Menage a trois: Biografische trios
Vergelijken is alles. Zou dat juist zo werken bij biografische studies?
"De term royaume des ombres, het 'rijk' of 'koninkrijk van schaduwen', of de
onderwereld, komt uit Hegels Grotere Logica, hoewel het ook in Marx wordt gebruikt, en
In Aldus sprak Zarathustra verklaart Nietzsche dat de Überman verschijnt als een
schaduw. Deze drie passages vormen de epigrafen van dit werk. Dit poëtische aspect is overal in dit boek terug te vinden, waarbij Lefebvre de drie denkers vergelijkt tot drie sterren aan de hemel – drie sterren in één sterrenbeeld .. [en] De overeenkomsten en spanningen tussen Hegel en Marx zijn bekend, en Lefebvre ontdekt er hier enkele. Lefebvre stelt dat er ook veel gemeenschappelijk is terrein tussen Marx en Nietzsche – hun atheïsme en materialisme; hun kritiek op Hegels politieke theologie, en op taal, logos en de joodse Christelijke traditie; de nadruk op productie en creatie, en op het lichaam – wel er is evenzeer duidelijk veel te contrasteren. " (H., M. & N., Lefebvre)
Drie sterren en een constellatie dus. Hoe vaak komt dat voor. Vaker dan je zou denken, blijkt.
Wat me opvalt is dat "biografische trios" vaak geen uitzondering (meer) zijn. In dit artikel probeer ik daar wat meer van te weten, en voorbeelden te vinden. Zoals:
- Schopenhauer, Nietzsche, Freud door Thomas Mann*
- Nietzsche, Freud, Marx door Michel Foucault
- Rural Hours. The Country Lives of Virginia Woolf, Sylvia Townsend Warner & Rosamond Lehmann
- Three songs, three singers, three nations ()
- Biography of the Brontes sisters
- SHEMP!: The Biography of The Three Stooges’ Shemp Howard, The Face of Film Comedy – Burt Kearns
- Stefan Zweig heeft het idee trio in zijn standaard oeuvre:
- Three Masters: Balzac, Dickens, Dostojevsky
- Vechten tegen de demon: Hölderlin, Kleist, Nietzsche****
- drie dichters en hun leven: Casanova, Stendhal en Tolstoi
- Hegel, Marx, Nietzsche, or the Realm of Shadows (Henri Lefebvre)
- Rhythm, Illusion and the Poetic Idea: Baudelaire, Rimbaud, Mallarmé (David Evans**)
- [the beat generation, the friendship between] Jack Kerouac, Allen Ginsberg and William Burroughs***
- Drie hervormers: Luther, Descartes, Rousseau. Jacques Maritain, 1928
- [niet helemaal passend is deze:] Dostoevsky, Kierkegaard, Nietzsche, and Kafka; four prophets of our destiny by Hubben, William, 1895-1974
- Dostojevsky, Tolstoy & Nietzsche. Lev Shestov, 1969*****
- ...
-- * zie afbeelding: een cover met drie snorren (twee in feite, die van Schopenhauer zijn bakkebaarden)
--
-- ** - Abstract van de laatste toevoeging:
David Evans traces the evolution of rhythmic and metrical theory and
practice through each of these poets in works both in verse and prose.
... Evans's argument follows the general
development of each poet's style, rather than addressing the detailed
structure of individual texts. ... In
tracing Baudelaire's journey from the idealization of nombre to
disillusion, Evans concludes, unsurprisingly, that identical metrical
structures can articulate contradictory meanings; that is, poetic
meaning is a function of the relation between the semantic and the
formal. (https://academic.oup.com/fs/article-abstract/61/1/110/516751)
-- *** - The film tells the story of the great and long-lasting friendship between Jack Kerouac, Allen Ginsberg and William Burroughs that gave birth to the literary movement of the “Beat Generation”. It all starts in New York in the early 50s when Kerouac decides to write an enormous novel about their common experience. Then, it moves through San Francisco, Mexico City, Tangiers, Paris and ends some 15 years later with the successive publication of “Howl” (Allan Ginsberg), “On the Road” (Jack Kerouac) and “Naked Lunch” (William Burroughs), three books which are each a manifesto in itself.
