Schelling en het Duits idealisme (Tsarion)

AI...

Ik vroeg de AI-bot over dit boek van Michael Tsarion (MT):

"Het boek “Schelling: idealisme en het absolute” biedt een belangrijke herwaardering van de filosofie van Friedrich Wilhelm Joseph Schelling en zijn relatie tot het Duitse idealisme. Schelling was een invloedrijk figuur in de Duitse idealisme-beweging aan het begin van de 19e eeuw in Duitsland. Zijn werk omvatte een breed scala aan onderwerpen, waaronder metafysica, epistemologie, esthetiek, natuurfilosofie en de filosofie van religie1.

Hier zijn enkele kernpunten over Schelling en het Duitse idealisme:

Vroege Leven en Invloeden: Schelling toonde al op jonge leeftijd interesse in filosofie. Hij studeerde naast Hegel en de dichter Friedrich Hölderlin, die beiden levenslange vrienden en invloeden zouden worden. Samen bestudeerden ze Kant en streefden ze ernaar filosofie en poëzie te gebruiken om de geest van vrijheid in Duitsland te verspreiden.

Natuurfilosofie: Schelling probeerde de dynamische processen van de natuur te verklaren in termen van een onderliggende geestelijke realiteit. Hij betoogde dat de natuur zelf een manifestatie van de absolute geest is.

Identiteitsfilosofie: In deze fase probeerde Schelling een systematische filosofie te ontwikkelen die dualiteiten zoals subject en object, geest en materie, en het eindige en oneindige overbrugde. Zijn belangrijkste werk uit deze tijd was “System of Transcendental Idealism” (1800).

Invloed en Erfenis: Schelling’s werk heeft een opmerkelijke invloed gehad op latere denkers en bewegingen. Zijn unieke perspectief op de complexiteit van de menselijke ervaring en de wereld blijft relevant1.

Als je meer wilt weten over Schelling en zijn filosofie, raad ik je aan om het boek “Schelling: idealisme en het absolute” te verkennen. Het biedt diepgaande inzichten in zijn denken en zijn bijdrage aan het Duitse idealisme2. (1 filosofie-blog.nl 2 cambridge.org 3 link.springer.com 4 en.wikipedia.org 5 scihi.org 6 goodreads.com) 

Wat is het probleem van idealisme volgens de auteur van het boek

Copilot... Volgens de auteur van het boek “Schelling: idealisme en het absolute” zijn er enkele uitdagende bezwaren tegen idealisme, met name het idealisme van George Berkeley. Laten we eens kijken naar drie van deze bezwaren en hoe Berkeley ermee omgaat:

Onvermogen om het onderscheid tussen verschijning en werkelijkheid te accommoderen: Berkeley’s idealisme stelt dat alles wat bestaat, ofwel een geest is of een idee dat alleen bestaat als het wordt waargenomen door een geest. Dit betekent dat niet-geesten, zoals fysieke objecten, slechts verzamelingen van ideeën zijn. Een bezwaar is dat Berkeley’s standpunt geen ruimte laat voor het onderscheid tussen hoe iets verschijnt en hoe het werkelijk is. Dit onderscheid, later benadrukt door Kant, wordt niet adequaat opgelost door Berkeley’s antwoord1.

Impliceert dat gewone objecten intermitterend bestaan: Berkeley’s idealisme suggereert dat objecten alleen bestaan wanneer ze worden waargenomen. Dit kan leiden tot het idee dat gewone objecten, zoals tafels of bomen, slechts tijdelijk bestaan wanneer iemand ernaar kijkt. Dit bezwaar roept vragen op over continuïteit en consistentie in onze ervaring van de wereld.

Ontkent intersubjectieve waarneembaarheid: Berkeley’s standpunt impliceert dat objecten alleen bestaan in de geest van de waarnemer. Dit kan leiden tot het idee dat objecten niet intersubjectief waarneembaar zijn, wat betekent dat verschillende mensen dezelfde objecten op dezelfde manier waarnemen. Dit bezwaar raakt aan de gemeenschappelijke ervaring en het delen van een externe wereld.

Berkeley heeft geprobeerd deze bezwaren te weerleggen, maar sommige van zijn antwoorden worden als onbevredigend beschouwd. Zijn idealisme blijft echter een intrigerend filosofisch standpunt dat de aard van onze ervaring en de relatie tussen geest en wereld onderzoekt1.(1academic.oup.com 2academic.oup.com 3academic.oup.com 4doi.org)

Wat is het abolutische idealisme van hegel waar Tsarion over schrijft?

Copilot: "Georg Wilhelm Friedrich Hegel. Het absolute idealisme van Georg Wilhelm Friedrich Hegel is een centraal concept in zijn filosofie. Laten we eens dieper ingaan op wat dit inhoudt:

Hegel geloofde dat de werkelijkheid niet primair wordt bepaald door materie, maar door ideeën. Volgens hem is het denken de grondslag van alles wat bestaat.

Het absolute idealisme stelt dat de werkelijkheid volledig wordt gestructureerd door onze waarneming en ons verstand.

In zijn baanbrekende werk “Fenomenologie van de Geest” (1807) beschrijft Hegel de geschiedenis van de rede als een dialectisch proces.

Dit proces is gebaseerd op tegenstellingen. Telkens worden een these en de negatie daarvan (de antithese) verzoend in een hogere synthese.

Deze synthese dient op haar beurt weer als uitgangspunt voor nieuwe negaties, op weg naar een hoogste idee dat Hegel afwisselend het Absolute, de Geest of de Rede noemt.

Hegel wilde niet alleen de complete geschiedenis van de rede doorgronden, maar ook voltooien.

Hij beschouwde het als de taak van de filosoof om te ‘tonen’ hoe de rede zich noodzakelijkerwijs ontwikkelt.

De Fenomenologie begint bij de waarneming van objecten en evolueert via de dialectische methode naar onderwerpen als zelfbewustzijn, natuur, cultuur, religie en uiteindelijk het ‘Absolute weten’.

Erkenning en Maatschappij:

Hegel baseerde zijn sociale en politieke filosofie ook op de dialectische methode.

Het sleutelwoord is ‘erkenning’. Mensen zijn afhankelijk van de erkenning van anderen om zichzelf als individu te beschouwen.

De ideale maatschappij moet volgens Hegel wederzijdse erkenning faciliteren op drie niveaus: familie, burgerlijke maatschappij en staat.

Het absolute idealisme van Hegel is een diepgaand en invloedrijk filosofisch perspectief dat de relatie tussen geest, rede en de wereld onderzoekt1. (1filosofie.nl 2cambridge.org 3nl.wikipedia.org)

--

Wat schrijf de auteur over kunst in relatie met idealisme

"...: In de context van æsthetiek verwijst idealisme naar het standpunt dat het de taak van kunst is om een ideale werkelijkheid af te beelden, in tegenstelling tot naturalisme en realisme, die zich richten op de feitelijke werkelijkheid1. Dit betekent dat kunstenaars die het idealisme omarmen, streven naar het weergeven van een verheven en geïdealiseerde vorm van de wereld, eerder dan een puur realistische weergave.

Het Nederlands Museum in Den Bosch heeft bijvoorbeeld een najaarstentoonstelling gewijd aan Nederlandse kunst rond 1900 met als motto “Idealisme, schoonheid en geluk”. Deze tentoonstelling toont ongeveer 250 objecten waarin Nederlandse kunstenaars op zoek zijn naar de verheffende kracht van goed vormgegeven objecten en gebruiksvoorwerpen in een nieuwe stijl. Ze verkennen nieuwe werelden, geïnspireerd door verre landen zoals Japan, maar ook door de natuur, volkscultuur en middeleeuwse thema’s. Het wordt beschouwd als het idealisme van Nederlands Tweede Gouden Eeuw2.

Kortom, idealisme in de kunst benadrukt het streven naar een verheven en geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid, waarbij de nadruk ligt op schoonheid en spirituele betekenis. (1bing.com 2rond1900.nl 3ifilosofie.nl 4uu.nl 5nl.wikipedia.org 6denstoredanske.lex.dk 7romoe.com)

Het boek

Understanding German Idealism is een boek van Michael Tsarion, uit 2016. Het telt zeven hoofdstukken:

  • 1. The Problem of Idealism
  • 2. Back to the Mirror
  • 3. The Freedom of Man
  • 4. The Existential Trinity
  • 5. The Fall of Albion
  • 6. Nothing Higher Than Beauty
  • 7. The Absolute Idealism of Hegel

In de inleiding schrijft hij:

