De mythe van Levi-Strauss

Dit is een vertikale samenvatting van de biografie van Claude Lévi-Strauss uitgewerkt door Emmanuelle Loyer. Vertikaal in de zin dat het enkel om het idee MYTHE gaat, een belangrijk facet in zijn werk en leven.

Een boemlezing:

... Rond de wereld. Lange tijd bracht Claude Lévi-Strauss (CLS) hier zijn middagen door in zijn studeerkamer aan huis op de vijfde verdieping van de rue ...te Parijs. Deze magistrale ruimte – met zijn encyclopedische bibliotheek [later: Lévi-Strauss’s library encompassed the entire world and the full range of knowledge, constituting an archive for a kind of scholarly practice in which the impulse to exhaustiveness was still very much the order of the day.], zijn zorgvuldig gekozen objecten, mineralen, ‘curiosa’ en kunstwerken – hercomponeerden de wereld in miniatuur... Laten we het heiligdom binnengaan... [en zien wat we als biograaf tegenkomen]

... Hij zou er echter in slagen deze hersenschim nieuw leven in te blazen door zichzelf onder te dompelen in een wereld die perfect bij hem paste: die van de indianen-mythe, waarin dieren en mensen deel uitmaakten van hetzelfde universum.

... In plaats van het ‘voorbeeldige leven’ van een theoreticus die de harde wetenschap in de sociale wereld importeerde, geloof ik integendeel dat men in Lévi-Strauss een plek van meerdere en soms tegenstrijdige spanningen zou moeten zien tussen de verschillende vormen van wetenschappelijke praktijk. En zijn biografie zien als een soort openluchtarcheologie van het vakgebied, via haar meest illustere vertegenwoordiger [CLS].

... Hij nam ook deel aan en was hartstochtelijk betrokken bij de wetenschappelijke vooruitgang van zijn tijd. Claude Lévi-Strauss aarzelde echter niet om atavistische paden aan te wijzen – zelfs privé een ‘terugkeer naar het Neolithicum’ suggererend. In zijn aanpak voor de wetenschap, in de wendingen van zijn leven, maar ook in het zijne filosofie van de geschiedenis – voor zover hij die had – en in zijn politieke filosofie en ideologische standpunten componeerde Claude Lévi-Strauss een enkelvoudige partituur, opgebouwd uit elementen van zowel de sur-moderniteit – net als zijn vriend André Breton zocht hij de surrealiteit op – en archaïsme, en verwierp die breuk van de moderniteit in haar verschillende binaire tegenstellingen (rationaliteit vs. obscurantisme, wetenschap versus mythe, evolutie versus cyclische tijd, vooruitgang versus stabiliteit, enz.). De loop van zijn leven, zoals die van deze biografie, gaat vooruit in de tijd, maar eerder in de vorm van een spiraal, steeds groter wordende vondsten van restjes uit het verleden – ‘er is zo weinig chronologie in ons leven’20 – waar de zeer afgelegen tijd wel eens zou kunnen bestaan lijken dichterbij dan het zeer recente verleden. En ook zijn werk ‘heeft een gezicht gekeerd naar het verleden van de antropologie, dat het bekroont, en een ander die zijn toekomst onderzoekt en erop anticipeert’

... [CLS bezat een passie voor dieren en de natuur en had het liefst zijn werkkamer vol dieren en vogels gehad, maar moest dat idee laten varen en zijn vogels "laten vliegen"] Om met een vogel te praten dus. De denker wiens denken vaak wordt gereduceerd tot de gezochte onschendbare tegenstelling tussen natuur en cultuur, in de loop van zijn ontwikkeling, om uit te proberen – in zijn leven als evenals in zijn werk – de les van inclusiviteit die Amerindiaan biedt mythen, die zowel in de ogen van de antropoloog als in de ogen van de antropoloog waren inheemse Amerikanen zelf, verhalen uit een tijd waarin mensen en dieren begrepen elkaar...

... dan DEEL I ...