https://clpbrights.com/en/programme/beat-generation/
https://clpbrights.com/en/programme/beat-generation/
-- **** Vechten tegen de demon
Hölderlin, Kleist, Nietzsche, drie bijzondere karakters voor wie Stefan Zweig, als ‘psycholoog door passie, schepper door creatieve wil’, een diepe gehechtheid voelde. Hun vitale rusteloosheid distantieert hen van de insluiting van Goethe die vastbesloten is zichzelf te construeren: 'De levensformule volgens Goethe is die weergegeven door de cirkel: een gesloten lijn, de absolute rondheid die het hele bestaan omvat, de eeuwige terugkeer naar zichzelf.' Aan de andere kant wordt ‘de vorm van het demonische’, van de interne rusteloosheid bij Hölderlin, Kleist en Nietzsche, ‘uitgedrukt door een parabool: een snelle en onstuimige opstijging in één enkele richting, naar het hogere, het oneindige, een loodrechte bocht en een plotselinge val. In The Fight against the Demon is Stefan Zweig van mening dat het deze demon is, als een overblijfsel van de oorspronkelijke chaos van de wereld, die creatieve mensen uitdaagt die erdoor bezeten zijn, en 'met geweld het roer van de wil uit hun handen rukt'. zodat... ze door de storm worden heen en weer geslingerd en tegen de rotsen van hun lot botsen.
Hölderlin, Kleist, Nietzsche, drie bijzondere karakters voor wie Stefan Zweig, als ‘psycholoog door passie, schepper door creatieve wil’, een diepe gehechtheid voelde. Hun vitale rusteloosheid distantieert hen van de insluiting van Goethe die vastbesloten is zichzelf te construeren: 'De levensformule volgens Goethe is die weergegeven door de cirkel: een gesloten lijn, de absolute rondheid die het hele bestaan omvat, de eeuwige terugkeer naar zichzelf.' Aan de andere kant wordt ‘de vorm van het demonische’, van de interne rusteloosheid bij Hölderlin, Kleist en Nietzsche, ‘uitgedrukt door een parabool: een snelle en onstuimige opstijging in één enkele richting, naar het hogere, het oneindige, een loodrechte bocht en een plotselinge val. In The Fight against the Demon is Stefan Zweig van mening dat het deze demon is, als een overblijfsel van de oorspronkelijke chaos van de wereld, die creatieve mensen uitdaagt die erdoor bezeten zijn, en 'met geweld het roer van de wil uit hun handen rukt'. zodat... ze door de storm worden heen en weer geslingerd en tegen de rotsen van hun lot botsen.
-- *****
In de essays die in dit boek zijn samengebracht, presenteert Shestov een diepgaande en originele analyse van de gedachten van drie van de meest briljante literaire figuren van negentiende-eeuws Europa - Dostojevski, Tolstoj en Nietzsche - die allemaal een beslissende invloed hadden op de ontwikkeling van hun eigen filosofie.
Volgens Shestov bestaat de grootsheid van deze schrijvers uit hun diepgaande onderzoek naar de vraag naar de zin van het leven en de problemen van menselijk lijden, kwaad en dood. Dat alle drie van hen soms hun onderzoek opgaven en vervielen in de banaliteit van het preken, doet niets af aan hun statuur, maar laat alleen zien dat er grenzen zijn aan het vermogen van de mens om onwrikbaar naar de realiteit te kijken. Dostojevski, Tolstoj en Nietzsche worden volgens Shestov verenigd door hun gemeenschappelijke inzicht in de essentiële tragedie van het menselijk leven - een tragedie die geen enkele toename van wetenschappelijke kennis en geen enkele mate van politieke en sociale hervorming significant kan verzachten, maar die uiteindelijk alleen kan worden verlost door geloof in de almachtige God die door de Bijbel wordt verkondigd.
In al zijn drie onderwerpen ziet Shestov een opstand tegen de tirannie van idealistische filosofische systemen, evenals een erkenning dat de zogenaamd universele en noodzakelijke wetten die door de wetenschap zijn ontdekt en de morele principes waarvoor autonome ethiek eeuwige geldigheid claimt, de mens niet bevrijden, maar hem eerder verpletteren en vernietigen. Deze opstand en deze erkenning worden vaak onderdrukt door Dostojevski, Tolstoj en Nietzsche, maar ze breken keer op keer uit met overweldigende kracht.
In deze provocerende bespreking van de romans en verhalen van de twee beroemde Russische schrijvers en van de essays en aforismen van de eenzame Duitse filosoof wiens genie uiteindelijk door krankzinnigheid werd uitgeblust, vindt Shestov ideeën en inzichten die andere critici over het hoofd hebben gezien of waarvan ze het belang niet adequaat hebben begrepen. De waarde van zijn prestatie is breed erkend. Prins Mirsky aarzelt bijvoorbeeld niet om in zijn gezaghebbende geschiedenis van de Russische literatuur te zeggen dat Shestov, wat Dostojevski betreft, ongetwijfeld zijn grootste commentator is.
De lezer zal in deze opmerkelijke studies van de mannen die de sterkste intellectuele invloed op de jonge Shestov uitoefenden, het begin vinden van de levenslange polemiek van de Russische filosoof tegen idealisme, scientisme en conventionele moraal, evenals de eerste tastende pogingen tot geloof in de Bijbelse God die het leidmotief zou worden van al zijn denken en schrijven in de laatste decennia van zijn leven.
Volgens Shestov bestaat de grootsheid van deze schrijvers uit hun diepgaande onderzoek naar de vraag naar de zin van het leven en de problemen van menselijk lijden, kwaad en dood. Dat alle drie van hen soms hun onderzoek opgaven en vervielen in de banaliteit van het preken, doet niets af aan hun statuur, maar laat alleen zien dat er grenzen zijn aan het vermogen van de mens om onwrikbaar naar de realiteit te kijken. Dostojevski, Tolstoj en Nietzsche worden volgens Shestov verenigd door hun gemeenschappelijke inzicht in de essentiële tragedie van het menselijk leven - een tragedie die geen enkele toename van wetenschappelijke kennis en geen enkele mate van politieke en sociale hervorming significant kan verzachten, maar die uiteindelijk alleen kan worden verlost door geloof in de almachtige God die door de Bijbel wordt verkondigd.
In al zijn drie onderwerpen ziet Shestov een opstand tegen de tirannie van idealistische filosofische systemen, evenals een erkenning dat de zogenaamd universele en noodzakelijke wetten die door de wetenschap zijn ontdekt en de morele principes waarvoor autonome ethiek eeuwige geldigheid claimt, de mens niet bevrijden, maar hem eerder verpletteren en vernietigen. Deze opstand en deze erkenning worden vaak onderdrukt door Dostojevski, Tolstoj en Nietzsche, maar ze breken keer op keer uit met overweldigende kracht.
In deze provocerende bespreking van de romans en verhalen van de twee beroemde Russische schrijvers en van de essays en aforismen van de eenzame Duitse filosoof wiens genie uiteindelijk door krankzinnigheid werd uitgeblust, vindt Shestov ideeën en inzichten die andere critici over het hoofd hebben gezien of waarvan ze het belang niet adequaat hebben begrepen. De waarde van zijn prestatie is breed erkend. Prins Mirsky aarzelt bijvoorbeeld niet om in zijn gezaghebbende geschiedenis van de Russische literatuur te zeggen dat Shestov, wat Dostojevski betreft, ongetwijfeld zijn grootste commentator is.
De lezer zal in deze opmerkelijke studies van de mannen die de sterkste intellectuele invloed op de jonge Shestov uitoefenden, het begin vinden van de levenslange polemiek van de Russische filosoof tegen idealisme, scientisme en conventionele moraal, evenals de eerste tastende pogingen tot geloof in de Bijbelse God die het leidmotief zou worden van al zijn denken en schrijven in de laatste decennia van zijn leven.
Reacties