"Grote dingen ontstaan wanneer mensen en bergen elkaar ontmoeten – Willem Blake

Ik begon voor het eerst academische filosofie te studeren aan een community college in Belfast in 1987. Hoewel ik de lessen niet heb gevolgd voor mijn toelatingsexamen, mijn interesse in de westerse filosofie, die altijd oprecht was geweest, werd aanzienlijk verbeterd. Wij hadden het geluk een boeiende te hebben docent, iets heel zeldzaams in Noord-Ierland in die tijd. in tegenstelling tot de gewone school mochten we liever onze eigen kleding dragen dan uniformen en mochten zelfs roken op de universiteit. Het was een nauwelijks draaglijke ervaring, maar ik volbracht mijn missie, activeerde mijn kleine grijze cellen en leerde veel interessante dingen. Nadat ik het jaar daarop, 1988, dezelfde cursus had gevolgd, verliet ik Belfast en verhuisde terug naar de Bay Area, Californië. Werken aan doodlopende banen, ging ik in mijn eentje door met het studeren van filosofie, zij het in alle stilte. Het was pas in 1993, toen ik voor het eerst Being and Time van Martin tegenkwam Heidegger, dat ik een belangrijk keerpunt in mijn intellectueel heb meegemaakt leven. Daarvoor had ik mijn inzicht in de aard van onze gekke wereld door de werken van Ayn Rand te verslinden, en zonder twijfel ben ik een toegewijde Randiaan. Veel gelezen uit velen velden Ik raakte bekend met het werk van Henri Bergson en was dat ook diep geïnspireerd door de poëzie van Rainer Maria Rilke. Ontdek hoe Heidegger werd grotendeels beïnvloed door Rilke en andere existentialisten dichters moedigden me aan om meer te weten te komen over de ideeën van de filosoof. Twintig jaar later had ik het gevoel dat ik begreep wat Heidegger en Rilke dachten na. Natuurlijk om Heidegger te bestuderenbetekent het bestuderen van de hele westerse filosofie, en daarmee doe ik dat ook kon uiteindelijk dieper doordringen in Hegel, Schelling en de Duitse Idealisten. Het is onvermijdelijk dat we Heidegger begrijpen betekent vragen wat hij zo gebrekkig en verwerpelijk vond andere tradities. Wat bekritiseerde hij in de scholastiek, Cartesianisme, rationalisme, metafysica, epistemologie en Idealisme? Je bent gedwongen en veroordeeld om in zovelen weg te schieten richtingen om zijn unieke perspectieven te begrijpen. Niettemin was het de drieëntwintig jaar toewijding zeker een poging waard.

Uiteindelijk kwam ik erachter dat Heidegger een zwak had voor het relatieve onbekende Duitse Idealist Friedrich Schelling. Dit is niet verrassend gegeven dat sommige van Heideggers belangrijkste ideeën over de aard van het Zijn rechtstreeks uit Schellings werk getiteld First Outline on the Systeem of nature, komen. Weinigen weten dat in 1936 aan de Universiteit van Freiburg gaf Heidedgger een sprankelende reeks lezingen over hem Duitse voorganger. Deze cursussen en zijn boek Schelling's Verhandeling: Over de essentie van menselijke vrijheid, zijn verantwoordelijk voor het wekken van enige interesse in het minder bekende genie. Ik kwam ook bij Schelling terecht via een studie van Hegel. Persoonlijk geniet ik ervan Ik dacht na over de ideeën van beide mannen, en het was intrigerend om dat te doen ontdek hun schuld aan Duitse mystici uit vervlogen tijden, zoals Jacob Böhme, Meister Eckhart en Nicholas Cusanus. Ik bestudeerde de geschriften van William Blake sinds ik vijf jaar oud was meer dan bereid om alles te lezen dat hielp de groten Engelse mysticus te verklaren. Het is bekend dat Blake Bohme las en dat ook was beïnvloed door de enigmatische ideeën van de wijze. Ik was er zeker van dat Blake, voor iedereen zijn originaliteit en iconoclasme zouden daarmee in overeenstemming zijn geweest vele perspectieven van Schelling en Hegel.

Meer recentelijk vind ik het vreemd en verachtelijk dat Schellings naam is gewoonlijk weggelaten door het jonge wetenschappelijke kader van ‘religieus’ Naturalisten’ of ‘Naturalistische Pantheïsten’, zoals ze vaak noemen zich. Ik steun hun werk en ben zelf een mystieke Naturalist. Ik geloof zeker dat het Religieus Naturalisme dat uiteindelijk zal doen naar voren komen als een belangrijk paradigma en school in de wetenschap, vooral daarna de dominante materialistisch-fysicalistische benaderingen storten in onder hun eigen gewicht, zoals ze nu doen. De groeiende belangstelling in de dynamische ontdekkingen van Hannes Alfven, David Bohm, Richard Tarnas, Arthur Koestler, Ken Wilber, Michael Talbot, Bruce Lipton, Stuart Hameroff, Rupert Sheldrake, Iain McGilchrist en de Religieuze natuuronderzoekers zullen ongetwijfeld opkomende jongeren beïnvloedenwetenschappers, die hen aanmoedigen het materialisme te verwerpen en ontvankelijk te zijn naar nieuwe paradigma’s over spiritualiteit, kosmos, bestaan, identiteit, wil, vrijheid, natuur, cultuur en moraliteit. Echter, zoals gezegd, de kampioenen en exponenten van verstandige wetenschap moeten daaraan herinnerd worden erkennen hun grote intellectuele voorgangers, en erkennen dat geen van hun eigen ideeën nieuw is. Blake, Goethe, Steiner, Berkeley, Hegel, Schelling en Whitehead moeten correct zijn en respectvol geëerd terwijl we vooruitgaan om een gezonder en gezonder mens voort te brengen meer holistisch begrip van de werkelijkheid. Mijn ergernis over de ondraaglijke weglatingen in recente boeken van Religious Natuuronderzoekers spoorden mij aan om het flagrante probleem door te schrijven op te lossen dit boek. Het is bedoeld als kennismaking met Schelling en Duits Idealisme, maar eert ook het werk van Bohme, Blake, Berkeley, Rank, Rijk, WHitehead, Heidegger, Merleau-Ponty en andere geleerden van het verleden met diepgaande ideeën die nooit mogen worden verwaarloosd, verkeerd geïnterpreteerd of opnieuw verpakt door sluwe nieuwelingen die strijden om persoonlijke informatie intellectuele bijval.

Schelling is misschien wel de minst herinnerde en gelezen grote western filosoof. Ik hoop daarom dat mijn boek lezers aanmoedigt om zich te verdiepen met interesse en respect in zijn werken. In overeenstemming met hun intellectuele, mystieke en romantische voorgangers, Schelling en Hegel biedt de meest samenhangende bewijzen voor het bestaan van de geest. Zij waren geen mannen van geloof, maar van directe kennis, en die van de wereld oprechte zoekers naar waarheid moeten terugkeren om hun wijsheid in zich op te nemen, zonder acht te slaan op de kakofonie van corrupte, onoprechte stemmen van iedereen kanten die hun elegante en elegante kanten proberen te kleineren en af te wijzen diepgaande filosofieën. 

--
1. Wat is dan precies het Probleem (van Idealisme)?
"Helaas, ondanks het verwijderde productievermogen, superieure goden, beschouwt elke geest zichzelf als de enige bezitter en voortbrenger van het denken. Wat het onmogelijk vindt om te accepteren is dat bewustzijn, is, net als het lichaam, een schenking van de natuur en niet-lokaal. Het denken komt wel niet voort uit de hersenen of de geest. De geest is slechts één weg dat het bewustzijn overdraagt en zichzelf kenbaar maakt. De geest is maar een enkel veld of omhulsel waarin bewustzijn zich uitdrukt
zelf. Het is niet het veld dat bewustzijn genereert. Wij zijn geen eigenaar bewustzijn, we ervaren het. En het samenspel kent geen einde en omnidirectioneel. Onderweg proberen we dat verwaand net bewustzijn en pin het op een bord. De verbinding met ons is zo intiem dat we kinderlijk veronderstellen dat dit de oorsprong ervan is. Dit is een grote aanfluiting die allerlei soorten ontwrichting in de wereld heeft veroorzaakt.
Deze diepgaande hebzuchtige houding werd beschreven door William Blake als ‘Single Vision’, en ook als ‘Newton’s Sleep’. Hij dacht aan de filosofen en wetenschappers van zijn tijd, en hun kortzichtige verlangen daartoe maak de wereld naar hun beeld, om je voor te stellen dat alles in de schepping is
is gemaakt naar het beeld van het menselijk denken. Eigenlijk, zoals Blake wist, Het bestaan van de mens is het gevolg van de ontvouwing van de Geest neemt twee vormen aan: de natuurlijke en de menselijke. 
In het licht hiervan kan het voor de geest een goede oefening zijn om te overwegen om dat niet te doen
alleen zijn eigen beperkingen – de illusies waarin hij gevangen zit – maar ook dat de natuur misschien niet met enige vorm van bewustzijn werkt intellectueel begrijpelijk voor ons. Dat betekent dat we nederig moeten zijn accepteer de grenzen van het bewustzijn zonder ze te projecteren
ergens anders. Het is moeilijk om te doen – en weinigen binnen de moderne wetenschap zullen dat zijn
geneigd om het te doen – maar als we ooit vrij willen zijn uit de kooi van dacht, en andere deuren open gooide, het is een must. (Hoe dit is bereikt is gedetailleerd beschreven in mijn boek Disciples of the Mysterium.) Zo blijven we open en ontvankelijk voor wat zou kunnen zijn. Wij respecteren
totaal anders-zijn alleen maar omwille van het feit, zonder aanmatiging en verwachting. Op deze manier bevinden we ons onbezwaard, licht en diep ontvankelijk. We zijn hongerig naar antwoorden, ja, maar niet in de op dezelfde vraatzuchtige manier als toen we grepen naar wetenschappelijke of
metafysische helderheid en egoïstische verheerlijking. Wij hebben een God gemaakt alleen om hem gierig te vinden met de feiten om het mysterie te verdrijven. Als wij de natuur op de troon zetten en geen grenzen stellen aan wat zij kan onthullen, wij kunnen antwoorden krijgen die werkelijk ons onverzadigbare verlangen vervullen. En als we onze oren op de grond houden en onze ego's onder controle houden, kunnen we dat zelfs doen de sleutel krijgen van de kooi waarin we onze gevangen hebben gezet harten en geesten voor zoveel eeuwen. Het is niet onmogelijk. Als er een is uitgangspunt, het is alleen maar om te onthouden dat het niet de hymne aan de natuur is dat is net zo belangrijk als de manier waarop het wordt gezongen"

