Wijs, onwetend en gelukkig

Dit is niet helemaal een exacte vertaling, van het boek, "Sabios (geen comma) ignorantes y felices" van Daniel Tubau. De schrijver is... schrijver, maar ook leraar literatuur als ook televisie-director.

De ondertitel geeft aan waar het boek over handelt: wat de antieke sceptici ons kunnen onderwijzen / leren.

Het boek zet filosofie nog eens op de kaart, op een manier die afwijkt van de reguliere vormen. Dat begint met - etymologisch: scepsis betekent onderzoeken - de stelling dat sceptici en dogmatici tegenover elkaar gezet kunnen worden: scepticisme is tegengesteld aan dogmatisme. Wanneer je daar over nadenkt, vooral over wat dogmatisch en dogmatici precies zijn, dan ben je al een heel eind op weg. Sceptici zijn er overal en altijd geweest en behoren niet tot een specifieke school, al is die (school) er natuurlijk ook. Er was een eerste scepticus, in de formele vorm, maar de zoektocht naar wie de echte eer krijgt volgens het adagium wat sceptisch nu precies is, komt ook aan bod. En dan de reguliere of "echte" filosofen is er de duiding of ze meer of minder sceptisch zijn. Plato en Aristoteles bijvoorbeeld.

Het boek bestaat uit achttien hoofdstukken die ik hier kort naloop voor een algemeen overzicht dan wel samenvatting. In de inleiding gaat de auteur in op de vraag: waarom scepticisme? Dogmatici verliezen zich in de liefde voor wijsheid, is de retoriek (iets aangepast in mijn vertaling hier) van de schrijver en dat is een scherpe stelling. Voor de schrijver is dit boek het resultaat van een persoonlijke reis. Hij kwam het boek Adolphe tegen van Benjamin constant waarin de hoofdpersoon aversie ontwikkelt tegen overdreven overtuigingen. In de inleiding, maar in het hele boek, volgen de filosofische maxima's zich op, te beginnen met Socrates die hier to-the-point stelt "ik weet alleen dat ik niks weet," waar een sceptische stelling (van Arcesilao) op volgt met: "ik weet zelfs niet of ik niks weet." Ook Diderot valt de eer van het sceptische denken toe, wanneer hij stelt dat Scepticisme de eerste stap naar de waarheid is. Later komen er epistemologische theorieën aan bod en dan blijkt zelfs dat deze stelling aan het wankelen te maken is.

1. Pyrrho, Anaxarchus en de naakte filosofen van India 

De geschiedenis van het scepticisme gaat terug tot twee Griekse filosofen die Alexander de Grote op zijn tocht naar Persië begeleidde. De eerste was Pirron van Elis. Deze ziet zijn naam terug in de pirronische sceptici. Anaxarco (zijn meester) was de tweede. Tubau vertelt hier over Plato en zijn republiek waarin hij stelt dat filosofen de regering van de staten zou moeten toevallen.

2. Arcesilaus, de eerste academische scepticus

Dit is de zesde directeur van de Academie van Plato en volgens zeggen gaf hij een wending aan de inhoud van de academie die minder dogmatisch gericht werd en goede aan het scepticisme. Ook Arcesilaus was misschien geen echte escepticus, want die term bestond toen nog niet, maar hij was (wel) anti-dogmaticus. HIj genoot ook van het leven en vooral van drank en sex. Tubau stelt dat Plato niet zomaar in te delen is, daar is de filosoof te divers voor, maar de dialogen van Plato zijn heel goed als scepticisme uit te leggen. Hij was ook een groot bewonderaar van Socrates, en schrijft dat de discussie over hoe Plato in dit licht geinterpreteerd moet worden nog steeds leeft, Simone Vezzoli heeft daar in 2016 nog een boek aan (Arcesilaus) gewijd. De methode van A., zo schrijft de auteur, is eerlijker (justo) dan die van Plato en Socrates omdat deze minder meningen omvat. Wat A. doet en wat later veel kritiek krijgt (als zijnde een laffe strategie, mijn woorden, omdat het tot apraxia en onbeweeglijkheid kan leiden, paralyses by analysis klinkt hier in door) is dat A. zijn oordeel uitstelt. nog niet oordelen, want je kent de waarheid nog niet helemaal. Verder gaat hij in op hun manier van discussiëren / disputeren en op het verschil tussen de sceptici en de stoïcijnen, met Zenon als belangrijkste boegbeeld (en Descartes als iemand die in zijn voetspoor trad). Bij Zenon gaat hij in op het begrip (A)Catalepsie (= (A-niet)helder en zonder twijfel) als wijze waarop men de externe werkelijkheid kan vertegenwoordigen...

