"Mijn gevecht," of ...?
Terwijl men in Nederland dit verhaal natuurlijk uit ten treuren voorbij heeft zien komen, waarschijnlijk in DWDD ergens na of in 2016, las ik het boek, "Mijn gevecht" van Thijs Zonneveld, nu pas. Met daarin het verhaal van Thomas Dekker, de wielrenner. Het is een eenvoudig verhaal en na het lezen sta ik er even bij stil. Of het niet een verhaal is waar we ons allemaal in terug kunnen vinden: een jonge (of meisje) heeft een talent, richt al zijn (haar) energie op dat talent en behaalt de top, welke top dat ook is. Hier moet je al zeggen dat dit niet ieders verhaal is. Maar dan komt de waarheid en de val. De ontmaskering en in die val wordt duidelijk dat de carrière op drijfzand is gebaseerd. Na de val staat de jongen op en probeert op eigen kracht en zonder hulp opnieuw de top te bereiken, maar het leven is dan al lang verder gegaan. Hij moet genoegen nemen met een plaats in het peleton van het leven.
Dat zou een samenvatting kunnen zijn. Een ander verhaal is dat hoe een jongen (of meisje) door zijn omgeving tot een bepaalde richting is gedwongen. De krachten van de grotere machten zijn altijd sterker dan dat kleine persoontje waarmee het verhaal begint. Welke invloed wint het?
Zonneveld schrijft in de afsluitende epiloog dat hij het verhaal zo naar waarheid heeft proberen te vertellen als mogelijk, maar hij heeft niet alle bronnen kunnen checken.
Dekker was een professionele wielrenner, die ontspoorde door dopinggebruik en werd ontmaskerd. Dat er een soort van industrie om die doping heen zat, was maar een deel van het verhaal. De wereld kent donkere uithoeken. En wat is nu de realiteit? Doping is van aller tijden.
Hoe dat doping in zijn werk ging en hoe het medisch in elkaar steekt komt deels boven water, maar ook daar zal veel meer over te vertellen zijn. Het is ook een verhaal over imago's. Dat van de grote partijen en grote jongens (meisjes) die onschuldig blijven of niet ontmaskerd worden. Logisch zou zijn om hier de naam van een bank te noemen. Wanneer ik het verhaal gelezen heb, denk ik over diezelfde bank, "ja. zo is dat precies gegaan met de agrarische revolutie. Ook daar moest een iets van doping gebruikt worden."
Maar goed. Het verhaal. De biografie las ik als eerste en door de regels moet je de krenten uit de pap halen. Thomas vond zichzelf maar een normale jongen uit een normaal gezin, typisch Nederlands in het zuinige, maar zijn "zorgzame" moeder ("Marja") steunde hem met liefde en zijn vader ("Bart") kocht een fiets voor hem. Een wat stereotypische rolverdeling tussen moeder en vader. Een wat typisch Noordelijk gezin, wat stug en hardwerkend. Zijn vader was dertig jaar "bagagesjouwer" bij Schiphol. Zijn zus had ook talent, maar het belangrijkste was de bouw van Thomas: hij was te slank om goed een schaatser te worden, maar juist bij wielrennen was zijn tengere structuur een competitief voordeel. [dat begrip komt niet letterlijk voor in het verhaal] Het gaat bovenal om snelheid en uithoudingsvermogen al schrijft de auteur daar niet zo veel over.
Wanneer door de regels door, Thomas zelf aan het woord komt, zie je wat van zijn obsessieve karakter: "ik moest en zou"... Dat komt meerdere malen terug. Hij wilde winnen, dat was zijn droom. Hoe hij aan dat "materialistische" kwam... Dat is gelijk het niveau van de biografie. Want die schaarste aan feiten, met nog wat "geneuk" en geen zin in leren (van 1,2 en 3 vwo naar zakken voor een havo-examen zaten tien andere woorden) moet je het als biografie-enthousiast doen.
Hij valt na zijn eerste klikpedalen. Die val is een soort cliffhanger. De innovatie van de klikpedalen wordt later ingeruild voor andere innovaties. Kenners weten dat die wereld super-competitief is en innovaties, o.a. door het toepassen van medische ingrepen (bloedinfusen) en technologie (carbon-wielen) biedt verandering op verandering. Of vernieuwing op vernieuwing.