2. Terug naar de spiegel / Back to the Mirror
De man van de wetenschap zal eindeloos bedrogen en onvervuld blijven. Zijn taak op deze planeet was zijn eigenlijke project Zelfrealisatie. Zoals het verder zegt het oude orakel van Delphi: ‘Ken uzelf.’ Maar wij hebben ervoor gekozen anders doen. Wij hebben ervoor gekozen om alles over alles te weten
anders dan Zelf. En we betalen een hoge prijs voor deze daad van zelfbedrog. We hebben onszelf langzaamaan opgesloten in onze samenleving niet-authentiek e levens, en ondertussen bezig met het versieren van de muren van onze gevangenis. Uiteindelijk zullen we ontdekken dat de reis naar pseudo-waarheid is leidde alleen maar tot volledige verwarring en existentiële ineenstorting. Het is een
onvermijdelijk gevolg van het afsnijden van de tak waarop je zit het wurgen van de wortels die je wezen voeden.
Nee! zei Schelling. Je kunt de aard van het rijk niet kennen waaruit jij tevoorschijn kwam. Maar je kunt een nieuw en dieper binnengaan relatie met het deel van jou dat bewust is. De aftrap is een staat van grootse in plaats van neurotische nederigheid. En dat ontzag voor het Zijn, moet een constante metgezel zijn. We hebben het niet over arrogant of ijdele nieuwsgierigheid of ambitieuze ijver. We hebben het niet over laurierblad kronen en Nobelprijzen. We hebben het niet over het kraken van codes
of het vinden van de achterdeur naar God. We hebben het niet over een wetenschap
dat probeert het ouder worden te stoppen, waardoor de inauthenticiteit ervan wordt verlengd
heeft ons al in een geestelijk comateuze toestand gebracht. Dat zijn wij niet anticiperend op de postmenselijke wereld waar cyborgs en androïden voorkomen functioneren als geisha's en maken onze niet-authentieke wereld sneller, helderder, schoner en veiliger. Wij zijn niet onder de indruk van filosofische gymnastiek en theorieën over onsterfelijkheid, de onwerkelijkheid van tijd of
multiversums zonder einde.
We hebben het niet over sluwe veranderingen in de fundamentele voorschriften van de wetenschap omdat de oude failliet bleken te zijn. Wij zijn niet geïnteresseerd in opvattingen over parallelle universums die wel of niet kunnen bestaan identiek zijn aan de onze. Wij weten dat er fundamenteel niets is verandert er op de een of andere manier voor ons. Zoals gezegd kunnen het er maar twee zijn
soorten entiteiten en wezens – bewust of niet-bewust. Welke leidt ons terug naar de vraag, niet naar de eindigheid, maar naar de kwaliteit. Als nadenken wezens bestaan in andere dimensies, het heeft alleen zin om met hen in contact te komen om erachter te komen dat ze net zo existentieel oppervlakkig zijn als wij? Wat goed is het om dieper en diepgaander contact te maken met wezens dan onszelf? Denk je dat ze hun deuren voor ons zouden openen? Wetenschappers zijn dat Ik begin langzaam in te zien dat dit inderdaad het geval zou kunnen zijn. En zij Ik vind het niet leuk, omdat ze er niets aan kunnen doen
scenario komt uit. Ze beginnen te zien dat wij niet-authentieke wezens zullen alleen met wezens kunnen communiceren lager of zo laag als wijzelf (wat nogal zinloos is), of vinden het onmogelijk om communicatie te openen met iets of iemand hoger. Het is een kwestie van je beste pak aan hebben en nergens heen kunnen. Nergens, dat is niets anders dan terug naar de spiegel om jezelf daadwerkelijk als één te zien is; een gloednieuwe ervaring voor het grootste deel van de mensheid.

