Latijnse Citaten van ... (Plautus)

Plautus

Titus Maccius Plautus (Sarsina, 251 v.Chr. – Rome, 184 v.Chr.) was een Latijns blijspeldichter. Het gebied van de komedie kent twee belangrijke Romeinse vertegenwoordigers, Plautus en Terentius. Plautus staat bekend om zijn krachtige, humoristische en levendige, origineel Latijnse stijl.

... Het genre dat Plautus beoefende wordt ‘fabula palliata' genoemd: Toneel in Griekse kostuums. Daarbij gaat het om vrije vertalingen of bewerkingen van Griekse komedies, met name die van de Atheense dichter Menander. Omdat vele stukken van de oude schrijvers verloren zijn, is niet duidelijk wat Plautus precies heeft overgenomen en wat niet. Wel wordt aangenomen dat hij twee stukken in elkaar heeft geschoven en dat hij karakters zelf bij de oorspronkelijke karakters heeft verzonnen. Dit verbeteren van stukken wordt ook wel aemulatio genoemd. Plautus volgde hierbij Griekse voorbeelden: de intrige werd, naar wij uit de prologen weten in grote trekken aan stukken van de Griekse Nieuwe Komedie ontleend. Maar de dichter bewerkte ze op een geheel eigen wijze: hij wil de massa aanspreken en het publiek amuseren door een populaire schrijftrant en een – dikwijls nogal grove – humor.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Titus_Maccius_Plautus)

-- 

  • 31 Actutum fortunae solent mutarier: varia vita est - In een ogenblik pleegt de fortuin te veranderen: het leven is on- bestendig. PLAUTUS, Truculentus 2. 1. 9 mutarier = mutari.
  • 33 Ad incitas (calces) redactus - Tot onbeweeglijke (stenen) gebracht (namelijk op het schaak bord): schaakmat gezet.  PLAUTUS, Trinummus 537 m.a.w. in de grootste verlegenheid gebracht
  • 57 Age, si quid agis - Als gij iets doet, doe het dan (flink). PLAUTUS, Miles gloriosus 215; Persa 659
  • 84 Amor et melle et felle est fecundissimus - De liefde is zeer vruchtbaar (rijk) zowel aan honing als aan gal. 14 PLAUTUS, Cistellaria 69
  • 92 Animus aequus optimum est aerumnae condimentum - Gelatenheid is de beste specerij voor zorgen. PLAUTUS, Rudens 402
  • 97 Apud novercam queri - Bij zijn stiefmoeder klagen cf. PLAUTUS, Pseudolus 80 m.a.w. Aan dove mans deur kloppen
  • 98 Aquam a pumice nunc postulas - Nu verlangt gij water van puimsteen. PLAUTUS, Persa 41 m.a.w. nu wilt gij veren plukken van een kikvors
  • 99 Aquam hercle plorat, cum lavat, profundere - Hij bejammert het, bij Hercules, het water weg te gooien, als hij zich heeft gewassen. PLAUTUS, Aulularia 308
  • 156 Bene si amico feceris, ne pigeat fecisse: ut potius pudeat, si non feceris - Indien gij een vriend een gunst hebt bewegen, laat het u niet berouwen: eerder moet gy w schamen, indien gy het niet hebt gedaan. PLAUTUS, Trin 347
  • 167 Bona sua stercora habet - Hij beschouwt zijn goederen als mest. PLAUTUS, Truculentus 556 m.a.w. Hij is zeer verkwistend
  • 169 Bonis quod bene fit, haud perit - Wat men weldoet aan rechtschapen lieden, gaat niet teloor. PLAUTUS, Rudens 940
  • 170 Bono peo esse ingenio ornatam quam auro multo ma volo: aurum id fortuna invenitur, natura ingenium bo- num; bonam ego quam beatam me esse nimio dici ma volo - Veel liner wil ik begiftigd zijn met een goed karakter dan met good: dit god krig men door (van) de fortuin, een goed ka rakter un de natuur; veel liever wil ik goed genoemd worden dan rijk. PLAUTUS, Poenulus 301
  • 172 Bonum est pauxillum amare sane; insane non bonum est - Het is goed en weinig lief te hebben, en dan op verstandige wij anders is het niet goed. PLAUTUS, Curculio 176
  • 173 Bonus animus in mala re dimidium est mali com dimidium - helft am-helft. PLAUTUS, Pseudolus 452 Opgewektheid by een ongeluk halvert de ramp.