Wat de muziek betreft, deze speelde misschien wel een nog belangrijkere rol in de leven en werk van Lévi-Strauss. Elke week nam zijn vader hem mee naar de concerten ..., een amateurorkest en heuse instelling die het mogelijk maakte voor een groot publiek met bescheiden middelen livemuziek te horen. Ook de Lévi-Strausses gingen regelmatig luisteren naar het Colonne Orkest in het Théâtre du Châtelet. Jonge Claude herinnerde zich dat hij daar op zeer jonge leeftijd naartoe werd gebracht, terwijl ik ‘in’ deze vijfde loges zat, die inderdaad niet meer bestaan omdat je daar nauwelijks kon zien – maar gelukkig konden we het horen! – en werd hij zo ingewijd in het gehele Wagner-repertoire’. Let op de vindingrijkheid van de vader, vastbesloten zijn zoon de geneugten van de muziek te laten proeven, en vooral van opera, ondanks zijn beperkte middelen. Wagner was voorwerp van een familiecultus, zo niet op dezelfde manier als Offenbach, met evenveel intensiteit. De zoon omarmde deze passie waar hij, ondanks enkele momenten van ontrouw, aan gehecht bleef gedurende zijn hele leven. 

‘Wagner speelde een cruciale rol in mijn intellectuele ontwikkeling en in mijn voorkeur voor mythen, zelfs als ik me van dit feit lang na mijn kindertijd bewust van werd. […] Laten we zeggen dat ik aan het piekeren was over Wagner gedurende tientallen jaren.

... [dan de] ‘Soldaat Lévi, het 158e Infanterieregiment, Straatsburg’ [en] scènes uit het militaire leven... Lévi-Strauss, als toekomstig scherp waarnemer van de riten en mythen van stammen samenlevingen, ervoer een van de grote overgangsrituelen van het Westen democratische samenlevingen van zijn tijd: [een jaar lang] militaire dienstplicht. Het was ook een van de grondleggers van de Franse Republiek: de sociale en geografische vermenging die tot stand gebracht werd door burgerlijke en militaire training als een proces van nationale distillatie. 

... De andere gedenkwaardige episode, halverwege de reis, was ‘the Doldrums’, waarmee hoofdstuk acht van Tristes Tropiques [deze foto uit TT over de Nambikwara-stam* heeft CLS zelf gemaakt] wordt geopend – dit gebied van kalmte– waar de winden van de twee hemisferen samenkomen en elkaar neutraliseren, waardoor een verontrustende stilte ontstaat, geïdentificeerd (en gevreesd) door zeelieden als de equatoriale lijn. De lucht is stil. De hemel vloeibaarder dan de zee, die zelf grijzer is geworden. Ieders zintuiglijke waarnemingen worden omgekeerd, een uitnodiging om van focuspunt te veranderen in dit ultieme stadium, deze ‘laatste mystieke barrière’ die de definitieve overgang naar Amerika. Dit keerpunt – enigszins koortsachtig ervaren tijdens een ‘slaaploze nacht doorgebracht dek, kijkend en wachtend op America’ – was ook het beginpunt van een mijmering over de mythe van de Gouden Eeuw, de zestiende eeuw, en de eerste ontdekkingsreizigers, de keizerlijke ontmoeting en de ‘aangrijpende test’ waaraan de ervaring, kennis en overtuigingen van het Westen werd geconfronteerd met de ontdekking van een andere wereld. CLS kon nog steeds dromen van zijn reis alsof Europa en Amerika twee planeten waren, radicaal onafhankelijk van elkaar.

... Antropologie en psychoanalyse: ‘… het verst reikwijdten van het universum en de diepste geheimen van ons geesten...’ Lévi-Strauss was al lang bekend met de psychoanalyse lees Freud, zoals we hebben gezien, al heel vroeg. De theoretische impact ervan was doorslaggevend, omdat de jongeman dat zelfs schijnbaar leerde de wildste en meest fantasievolle verschijnselen zouden aan het rationele kunnen worden onderworpen analyse... Ten slotte streeft Lévi-Strauss ernaar psychoanalyse afschilderen als een hedendaagse mythologie van onze samenlevingen, vooral gezien vanuit Amerika, dat werkt als een efficiënt systeem van collectieve interpretatie