3. The Freedom of Man
...
De Schotse filosoof David Hume bewees dat causaliteit niet bestaat in de fenomenale wereld. Oorzaken en gevolgen zijn hypothetische principes die mentaal aan de wereld en haar objecten worden opgelegd
gebeurtenissen. Kant was het hier niet mee oneens, maar liet zien dat de wet dat wel was
Er bestaat inderdaad sprake van causaliteit op de morele dimensie, zoals bij alle werkelijk morele dimensies mensen weten het. De slechte mens zal dat op een bepaald punt in zijn hedonisme ook doen
carrière worden terugbetaald voor zijn immorele of amorele daden. Dus of Oorzaken en gevolgen worden in de echte wereld waargenomen of niet, ze bestaan voor mensen die zich bewust zijn van wat hun handelen als morele of immorele Wezens-in-de-Wereld oplevert.
Zoals Heidegger opmerkte, kan vrijheid aan de basis liggen van onze vrijheid zijn, maar waarom? Vrijheid is altijd actief, zowel in gedachten als in daden, en moet op een doel gericht zijn. Vrije wezens zijn daartoe in staat goede of slechte daden. Maar aangezien vrijheid moeilijk zowel van God als van God kan zijn met het doel van het kwaad, het moet van God zijn en met het doel van alleen maar goed doen. Wij worden ertoe gedreven ons dan af te vragen wat het hoogste is Goed? Dit is een vraag die is gesteld en beantwoord door Plato, Aristoteles, Kant en iedere andere filosoof die zich daarmee bezighoudt het ware doel van de mens. Heidegger was niet geneigd antwoorden te bedenken
in metafysische zin. De mens was voor hem een wezen-in-de-wereld contact maken met andere wezens en entiteiten hier en nu. Als een man dat doet kwaad, het is omdat zijn relatie met zichzelf en de echte, met deugd en vrijheid, is afwijkend. Zijn kwaad manifesteert zich wanneer hij staat niet alleen zichzelf in de weg, maar ook die van andere mensen morele wezens moeten tegen hem en zijn wegen strijden. Dit streven tegen wat je niet bent, tegen wat wat tegenspreekt of uitwist de ene is, geeft speciaal belang aan het zijn en zijn ontologische attributen. Het maakt ons des te bewuster van wat we zijn, en van
wat het betekent om goed te zijn en te doen, zowel persoonlijk als cultureel. In deze Sense Evil kan gezien worden als de kracht die de identiteit schendt vernietigt het bewustzijn van het Zelf als het Zelf. Omdat het Zelf vrij is, zien we dat kwaad is datgene wat vrijheid tegenwerkt in plaats van voortbrengt. Maar de bron van het kwaad ligt niet buiten de mens of God. Inderdaad, zoals Schelling benadrukte dat het kwaad bestaat aan de basis van God en de mens, zoals de vrijheid dat doet. Het een kan niet bestaan zonder het ander. Door het kwaad ontkenning van identiteit, identiteit wordt versterkt. Zoals Nietzsche zei: Dat wat ons niet doodt, maar ons sterker maakt. Schelling wist het dit edict lang vóór Nietzsches tijd.
Deze interpretatie van het doel van het kwaad wordt bevestigd als we dit onderzoeken de werking ervan op sociaal of cultureel vlak. De misbruiker van de vrijheid is dat wel degene die er niet in slaagt zichzelf als de ander te zien, dat wil zeggen dat hij dat niet doet Begrijp dat zijn relatie met andere mensen de zijne is identiteit. Zijn ontkenning van het bestaan en de rechten van anderen (van de
morele wet) weerspiegelt zijn verarmde zelfbeeld en wezen. Zijn "kwaad" ligt hierin dat, in tegenstelling tot God in relatie tot de mens, iemand zichzelf kent in de ander – de slechte mens ziet niets van zichzelf in de ander, omdat er niets te zien of te weten valt. De slechte man heeft dat gedaan
pathologisch teruggetrokken in zichzelf in de mate dat de wereld van mensen en hun morele wetten niet langer substantieel of betekenisvol bestaan. Maar deze terugtrekking uit de cultuur is geen stap in de richting van authentiek Zelfheid. Integendeel, het is een ontkenning van het Zelf dat vereist de wereld van andere mensen (de Mitwelt) om creatief te zijn en te handelen holistisch. Slechte daden dienen om iemand te scheiden van de bron zelf Zelfheid en zijn. Het kwaad is daarom een pathologische beweging weg van persoonlijke en culturele eenheid. En de belangrijkste oorzaak van deze intrekking? Als
hierboven gezegd, het is een afwijkende cultuur. 
Paradoxaal genoeg is het de slechte mens die dat, ondanks zijn innerlijke strijd, wel kan het grootste goed doen voor zijn cultuur. Door zijn kwade wil te ontkennen, en niet handelend op basis van zijn driften en impulsen, kan hij in plaats daarvan proberen te ontdekken de oorsprong van het kwaad. Nadat hij zich realiseert dat de bron van het kwaad in zijn cultuur, hij is gemotiveerd om dit laatste proactief ten goede te veranderen. Op deze manier hij vindt zijn roeping en overwint daardoor zijn depressie en nutteloosheid en vijandigheid. Zoals Hegel en anderen begrepen, zijn het mannen van dit soort
die de leiding over de cultuur moet krijgen. Na verloop van tijd vormde zich een cultuur en geleid door zulke mannen ontstaat er een cultuur die deze zelf-genezing mogelijk maakt. Uiteindelijk verdwijnt het kwaad zelf. 
De realiteit en aanwezigheid van het kwaad maakt ons er levendig van bewust dat elk van hen levend wezen komt voort uit dezelfde bron om de gedifferentieerde identiteit waar zij doorgaans geen afstand van wil doen. Wat staat mij toe mezelf te leren kennen door jou te kennen? Hoe weet je dat jezelf via mij? Dat een persoon zichzelf kan kennen en liefhebben op een andere manier betekent dat ieders Zelfheid geworteld is in een gemeenschappelijke oergrond. Het kwaad is ook op dezelfde grond geworteld, maar zoals Schelling zei: de grond drukt zichzelf uit als een leven-scheppende kracht, en als het verlangen om te blijven zoals hij is. Het is ook de plek die alle dingen oproept om terug te keren en hun identiteit in het donker te verliezen van de oorsprong waar zij voortkwamen. Het kwaad is dus niets anders dan dit regressieve drang en ontkenning van het zijn en het zelf.
De slechte mens – als misbruiker van de morele wet – lijdt daaronder zijn regressieve neiging. Zoals Kant opmerkte: hij die alles wint wereld, maar verkrijgt wat hij op immorele wijze heeft, is op dat moment geen gelukkig mens einde van zijn leven. Hij is zeker niet vrij. Integendeel, hij is innerlijk
beschaamd over de manier waarop hij zijn rijkdom en succes bereikte. En geen Allah of de mens kan hem weer heel maken. De boze man kan alleen maar hopen te vullen de wereld met immorele of amorele mensen zoals hijzelf, en daarin rechtvaardigt zijn kwaadaardige gedrag. Maar ook als hij hierin slaagt onderneming, zal hij geen geluk vinden. Zoals Kant en Schelling aantonen, is de De morele wet is altijd een verlengstuk van de vrijheid. Het dient als een limiet, maar een die het tegenovergestelde van beperking benadrukt. Morele wet is daarom rationeel en gezond. Men conformeert zich eraan, niet uit angst of onderdrukking plicht, maar uit zorg voor zichzelf en anderen. De limiet die aan mij is opgelegd wil door de morele wet, opent een ruimte voor anderen om hun wil te uiten.
Als beschaafde mensen geven we elkaar de ruimte, en doen dat in vrijheid. Wij doen dus omdat we de vrijheid om zichzelf vereren. Dat is het kenmerk van een authentieke Dasein of mens. Het vaststellen van de morele wet schept de ruimte waarin we ons ware Zelf uiten. In die ruimte zijn wij
in staat om te creëren, ontdekken, communiceren en groeien. Via onze vrijheid we zijn in staat om te communiceren met wezens zoals wij, en te weten onszelf op manieren die in het wild niet voor ons beschikbaar zijn. Via onze ervaring van vrijheid, we leren om uit de weg van anderen te gaan en
hen niet hinderen op hun reis naar zelfrealisatie. In ruil voor onze deugd in dit opzicht leren andere mensen ons uit de weg te gaan, dat we op effectievere wijze de zelfkennis kunnen bereiken die dat wel mogelijk maakt alleen geactualiseerd kunnen worden door vrije wezens in de wereld waarmee zij leren omgaan met puur en rechtvaardig. En mochten we zo nu en dan falen, dan hebben we:
zoals Schelling benadrukte: onze eigen geschiedenis, persoonlijk en collectief, om ons er in niet mis te verstane bewoordingen aan te herinneren wat we niet moeten doen.
  • De geschiedenis als geheel is een progressieve, geleidelijke zelf-onthulling openbaring van het Absolute – Schelling
4. The Existential Trinity. Umwelt, Mitwelt, Eigenwelt
...
  • Elke dwaas is in staat de belangrijke vragen te stellen filosofie, maar alleen een filosoof is in staat deze antwoorden te vinden – Michael Tsarion
Hoe kunnen we onszelf gedurende ons hele leven als Zelf kennen? We hebben talloze ervaringen in een wereld die voortdurend prikkels uitstraalt onze manier. Onze zintuigen staan in vuur en vlam met de inhoud van de wereld om ons heen ons, zozeer zelfs dat we ons af en toe door dit alles overweldigd voelen. 
Als we ons gestrest en overspoeld voelen, proberen we de wereld buiten te sluiten en decomprimeren. Wanneer en als we een sterfgeval lijden, is het alsof de wereld die we kenden en als vanzelfsprekend beschouwden, bestaat niet meer. Wij sluiten de deuren en trekken zich terug in onszelf, zo lijkt het tenminste. Maar het is alleen voor terwijl het voor de meesten van ons niet mogelijk is om volledig los te komen van de drukke, hectische wereld en al zijn felle lichten, kleuren en stemmen
--
Zoals Heidegger, Rilke, Nietzsche en Blake wisten, de terugkeer naar de natuur – en het opnieuw ontwaken van de esthetische gevoeligheid – is op geen enkele manier mogelijk een collectief proces en ervaring. Het is niet iets dat gedeeld wordt, maar diep persoonlijk. Dit verklaart waarom het zeer bedreigend is de status quo en vertegenwoordigers van Kerk en Staat. Het betekent vrijheid, zuiverheid van creativiteit en opzettelijke expressie. Het betekent het ontwaken van het geweten en het naleven van de richtlijnen, niet van de Staat maar van het imperiale zelf. Het betekent het herstel van het authentieke deugdzaamheid, die onvermijdelijk leidt tot waar begrip over niet-deugdzame immorele en amorele systemen en entiteiten. Dat verdieping van inzicht betekent op zijn beurt het einde van het kwaad in al zijn perfide manifestaties.
Ja, wat Schelling betreft kunnen wij dat niet traceer de oorsprong van de cultuur of de mens uitsluitend terug naar de angst voor de destructiviteit van de natuur. Die angst speelt zeker een belangrijke rol
bestaan, maar de esthetische gevoeligheid is te vinden als zijn tweelingbroer, in elke tijd en plaats, fylogenetisch en ontogenetisch. Van Natuurlijk kan Schelling vervolgens aan de atheïst vragen waar schoonheid is afkomstig is. Hoe is het ontstaan en waarom? Dat is wat van hem is "Natuurfilosofie" legt uit, en waarom zijn voorbeeldige filosofie, zoals die van zijn Duitse filosofische tijdgenoten en
voorgangers, is gebagatelliseerd en totaal verkeerd geïnterpreteerd door de jaren heen. Hij was zich ervan bewust dat de natuur (de Umwelt) de grond of oorsprong van de mens en de cultuur, maar ondanks al zijn destructiviteit, de natuur is niet de oorsprong van de afwijkende en regressieve elementen binnen cultuur. Ze ontstaan niet vanwege de natuur en de esthetiek van de mens
gevoeligheid – het antwoord op de majesteit en schoonheid van de natuur – maar vanwege het gebrek aan esthetisch temperament van de mens. En dat is de gevolg van de angstige pogingen van de mens om zichzelf daarachter op te sluiten en onder stadsmuren, TL-verlichting en gezuiverde kantoren en
torenflats. Dat ziet de mens niet door de Umwelt te verbannen verarmt de Mitwelt en Eigenwelt, waardoor hij zichzelf onderdompelt en zijn cultuur in een pathologische staat. Zoals de mens wordt
steeds meer gedissocieerd en neurotisch, gaat hij vertrouwen op de traditionele ‘redders’ – namelijk de Kerk en de Staat, die dat wel hebben gedaan werkten altijd onafhankelijk en samen om de menselijke macht te exploiteren existentiële problemen en gevolgen. Uiteindelijk is het onderdrukkend antimenselijke instellingen die dicteren wat gezond verstand en normaliteit zijn.
Ze richten een binnenkomend Zelf op wat zij beschouwen als het zijne doel. Zoals Foucault en anderen waarschuwden, is de dood van de individualiteit een feit bij de hand, en zodra de simulacra-afhankelijke mens bijkomt domineren, zal de enige ‘cultuur’ die zal bestaan die zijn die geen schulden heeft naar het verleden.
De Blakean Artist is zich hiervan bewust. Hij noteert en volgt de corruptie binnen cultuur en samenleving, en begrijpt hoe deze ontstaat over. Hij weet ook wat er moet gebeuren. Als de daling
voortduurt en de omstandigheden om hem heen verslechteren, komt hij in opstand tegen de zijne
corrupte cultuur en keert terug naar de natuur, de ultieme basis van hem creatieve Wil. Hij moedigt anderen aan hetzelfde te doen. Echter, hij weet dat een op angst gebaseerde psyche daar voor het grootste deel niet toe in staat is het opnieuw ontwaken van de esthetische gevoeligheid of het cultiveren van een oprechte en diepe relatie met de natuur. Het was tenslotte angst voor de natuur gedeeltelijk ingewijde cultuur, en daarom is de beschaafde mens dat niet geneigd de natuur net zo te respecteren als de cultuur. Hij verdwaalt in het laatste om zichzelf tegen het eerste te beschermen. Dit is niet het geval
met de Blakean Artist, die zijn toevlucht zoekt in de natuur om het bestaan te vermijden geconsumeerd door de cultuur, vooral wanneer die laatste hoogtij viert intellectuele en morele achteruitgang. Dit was het geval bij Holderlin, Rilke, Wordsworth, Nietzsche, Heidegger, Emerson, Jung, Barfield,
en nog een paar andere geleerden. Mannen van dit kaliber wisten dat als cultuur bestaat volledig gebaseerd op een wil gebaseerd op angst, zou er een opstand tegen zijn onmogelijk. Het zou zelfs niet bestaan als neiging of mogelijkheid. Voor op angst gebaseerde mannen bestaat dit inderdaad niet als een mogelijkheid. Newton, door William Blake. De angst die de Wil vormt, geeft aanleiding tot cultuur en haar vele elementen, maar ook voor de wetenschap de religie van de ontmenselijkende soort. Deze instituties en paradigma’s brengen op hun beurt de wereld in verwarring Poëtisch genie dat geworteld is in de esthetische gevoeligheid. De verbeelding is overschaduwd door de geïnstitutionaliseerde mechanistische Rede, en de ‘deuren van perceptie" dichtgeslagen. Van de priesters en wetenschappers wordt dan verwacht dat ze dat doen antwoorden geven op de mysteries van het bestaan. Zoals Blake laat zien, zit Newton geabsorbeerd in een wetenschappelijk probleem, in de hoop een raadsel op te lossen. Hij is, echter naakt en zittend op de bodem van de oceaan. Hij is in feite verdronken in een oceaan van zelfbedrog en Mysterie, waar hij niets van weet. Blake sprak welsprekend en diepzinnig over een ‘angstaanjagende symmetrie’ omdat hij alles wist wat er te weten viel over de twee tegengestelde maar vaak samenspannende leviathanen die uiteindelijk de vrijheid kunnen vernietigen
en cultuur. Hij wist dat Kerk en Staat, priesters en politici, werken hand in hand om zowel geest als lichaam op te sluiten. Hij wist het dat onder hun handen uiteindelijk de ontologische angst van de mens voor de natuur zal ontstaan tot pathologische dimensies leiden, waardoor het kwetsbare in gevaar komt
geestelijke gezondheid van individuen en de orde van de samenleving. Zoals Otto Rank en Sigmund Freud, Blake wist dat in kwaadaardige samenlevingen de De onderliggende antipathie tegen de natuur drijft de mens tot het installeren van verachtelijke dingen onderdrukkende systemen en misleiders om hem in alle dingen te leiden. En hij had gelijk in zijn voorspellingen en zorgen. De blauwdrukken voor de Orwelliaanse dystopieën zijn opgesteld en klaar voor de mensen goedkeuring. ‘Werk maakt je vrij’ was het motto boven de Auschwitz werkhuis, en boven de komende bastille van de zogenaamde
Nieuwe Wereldorde zullen we waarschijnlijk een soortgelijk motto vinden, hoewel dit Tegen die tijd zal er waarschijnlijk staan: 'Werk zal je bevrijden van de vrijheid.'
  • Tyger, Tyger, helder brandend, In de bossen van de nacht; Wat onsterfelijke hand of oog, durf uw angstige symmetrie te omlijsten – William Blake (De Tyger)
5. The Fall of Albion
In zijn boek The Four Zoas beschrijft Blake hoe Albion – de eens complete mens of Anthropos – valt verpletterend in de schepping zichzelf op de rotsen van de materiële wereld. Hij valt in vieren uiteen
hemisferen die zich verder verdelen. Uiteindelijk splitst Albion zich op in zestien afzonderlijke hemisferen. Deze verdeling van het wezen van de mens is, volgens de theorieën van Rank het resultaat van de projectie naar buiten de droomwereld en Double. Deze laatste veranderde in de stam
sjamaan en priester, en vervolgens in de geest of zoon van God leiding geven
hen. Onder deze verheven alwetende godheden of autoriteiten, de mens bestaat als een relatief onbelangrijk wezen. Hij verliest het contact met de wil zoals die zich uitdrukt op zijn puurste en meest nabije niveau. Als een Het resultaat is dat zijn natuurlijke habitat wordt ontheiligd en ontgoocheld. Man
zichzelf wordt weinig meer dan een meegaande, volgzame mannequin denken en handelen in opdracht van bovennatuurlijke entiteiten. Eenmaal hij heeft zichzelf dus geestelijk ontkracht en wordt al snel de
slachtoffer van andere alledaagse autoriteiten die zijn lichaam verder tot slaaf maken
verstand. Als gevolg hiervan zijn zijn cultuur en innerlijke wezen verarmd en gescheiden. Zo iemand zou een toevluchtsoord kunnen vinden door neurotisch te worden de klassieke zin. Rank wist dat dit iemand te laat was proberen zich terug te trekken uit de smerige saaie wereld die dat probeert
zijn geest verpletteren.
De projectie naar buiten heeft sindsdien apocalyptische proporties omvat niet alleen de huidige bewustzijnsfase, maar ook de twee voorafgaande fasen. Dat wil zeggen: de cultuur die de mens construeert draagt de tekenen en contouren van de seksuele en preseksuele leeftijden. Zoals gezegd, de Dubbel manifesteert zich uiteindelijk in God en zijn vertegenwoordigers, en de droom de wereld wordt eveneens geëxternaliseerd en kleiner. Zoals Rank zei: dromen worden nu alleen maar gezien als sensuele epifenomenen, of de resultaat van onderdrukking en wensvervulling. Er wordt aangenomen dat hun bron dat is de wereld zoals deze onlangs door de mens is bedacht en geconstrueerd. Zij zijn
symptomen van onze angsten die onze efficiëntie in de weg staan en tevredenheid. In plaats van de raad van de Dubbel hebben we de analist en psychiater om ons te vertellen wat passend en gedoogd is,
en wat afwijkend en taboe is. Voordat we naar de droom luisteren of hem laten gaan zijn, we twijfelen en onderzoeken het wantrouwend in de verwachting dat het zo is betekent iets dat taboe is voor het bewustzijn en de samenleving. We doen niet zie de droom als een uitdrukking en uitstraling van een stilte legitieme, oorspronkelijke vorm van bewustzijn die de dominante ondersteunt
 vorm die dichter bij de wereld opereert. Wij herkennen het niet dat onze dromen ons terugroepen naar zelfdialoog en zelfsturing.
Blake zag dat het wezen dat zichzelf van de ingewanden ontdoet, neurotisch is zichzelf heeft geleegd in de Mitwelt (of cultuur), kan onmogelijk doordring de mysteries van het zijn. Hij kan het onderliggende niet ontdekken waarheden over de natuur en de mens. Dit komt omdat zijn instructie in alles zaken, moreel en intellectueel, komen van buitenaf, van anderen mensen of uit een wetenschappelijke of bovennatuurlijke bron. Blake Ik begreep dat een man in deze hachelijke situatie alleen maar de ondergang kan veroorzaken zichzelf en zijn wereld. In plaats van dat zijn eigen dromen de zijne voeden
psyche raakt hij verslaafd aan de levensverhalen en fictie creaties van andere mensen, tot films en televisieprogramma's repliceer en vervang op fantasierijke wijze de idiografische werking van
zijn eigen verbeelding.

Het logo van het filmbedrijf DreamWorks. Rank zou dit gevonden hebben  een zeer suggestieve en passende afbeelding en titel. Wat is tenslotte meer voor ons natuurlijker dan verbeelding, het vermogen om spontaan beelden te vormen? Het denken zelf ontstaat niet uit woorden en taal, maar uit beelden.
De verbeelding is daarom van fundamenteel belang voor wat het betekent om mens te zijn.
Beelden vormen onze oorspronkelijke manier van waarnemen en concipiëren. Wat wij ook zijn
grijpen, of het nu extern of intern is, gebeurt via de verbeelding. echter, de De onbelemmerde natuurlijke stroom van beelden wordt belemmerd als we de verbinding met de wereld verliezen
droomstaat en laat de beelden van externe geesten exclusief fascineren en onze aandacht in beslag nemen. Voor Blake werd de wereld op een dwaalspoor gebracht door het valse woorden in het boek Johannes: ‘In het begin was het woord, en het woord was met God, en het woord was God.” In feite zijn beelden en niet woorden het voornaamste creatieve kracht achter de wereld en de mens. Zoals Confucius zei: tekens en symbolen controle over de wereld, niet over termen en wetten.

De scheiding van de authentieke innerlijke droomwereld betekent dat de mens bestaat losgekoppeld van zijn Wil omdat deze op het meest intieme niveau werkt. De cultuur van de mens is zeker een manifestatie van de wil die weet alleen hoe te handelen. Maar zoals we in hoofdstuk één hebben aangegeven, naast de De wil en de angst die deze deels uitmaken, is de esthetische gevoeligheid
dat dient ook om karakter en cultuur vorm te geven. Aan Blake, Rilke, Holderlin, Wordsworth, Schelling en Heidegger, de schoonheid van de wereld is ook een bestanddeel van de Wil. Zij zouden het er niet mee eens zijn Stel dat de activiteit van het testament slechts een middel is om de angst voor angst te verminderen dood. Dit de zijne is omdat dromen inderdaad kunnen worden gezien als
meer activiteit of meer leven, de schoonheid die vaak in een droom wordt aangetroffen die in de natuur worden waargenomen, hoeven geen factor te zijn. Het is een onverklaarbare extra en is als zodanig geen uitvinding van de wil, ook al kan dat wel het geval zijn overgenomen en gebruikt door de Wil bij het voortbrengen van culturele idiomen zoals kunst en muziek, etc. En gegeven het feit dat schoonheid geen creatie van de mens is wezens, noch een uitvinding van de pragmatische wil, we zien dat het standhoudt zowel als bevestiging van een dieper mysterie als als een inspirerende prikkel zoek het op.
Zoals we hebben gesuggereerd, had Schelling tenslotte Rank hierom kunnen vragen verklaren de oorsprong van de Umwelt, of van de natuur die de oorzaak is angst die de wil veroorzaakt. Hij zou onze angst zeker niet accepteren van de natuur is de oorspronkelijke basis van het bestaan, ook al is dat zo
spoorde de wil aan om veel van wat ons leven uitmaakt, voort te brengen. Hij zou het er niet mee eens zijn dat de schoonheid, majesteit en rust van de natuur eenvoudigweg zijn bestaat om bange geesten tot rust te brengen. Dat soort reductionisme is dat wel onwaardig voor intellectuelen die zo opmerkzaam zijn als rangen. Het betoog van Schelling voor de gemiddelde atheïst zou in de twintigste eeuw het beste kunnen worden omschreven eeuw, door Wittgenstein, die opmerkte: ‘Het is niet hoe de dingen nu zijn de wereld die mystiek is, maar die (de wereld) bestaat." Als we falen, daarom, om het volledige potentieel en de beweegredenen voor de mens te begrijpen bestaan, het is simpelweg omdat we nog spiritueel infantiel zijn bang voor het mysterie van de natuur. We zijn te snel weggegaan van de kern
van onszelf, en ontwikkelden niet-duurzame systemen en paradigma’s die de wil onderdrukken, desoriënteren en ondermijnen. De "gedachte-gesmede handboeien”, zoals Blake ze noemde, moeten worden verwijderd en de onderdrukkende leviathanen van kerk en staat omvergeworpen als we dat willen wek de vitaliteit van onze verbeelding opnieuw op en nog een keer authentiek communiceren met de natuurlijke wereld om ons heen. Tot dan om gevoelens van minderwaardigheid uit te bannen, zal de mens naar de zijne blijven luisteren Vaders richtlijnen en bezweren gretig zijn onderdrukte behoefte aan controle via de natuur en haar onschuldige wezens. Uiteindelijk, na de mens heeft op irrationele en ongevoelige wijze ‘vermoord om te ontleden’ en zijn wereld in de as gelegd, zal hij eindelijk voor eens en voor altijd ontdekken: of het nu de angst voor de natuur was of de liefde voor haar schoonheid die dit bracht zijn Wil en bewustzijn tot bestaan.
  • We can judge the heart of a man by his treatment of animals – Immanuel Kant
6. Nothing Higher Than Beauty
... Wat de moderne wetenschap betreft, had Kant gelijk. Blijkbaar er zijn grenzen aan wat het bewustzijn kan weten. Wij kan niet doordringen in het mysterie van het zogenaamde Quantum
Het universum, en de kernfunctie van de natuur, lijkt dat ook te zijn afgeschermd van onze gedachten. De werking van de natuur wordt door ons veranderd probeert ze objectief te observeren. Nou ja, deze hachelijke situatie is eenvoudig bevestigt dat de menselijke wil en de natuurlijke wil een wisselwerking hebben, zoals Blake, Schelling en Whitehead bleven volhouden. Maar hierdoor moeilijke situatie, zijn we genoodzaakt te begrijpen dat we dat al hebben gedaan De natuur heeft ons alles gegeven wat nodig is om te zijn en te weten wie we zijn. En door te ontdekken wie we zijn, ontdekken we dat automatisch
wat de natuur is. In Kantiaanse termen: het veronderstelde mentale apparaat dat ons afschermt van de dingen op zichzelf, ons niet belemmert door onszelf te kennen, en daardoor alles te weten. Wij zijn gebonden om datgene wat we kunnen weten en waarover we kunnen voelen in focus te brengen
de natuur en de menselijke wereld, ook al zijn we beperkt tot een kopieerwereld. Dit levert ons geen problemen op als we ons eenmaal, net als Kant, realiseren dat de kopie voor ons belangrijker is dan het origineel. Zodra dit schijnbaar paradoxaal idee wordt begrepen, en ons begrip van onze Als de toestand correct is aangepast, stoppen we met proberen ‘objectief’ te observeren de wil van de natuur, en richten ons in plaats daarvan op onze eigen wil. Dit betekent op zijn beurt wij moeten de grenzen van de rede begrijpen en zich wenden tot kunst – tot verbeelding, esthetiek en gevoel. 
Het is problematisch dat we vanwege de cultuur ten onrechte denken dat: Ontologisch gezien komen de zelven op de eerste plaats. We vergeten dan om dat te doen bewuste zelven worden, moeten we, zoals Schelling begreep, eerst doen hebben interactie gehad met de Wil van de natuur, want dat gebeurt via de Wil van de natuur onze eigen wil wordt ontstoken en ontstoken. Omdat deze interactiviteit zo is
subliminaal en primordiaal, en omdat we na de geboorte zo snel zijn ingebed in onze manisch gehumaniseerde cultuur, vergeten we de manier waarop we zelf worden, en onze herkenning van die van de natuur rol in dat proces is op flagrante wijze verspreid. Zich bewust van deze travestie,
Blake stond erop dat de mens zich tot de kunst wendde, zodat hij zijn band weer tot leven zou wekken
met de natuur en de verheven wil, waardoor zijn verbeelding wordt versterkt en persoonlijke wil. Hij waarschuwde voor een geestloze cultuur van virtueless mannen zijn verplicht de verbeelding van een individu te ondermijnen en de zijne te onderdrukken Zullen. In een dergelijke cultuur heeft kunst voor het grootste deel geen betekenis. Zogenaamde artistieke creaties zijn meestal gemakkelijke komische krabbels de zintuigen vermaken en prikkelen.
De gemeenschap tussen testamenten – bovenaards, natuurlijk en menselijk – is er in Blake's woorden "Eternal Delight." Maar de staat vervaagt als wij intellectualiseer het. Menig wetenschapper is er inderdaad door gedwongen omstandigheid om dit feit te aanvaarden en te erkennen op de
institutioneel niveau. Zoals Arthur Koestler, Richard Tarnas, Rupert Sheldrake, en anderen hebben aangetoond, zelfs de beste materialistische wetenschappers toegeven dat veel van hun belangrijkste inzichten tot hen kwamen spontaan uit hun verbeelding. Dit soort bekentenissen steun het Blakeaanse idee dat de mens hier niet is om te redeneren en net zo veel intellectualiseren als hij is in het Verbeelden, Creëren, Voelen en Zijn.
Wat Blake betreft, is de modus operandi van de rede dat onwaarheden aan het licht brengen, zodat de waarheid van een zaak naar voren komt. Dat wilde hij niet alleen om de onechtheid en het gevaar van ideeën over goden aan te tonen en bovennatuurlijke gebieden, maar dat er niets ‘hoger’ is dan de mens,
behalve de Logos of de orde van de natuur, een orde die daarmee samenhangt menselijke geesten (of verbeeldingen) zo nauw verbonden dat er naar verwezen kan worden zowel als een menselijke als als een natuurlijke orde.
Zonder de natuur kan de mens geen mens zijn. Hij kan niet voldoende bewust zijn om het te weten
zichzelf als een Zelf, of om een cultuur te creëren. We kunnen een stukje met Kant meegaan en toegeven dat veel van wat ons tot zelfbewuste wezens maakt, blijft bestaan
onkenbaar, maar we gaan uit elkaar als we begrijpen dat het een deel van het Zelf is dat hij als ‘noumenaal’ beschouwt. We verschillen ook van Kant nadat we ons dat realiseren de natuur komt voor ons online op het moment dat we zelfbewust worden. Dit maakt mens en natuur eeneiige tweeling. Als we naar de ouder vragen, zijn we het daarmee eens Rang en Schelling. Het is wil, logos of geest.
Hypothetisch gesproken, als de wetenschap erin was geslaagd dit te bewijzen bestaan van een bovennatuurlijke realiteit, voor Blake zou dit het geval zijn geweest rampzalig, aangezien de mens voortdurend in een situatie terecht zou komen ondergeschikte positie ten opzichte daarvan. Zodra we het ons ten onrechte voorstellen werkelijkheid als een identiteit en bestaan die gescheiden is van die van ons geesten, problemen beginnen. De essentie van de natuur moet hiervan afhangen onwaarheid verschilt van de essentie van bewustzijn. Op deze manier Het dualisme is geboren en totdat de onderliggende misvatting wordt onthuld ontkend, zoals door Blake en Schelling, kan het niet overwonnen worden. De Het mysterie van hoe geest en materie met elkaar in verband staan, zal ongetwijfeld blijven bestaan onoplosbaar.
Blake, Hegel, Schelling en Heidegger begrepen elk dat dit zo was het is niet nodig om bovennatuurlijke realiteiten boven de menselijke positie te plaatsen. Maar het was Schelling die voor het eerst benadrukte dat het zijn niet rationeel en kan zijn intellectueel tot in de kern onderzocht. Wat individuen van deze waarheid vinden is hun eigen zaak. Sommige mensen ergeren zich misschien aan dit feit en worden sceptisch en afwijzend, terwijl anderen zich misschien aan de Blakean binden projecteren en kunstenaars worden in de authentieke zin van het woord. Als men dat wenst wees echt en volledig menselijk, dit is de enige rationele weg waard om je voor te engageren. Het is de koers die God en de Natuur al volgen en eeuwig voort, en dus is het vermijden van deze weg het afzien van het weten
en het ervaren van God, de Natuur en het Zelf zoals ze waarlijk en eeuwig zijn.