3. Een beetje metafysica en een paar druppels epistemologie. De eerste probeert te ontdekken hoe de werkelijkheid is de tweede probeert na te gaan hoe onze metafysische verklaringen juist zijn. Hierin gaat hij in op stromingen als het rationalisme en empirisme of het naïeve empirisme dat uitgaat dat onze gewaarwording werkelijkheid zijn. Wat we ervaren is echter niet altijd de realiteit en onze ratio en reden is nodig om tot andere verklaringen over de werkelijkheid te komen, zoals bij de theorie van het Higgs deeltje (voorbeeld). Bij de vraag, wat is waarheid gaat hij terug op de situatie van Pilates, die een bewijs hiervoor zoekt, een getuigenis. Maar dit is nog geen  kennis. Het doel om op deze twee begrippen in te gaan is om te laten zien dat de scheiding tussen het een (metafyisca, maar ook etica, etc) en het ander (epistemologie, logica) nog niet zo "helder" is.

4. De oorsprong van scepticisme... Hier gaat het boek in op de metaforen uit India van de olifant en de blinde toeschouwers die iets over die olifant zeggen. De een ziet of voelt de staart, de ander de dikke huid, etc. Iedereen heeft een deel van het geheel en de gehele waarheid. Er zijn dus vele manieren om sceptisch te zijn. Homerus kan gezien worden als de eerste scepticus met zijn verhaal van het paard  van Troye. De Odysseus is een handleiding voor sceptici, want het is een verhaal over leugens en schijnwerkelijkheid die niet ophoudt. Ook de democratie is een product van scepticisme, want in Athene start men met politiek in de wetenschap dat er geen ideaal (ideale waarheid) bestaat. Jenofanes is een andere scepticus of Heraclitus die beweert dat alles verandert en niets blijvend is.

5. Manieren om te discussiëren en het oneens te zijn. Hier is scepticisme te vinden omdat in elke discussie twijfel ronddwaalt die men wil verbergen...

6. Het scepticisme van de sofisten. Een sofist "is een fabrikant van capricieuze argumenten," waar de logica vaak ver te zoeken is. Maar de slechte faam van de sofist is afkomstig van Plato (En Aristoteles) die in zijn dialogen de vloer aanveegt met deze beroepsgroep. Advies geven voor geld kan niet goed zijn, beargumenteede Plato, maar of dat een steekhoudend argument is is maar de vraag. Een gratis advies hoeft niet beter te zijn (mijn woorden). Protagoras geeft de verhandeling over honing en stelt dat de ervaring waar de ene vindt dat deze zoet is en de ander bitter, niet kan kloppen omdat alles uit atomen bestaat, en die perceptie dus persoonlijk moet zijn. Desondanks is Protagoras volgens de hard core / kenner Sextus Empericus geen scepticus omdat hij stelt dat "alles stroomt," hetgeen een niet te bewijzen theorie of ideeën zich niet manifesteren.  

7. Sceptische fictie, gaat in op thema's als dramatische ironie en de wereld als theater  (Oscar Wilde: .. "maar de rolverdeling is deplorabel")

8. De twee gezichten van poëzie. Dit is een interessante uiteenzetting over poezie, waar ik zelf vooral de rol van de dichter in lees, als iemand die ook anti-dogmatisch is. Voldoende voor even om dit thema van scepticisme serieus te nemen, niet als school, maar als kennis over de werkelijkheid, want die "poets," bestaan en zijn rivalen van de hedendaagse filosofen die de cultuur willen diagnosticeren (link).

9. Scepticisme en religie. Gaat in op (de) goedgelovigheid. wat kan je hier nog aan toevoegen?

10. Scepticisme en filosofie. hier speelt taal een grote rol. Het verschil in de nuance van begrip, aprender en aprehender (in het Spaans), begrijpen en willen vasthouden. Hier komt een Spaanse filosoof ter sprake, Santayana, die een werk schreef: escepticismo y fe animal waarin deze het scepticisme afhoudt omdat het leven anders zinloos zou zijn.

11. Pyrronici en Pyrroniërs. Is een lastig onderscheid dat intuïtief heel eenvoudig is: Was Marx de eerste Marxist? Hetzelfde kan je voor sceptici zeggen, was de eerste ook de echte?

[De volgende drie namen zijn zelf op te zoeken voor wie meer wil weten]

  • 12. Carneades, de grote academische scepticus. Is zelf na te gaan via Wikipedia.  
  • 13. Cicero en de laatste sceptische academici......
  • 14. Aenesidemus, ware grondlegger van het pyrronisme?.. [verder zoeken: "The Ten Tropes of Aenesidemus"]

15. Medische scholen en scepticisme, is een korte bijdrage en begint met het aforisme van een medisch anesthesist (Gironés Muriel) - in het verlengde van de gedachte dat scepticisme tegen dogmatiek is.

16. Scepsis onder het Romeinse rijk begint met Plutarcus, "Jij ook?" Typisch Romeins gaat het om een gevecht van de stoïcijnen tegen de sceptici: scepticisme is de necrosis van de geest, zegt Epictetus.

17. Sextus Empiricus is het sluitstuk van de stroming, ook in het boek. Hij gaat nogmaals in op de kritiek dat deze stroming niet uitmond in inactiviteit en besluiteloosheid. Pierre Bayle (wie?) noemt SE de vader van de moderne filosofie. De stroming lost zich op met Descartes die het om zeep helpt en een einde maakt met het Aristotelisme en begint zijn eigen dogmatische systeem dat hij rationalisme noemt...

18. Uitnodiging tot scepticisme. IS voor mij niet nodig. Het verhaal eindigt met nog wat voorbeelden uit onze tijd, The Truman Show, Feynman en andere voorbeelden waar het motief is: onderzoek en onderzoek. Iets waar we steeds minder tijd voor krijgen en nemen. Dus een boek dat tijdloos is, maar goed past bij onze en elke tijd. De wereld beweegt steeds sneller, en dus is die tijd om na te denken en te onderzoeken er niet. OF toch wel [mijn eigen toevoeging]. 

Het boek eindigt met een korte "Chronologie van filosofen en andere figuren."

Het boek heeft me toch wel aan het denken gezet. Allereerst ben ik zelf altijd scepticus geweest, maar evengoed een dogmaticus, iemand die theorieën bedenkt en van modellen houdt. De combinatie van dogmaticus en scepticus lijkt me prima om in het leven je gezonde verstand - een term die je in het boek niet tegenkomt, maar wel van toepassing is denk ik, te blijven gebruiken. Niet echt een filosofische gedachte. Filosofen, zo eindigt het toch weer, zijn 80/20% toch eerder dogmatici. Net als alle wetenschappers in feite. De echte filosoof weet het gewoon niet. Maar na een studie van 5 tot 10 jaar is dat moeilijk verkoopbaar.  [toch even een mening ter afsluiting]

--

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa