorzamen en anderen om te gebieden en in dat laatste vindt Dupin de sereniteit van haar plicht. Ze zal nooit een ongetogen woord nuttigen, maar altijd een positieve draai aan een situatie geven. als kinderen met smerige handen thuiskomen dan wordt ze niet boos, maar zegt ze, "ik denk dat we vergeten zijn om onze handen te wassen." Ze is altijd correct in haar taalgebruiken daarmee is ze perfect als secretaresse en ze klimt op tot de directie. Daar werkt ze voor de baas en weet ze de  geheimen van de heer Deremur te bewaren in de kluis van haar hart. Zelf heeft ze haar prive-leven verborgen gehouden en wanneer Deremur over lijdt heeft ze niet kunnen zeggen dat ze zelf ging trouwen.

Desormets (desormais?) of de academie is non-fictieschrijver  die niemand leest, maar zelf nogal fijntje is in het selecteren van zijn favoriete boek. Hij citeert, maar enkel de klassieken, maar niet zonder te nuanceren: Voltaire is prima, maar dan wel zijncorrespondentie, Stendhal, ook goed, maar dan verkiest hij Lucien Leuwen. Desormets "die niemand leest wil niet lezen zoals iedereen."

 Fernand of de publieke opinie is een beeld van een kameleon, die alles kan vertellen over wat iedereen zegt en doet, maar zelf geen echte mening heeft en enkel die van zijn publiek adopteert...

Mathieu of de fan van het geheim, laat zich nooit kennen en bij alles wat hij zegt moet gezocht worden naar een dubbele bodem. Als toerist laat hij zijn nationaliteit geheim - en een reis naar Zwitserland kiest hij voor de goederenwagon, want ook zijn vermogen is geheim - en "in deze tijden van gelijkheid - maar niet van broederschap" - geeft hij zich niet te kennen en zijn eigen adagium is: om gelukzalig te leven, leven we escondido. En dan zouden de Fransen tot het meest gelukkige volk ter wereld moeten behoren.

Ariston, De ontdekkingsreiziger, in essentie heeft elke ontdekkingsreiziger een concertzaal die hij laat dommelen, dat is het abc van de professie, elke helde op de Himalaya heeft toeschouwers nodig. Ariston leeft op de polen.En er zijn anderen die solitair en zonder middelen de woestijn door kruizen. Zo is uiteindelijk - door de ruimtelijk pionier [mijn term] het beloofde land gevonden...

Balparé of het gezonde verstand. Begint met: de wereld is vol. De stadions zijn vol, de begraafplaatsen, alles. Duizend jaar geleden woonde er op de aarde acht miljoen mensen, nu 8 miljard [niet in 1983] en futurologen voorspellen wat we op elkaars hiel komen te zitten. Er zijn meer artsen, zieken, meer ouderen meer kinderen, meer tennisspelers, meer bridgers, maar tegelijkertijd is er dan man van de universiteit die roept, " er is niemand meer." Die man is Balparé. Hij predikt in de woestijn en kent iedereen en - als zakenman - weet hij dat er veel domheid is, en die ene die slim is is koning. De sleutel voor dit alles: leiden. Leiden is vooruitzien. En bij hem ontgaat niets wat anderen zouden kunnen  doen. Maar tegelijkertijd is er niemand. Is er niemand die de telefoon bij de verzekering kan opnemen?

Als laatste is er het profiel van de schrijver zelf. Daarin schrijft hij over zijn held, La Bruyere (Bruyere dixit) of Rochefoucauld. hij wil niet het etiket van humorist opgeplakt zien. In een gewone tijd (?) zou hij kroniekenschrijver willen zijn. HIj weet precies zijn grenzen en zijn hiaten en dat hem de adem van de groten (Balzac, Dostoievski, Tolstoi) ontbreekt. Dat hij majoor Thompson heeft kunnen creëren verbaast hem zelf ook. Hij is timide en gereserveerd als mens en was dat ook in zijn jeugd al. "Ik heb lief, maar weinig en  voor weinig mensen en ik ben allergisch voor het gregarische (gezelligheid). Maar hij lijdt ook niet onder de druk van het geluk van anderen, zoals Bruyere, en als hij schrijft wil hij zijn eigen werk naast zich hebben, vooral om te zien of hij zich herhaalt. Hij houdt er niet van om te werken wanneer het warm is. en soms voelt hij nostalgie voor een tijd wanneer het werk stopte wanneer het boek af is, maar in deze tijd (1983) begint dan pas de promotie. En hij reflecteert dat er (ook toen al) zoveel mensen schrijver zijn of willen worden. Hij is bijna unieker om het niet te willen zijn... Het beste boek schrijf je niet maar leef je met de mensen van wie je houdt.... Dat lijkt wat een cliché op het eind. Maar vlak daarvoor schrijft hij wat ik ook voel: de totale vrijheid van de schrijver.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Het grootste bordeel van Europa

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?