  • 197 Certa mittimus, dum incerta petimus - Wij verliezen het zekere, terwijl wij streven naar het onzekere. PLAUTUS, Pseudolus 685 mittere = amittere
  • 286 Decet verecundum esse adolescentem - Het past een jongeman bescheiden te zijn. PLAUTUS, Asinaria 833
  • 310 Di nos quasi pilas homines habent - De goden beschouwen ons, mensen, als speelballen. PLAUTUS, Captivi, Prologus 22
  • 421 Est profecto deus, qui quae nos gerimus, auditque et videt - Waarlijk, er is een god, die hoort en ziet wat wij doen. PLAUTUS, Captivi 313
  • 464 Facile est imperium in bonis - Gemakkelijk is het gezag te midden van goedgezinden. PLAUTUS, Miles gloriosus 611
  • 471 Factum est illud, fieri infectum non potest - Dat is geschied, het kan niet ongedaan gemaakt worden. PLAUTUS, Aulularia 741
  • 508 Folia nunc cadunt, tum arbores in te cadent - Bladeren vallen nu, straks zullen bomen op u vallen. PLAUTUS, Menaechmi 375 cf. Lässt man den Teufel in die Kirche, gleich will er auch predigen
  • 549 Graeco more bibere - Op Griekse wijze (d.i. niet karig) drinken. cf. PLAUTUS, Mestellaria 64
  • 560 Haeret haec res - Deze zaak hangt (= stokt) 365 PLAUTUS, Pseudolus 985
  • 595 Hominem servom suos domitos habere oportet oculos et manus orationemque - Een slaaf behoort zijn ogen, zijn handen en zijn tong in be- dwang te houden. PLAUTUS, Miles gloriosus 563
  • 600 Homines, qui gestant quique auscultant crimina, si meo arbitratu liceat, omnes pendeant, gestores linguis, auditores auribus - Lieden, die gaarne komen aandragen met vergrijpen en hen, die er het oor aan lenen, moesten - als ik mijn mening mag uiten - allen hangen, de overbrengers aan hun tongen, de toehoorders aan han oren. PLAUTUS, Pseudolus 427
  • 638 Ignoranti quem portum petat, nullus suus ventus est - Een man van geen kleur (- een onbekend iemand) PLAUTUS, Pseudolus 1196 - Voor hem, die niet weet, naar welke haven hij moet koersen, is geen enkele wind gunstig. SENECA, Epistulae 71. 3
  • 670 Improbus est homo, qui beneficium scit sumere, et reddere nescit - Slecht is hij, die wel een weldaad weet aan te nemen, maar niet die te vergelden. PLAUTUS, Persa 762
  • 685 In malam crucem (i, of: abi) - Loop naar het boze kruis PLAUTUS, Poenulus 495, 496 etc. m.a.w.: loop naar de duivel!
  • 688 In melle sunt linguae sitae vestrae atque orationes, facta atque corda in felle sunt sita atque acerbo aceto - In boning zijn uw tong en woorden gelegen, um daden en un hart in gal en bittere azijn.  PLAUTUS, Truculentus 178
  • 698 In scirpo nodum quaeris - In een bieze zoekt gij een knoop (= spijkers op laag water) PLAUTUS, Menaechmi 247
  • 717 Indigna digna habenda sunt, eru' quae facit - Het niet-gepaste, dat de heer doet, moet men voor gepast houden. PLAUTUS, Captivi 200 eru' = erus
  • 733 Insperata accidunt magis saepe quam quae speres - Het onverwachte geschiedt vaker dan wat men verwacht. PLAUTUS, Mostellaria 197
  • 768 Ita divis placitum (est), voluptatem ut maeror comes consequatur - Zó wilden het de goden, dat het verdriet het genot volgt als metgezel. PLAUTUS, Amphitruo 635
  • 770 Ita servom par videtur frugi sese instituere: proinde eri ut sint, ipse item sit; voltum e voltu comparet: tristis sit, si eri sint tristes; hilarus sit, si gaudeant - Het schijnt behoorlijk, dat een brave slaaf zich aldus instelt: zoals zijn meesters zijn, zo moet hij zelf zijn; zijn gelaat moet hij naar hun gelaat regelen: droef, als zijn meesters droef zijn, opgewekt, als zijn meesters verheugd zijn. PLAUTUS, Amphitruo 959
  • 772 Itidem ut tempus anni, aetatem aliam aliud factum convenit - Op gelijke wijze als bij de jaargetijden past bij verandering van leeftijd verandering van handeling.  PLAUTUS, Mercator 984
  • 776 Jam istuc 'aliquid fiet' metuo Psalm 54. 23 (Vulgata) - Ik ben al bang bij het horen van dat: "er staat iets te gebeuren. PLAUTUS, Mercator 494
  • 864 Lupo agnum eripere postulant - Zij verlangen een lam te ontrukken aan een wolf. PLAUTUS, Poenulus 776
  • 865 Lupos apud oves custodes relinquere - Wolven bij de schapen als wachters achterlaten. cf. TERENTIUS, Eunuchus 332 PLAUTUS, Pseudolus 140
  • 866 Lupus est homo homini, non homo, cum qualis sit, non novit - De mens is een wolf voor zijn naaste, als hij niet weet, wie hij is. PLAUTUS, Asinaria 95 Il y a toujours quelque chose dans le malheur de nos meilleurs amis, qui ne nous déplait pas (La Roche- foucauld † 1680) Mon ami, tu ne connais pas la race maudite, à laquelle nous appartenons (Frederik de Grote † 1786) cf. Titus 3.3
  • 905 Malo mori quam foedari - Liever (wil ik) sterven dan onteerd (worden) PLAUTUS, Poemulus 633 Devies van de graaf van ATHLONE † 1703
  • 912 Malus clandestinus est amor: damnum est merum - Heimelijke liefde is verkeerd: louter nadeel! PLAUTUS, Curculio 49
  • 959 Meus hic est: hamum vorat - Deze man is mijn: hij bijt toe (in de haak) PLAUTUS, Curculio 431
  • 975 Miseret te aliorum, tui nec miseret nec pudet - Gij hebt medelijden met anderen, voor u zelf kent gij medelyj- den noch schaamte. PLAUTUS, Trinummus 431
  • 978 Miserum istuc verbum et pessimum est 'habuisse et nil habere' - Ongelukkig en allerellendigst is dat gezegde: gehad te hebben en niets (meer) bezitten. PLAUTUS, Rudens 1321
  • 1004 Multa praeter spem multis bona eveniunt - Veel goeds valt velen tegen verwachting ten deel. cf. PLAUTUS, Rudens 400
  • 1006 Multa sunt mulierum vitia, sed hoc e multis maximum est, cum sibi nimis placent, nimisque operam dant, ut placent viris - Vele zijn de fouten der vrouwen, maar uit die vele is deze de ergste, wanneer zij al te ingenomen zijn met zichzelf, en al te veel moeite doen om aan de mannen te behagen. PLAUTUS, Poenulus 1203
  • 1020 Multum loquaces merito omnes habemur, nec mutam profecto repertam ullam esse hodie dicunt mulierem ullo in saeculo - Wij, vrouwen, worden terecht allen voor zeer praatziek gehou- den, en men zegt inderdaad, dat er nooit in enige eeuw één vrouw is aangetroffen, die stom was. PLAUTUS, Aulularia 124
  • 1023 Muris in modum vivit - Hij leeft op de wijze van een muis. cf. PLAUTUS, Captivi 77 m.a.w. bij leeft op de kosten van een ander
  • 1024 Musca est meus pater, nil potest clam illum haberi: nec sacrarum nec tam profanum quidquam est, quin ibi ilico adsit - Mijn vader is net een vlieg, niets kan voor hem geheim ge- houden worden. PLAUTUS, Mercator 361 letterlijk: niets is zo heilig of onheilig, of hij is er dadelijk by
  • 1077 Necessitas caret lege - Noodzaak kent geen wet. PLAUTUS, Asinaria 217
  • 1097 Nemo solus satis sapit - Niemand is alléén wijs genoeg.  PLAUTUS, Miles gloriosus 885 m.a.w. heeft de wijsheid in pacht
  • 1138 Nil amori injurium est - Liefde kent geen belediging. PLAUTUS, Cistellaria 103
  • 1165 Nomen est omen - De naam is een voorteken cf. PLAUTUS, Persa 625 Denk aan namen als: Goedbloed, Snijman, Wildeboer
  • 1192 Non omnia eadem aeque omnibus, here, suavia esse scito - Gij moet weten heer, dat niet voor alle mensen altijd hetzelfde even aangenaam is. PLAUTUS, Asinaria 641
  • 1212 Non sum occupatus umquam amico operam dare - Nooit ben ik te bezet om een vriend van dienst te zijn. PLAUTUS, Mercator 288
  • 1215 Non tu scis, cum ex alto puteo sursum ad summum escenderis, maximum periculum inde esse, a summo ne rursum cadas? - Weet gij niet, wanneer gij uit een diepe put omhoog naar het hoogste punt zijt geklommen, dat er dan groot gevaar is, dat gij van de top naar beneden rolt? PLAUTUS, Miles gloriosus 1150
  • 1227 Notissimum quodque malum maxime tolerabile - Het best te dragen is ieder euvel, dat algemeen bekend is. cf. LIVIUS, Ab urbe condita 23. 3. 14 cf. PLAUTUS, Trinummus 63: Nota mala res optima est: Een bekend euvel is het beste
  • 1231 Nudo detrahere vestimenta - Aan een naakte de kleren ontnemen PLAUTUS, Asinaria 92 m.a.w. veren plukken van een kikker