7. The Absolute Idealism of Hegel

... Wat is het doel van het verlangen van de mens? Tot zover Hegel en Schelling waar het om gaat, het is hetzelfde als het door God gewenste doel – namelijk Zelfkennis. Dit verlangen bestond vanaf het begin en vormt het ultieme begin. Als een man wordt gevraagd: "Wie ben jij?" Hij zal er niet automatisch aan denken om te antwoorden: "Ik ben mijn verleden." Toch is dit precies wat ieder mens is. Een
Het verleden van een individu gaat niet terug, zoals we misschien denken, tot het moment van
zijn fysieke conceptie, maar daarvoor naar de oorsprong van de mens ras en meer op afstand tot de schepping van de planeet en de universum. De oorsprong van het individu is daarom de oorsprong van alles dat kwam eerder. Hetzelfde geldt voor God, ook al is Gods oorsprong dat wel mogelijk ouder dan dat van de mens. In ieder geval is Gods identiteit dat wel nog steeds zijn verleden, hoe ver terug in de tijd het zich ook uitstrekt. Bovendien, ongeacht hoe ver het verleden van God teruggaat, het verlangen om te zijn en te zijn meer weten vormt elk moment ervan. In deze zin is verlangen het wortel of grond van de wil van de mens en van God, en de reden voor beide bewustzijn en onbewustheid. Bewustzijn is eenvoudig een ander woord voor verlangen, niet voor dingen maar voor zelfkennis. En Aan zowel verlangen als wil ligt de vrijheid ten grondslag om zelfkennis te zoeken. Als de wil niet vrij was om te kiezen wat hij wilde, verlang dan zou zinloos zijn.
Zoals we kunnen zien, verklaart dit de oorsprong en het doel van de zogenaamde
bewusteloos. Als de ‘baarmoeder’ van de bewuste geest is het het donker bewaarplaats van zowel vergeten als voorbewuste voorbeelden van verlangen. Met andere woorden: het is de som van ons verleden. Wij niet bewust onthoud en verwerk de ontelbare stadia waarin we zijn gekomen
bewuste wezens, en kunnen ze niet bewust en volledig controleren de stroom beelden uit het onbewuste verwerken. Wij doen echter ervaar voortdurend allerlei soorten beelden en fantasieën die uitgaan
uit de psychische afgrond, vooral tijdens de slaap. Hoewel het misschien wel zo is rationeel, het onbewuste wordt ten onrechte als irrationeel beschouwd omdat alles wat we erover te weten komen, alles is erin opgevist dromen of wakker leven, wordt rationeel in het licht van bewustzijn. Wat Hegel betreft inderdaad de beelden en stemmen uit het onbewuste – ervaren door ieder mens ongeacht kaste, geloof en intelligentie – zijn verre van illusoir. Ze zijn het bewijs dat er een ander soort denken in ons omgaat. 
Ze zijn de activiteit van Geist zoals deze op zichzelf met ons communiceert rustige numineuze manier. Zo ook onze ervaringen in de buitenwereld zijn rationeel omdat ze ervaren, georganiseerd en verbeterd zijn door een bewustzijn dat niet opgesloten en beperkt wil worden door de materiële werkelijkheid in haar vele ruwe ‘niet-ideale’ vormen. En als het gaat om de allerbelangrijkste realiteit van tijd – door
welke Geest een geobjectiveerde ziel wordt om weer Geest te worden – wij een toekomst bedenken omdat we er meer over willen zijn en er meer over willen weten onszelf daarin. Ons verlangen om iets anders te zijn dan we zijn, is dat ook vandaag gemaakt, maar wordt een verlangen uit het verleden naarmate we verder komen om te bereiken wat we in de toekomst willen zijn. De toekomst is waar wij
plant opnieuw een zaadje van verlangen om iets anders te zijn lijn. Na verloop van tijd worden we de wezens die we zijn, maar na verloop van tijd worden we ook veranderen voortdurend de wezens die we zijn. Er kan dus gezegd worden dat wij zijn, net als God, pure Wil en verlangen. Theoretisch gesproken, voor de proces van verlangen om een einde te maken, zouden we moeten ophouden met het verlangen om anders te zijn dan we zijn op een bepaald moment in onze persoonlijke chronologie. Wij blijven leven, maar doen dat als eeuwige wezens die niet langer gebonden zijn aan de tijd. 
De essentie van Hegels filosofie wordt begrepen als we ons dat realiseren de wereld voor ons bestaat niet simpelweg uit onafhankelijke subjecten en voorwerpen. Het is waar dat we via onze vijf zintuigen een veelheid aan objecten en entiteiten waarmee we omgaan als zelfbewuste, observerende subjecten. Zoveel wordt niet betwijfeld. Echter, ondanks ons kostbare zelfbewustzijn en ons vermogen om objectief te zijn als we de wereld observeren, concentreren we ons zelden op het complexe en ontelbare
relaties die bestaan tussen details. Wij bekijken liever onze wereld omdat ze bestaan uit relatief statische, op zichzelf staande objecten, en dat is niet het geval richten zich normaal gesproken op de vitale, actieve uitwisselingen tussen hen. In de ader van de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty zouden we kunnen zeggen elk voorwerp voor ons – een kopje, tafel, vaas of lamp – in zijn lichamelijkheid is eigenlijk een perspectief. Niet alleen iets gezien, het  kan worden gezegd dat het op zichzelf ‘ziet’. Fenomenologisch gezien, objecten en hun omgeving vormen een universum dat in essentie bestaat een oneindig aantal veranderende perspectieven. Met andere woorden, elk ding
dat bestaat, bestaat niet in een vacuüm. Een object heeft zin, dus spreken, omdat het een levende wereld deelt met andere verwante objecten dat zijn delen van zijn lichaam en wereld. Het zonlicht dat op een vaas valt, de vorm, schoonheid of lelijkheid ervan onthullen en in de loop van de tijd veranderen, en
het stof dat zich erop verzamelt, maakt deel uit van de vaas, maakt deel uit van de realiteit ervan
ervaringen als niet-bewust maar bestaand object. Op deze manier wij zie dat de identiteit van elk object voor een groot deel wordt bepaald door zijn context binnen een energetische matrix van perspectieven. Omgekeerd, de het betreffende object maakt deel uit van de context voor andere objecten daarbinnen
dezelfde matrix. Echter, elk bijzonderheid bepaalt zelf niet de context waarin het staat en waarvan het een integraal onderdeel is. Het is de universum als geheel dat de context biedt waarin dingen zich bevinden zich. Dat bredere universum dat objecten en entiteiten bevat, is dat wel niet empirisch gezien als een object, hoewel het wel als één object wordt opgevat.
Niettemin wordt het universum empirisch erkend als een oneindige verzameling van evoluerende, veranderende relaties. In zekere zin is dat wat elk van hen is entiteit en object zijn werkelijk – een perspectief op alles wat er omheen bestaat; elk ding maakt elkaar tot wat het is. Als er genoeg keren zijn
voorbijgaat, onze vaas verandert in stof, stof dat op een ander voorwerp valt
het bezetten van de omgeving waar het ooit stond.
Zelfbewuste mensen vormen een centraal punt onder de ontelbare relaties die voorkomen. De mens is de plek waar het allemaal komt samen. Maar geen enkele menselijke geest is in staat bewust te begrijpen elke relatie tussen bijzonderheden die heeft bestaan door de tijd naar het huidige moment. Dat gaat ons vermogen te boven. Toch kunnen we ons van een groot deel van deze relaties bewust zijn
en interacties, moeten we daar de aandacht op vestigen. Het is inderdaad de unieke neiging van zelfbewustzijn om dit te doen. Echter, dit niveau van bewustzijn is onmogelijk te activeren zolang we blijven bestaan gebalsemd in onze eigen subjectiviteit, niet in staat de definitiefheid ervan te zien
ons zelfbewustzijn verduistert maar al te vaak de betekenis van ons existentiële toestand en plaats tussen de dingen van de wereld, die, zoals gezegd, verleent ons onze identiteit.
Dit diepere vermogen om de wereld en onze plaats daarin te zien, is een omgevingsbewustzijn vergelijkbaar met dat van God. Eigenlijk de kern van de zaak is dat dit niveau van bewustzijn God is. In deze interstitiële voorstelling wij delen Gods visie op de werkelijkheid, waarbij wij bedenken dat het alleen God is die dat doet omvat het geheel van oneindige relaties en uitwisselingen bestaat tussen entiteiten en objecten. Gebeurt in het ‘lichaam’ van God, het zijn eerder empirische dan abstracte gebeurtenissen. In andere woorden, fenomenologisch gesproken is God een manier van kijken. Als