Qua cultuur is er ook het nodige te lezen. De "Italiaanse" wielrenners, met hun meer extravagante imago (niet zo zuinig in allerlei opzichten als de hollanders), of van onze zuiderburen die "minder open zijn" dan de Nederlanders. Of, de cultuur van de wielrenners: trainen en zuipen. Het eerste overdag. Of de Zwitsers, tussen de regels door, waartegen het officiële gevecht gestreden moet worden: de scheidsrechters van deze wereld, de plaats waar de neutrale dopingsautoriteit zich zetelt. In het schone, nette en neutrale Zwitserland.
Thomas was arrogant, staat er letterlijk, maar wat er niet staat is dat die arrogantie een gebrek aan zelfvertrouwen maskeerde. Dat komt pas boven water wanneer de nieuwe Thomas opstaat na zijn (laatste en grootste) val. Daar heeft hij dan ook spijt van. Misschien is dat wel de ultieme samenvatting. Niet: mijn gevecht, maar gewoon: spijt.
Want wat was er gebeurd wanneer hij niet met die - iedereen doet dat - meedeed aan medische ingreepjes wat later echte doping werd. Gewoon NEE-zeggen. Dat verhaal wordt niet helder verteld door Thijs, m.i. Ergens in het midden komt de coach in beeld, die meer manager is. Het woord coach valt ook niet of nauwelijks, enkel bondscoach herinner ik me. Die manager is - naast bekend met doping - ook ambitieus, maar vooral denk ik iemand die een goudmijn heeft gevonden. Hij krijgt, "tien procent, inclusief btw." Aan het eind van het verhaal wanneer Thomas de weg terug heeft gevonden na zijn val, en voor een schijntje voor Garmin een contract weet te verkrijgen ("ik had het ook voor niets gedaan") komt deze manager met een factuur voor gederfde inkomsten, Ã raison de 90.000 euros. Maar wie was nu onzekerder over de prestaties van de wielrenner en de kans op winnen? Deze manager of Thomas zelf? Dat is ook een aardige vraag, die niet beantwoord wordt in het boek.
Hoe ver hij gekomen zou zijn zonder doping blijft de grote vraag. Die vraag moet eeuwig blijven knagen denk ik. En de uiteindelijke schuldvraag. Mea culpa? Hoe zit het daar mee?
Leuk verhaal om te lezen? Ja. Je leest het snel uit. Heeft dit verhaal mijn wereldbeeld veranderd? Nee. Sport is een industrie. De echte wereld is zeer competitief ingesteld en niet kinderachtig. Dan moet je achteraf niet gaan klagen of spijt hebben. Thomas is niet de eerste die valt, en de vergelijkingen zijn talloos Yuri van Gelder heeft weer een heel ander verhaal en verder weg of Maradona, die pas na zijn carrière volledig ontspoort. Bij Thomas is het juist als mens goedgekomen. En dat lijkt me een mooie afsluiting.
Qua tekst en stijl, schrijft Zonneveld met de nodige metaforen, en probeert er een mooi verhaal van te maken. "Het is hier duizend kleuren donker," zo opent hij het doek. Dirkshorn (zijn woonplaats) is "een vlekje op de kaart." Hij sprintte zo hard dat "het leek op een afgeschoten kogel..."
Na publicatie van het boek, stapt de manager naar de rechter: hij wordt beschuldigt om Dekker tot doping aan te hebben gezet. Maar het kort geding verliest hij. Het is een wereld van weinig echte winnaars en veel verliezers.
En dat brengt me op de eigenlijke titel. Want ik denk dat Thomas de aartsvijand, Jacques in zijn werk gebruikt om zelf als winnaar de hele tour te kunnen winnen. Ik denk dat een titel als: Mijn laatste overwinning, beter tot zijn recht zou komen voor het verhaal.
--
Nog wat aanvullende eer technisch inhoudelijke feiten over het verhaal is te vinden in:
- https://biografieportaal.nl/recensie/thomas-dekker-mijn-gevecht-thijs-zonneveld/
2009/07/yuri-van-gelder-onder-invloed-van...
Reacties