  • 1248 Nulli secundus - Voor niemand de tweede (= steeds de eerste) PLAUTUS, Curculio 18
  • 1317 Omnes bonos bonasque accurare addecet, suspicionem et culpam ut ab se segregent - Aan alle rechtschapen mannen en vrouwen betaamt het er voor te zorgen, dat zij verdenking en schuld ver van zich houden. PLAUTUS, Trinummus 78
  • 1350 Operam et oleum perdere - Moeite en olie verspillen PLAUTUS, Asinaria 172 CICERO, Ad familiares 7. 1. 3 cf. PLAUTUS, Poenulus 332
  • 1379 Par pari respondere - Gelijk met gelijk beantwoorden. PLAUTUS, Mercator 629
  • 1410 Paupertas omnes artes perdocet - Armoede is een uitnemende leermeesteres op elk gebied. PLAUTUS, Stichus 178
  • 1442 Piscari in aëre - Vissen in de lucht m.a.w. vergeefse moeite doen PLAUTUS, Asinaria 99
  • 1454 Pluris est oculatus testis unus quam auriti decem (testes) - Eén ooggetuige is meer waard dan tien oorgetuigen. PLAUTUS, Truculentus 489
  • 1457 Plus in amicitia valet similitudo morum quam affinitas - Gelykheid van karakter hecht sterker vriendschapshmen dan verwantschap PLAUTUS, Miles gloriosus 477
  • 1458 Plus oportet scire servum quam loqui - Een slaaf moet meer weten dan zeggen. cf. NEPOS, Acne 5 PLAUTUS, Truculentus 812
  • 1492 Prodesse conamur - Wij trachten van nut te zijn PLAUTUS, Poenulus 342 Gelderse maatschappij van Geschied- en Letterkunde
  • 1494 Profecto in aedes meas me absente neminem volo intromitti, atque etiam hoc praedico tibi: si Bona For- tuna veniat, ne intromiseris - Waarlijk, ik wil, dat je in mijn afwezigheid niemand in mijn huis laat, en zelfs dit zeg ik je: al kwam Vrouwe Fortuna zelf, je laat ze niet binnen! PLAUTUS, Aulularia 98
  • 1495 Proinde ut quisque Fortuna utitur, ita praecellet, atque exinde sapere eum omnes dicimus - Naarmate ieder de fortuin weet te gebruiken, naar die mate zal hij uitblinken, en dan zeggen wij allen dat hij een wijs man is. PLAUTUS, Pseudolus 679
  • 1512 Pulchri studio - Aan de beoefening van het schone PLAUTUS, Mostellaria 289 Haagse Kunstkering van schilders, opgericht 23 januari 1847
  • 1520 Quae indotata est, ea in potestate est viri; dotatae mactant et malo et damno viros - De vrouw zonder bruidsschat is haar man onderdanig, maar die een bruids schat meebrengen, plagen en ruïneren haar man- nen! PLAUTUS, Aulularia 534
  • 1542 Quasi umbra sequi - Als zijn schaduw volgen PLAUTUS, Casina 92
  • 1543 Quem di diligunt, adolescens moritur - Hij, die de goden liefhebben, sterft jong. PLAUTUS, Bacchides 816 155
  • 1556 Qui deorum consilium culpet, stultus inscitusque sit, quique eos vituperet - Wie de plannen der goden laakt en hen berispt, moet dwaas Zijn en onwetend. PLAUTUS, Miles gloriosus 736
  • 1560 Qui ipse haud amavit, aegre amantis ingenium inspicit - Wie zelf niet bemind heeft, slaat moeilijk een blik in een verliefd hart. PLAUTUS, Miles gloriosus 639
  • 1564 Qui monet, quasi adjuvat - Wie waarschuwt, helpt als het ware. PLAUTUS, Curculio 460
  • 1568 Qui nucleum esse vult, frangit nucem - Wie de pit wil eten, breekt de noot. PLAUTUS, Curculio 55 esse = edere
  • 1577 Quia mihi misero cerebrum excutiunt tua dicta: lapides loqueris - Omdat joun woorden mij, ongelukkige, de hersenen uit het hoofd jagen: jij spreekt stenen (geen woorden). PLAUTUS, Aulularia 151
  • 1609 Quidvis egestas imperat - Gebrek noodzaakt tot alles PLAUTUS, Asinaria 671 m.a.w.nood breekt wet
  • 1718 Res amicos invenit - Geld doet vrienden vinden PLAUTUS, Stichus 522
  • 1768 Sapiens quidem ipse fingit fortunam sibi - Een wijs man is zelf schepper van zijn eigen geluk. PLAUTUS, Trinummus 363
  • 1775 Sapienti sat - Voor een wijs man is dit voldoende. PLAUTUS, Persa 729 cf. A bon entendeur demi-mot (suffit)
  • 1788 Sciunt, quod Juno fabulata est cum Jove - Zij (de vrouwen) weten zelfs, wat Juno bepraat heeft met PLAUTUS, Trinummus 208 Juppiter.
  • 1791 Sed curiosi sunt hic complures mali, alienas res qui curant studio maxumo, quibus ipsis nulla est res quam procurent sua - Maar hier zijn zeer veel slechte, bemoeizieke lieden, die zich met zeer veel ver drak maken over de zaken van anderen, maar voor wie er niets eigens is om zich mee bezig te houden. PLAUTUS, Stichus 198
  • 1805 Semper, tu scito, flamma fumo est proxima; fumo comburi nihil potest, flamma potest - Vuur, moet gij weten, is altijd heel dicht bij rook; door rook kan niets verbranden, wel door vuur. PLAUTUS, Curculio 53
  • 1821 Si est animus aequus tibi, satis habes, qui bene vitam colas - Zo gij een tevreden gemoed hebt, hebt gij genoeg om uw leven goed in te richten. PLAUTUS, Aulularia 187
  • 1827 Si illi sunt virgae ruri, at mihi tergum domi est - Als hij zijn roedenbundel op het land heeft, wel, mijn rug is thuis. PLAUTUS, Bacchides 365
  • 1829 Si incolae bene sunt morati, id pulchre munitum arbitror - Indien haar inwoners goed van inborst zijn, dan meen ik, dat een stad voldoende sterk is. PLAUTUS, Persa 554
  • 1843 Si res firma, item firmi amici sunt, sin res laxe labat, itidem amici collabascunt - Als de stand van uw zaken vast is, zijn eveneens uw vrienden standvastig, maar indien die losjes wankelt, beginnen even- eens de vrienden te wankelen. PLAUTUS, Stichus 521
  • 1852 Sibi sua habeant regna reges, sibi divitias divites, sibi honores, sibi virtutes, sibi pugnas, sibi proelia; dum mihi abstineant invidere, sibi quisque habeant, quod suum estl - Laten koningen hun eigen rijken hebben, rijkaards hun rijk- dommen, ieder zijn eigen ereambten, dengden, tweegevechten, veldslagen; als zij zich maar onthouden van mij te benijden, mogen zij ieder voor zich hebben, wat het hunne is. PLAUTUS, Curculio 178
  • 1922 Stultus es, qui facta infecta facere verbis postules - Dwaas zijt gy, die daden ongedaan zoekt te maken door woorden. PLAUTUS, Truculentus 730
  • 1945 Sunt quos scio esse amicos, sunt quos suspicor, sunt quorum ingenia atque animos nequeo noscere, ad ami- ci partem, an ad inimici perveniant - Er zijn er, van wie ik weet, dat zij mijn vrienden zijn; er zijn er, van wie ik het vermoed; er zijn er ook, wier inborst en karakter ik niet kan doorgronden, of zij zich scharen bij de partij van mijn vrienden of van mijn vijanden. PLAUTUS, Trinummus 91
  • 1962 Tacita est bona mulier semper (potius) quam loquens - Een goede vrouw is zwijgend altijd leter dan sprekend. PLAUTUS, Rudens 1 14 cf. SOPHOCLES, Ajax 293: yóval, yvraži xóouovi oyn poei en o.a. Ilias 6. 490
  • 2000 Tetigisti acu - Gij hebt het met (de punt van) de naald geraakt (= de spij- ker op de kop geslagen) PLAUTUS, Rudens 1306
  • 2001 Tibi di, quaecumque preceris, commoda dent! Ita vir bonus es - De goden mogen u alle geriefelijkheden schenken, die gij maar van hen bidt! Want gij zijt een brave kerel. HORATIUS, Satirae 2. 8. 75 cf. PLAUTUS, Stichus 469: Di dent, quae velis Asinaria 44
  • 2013 Tu, abi viam tuam! - Jij, pak je weg! PLAUTUS, Rudens 1027