William Blake zou zeker hebben benadrukt dat dit soort visie bestaat bereikt door mensen via de verbeelding. Het is Blake's Viervoudige Visie dat de bekrompen, steriele Single Vision van de wetenschapper overstijgt, rationalistisch en deïstisch.
Wat Hegel betreft is het daarom juist om dit te begrijpen God als het proces dat we kennen als het universum, en ook als het zelfbewuste superperspectief dat alles omvat en in stand houdt.
onthoud elke fase en interactie onderweg. Alles van deze steeds veranderende relaties of perspectieven vormen onze universum en werkelijkheid. Sterker nog, in elke fase van het eindeloze
proces hebben we perfectie. Maar hoewel de bovenliggende fase een podium in perfectie, zo was het podium ervoor. Perfectie vind je bij elke tijdelijke fase, van de eerste tot de laatste. Het zichtbare universum kan worden omschreven als perfectie die zichzelf perfectioneert. Zoals eerder gezegd,
deze perfectie wordt terecht opgevat als Orde en Schoonheid. Traditioneel beschouwen we deze perfectie als God. Dit is echter zo niet de God van de religie, die vanaf het begin perfect en statisch is. Dit is een God die, zonder begin, betrokken en altijd is niet actief aanwezig in het proces, maar als het proces. Het is de een onvoldoende statisch beeld van God, dat ons door de dogmatische religie is bijgebracht dat verhindert ons de aard van God te zien zoals die werkelijk is. Duidelijk gezegd,
God is helemaal geen entiteit, maar een proces dat zichzelf begrijpt. God, Spirit of Geist is het geheel van relaties waaruit de proces. God is de vrijheid die aan de basis ligt van het proces, waardoor het mogelijk wordt. God is geen entiteit die in een afgelegen gebied woont bovennatuurlijk domein, omdat God het huidige moment is en alles wat daartoe heeft geleid. God is het Zelfbewustzijn dat heeft
ontstaan door middel van het proces dat wij het Universum noemen. Wij zijn van het proces
creatie, en ervaar de beweging van het proces als natuur, tijd, geschiedenis en bewustzijn. Zoals Bohme, Blake, Schelling, Hegel en Whitehead begreep dat mensen dat als zelfbewuste wezens zijn het middel waarmee het proces – de Geist – zichzelf begrijpt. Voor Hegel is de waarlijk rationele mens iemand die begrijpt dat hij belichaamt zowel God als de natuur. Hij realiseert zich dat het proces van hem is de geest ondergaat in de tijd om tot volledig zelfbewustzijn te komen maakt hem tot een belichaming van God. Het is het proces dat God onderneemt zichzelf. Het is inderdaad het proces waardoor God Zelfrealisatie krijgt via de natuur en de mens. Om deze reden begreep Hegel God als zijnde identiek aan de natuurlijke en menselijke wereld. Dit is geen pantheïsme in de traditionele zin, noch is het Theim in de traditionele zin. Empirisch gebaseerd, het is meer een soort innatisme, rationele mystiek, mystiek naturalisme of procestheologie, in de zin die het wordt opgevat door Holderlin, Rilke, Blake, Schelling, Whitehead en anderen. Dat is het niet religie omdat de God waarover Hegel spreekt dat zeker niet is worden beschouwd als een statisch wezen dat vanaf het begin compleet is in zichzelf. "Hij" is een actieve kracht of proces dat wordt gezien als de natuur en de menselijke geschiedenis. 
In zijn oorspronkelijke, onverdeelde, zelfvoorzienende staat was Gods almacht niet volledig ervaren. Om volledig Zelfgerealiseerd te zijn, begon God te projecteren een maatstaf voor zijn macht naar buiten toe naar het eindige wezen. Goddelijke kracht – Geest – werd daardoor geïndividualiseerd en geobjectiveerd in vormen zonder inherente macht, d.w.z. zielen, zelven, ego's, lichamen. Natuur en mensheid deze mate van goddelijk vermogen belichamen, en via deze twee vaten of spiegels God is in staat zichzelf te kennen als het wezen dat hij werkelijk is.
De natuur en de mensheid zijn echter geen passieve spiegels. Doordrenkt met door het licht en de kracht van het goddelijke gaan ze hun eigen werkelijkheid realiseren spirituele potentie. De mens wordt door Geist ertoe bewogen rationele deugdzame dingen te creëren culturen die de Geest belichamen in materiële zaken. Cruciaal is het gezonde De mens beschouwt zichzelf of God niet als statisch, maar is dat wel bijgevolg verbonden met het proces van zelfrealisatie en verbeterde mentale en morele verfijning. De mens doet dat actief God doet dit door zijn aardse scheppingen te voorzien van de maat van rationele goddelijkheid onder zijn hoede. Het heilige doordrenkt zijn kunstwerken en wordt via de cultuur correct doorgegeven aan de generaties die dat doen volgen. Een wijze heilige cultuur exploiteert de natuur en de mens niet brengt geen wreedheden toe aan de schepselen van de wereld – de plichtsgetrouwen beheerders van de ecosfeer gemaakt door Spirit. Er vloeit nooit bloed in de
naam van geloof, traditie of sensuele verzadiging. Het individu heeft verhoogd naar God eren bezoedelt hierin niet zijn eigen Geest, of die van God lafhartig immoreel gedrag, waardoor hij zich voor altijd van hem vervreemdt de uitstraling van de goddelijke vonk binnenin.
Wanneer totaal zelfbewustzijn wordt bereikt, wordt de natuur gezien voor wat zij is werkelijk is – het theater waarin de Geest in menselijke vorm de waarheid ervan beseft kracht en karakter – de middelen waaruit de geest is voortgekomen onbewuste naar bewustzijn en van daaruit naar het hoogtepunt van
absolute Zelfrealisatie. De natuur (of Umwelt) is dus, zoals Schelling beweerde dat het een groot deel van het menselijke proces uitmaakte moet worden beschouwd als een onmisbaar onderdeel van de Geest. 
Al snel de minachting waarmee alleen de onwetenden nog naar beneden kijken op al het fysieke zal ophouden en nogmaals het volgende het gezegde zal waar zijn: de steen die de bouwers hebben afgewezen, is de hoeksteen geworden – Schelling. Net zoals ons ene lichaam uit vele leden bestaat
worden bij elkaar gehouden door één ziel, dus ik denk dat het universum moet worden gezien als een immens, complex organisme bij elkaar gehouden door de kracht en de rede (logos) van God als door een enkele ziel – Origenes De geest en zijn reis naar zelfrealisatie worden ondersteund vrijheid. Maar voor Hegel wordt vrijheid veel belangrijker waardevol wanneer het actief wordt toegepast in de menselijke cultuur. Het is zeker de fundament van de individualiteit en de wil van de mens om te bestaan, maar dan met vrijheid wordt door de zelfbewuste moraal erkend als een goddelijk fenomeen en beschaafde wezens, de ontvouwing en manifestatie van Geist is waarlijk
Rationeel gemaakt en men kan zeggen dat de tijd zijn doel heeft gediend. De rust is eeuwigheid.

De Conclusie van Filosofie-Blog.nl (foto) is al volgt:
"De filosofische reis van Friedrich Schelling is een indrukwekkend testament van een levenslange zoektocht naar de integratie van kennis, het begrip van de natuur, en de ervaring van het goddelijke. Van zijn vroege werken die de basis legden voor de Duitse idealisme beweging, door zijn natuur- en identiteitsfilosofie, tot zijn latere exploraties van mythologie en religie, biedt Schelling een uniek perspectief op de complexiteit van de menselijke ervaring en de wereld. Zijn werk benadrukt de intrinsieke verbinding tussen de natuur, de geest, en het artistieke, en nodigt uit tot een diepere reflectie op de rol van vrijheid, kunst, en religie in het menselijk leven. Ondanks dat hij soms overschaduwd werd door zijn tijdgenoten, is Schelling’s filosofische erfenis van cruciaal belang voor het begrijpen van de ontwikkeling van de moderne filosofie en blijft het relevant voor hedendaagse discussies."

-- foto van Tasrion, zie link: 
https://www.michaeltsarion.com/the-case-for-idealism.html

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)