... Het was op dit seminarie dat Lévi-Strauss’ ideeën over mythologie werden overgenomen vorm, precies de ideeën die de tweede grote cyclus van hem zouden vullen werk uit de jaren zestig, bestaande uit de vier delen van Mythologiques.20 De cursussamenvatting stelt ons in staat er een beeld van te krijgen zijn ‘denkproces ontvouwde zich’,21 omdat het indringend was, met al zijn aspecten analytisch vermogen en neiging tot risico, het enorme rijk van mythen. Deze seminars vormden een smederij in de zin dat de aanpak altijd hetzelfde was experimenteel: de methode was om heel goed te kijken naar ‘hoe het werkt’, om hypothesen te testen op een hoeveelheid etnografisch materiaal dat ook moest worden verzameld. 

... Van 1952 tot 1954 concentreerden Lévi-Strauss en zijn studenten zich op de mythologie van Pueblo-indianen, waarbij de verschillende versies van hun scheppingsmythen, eerst onder de westerse en centrale Pueblo-indianen (Hopi, Zuni en Acoma), en vervolgens onder de oostelijke Pueblos (Keres, Tiwa en Tewa), terwijl de mogelijkheid wordt geboden om groter te worden vergelijkingen op basis van de eerste conclusies. In de loop van deze drie jaar, bijgestaan door een veelbelovende jonge filosoof, Lucien Sebag, en archeoloog Jean-Claude Gardin, legde hij de principes van zijn methode, wat de productieve en innovatieve ervan bevestigt karakter onderweg. Het punt was om weerstand te bieden aan de overgave aan de geneugten van het mythologische pittoreske, of toegeven aan een vegen comparativisme, of het verbeelden van een antropologische inhoud van de mythe. Het Het vergde geduld om niet overhaast betekenis toe te kennen en om de ‘mythische logica’ in al zijn ‘karakter van noodzaak en’ te traceren universaliteit’.23 Wat waren de algemene principes? Allemaal mythisch het discours moest worden behandeld ‘als een soort metataal, waarvan de constitutieve eenheden waren stellingen of reeksen 

-.. Dubbele twist: de magische formule van de mythe. Net zoals de elegische klacht van Tristes Tropiques treffend was krachtig akkoord, en als Lévi-Strauss’ ‘plechtige welsprekendheid’ en ‘draperende retoriek’ vond weerklank bij het bredere publiek, The Journal of American Folklore publiceerde een artikel van de antropoloog die de omgekeerde koers volgde: van literatuur naar wiskunde. Die compacte en briljante tekst, schaamteloos theoretisch, lag de basis voor de vier delen van de komende Mythologiques. In ‘The Structural Study of Myth’ bood Lévi-Strauss een dubbelganger aan methodologische stelling: ten eerste is de syntactische eenheid van de mythe a ‘mythema’ dat, net als het foneem en morfeem, alleen ‘in’ betekent relatie tot andere eenheden; ten tweede moeten mythen als orkestraal worden gelezen bladmuziek, zowel horizontaal als verticaal, dus zowel diachroon en synchroon, door alle versies van de mythe hoe dan ook te analyseren van oorsprong of belang. Er werd een demonstratie gehouden via het voorbeeld van de Oedipus-mythe (die het voordeel bood van algemeen bekend is), inclusief de Freudiaanse interpretatie ervan, die Lévi-Strauss werd beschouwd als de ultieme versie van de mythe. Voor de Het ging er altijd om significante correlaties te verkrijgen met ‘de finale’ uitkomst is de structurele wet van de mythe’.  Voor de oedipaal mythe ontstond er een dubbele tegenstelling tussen twee reeksen van twee termen uit de analyse, die leidde tot een tegenstrijdige structuur van de mythe, tussen een geloof in de menselijke autochtonie (de mens geboren uit de aarde) en erkenning van het feit dat elk voortkomt uit de vereniging van een man en een vrouw. De mythe dient daarom om te bemiddelen en te verzachten deze observatie, die onbetwistbaar is en toch nooit ophoudt verbazen – dat er één uit twee geboren wordt. Het is een ‘soort logisch hulpmiddel’ dat zorgt voor verbindingen tussen de verschillende plantaardige, dierlijke en menselijke domeinen, maar ook tussen de levenden en de doden, tussen de ogenschijnlijk onverenigbare registers van de inheemse kosmologie. Na een uitgebreide discussie over de Pueblo-mythologie werd de ‘ash-boy’ ervan en ‘bedriegers’ komen we op het idee dat, in de groep die allen omvat de varianten van de mythe, de extreme versies zijn symmetrieën omgekeerde overeenstemming aan de logica van een dubbele draai, op dezelfde manier als het beeld dat uit een fotografisch apparaat komt, is omgekeerd en teruggedraaid. De duizelingwekkend erudiete presentatie eindigt abrupt met een tamelijk nonchalant voorstel: ‘Hoewel dat op dit moment niet mogelijk is fase dichterbij komt dan een benaderende formulering [dacht hij dat dit in de toekomst zeker nauwkeuriger zou kunnen, waar elke mythe in de vorm van een dergelijke (fx(a): fy(b) = fx(b): fa-1(y)) formule zou kunnen worden gegoten... 

...

[15 Structuralistische kristallisatie (1958-1962)]

- -.. In zekere zin lanceerde Lévi-Strauss een duizelingwekkende theorie demonstratie, door middel van logische omkeringen, mythen van een Oedipale natuur – mythen van enigma, gemaakt van vragen waar wij mee te maken hebben stel dat er geen antwoorden zijn – en mythen van de Graal-Boeddha verscheidenheid – mythen van antwoorden zonder vragen. Is die een transformatie van de ander? Tijdens deze reis naar het hart van structuralistische mechanica, in het gezelschap van Oedipus, Boeddha en de Algonquin-uil, de conclusie sloeg in als een hoop stenen: Parsifal is een omkering van Oedipus. Een enorm spel van constructie en interpretatie bracht de oplossing voor het incest enigma (Oedipus) samen, terwijl het antwoord zonder vraag semantisch gekoppeld was kuisheid (Parsifal).

16 De vervaardiging van de wetenschap

... Een mythisch laboratorium: The Laboratory of Social Antropologie (LAS)

... In de mythologie van de antropologische discipline doet Lévi-Strauss dat wel Strikt genomen komt hij niet voor als grondlegger; hij kwam te laat in de eeuw – maar de LAS markeerde wel een nieuw begin. Dankzij de bepaling van de directeurs-, financierings- en onderzoeksposities waren er in overvloed. Ook al kostte dit veel moeite, het was een tijd van grote overheidsinvesteringen. Het institutionele offensief onder leiding van Lévi-Strauss was een succes geweest, zelfs meer dan dat van Durkheim en sociologie aan het begin van de eeuw, alles gelijk. Hoewel de antropologie zich in de marge van de universiteit bevond, had zij nu haar bestaansrecht plaats innemen onder de menswetenschappen in Frankrijk, en zelfs onder de wetenschappen punt.

...

17 Het wetenschappelijke leven

... Claude Lévi-Strauss was, zoals we hebben gezien, geen puur product van meritocratische excellentie. De scholastische vorm had hem niet zo gevormd net zoals het anderen deed. Toch was het juist in termen van verzaking en opoffering waarover hij sprak over zijn leven ten tijde van de Mythologiques: ‘Het was een tijd dat ik tussen vijf en zes uur opstond elke ochtend, en ik wist niet wat het was om een weekend te hebben. I werkte echt….’ En: ‘De serie hield mijn geest, mijn tijd, en mijn energie voor meer dan twintig jaar. […] Ik was een monnik.’ De noodzaak om leer bijna uit je hoofd meer dan duizend mythen, en niet te vergeten alle varianten, en om hun etnografische contexten te verkennen,

vertegenwoordigde een enorme hoeveelheid materiaal om te absorberen, en dit kostte tijd: ‘Je moet mythen dagen, weken laten uitbroeden, soms maanden, voordat er ineens iets klikt….’

... Het kan waren voor sommigen schokkend toen Lévi-Strauss dat van hem schreef De bedoeling was niet ‘om te laten zien hoe mensen denken in mythen, maar hoe mythen opereren in de geest van mensen zonder dat ze zich hiervan bewust zijn’, en verder nog dat men te werk moet gaan ‘alsof het denkproces dat wel zou zijn’ die plaatsvinden in de mythen zelf

... Een geweldige anonieme stem uit het begin der tijden  Wat is een mythe? Lévi-Strauss antwoordde (met de Indiaanse bevolkingsgroepen) dat het ‘een verhaal is uit de tijd vóór mensen en dieren werden afzonderlijke wezens’, waarbij deze scheiding als het origineel werd gezien tekortkoming van de menselijke conditie. De mythologie ensceneert dus de antropomorfe wereld uit vroege tijden, waarin aap-vrouwen bestond naast mannen in de vorm van jaguars, waarin gieren opstegen hun gevederde tunieken namen een menselijke vorm aan, waarin vrouwen sliepen met slangen en copuleerde met de maan, en waarin Dame Grizzly en Dame Bear veranderden in jonge jonkvrouwen

... Mythen verschilden uit andere producties van de mondelinge traditie, zoals verhalen en legenden, maar er waren geen absolute criteria voor het onderscheid. Uiteindelijk, Wat mythen kenmerkte was hun streven naar ‘verklaringen’ die het geheel van verschijnselen omvatten’, waarbij het cartesiaanse wordt verworpen divisie. Integendeel, mythen pakken een breed scala aan problemen aan ontstaan in verschillende domeinen – kosmologisch, fysiek, sociaal, juridisch – en probeer ze allemaal tegelijk te verantwoorden. Al in De Wilde Mind, mythen werden gedefinieerd als ‘mentale gebouwen die een begrip van de wereld’. Door het verstrekken van verhalen over de oorsprong – vuur, hemels water, de zon en de maan, tabak, de dood, enz. – zij dienen zoals mundi voorstelt, om uit te leggen ‘waarom de dingen waren’ in het begin anders waren, geworden wat ze zijn, en waarom dat zo was niet anders zijn. Want als de dingen op één gebied zouden veranderen, dan in het geheel De wereldorde zou worden omvergeworpen als gevolg van de homologie tussen de twee alle rijken.’ Waar kwamen mythen vandaan? Heeft een mythe een auteur? Net als een Volgens Lévi-Strauss is de mythe altijd een optelsom van varianten, geen van die authentieker is dan alle andere, op dezelfde manier, hij van mening dat zelfs als er mogelijk een oorspronkelijke auteur in zat in een ver verleden, kon deze vraag beter buiten beschouwing worden gelaten: ‘Het lijkt veel op paddenstoelen – je ziet ze nooit groeien

...

Alle esoterische zaken van de hand wijzen interpretaties van mythen – en daarmee alle (verachtelijke) hedendaagse politieke toepassingen van mythologie – Lévi-Strauss wees erop twee belangrijke lessen uit de studie van mythisch denken: de eerste etnografisch en lokaal (om een bepaalde samenleving beter te begrijpen of groep samenlevingen); de andere, meer universeel van opzet en gerelateerd aan de werking van de menselijke geest en de vroege mechanismen ervan gehoorzaamd, paradoxaal genoeg uitgedrukt in deze onzinnige verhalen in de vorm van rebussen, vol absurde incidenten.

...Het grote Wagneriaanse opus was een directe inspiratie voor zijn eigen werk, en als Lévi-Strauss over Wagner zei, in de ouverture van The Raw and the Cooked, dat hij de ‘onmiskenbare’ was vader van de structurele analyse van mythen...

Volgens Lévi-Strauss kwamen deze diepgaande affiniteiten voort uit de gemeenschappelijke kenmerken van mythe en muziek, van hun ‘beide wezen’ talen die, op hun verschillende manieren, het gearticuleerde overstijgen expressie, terwijl het tegelijkertijd – zoals gearticuleerde spraak, maar in tegenstelling tot de schilderkunst – die een tijdelijke dimensie vereist waarin ze zich kan ontvouwen.