  • 2019 Tu'si animum vicisti potius quam animus te, est quod gaudeas - Indien gij uw hartstocht hebt overwonnen, veeleer dan uw hartstocht u, is er reden om u te verblijden. PLAUTUS, Trinummus 2. 2. 29
  • 2021 Tua quod nil refert, ne cures - Bemoei je niet met datgene, waarmee je niets te maken hebt. PLAUTUS, Stichus 320
  • 2023 Tun'(e) id dicere audes, quod nemo umquam homo antehac vidit, nec potest fieri, tempore uno homo idem duobus locis ut simul sit? - Durft gij dit zeggen, wat geen mens tevoren ooit gezien heeft, en niet kan gebeuren, dat dezelfde man op één tijdstip tegelijk op twee plaatsen is? PLAUTUS, Amphitruo 566
  • 2024 Tun'(e) trium litterarum homo me vituperas? Fur! etiamfur! trifurcifer! - Ji, kerel van drie letters, berisp jy my? Dief! dubbele dief! aartsdief! PLAUTUS, Aulalaria 325
  • 2034 Ubi amici, ibidem opes - Waar vrienden zijn, daar is ook rijkdom. PLAUTUS, Truculentus 885
  • 2035 Ubi amor condimentum inierit, quoivis (cuivis) placituram (sc. escam) credo; neque salsum neque suave esse potest quidquam, ubi amor non admiscetur: fel, quod amarum est, id mel faciet; hominem ex tristi lepidum et lenem - Waar de liefde de spijs zal kruiden, daar zal ze, meen ik, aan ieder voldoen; niets kan zout zijn noch zoet, waarbij liefde niet wordt gemengd: gal, die bitter is, zal de liefde als honing maken; een somber mens maakt zij leuk en vriende- lijk. PLAUTUS, Casina 221
  • 2055 Uno in saltu apros capere duos - In één bergwoud twee wilde zwijnen vangen. cf. PLAUTUS, Casina 476
  • 2060 Usque ab unguiculo ad capillum summum - Van nagel tot haartop (= van top tot teen) PLAUTUS, Epidicus 623
  • 2063 Ut acerbum est pro benefactis cum mali messem metas - Hoe onaangenaam is het, als men voor zijn weldaden een oogst van slechtheid maait (= ondankbaarheid oogst) PLAUTUS, Epidicus 718
  • 2078 Ut saepe summa ingenia in occulto latent - Zoals dikwijls de grootste talenten in 't verborgene schuilgaan. PLAUTUS, Captivi 165
  • 2081 Ut servi volunt esse herum, ita solet: boni sunt, bonus est; improbi sunt, malus fit - Zoals zijn slaven willen, dat hun meester is, zo pleegt hij te zijn: zijn zij goed, dan is hij goed; zijn zij slecht, dan wordt hij slecht. PLAUTUS, Mostellaria 872
  • 2085 Ut vales? - Hoe gaat het met u? Ut valetur? Hoe gaat het met u? PLAUTUS JUVENALIS, Satirae 13. 100 TERENTIUS
  • 2088 Utinam lex esset eadem, quae uxori est, viro; nam uxor contenta est, quae bona est, uno viro: qui minus vir una uxore contentus siet? - Och, dat dezelfde wet, die voor de vrouw bestaat, ook gold voor de man; want een vrouw is tevreden, als zij een goede vrouw is, met één man: waarom zou een man niet tevreden kunnen zijn met één vrouw? siet = sit PLAUTUS, Mercator 823
  • 2093 Vae victis - Wee de overwonnenen! PLAUTUS, Pseudolus 1317
  • 2109 Verba facit emortuo - Hij praat tegen een dode (in de wind) PLAUTUS, Poenulus 709
  • 2131 Viam qui nescit qua deveniat ad mare, cum oportet amnem quaerere comitem sibi - Wie de weg niet weet, waar die naar de gee daalt, die moet zich tot metgezel een stroom zoeken. PLAUTUS, Poenulus 627

--


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?