Thuis, thuisland, en ... heimat (#Dag985)

[Inmiddels is wel bekend dat Noord-Korea meevecht voor Rusland in de oorlog tegen Europa en zijn Noord-Koreaanse elitesoldaten al positie aan het nemen in een vreemd land...]

(zich) Thuis voelen...Voor Angela Merkel was het haar Heimat...

Heimat heeft toch een andere gevoelswaarde..? Heimwee, zegt men op Wikipedia, is nog het enige woord dat aan heimat refereert en dat in België nog onvertaald gebruikt wordt:

Heimat is een Duits woord dat over het algemeen aan het thuisland refereert. Het woord kan echter ook de Heimat, de eigen vertrouwde omgeving of geboortegrond van ieder ander volk of andere persoon aanduiden. / De Heimat is altijd een belangrijk concept geweest in de Duitse cultuur, met name tijdens de Romantiek. Ook de Duitse eenwording en de Eerste en Tweede Wereldoorlog draaiden om het idee om alle Duitsers in een grote Duitse Heimat te laten leven. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Heimat)

Zoeken op heimat levert vaak Duitse referenties op:

"Verwijzingen naar moderniseringsprocessen, overeenkomsten met de ontwikkeling van natiestaten, de renovatie van lokale ruimtes en de back-to-nature-beweging zijn allemaal maken overduidelijk dat het concept van een thuisland geenszins iets is speciaal Duits inherent aan het concept van Heimat. Het woord Heimat, van is uiteraard specifiek Duits. Maar ook andere samenlevingen lijken die te hebben eigen territoriale identiteitsdiscoursen, compleet met emotioneel geladen referenties aan bepaalde landschappen of topografisch-architectonische eigenaardigheden. Als ons perspectief wordt uitgebreid met mondiaal-historische referentiepunten, het concept van territorialiteit/thuisland kan worden gebruikt om de onderliggende situatie beter te begrijpen processen. Er is een voortdurend debat gaande over de vraag of nationalisatie en... mondialisering, in plaats van dat het “twee stadia van een opeenvolgende ontwikkeling” zijn in feite geen elkaar versterkende processen. De relatie tussen de mondialiteit en de plaats moet nader worden onderzocht. Plaats, schrijft Angelika Epple, is dat wel een veelbelovend concept, omdat mondialisering uiteindelijk altijd ingebed is lokaal. “Wat historici moeten doen is laten zien hoe het lokale mondiaal wordt gevormd en tegelijkertijd hoe het mondiale lokaal in elkaar zit.” De transversale categorie territorialiteit/thuisland verbindt lokaliteit, regionaliteit en mondialiteit individuele ervaringen. In tegenstelling tot lokaliteit en regionaliteit kon Heimat begrepen worden hier als een modern concept dat de mens verbindt met zijn leefomgeving en de wereld. Er is in dit geval geen Duits “speciaal pad”. Hetzelfde geldt voor de verhouding tussen vaderland en natie. Alleen in de nexus van thuisland / natie/wereld vindt het individu zijn plaats in de moderniteit. De inzichten en benaderingen van historisch onderzoek naar de Duitstalige wereld en haar concepten van Heimat kan hier als model dienen voor het analyseren van dergelijke processen.

Ik zou willen besluiten door terug te keren naar de vraag die aan het begin werd gesteld van dit essay over de vraag of Heimat betekenisvol is als historische categorie. Plaats, lokalisme, regionaliteit of territorialiteit lijken neutraler en overdraagbaarder. En toch zijn er argumenten om het Duitse woord Heimat daarbuiten te gebruiken onmiddellijke context. Alleen al op taalkundig vlak is er sprake van de veronderstelde onvertaalbaarheid van de term moet met een korreltje zout worden genomen. Plaats en regionaliteit zouden dat wel doen lijken op het eerste gezicht een sterkere geografische verbinding te hebben en meer te zijn restrictief, een plaats die de beperktere leefomgeving van individuen vertegenwoordigt (gemeenschap) en regionaliteit, de onmiddellijke geografische en soms

administratief kader. Geen van beide vereist een emotionele component, namelijk onmisbaar voor identiteitsconcepten. Territorialiteit is de overkoepelende categorie, overwegende dat Heimat of Heimatisme een concept is dat in de moderne tijd wordt toegepast, het uiten van cultureel gevormde en historisch gewortelde uitingen van territorialiteit in de Duitstalige wereld. (Jens Jäger, Heimat, https://zeitgeschichte-digital.de/doks/frontdoor/deliver/index/docId/1192/file/docupedia_jaeger_heimat_v1_en_2018.pdf )

Wikipedia geeft duiding over het thuisland: "Een thuisland, land van herkomst, vaderland of moederland is een leefgebied waarmee een etnische groep een vaak lange historische en culturele band heeft, waarin deze van generatie op generatie heeft gewoond en gewerkt en waar zich leefgemeenschappen hebben ontwikkeld met een gemeenschappelijke geschiedschrijving en een gemeenschappelijk systeem van normen en waarden." / ... Thuisland heeft een negatieve klank vooral als het om de toegewezen gebieden gaat in het apartheidsregime, zoals Transkei ook wel Bantoestan genoemd: "Geen van deze thuislanden was levensvatbaar. Zij bestonden grotendeels uit niet-aaneengesloten stukken dor land, waar erosie veelal vrij spel had. Deze vazalstaten waren in grote mate afhankelijk van Zuid-Afrika, dat zelfs besliste wie er moest wonen. Economisch gezien konden deze pseudolanden niet instaan voor het welzijn van hun bevolking. Er was vrijwel geen industrie en de werkgelegenheid was zeer laag. Zwarte arbeiders die toch werkten, konden met hun karige loon hun familie nauwelijks onderhouden." (Wikipedia)

...

"...Omwille van de problematische noties van exclusie die met Heimat verbonden
worden, wordt in literatuur vaak gezocht naar alternatieven. Concepten als het actieve ‘beheimaten’,
het Engelse ‘belonging’ en ‘postmigratie’ worden als mogelijke alternatieven voor ‘Heimat’ gezien. ... / ... Zowel in Adas Raum als in 1000 Serpentinen Angst spelen narratologische en thematische elementen
op elkaar in om de zoektocht van de protagonisten naar een ‘Heimat’ te illustreren. In beide romans
botsen de protagonisten echter op problemen met de traditionele notie van ‘Heimat’. De
protagonisten worden met geweld, racisme en vooroordelen geconfronteerd op basis van 
identiteitskenmerken. In Adas Raum en in 1000 Serpentinen Angst worden deze problematieken door
narratologische elementen verduidelijkt. Zo is de figuur van Ada één persoon, maar ook vele personen
tegelijk. Ada duikt op verschillende belangrijke momenten van de geschiedenis en op verschillende
plaatsen in de wereld op. Door elementen van unnatural narratology in de tekst te verwerken, wordt
duidelijk dat we de Adafiguur niet mimetisch mogen lezen. In Wenzels roman laat de verteller, die
tussen de eerste en tweede persoon afwisselt, de naamloze protagonist toe om over zichzelf te
reflecteren en zichzelf vanaf een bepaalde afstand te bekijken. Het niet-lineaire verloop van beide
romans maken duidelijk hoe verleden, heden en zelfs toekomst steeds met elkaar verweven zijn.
Beide protagonisten worden geconfronteerd met racisme, exclusie en agressie. In de geschiedenis
maakte Ada telkens geweld mee en werd ze op een gewelddadige manier om het leven gebracht,
waardoor ze nooit stil kon staan bij haar eigen geschiedenis. Nochtans zijn herinneringen en
geschiedenis belangrijke onderdelen van het ‘Heimat’-concept. In 2019 kan Ada, mede door de
vrijheden die haar Britse paspoort bieden, door het vinden van een woning en door het
toekomstperspectief dat haar baby biedt, het toelaten om na te denken over haar geschiedenis. In
Wenzels roman komt het proces van ‘othering’ sterk naar voren, wat de protagonist het gevoel geeft,
nergens bij te kunnen horen. Haar queere identiteit bemoeilijkt voor haar dan ook het vinden van een
‘belonging’.
Om op zoek te gaan naar een ‘Heimat’ maken Ada in 2019 en de protagonist uit Wenzels roman gebruik
van de vrijheid en stabiliteit die hun paspoort hen biedt. Het paspoort biedt een soort zekerheid aan
dat de protagonisten officieel tot een bepaalde plaats behoren, ook al wil dit niet per se zeggen dat er ook die emotionele band is waardoor een plaats een ‘Heimat’ kan worden. Het paspoort wordt door beide protagonisten gebruikt om te migreren en te reizen, wat verbonden kan worden met het concept ‘postmigratie’, waarbij migratie niet langer als marginaal fenomeen wordt gezien. Ada beseft echter hoe fragiel die vrijheid is wanneer ze inziet dat politieke beslissingen als de ‘Brexit’ haar leven kunnen omgooien en opnieuw voor exclusie kunnen zorgen. Voor de protagonist uit 1000 Serpentinen Angst is het voor haar ook moeilijk om in andere landen zoals Angola of de Verenigde Staten een echte
‘Heimat’ te vinden.
Beide auteurs spelen ook met traditionele ‘Heimat’-ideeën en -clichés zoals vrouwelijkheid en
vruchtbaarheid, maar gaan hier op een alternatieve manier mee om door het moederschap en de
mogelijke ‘Heimat’ die hierdoor gecreëerd wordt, niet als geïdealiseerd voor te stellen. We mogen de
komst van de baby’s van Ada en de protagonist uit 1000 Serpentinen Angst niet zien als een oplossing
die voor harmonie zorgt. De protagonisten blijven over ‘belonging’ reflecteren. 
Daarnaast haken de auteurs ook in op belangrijke momenten in de Duitse geschiedenis, waar de notie
‘Heimat’ een belangrijke rol speelde, zoals tijdens het nationaalsocialisme (wat we in Otoo’s roman
zien terugkomen) en voor en na de eenmaking van Duitsland (wat we bij Wenzel zien opduiken). In
meer traditionele ‘Heimat’-ideeën staan daarnaast ook ééntaligheid en een homogene cultuur
centraal. Otoo en Wenzel spelen ook op deze ideeën in door juist meertaligheid in de romans een
plaats te geven.
Samenvattend..., bij Otoo [gaat hij in op het thema] eerder op een historisch-reconstruerende manier en bij Wenzel eerder reflexief, aan de hand van narratologische en thematische elementen. In beide romans wordt een alternatief geboden voor het klassieke ‘Heimat’ door pluraliteit, hybriditeit, meertaligheid en het behoren tot meerdere groepen en plaatsen in de romans te verwerken. Dit gebeurt echter niet op een idealiserende manier en de ‘zoektocht’ van beide protagonisten kent dan ook geen harmonieus einde. Wel wordt voor beide protagonisten een toekomstperspectief geboden door de komst van hun kind, een toekomst waarin blijvend gereflecteerd kan worden over ‘belonging’ en waarin het verleden van de protagonisten een blijvende rol speelt.  (bron: Jade Verdonck, https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/003/135/947/RUG01-003135947_2023_0001_AC.pdf)