... Van Plato tot Ricoeur, De filosofie had zich op vrijwel dezelfde manier met mythen beziggehouden rationeel denken had met totems: beide (mythen en totems) heeft de grenzen van de filosofische rede, van de ‘logos’ negatief gedefinieerd tegen de ‘mythos’. Het veld van de mythologie werd dus gedefinieerd door de uitsluiting ervan uit de filosofie.

18 De politiek van discretie

... De oneindige spiegeling die het in het oneindige opvoerde de vertaling van de ene mythe in de andere omvatte het ultieme ervan gevolg: dat het antropologische boek zelf een variant was van mythe. ‘Dit betekent dat het werk van Lévi-Strauss de essentie van de mythe als zodanig, noch van de structuren van het mythische denken daarin algemeen.’ Met andere woorden: het doel van de antropologie was nee langer om een universele invariant te identificeren, een soort verborgen godheid dat zou de mensheid definiëren. Integendeel, het doel ervan was de Het hele denkproces dat aan het werk is in mythen, kan alleen worden gevat als een dynamisch, een ‘straling’ die de menselijke geest bezielt, maar nooit omschrijft op een definitieve manier wat menselijk is en definieert, door uitsluiting, wat niet.

Deel IV De wereld (1971-2009) - 19 Onsterfelijk

...

20 Metamorfoses

... In ware structuralistische logica: de betekenis van zijn bezoek aan Israël kan alleen (hier negatief) worden begrepen in relatie tot de overvloed van zijn ervaringen met Japan, en Kyushu in het bijzonder. In ongeveer op dezelfde manier als in Tristes Tropiques, waar het prozaïsche is Het jodendom uit zijn jeugd stond in contrast met de rijke symboliek wereld van de Bororo, het Bijbelse heilige resoneerde niet met hem alle. Ten eerste, zoals hij zelf opmerkte, vanwege het gebrek daaraan continuïteit tussen het oude Joodse Palestina van 2000 jaar geleden en de aanwezigheid van zijn familie in de Elzas in de achttiende eeuw; en ten tweede omdat – in tegenstelling tot de Japanners die volgens hem natuurlijk in een mythische sfeer leefden – hadden westerlingen getekend een scherp onderscheid tussen wat tot de mythe behoorde en wat tot de mythe behoorde geschiedenis. Vandaar zijn gebrek aan enig concreet gevoel ergens bij te horen. Welke abstracte interesse hij ook had in Israël en zijn fascinatie voor specifieke locaties – vooral voor Massada, langs de Dode Zee, en langs de rivier de Jordaan – het raakte eenvoudigweg geen snaar. 

... Het verhaal van Lynx: onder het masker van Montaigne The Story of Lynx, uitgegeven door Plon in 1991, was beroemd laatste boek van de antropoloog

... inderdaad, tweelingen, die zo vaak voorkomen in alle mythologieën, zijn dat ook niet aan de kant van identiteit in Amerikaanse mythen – zoals Castor en Pollux, of Remus en Romulus, om maar een paar Europese voorbeelden te noemen – maar integendeel op basis van het absolute verschil – net als Lynx en Coyote. Deze Indiaanse jumelage drukt een dichotoom uit model gebaseerd op ‘een precair evenwicht, in een voortdurende wip beweging’ die de universele machine in beweging zet en kan zijn gezien in sociale organisatie en kunst – een van de jonge Lévi-Strauss Vergeet niet dat de eerste artikelen in New York al over de splitsing gingen representatie aan het werk in veel van de artistieke producties van primitieve samenlevingen (Caduveo, Maori, het oude China, enz.)

... ‘Het menselijk leven is slechts de uitputting van een structuur’, schreef de filosoof Patrice Maniglier. In de jaren tachtig waren de avatars van Lévi-Strauss opereerde in het volle zicht van de media, maar kristalliseerde zich toch niet uit enkele majestueuze figuur van de auteur. Lévi-Strauss eigende zich de textuur van mythen, en voerde een mythe uit van zijn eigen bestaan, in al zijn vormen varianten. Net als zijn dubbelganger, Don Quixote, zijn onmogelijke tweelingbroer: ‘de ridder met het verdrietige gezicht probeerde de wereld uit boeken te begrijpen. Hij zelf veranderde in een roman, dat wil zeggen in taal’, schreef Philippe Lançon in 1991. Met zijn uitgemergelde gezicht en fragiele gestalte, de tachtigjarige Lévi-Strauss belichaamde een Don Quichot** die versleten was eeuwen van hard werken. En tegelijkertijd met zijn polemieken energie, zijn onvoorspelbare vermogen om vrijuit te spreken, en zijn scherpzinnigheid interesse in hedendaagse kwesties, was hij teruggekeerd om in de Verenigde Staten te gaan wonen aanwezig.

...

21 Claude Lévi-Strauss, Onze tijdgenoot...

[]

* - In zijn essay getiteld 'Het sociale en psychologische aspect van leiderschap in een primitieve stam: de Nambikwara van het noordwesten Mato Grosso', [laat hij zien] hoe
het onderzoeken van primitieve samenlevingen een nieuw licht zou kunnen werpen op de hedendaagse maatschappelijk samenleving.

** - 'Quixotisme'
'Voor mij is quichotisme in wezen een obsessief verlangen om het verleden te vinden achter het heden. Als er misschien ooit iemand voor zou zorgen begrijp mijn persoonlijkheid, ik bied hem die sleutel aan.' Het verleden achter zich het heden of de 'figuur in het tapijt'. Alsof het ook hier weer om de werkelijkheid gaat De kern moest gevonden worden voorbij de zwakke aantrekkingskracht van het heden, maar dit tijd via een beweging terug in de tijd. Lévi-Strauss' eigen vader was een soort Don Quichot-figuur, 'slecht passend' bij zijn heden, als zijn zoon zou wijzen. Het hele gezin leefde in de nadagen van een fortuin die in de vorige eeuw was vergaard en die aanzienlijk was geslonken de jaren. Het is geen wonder dat het kind dit verleden zag in een licht dat maakte het is reëler dan het afgeschreven heden. 
Maar in 1935 was de jonge professor volledig bezig met zijn eigen vakgebied tijden: hij was op een professioneel carrièrepad; de politiek hield hem bezig tijd en hield hem afgestemd op het sociale, ideologische en culturele dynamiek van de dag. Hij omarmde de opstanden, weigeringen en enthousiasme: revolutie, de artistieke avant-garde, Freud, Picasso, Stravinsky, pacifisme, het verlangen naar nieuwe horizonten. Als we het gezien hebben, hij hield van Céline en Nizan. Niet zo makkelijk, in deze omstandigheden, om vast te pinnen over de jongeman die in 1935 vertrok (hij was toen zesentwintig) de soort ‘biografisch pessimisme’ – d.w.z. het idee dat hij zou hebben hij had veel liever in een andere eeuw geleefd, de negentiende – die hij zou uitstralen in zijn volwassen jaren. Integendeel, de jongeren technofiel, rapsodiserend over fotografie, film en de auto, leek inderdaad heel erg een wezen van de twintigste eeuw. Brazilië zou alles veranderen. Maar in een andere zin is Misschien was hij al een man van, en zou hij dat altijd blijven de negentiende eeuw – in zijn intense geloof in het vermogen van de menselijke geest om de wereld te begrijpen en te beheersen. Als de 'lang negentiende eeuw', evenals de Elzas van de achttiende eeuw, waren zeer aanwezig in zijn geest, maar functioneerden nog niet het heden devalueren, omdat inderdaad alles erop wijst dat, op de integendeel, hij was stevig geworteld in zijn tijd, ook al was het op een kritische manier. Het verleden was levendig genoeg voor Claude Lévi-Strauss, een jonge man die tijdperken waarin hij niet leefde, droeg hij in zichzelf
Stel je een beweging in de ruimte voor als een beweging terug in de tijd, vergelijkbaar met de geologische tracering die hij als kind beoefende. Precies, gewoon voordat ze de Atlantische Oceaan overstaken, in een poging zich te verzamelen informatie over Brazilië en zijn inwoners, verdiepte hij zich in het verhaal geschreven door Jean de Léry in het laatste derde deel van de zestiende eeuw – een voorbereidende mentale operatie voordat we Europa verlaten, manier om zichzelf te positioneren op de drempel van ontmoeting tussen twee werelden.

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?