Over cultuur raakt men niet uitgepraat en uitgeschreven zoals hier.
I. Boek
Beschrijving (conclusie: de hubris van cultuur).
Cultuur is een bepalend aspect van wat het betekent om mens te zijn. Cultuur definiƫren en de rol ervan in ons leven bepalen is echter niet zo eenvoudig. Terry Eagleton, een van onze belangrijkste literaire en culturele critici, is als geen ander in staat om de uitdaging aan te gaan. In dit scherp analytische en bijtend grappige boek onderzoekt hij hoe cultuur en onze conceptualiseringen ervan zich de afgelopen twee eeuwen hebben ontwikkeld - van een verfijnde sfeer tot nederige praktijken, en van een bolwerk tegen de inbreuken van het industrialisme tot de meest winstgevende export van het hedendaagse kapitalisme. Het boek beslaat zowel kunst en literatuur als filosofie en antropologie, en belangrijke maar enigszins 'onmodieuze' denkers als Johann Gottfried Herder en Edmund Burke, evenals T.S. Eliot, Matthew Arnold, Raymond Williams en Oscar Wilde, Eagleton biedt een samenhangend overzicht van cultuur die stevig in zijn historische en theoretische contexten is geplaatst, en belicht zijn samenwerking met kolonialisme, nationalisme, de teloorgang van religie en de opkomst van en heerschappij van de 'ongecultiveerde' massa's. Eagleton onderzoekt ook de cultuur van vandaag, en bekritiseert de vermarkting en coƶptatie van een kracht die, goed begrepen, een essentieel middel is voor ons om ons sociale leven te cultiveren en te verrijken, en zelfs de impuls kan geven om de burgermaatschappij te transformeren.;Cultuur en beschaving -- Postmoderne vooroordelen -- Het sociale onbewuste -- Een apostel van cultuur -- Van Herder tot Hollywood.
Emoties in het boek (in aflopende frequentie):
- doubt, desire, love(s)*, sympathy, enlightened, passion, pleasure, fear, vulnerable, driven, alienation, suffering, hospitable, guilt, coercive, empathy, cruelty, possessive, nostalgic, anxious, rejected, reluctant, vicious, dislike, distraction, agony, aggressive, comfortable, hatred, embarrassment, claustrophobic, undermined, eagerness, cynicism, enjoyment, worthless, suspicious, terror, spite, surprise, triumphant, self-loathing, tired, self-conscious, self-critical, afraid, scorn, affection, helpless, happiness, delighted, ecstasy, neglect, patience, joy, isolated, caring, insecurity, bored, modesty, longing,...
Bijvoorbeeld liefde / houden van:
- of making love or making merry
- ...
- someone else may see why you love your partner without loving him
- ...
- own earnest spiritual rhetoric and the unlovely prose of everyday life
- ...
- moral culture, I mean justice, freedom, beauty, love: they are in the drama
- ...
- prepared to pay the unlovely price of such virtuousness
- ...
- each other in lying rhetoric, betraying by an excess of language a love
- ...
- declare that she loves him ‘according to her bond’, but this is kindness in
- ...
- Both have their unlovely roots in
- ...
- love, the brevity and frailty of human existence, the contrast between the
- ...
- political in singing a Breton love-song, staging an exhibition of
- ...
- make love without the bothersome distraction of political strife
- ...
- been remarkable for its love of Schoenberg
II Review
In Culture richt literair en cultuurcriticus Terry Eagleton zijn aandacht op het definiƫren en aanwijzen van de rol die cultuur speelt in ons leven, evenals de waarde ervan, waarbij hij voorbeelden als Edmund Burke, Jonathan Swift en Oscar Wilde doorloopt. Dit is een toegankelijke en slimme primer die onderzoekt hoe je cultuur kunt bekritiseren onder de omstandigheden van het mondiale kapitalisme, hoewel de centrale ideeƫn bekend zullen zijn voor degenen die Eagletons eerdere werk al kennen, ....
.. Culture begint niet optimistisch. 'Cultuur is een uitzonderlijk complex woord', begint het boek, 'maar vier belangrijke betekenissen ervan springen eruit. Het kan betekenen (1) een geheel van artistiek en intellectueel werk; (2) een proces van spirituele en intellectuele ontwikkeling; (3) de waarden, gewoonten, overtuigingen en symbolische praktijken waarmee mannen en vrouwen leven; of (4) een hele manier van leven.’ Deze definities lijken specifiek en mager, maar gelukkig is het boek minder geĆÆnteresseerd in definities dan in perspectieven, die nuttiger lijken om tot een begrip van de aard en waarde van cultuur te komen. Het pessimisme van de eerste zin maakt al snel plaats voor een erudiete maar uiteindelijk onoriginele bespreking van de krachten die cultuur verankeren en hoe cultuur wordt beoefend door consumenten – en Eagleton benadert het genieten van cultuur heel erg als een consumptieve oefening. ...
Zoals gewoonlijk zijn zijn marxistische kritieken comfortabel en grondig: ‘Een professionele kaste van kunstenaars en intellectuelen, zoals Marx erkent, wordt alleen mogelijk als niet iedereen het grootste deel van de tijd hoeft te werken […] Cultuur [heeft] zijn materiĆ«le voorwaarden’ . Hij begint de marxistische tak van zijn betoog door te laten zien hoe cultuur en beschaving parallel aan elkaar groeien en afhankelijk zijn van elkaar, maar dat ze niet hetzelfde zijn; dat ‘brievenbussen deel uitmaken van de beschaving, maar welke kleur je ze geeft […] is een kwestie van cultuur’.
Eagletons discours over het concept van beschaving zou kunnen profiteren van een grondigere betrokkenheid bij postkoloniaal onderzoek, hoewel een latere opmerking dat ‘zoveel hedendaagse postkoloniale gedachte […] gewoon een schaamteloze omkering van koloniale waarden kan zijn’ aantoont dat dit niet zozeer een vergissing is als wel een afwijzing. Het is een analyse die daarom kenmerkend is voor Eagletons antipathie jegens relativisme, maar ik ben er niet helemaal van overtuigd dat een studie van de variantie van de mondiale cultuur die niet op zijn minst de kracht van het kolonialisme erkent, het onderwerp recht doet. Zonder postkoloniale theorie voelt de analyse oppervlakkig aan.
Waar koloniaal en postkoloniaal discours het meest comfortabel in het boek passen, is in Eagletons bespreking van Ierse schrijvers en intellectuelen als cultuurmakers en critici. Eagletons Dublin is een cultureel tegenwicht tegen het Edinburgh van de Verlichting. Waar David Hume's opmerkingen over de substantie van naties spreken over een proces van beschaving door politieke (in)stabiliteit - 'Alleen tijd geeft stevigheid aan [de heersers] recht […] en werkt geleidelijk in op de geesten van mensen, verzoent hen met elke autoriteit en laat het rechtvaardig en redelijk lijken' - is het Edmund Burke die spreekt over de culturele vorming van naties:
Mensen zijn niet aan elkaar gebonden door papier en zegels. Ze worden ertoe gebracht om te associƫren door gelijkenissen, door conformiteiten, door sympathieƫn. Niets is zo'n sterke band van vriendschap tussen natie en natie als overeenstemming in wetten, gebruiken, manieren en levensgewoonten. Ze hebben meer dan de kracht van verdragen in zichzelf. Het zijn verplichtingen die in het hart zijn geschreven.
Eagleton kijkt ook naar Jonathan Swift en Oscar Wilde voor hun bijdragen aan en overpeinzingen over cultuur. ... Net als de aard van cultuur zelf is Wilde een moeilijk te doorgronden persoon. Eagletons bewering dat ‘als Wilde homo was, dat onder andere was omdat hij heteroseksualiteit zo ondraaglijk clichĆ©matig vond’ zal ongetwijfeld wenkbrauwen doen fronsen bij queer theoretici, maar het is een interessante uitspraak over de behoefte van cultuur om te imiteren, bespotten en ondermijnen om te kunnen gedijen. Eagleton schrijft goedkeurend over Wildes besef van hoe privileges de realiteit van cultuur veranderen – hoe rijkdom toegang creĆ«ert – en de daaropvolgende analyse over de culturele en ontspannen doelen van het socialisme is het meest overtuigende argument in het boek, hoewel het te veel lijkt op soortgelijke argumenten in Eagletons eerdere werken Why Marx Was Right (2011) en The Meaning of Life (2007).
Eagletons laatste hoofdstuk over ‘The Hubris of Culture’ betoogt dat ‘toen literatuurwetenschappers zich eenmaal waagden aan de studie van film, media en populaire fictie, er geen twijfel over kon bestaan dat ze een plausibele claim op centraliteit hadden. Ze waren immers bezig met artefacten die door miljoenen gewone mensen werden geconsumeerd’. (bron: ...the views of the author, and not the position of the LSE Review of Books blog, or of the London School of Economics. Rose Deller, https://blogs.lse.ac.uk/lsereviewofbooks/2016/08/19/book-review-culture-by-terry-eagleton/)
Macht
Belangrijk voor Eagleton's verhaal is de rol van macht bij cultuur. Deze passage hiervoor gaat hierover:
"Cultuur is niet altijd een machtsmiddel. Het kan ook een vorm van verzet ertegen zijn. We zullen zo dadelijk zien dat dit het sociale onbewuste is dat geldt voor het politieke domein van de filosoof Edmund Burke, maar het kan ook gelden voor artistieke en intellectuele cultuur. De bewering dat de literaire canon een bastion van politieke verduistering is, is bijvoorbeeld ronduit absurd. De waarheid is dat een groot deel van de ‘hoge’ of minderheidsliteratuur veel politiek subversiever is dan de meeste populaire cultuur. In Engelse termen alleen al hoef je alleen maar te denken aan Milton, Blake, Shelley, Byron, Hazlitt, Paine, Wollstonecraft, Dickens, Ruskin, Morris, Woolf en Orwell, om nog maar te zwijgen van een heleboel anderen. Het is moeilijk te beweren dat Friends of Sex and the City deze auteurs overtreffen in revolutionaire ijver, of dat Lady Gaga en Robbie Williams ons utopische visioenen van menselijke kameraadschap bieden die kunnen wedijveren met Blakes profetische werken. Het is waar dat de muziek van Justin Bieber veel gewone mensen bereikt, maar waterpokken ook. Shakespeare sprak zich uit voor het communisme, Milton was een voorstander van koningsmoord, Blake en Shelley waren politieke revolutionairen, Flaubert en Baudelaire verafschuwden de middenklasse, Rimbaud was een anarchist en Tolstoj veroordeelde privĆ©bezit.
A Room of One’s Own van Virginia Woolf is een van de meest radicale non-fictieve teksten die ooit door een Britse literaire auteur zijn geschreven. Het is waar dat het idee van een literaire canon vaak genoeg op aanstootgevende elitaire manieren is gebruikt, maar veel van wat die canon bevat, staat haaks op dergelijke politiek. Toch moeten we eraan denken dat het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘populaire’ cultuur niet overeenkomt met dat tussen goed en slecht."
Edmund Burke (AI)
"Edmund Burke is belangrijk in Terry Eagletons "Culture" omdat hij een spilfiguur vertegenwoordigt in de ontwikkeling van cultureel en politiek denken, met name in relatie tot de concepten van traditie, esthetiek en de rol van cultuur in de samenleving. Hier zijn een paar redenen waarom Burke belangrijk is in Eagletons werk:
- Traditie en verandering: Burke staat bekend om zijn verdediging van traditie en het belang van historische continuĆÆteit in de samenleving. In "Reflections on the Revolution in France" betoogt hij tegen radicale verandering en benadrukt hij de waarde van gevestigde gewoonten en instellingen. Eagleton gaat in op Burkes ideeĆ«n om de spanning tussen traditie en moderniteit in cultureel discours te onderzoeken.
- Esthetische ervaring: Burkes geschriften over esthetiek, met name zijn ideeĆ«n over het sublieme en het mooie, dragen bij aan discussies over hoe cultuur wordt ervaren en geĆÆnterpreteerd. Eagleton onderzoekt deze esthetische concepten om te begrijpen hoe ze culturele productie en receptie beĆÆnvloeden.
- Politieke implicaties: Burkes gedachten over de relatie tussen cultuur en politiek zijn cruciaal om te begrijpen hoe culturele praktijken politieke ideologieƫn kunnen weerspiegelen en vormgeven. Eagleton gebruikt Burkes inzichten om de manieren te analyseren waarop cultuur kan dienen als een plek van ideologische strijd en sociale macht.
- Kritiek op rationalisme: Burkes kritiek op het rationalisme van de Verlichting en zijn nadruk op de emotionele en irrationele aspecten van de menselijke ervaring resoneren met Eagletons argumenten tegen al te simplistische of reductionistische visies op cultuur. Eagleton benadrukt de complexiteit van culturele fenomenen, die vaak niet volledig kunnen worden begrepen door alleen rationele analyse.
Door zich bezig te houden met Burkes ideeƫn, plaatst Eagleton zijn eigen argumenten in een bredere historische en filosofische context, wat illustreert hoe de culturele theorie zich heeft ontwikkeld en hoe deze blijft worstelen met de erfenissen van denkers als Burke." (GPT-4o)
Als laatste, schrijft Eagleton ook in het boek Mapping Ideology met Zizek als redacteur, en geeft een indruk van zijn eigen ideologische wortels:
- 9 Ideology and its Vicissitudes in Western Marxism (Terry Eagleton)
- 12 Doxa and Common Life: An Interview Pierre Bourdieu and Terry Eagleton
--
Reacties