...

Het heimatmuseum, is een voorbeeld van een streekroman, een recensent schrijft op bol.com: Siegfried Lenz verstaat de kunst om Heimat-literatuur te ontdoen van heimwee en nationalistische tendensen. De verteller mengt als een alchemist herinneringen, landschapsbeschrijvingen, geschiedenis, sagen, dromen en fantasie tot een wereldbeeld. Daarmee verliest zijn begrip Heimat, of thuis, iedere ideologische lading. Het ware daarom te wensen dat dit boek in brede kring gelezen wordt - met name in kringen met een beperkte leescultuur. Ik ben alleen bang dat de omvang van het boek, bijna 800 bladzijden, niet geoefende lezers afschrikt - ten onrechte!

...

“Het woord (Heimat, tv) is niet goed te vertalen. Het heeft ook niet werkelijk een passend synoniem. ‘Geboortegrond’ komt in de buurt, maar beperkt het te veel tot een geografische plek.
Het gaat om omgeving in de ruimste zin van het woord: dat is de plek, het landschap, maar ook
de mensen, de specifieke gemeenschap waarbinnen je opgroeit. Het gaat om wat je te weten komt nog voordat je over taal beschikt, over wat je letterlijk met de paplepel is ingegoten en
wat bepalend is voor je gevoel van vertrouwen, van geluk, van schoonheid en veiligheid – alles
wat bepalend is bij de vorming van je identiteit.
Taal dus ook, moedertaal, en dat in zijn kleinste nuances, in dat wat bij vertaling verloren gaat,
zelfs als het daarbij gaat om een ‘vertaling’ van het Nederlands in het Vlaams en vice versa.”
“Het is kortom alles waarnaar je heimwee voelt op die momenten dat je de werking van de tijd
aan den lijve ervaart, alles wat je verbindt met de plek waar die tijd is beginnen te lopen, ook al
is er op zich niets wat je ertoe zou kunnen brengen naar die plek terug te keren om er opnieuw
te gaan wonen (ik moet er niet aan denken!).
Het gaat om wat je terugwijst naar wat niet (meer) bestaat, niet terugkomt, maar waaruit je
desalniettemin bent opgetrokken.” [...] Heimwee van een valse Belg. Waarom Marc Reugebrink onmogelijk ooit echt Nederlander af kan zijn. De Morgen – 9 maart 2011 (https://histories.be/wp-content/uploads/2020/11/Bladwijzer01_heimatheute.pdf)

In Belgie wordt Ernest Claus - met zijn zeer succesvolle roman De Witte - de heraut van de heimat-literatuur genoemd (door het literatuurmuseum), zelf kwam hij in de problemen door zijn rol en ideeën in de wereldoorlog.

En dan een (toch weer) duits boek, Heimat - a German dream : regional loyalties and national identity in German culture, 1890-1990 - Het discours van Heimat, dat vaderland of wortels betekent, is al minstens een eeuw een medium voor debat over de Duitse identiteit tussen regio en natie. Er lopen vier fasen parallel aan de discontinue geschiedenis van Duitsland: de Heimat-literatuur als reactie op de modernisering en op regionale spanningen vóór de Eerste Wereldoorlog; het interbellum waarin Heimat zich opsplitste in een racistische ideologie, linkse oppositie en innerlijk verzet tegen het Derde Rijk; een naoorlogse dialectiek tussen escapistische Heimat-films uit de jaren vijftig en rechtse claims op de verloren landen in het Oosten, waarop anti-Heimat-theater en films in de jaren zestig en zeventig een reactie waren, waarbij de stedelijke Heimat in DDR-films een socialistische draai gaf ; Regionalisme en groene politiek in de jaren tachtig en de Duitse identiteit voorbij de verdeeldheid in de Koude Oorlog. Heimat, een belangrijk referentiepunt in de huidige debatten over de Duitse geschiedenis, lijkt waarschijnlijk door te gaan op de postmoderne en multiculturele manier. (bron: Nielsen Book Data)
 
In bovenstaand boek gaat de schrijver een stap verder door heimat niet alleen met vaderland maar ook met wortels te verbinden. Veel over Heimat en zeker in Duitsland heeft te maken met politiek en ideologie. Het nostalchische idee van hoe het vroeger was, wat je ook in de streekroman terugziet. Dat kan voor een land gelden als voor iemand die zijn land (heimat) verlaat en dan zijn oorsprong gaat missen in een reis met een nieuw doel.

Waar voel je je nog echt thuis? En hoe zit het met heimwee?
  • Novalis zegt: Filosofie is eigenlijk een heimwee, een drang om overal thuis te raken. (TH.C.W. OUDEMANS, Echte filosofie)
"Heimwee en nostalgie - Het woord heimwee stamt uit het Duits: Heimweh is voor het eerst in 1592 in een Zwitsers geschrift genoemd. Aanvankelijk kwam het woord uitsluitend voor als medische benaming voor een ziekelijk verlangen (Weh) naar huis (Heim) van buiten de grenzen verblijvende Zwitsers.
In het Nederlands is heimwee voor het eerst genoemd in het ‘Journaal’ van Constantijn Huygens jr. uit 1689. Maar dit was een eenmalige ontlening. Tot het derde kwart van de achttiende eeuw bleef heimwee een vreemd woord dat zelden werd gebruikt. Hierna echter werd het woord onder invloed van de Romantiek al snel populair in literaire werken, en onderging het een betekenisuitbreiding. In eerste instantie werd het in religieuze zin gebruikt: ‘heimwee naar de hemel, het heil’, vervolgens sprak men van ‘heimwee naar de natuur, naar (de eigen) omgeving, naar huis’ en vervolgens werd de betekenis uitgebreid tot ‘verlangen naar een vroegere of betere toestand’.
In 1678 vertaalde de Zwitserse arts Harder het woord Heimweh in de artsentaal bij uitstek: het Latijn. Hij noemde het  nostalgia, een samenstelling van het Griekse nostos ‘terugkeer’ en algos ‘pijn’. Veel talen hebben nostalgia overgenomen, ook het Nederlands. Maar in het Nederlands heeft nostalgie uitsluitend de betekenis ‘verlangen, heimwee naar vroeger’, niet ‘verlangen naar huis’. Nostalgie en heimwee zijn bij ons dus niet helemaal synoniem." (bron: Nicoline van der Sijs, https://www.medischcontact.nl/actueel/laatste-nieuws/artikel/heimwee-en-nostalgie)

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa