Schopenhauer is een bekend filosoof, en dan vooral om zijn pessimistische wereldbeeld. Ik lees op dit moment "een" biografie (van David Cartwright, uit 2010) over deze filosoof en eerder had ik al vernomen dat Schopenhauer een grote "fan" was van Baltasar Gracian, maar nu lees ik ook over Calderón, een schrijver uit dezelfde Barok-tijd.
Wikipedia schrijft (in drie talen) over "The Constant Prince," het werk dat Schopenhauer vooral aanprees. Hij begon - als polyglot - zelfs Spaans te leren om dit en andere werken in het origineel te kunnen lezen - "Argument: Het werk reconstrueert het echte verhaal van Infante Ferdinand van Portugal, die zich in de 15e eeuw namens de Portugese kroon aan campagnes op Marokkaans grondgebied waagde. In de strijd tegen de legers van de koning van Fez nemen Fernando's mannen de krijger Muley Hasán gevangen, op wie Fénix, de dochter van de vorst, heimelijk verliefd is. Bewogen door een gevoel van genade bevrijdt de Portugees Muley. Uiteindelijk wordt Fernando zelf gevangene van de Marokkaanse koning, die hem wil ruilen voor de stad Ceuta, in Portugese handen. Hoewel ze het voorstel in Lissabon accepteren, weigert Fernando de deal omdat dit zou betekenen dat zielen verloren gaan aan het ware geloof. Uiteindelijk sterft hij in gevangenschap, slachtoffer van honger, marteling en allerlei ontberingen en ellende, ondanks de eindoverwinning van de Portugese troepen, en wordt hij martelaar.
... Het stuk is een drama over de menselijke vrije wil, verdeeld tussen ethische vereisten en de leer van verlossing. De hoofdpersoon veroordeelt zichzelf bewust tot slavernij, tot het ontnemen van privileges en uiteindelijk tot de dood, in naam van het christelijk geloof waarmee hij wordt geïdentificeerd. Hierin weerspiegelt het een neostoïcijnse opvatting van het christendom. De actie is dubbel: extern en intern van de kant van de hoofdpersoon, die worstelt met grote existentiële twijfels."
Aan Bing vroeg ik: ... ():
Dit Spaanse artikel, getiteld “Schopenhauer y Calderón: interpretar el drama sin religión”, onderzoekt de relatie tussen de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer en de Spaanse toneelschrijver Pedro Calderón de la Barca. Schopenhauer had de vier delen van Calderón’s komedies in zijn bibliotheek en las ze zonder moeite in het Spaans. Hij gebruikte deze werken als referentie en maakte aantekeningen van passages die hem interesseerden. In zijn hoofdwerk citeert Schopenhauer vaak uit Calderón’s beroemde toneelstuk “La vida es sueño” om zijn esthetische opvattingen over schuld, tragedie en het menselijk bestaan te verduidelijken. Hij deelt ook zijn fascinatie voor de Spaanse literatuur met de vroege romantici in Duitsland. Dit artikel verkent hoe Schopenhauer Calderón’s werk interpreteerde zonder religieuze motieven en hoe dit bijdroeg aan de groeiende belangstelling voor de Spaanse literatuur in Duitsland12. (1 wuwr.pl 2 wuwr.pl 3 wuwr.pl 4 cvc.cervantes.es)
Er is ook een ander artikel, over de ideologische relatie tussen Wagner, Schopenhauer en Calderon:
Copilot: "Het artikel “Calderón/Schopenhauer/Wagner: The Story of a Misunderstanding” onderzoekt de complexe relatie tussen drie invloedrijke figuren: Arthur Schopenhauer, Pedro Calderón de la Barca, en Richard Wagner. Hier is een beknopte uitleg:
Arthur Schopenhauer: Een Duitse filosoof uit de 19e eeuw, bekend om zijn pessimistische filosofie en zijn werk “Die Welt als Wille und Vorstellung” (De wereld als wil en voorstelling).
Pedro Calderón de la Barca: Een Spaanse toneelschrijver uit de Gouden Eeuw, beroemd om zijn dramatische werken, waaronder “La vida es sueño” (Het leven is een droom).
Richard Wagner: Een Duitse componist en operaregisseur, bekend om zijn epische opera’s en zijn invloed op de muziekgeschiedenis.
Het artikel onderzoekt hoe deze drie kunstenaars elkaar hebben beïnvloed en hoe hun ideeën en creaties elkaar hebben gekruist. Het verkent mogelijk misverstanden tussen hun werken en hoe ze elkaar hebben geïnspireerd of tegengewerkt. De context van hun tijd, culturele achtergronden en artistieke visies spelen een cruciale rol in dit verhaal van interactie en interpretatie"12. (1 academic.oup.com 2 jstor.org 3 academic.oup.com 4 jstor.org 5 doi.org)
"De conclusie van deze studie is niet expliciet vermeld in de verstrekte informatie. Echter, het artikel lijkt te focussen op de complexe interacties en misverstanden tussen de filosoof Arthur Schopenhauer, de Spaanse toneelschrijver Pedro Calderón de la Barca, en de Duitse componist Richard Wagner. Het onderzoekt hoe hun ideeën en creaties elkaar hebben beïnvloed en hoe culturele context en artistieke visies een rol speelden in hun interacties. De exacte conclusie zou afhangen van de diepgaande analyse in het volledige artikel."
Schopenhauer heeft een afstandelijke vader, die veel invloed op hem heeft en wil dat hij een handelaar wordt, zoals hij zelf was, maar door zijn relatieve vroege dood, kan hij zelf het roer van zijn leven in handen nemen en keist voor een leven als Scholar en begint grieks en latijn te leren. Later volgen vele talen.
De relatie van taal en filosofie is niet zo vreemd. Een goed voorbeeld van de relatie tussen beiden is die bij Nietzsche, die filologie studeerde, maar uiteindelijk filosoof werd.
Terug naar Calderon, en het drama van de martelaar, dat Schopenhauer letterlijk lijkt te nemen en als basis voor zijn levensfilosofie, dat het een zware transitie is die eindigt met de dood. Deze filosofie die in het Engels met Resignation wordt aangeduid gaat om de dramatische toekomstvisie van fatalisme (en ontkenning van de wil). De machtteloosheid tov de toekomst en die daarmee automatisch samengaat met negativiteit. Als de toekomst voorspoed zou bieden zou dat niet nodig zijn.
Is dit - als vrije interpretatie - dan wat de filosoof met de schrijver gemeen heeft? Het gevoel dat overweegt? Maar was Schopenhauer dan wel een echte filosoof?
Calderon schrijf in zijn belangrijkste en bekendste werk, La vida es Sueño: "De grootste overtreding van de mens is dat hij geboren is." Daarin ziet Schopenhauer de expressie van het christelijke dogma van de oorspronkelijke zonde als indicatie van schuld van het zijn. Nietzsche, zo schrijf DC in een voetnoot, vond deze uitdrukking van Calderon de gekste paradox die er kan zijn.
Taal en talenkennis betekende in die tijd niet hetzelfde als nu. Of misschien toch ook wel. Nu is Engels de taal van de wetenschap, toen was Frans, een taal die status aangaf (ook in Rusland speelde dat, als uitstapje naar een andere wereld die van Tolstoy).
Maar die talenkennis kan ook voortgekomen zijn door de invloed van zijn vader die wilde dat zijn zoon een internationale comerciant zou worden net als hij, waar taal-beheersing (Language Skills volgens DC) essentieel is. het werd geen internationale handel, maar wel internationale literatuur. Kennis van de wereld dus? Dat Schopenhauer Engels leert in Wimbledon past bij zijn internationale houding. Duitse is op dat moment de taal van de filosofie, waar Kant overigens net uit de mode is geraakt in die tijd. Latijn is niet geschikt als taal voor filosofisch-kritische onderzoek, zegt hij tegen Eichstadt (De decaan van de filosofiefaculteit).
in zijn belangrijkste werk (de wereld van Wil en Vertegenwoordiging), spreekt Schopenhauer zijn minachting uit tegen het opgeven van het Latijn voor het gebruik van moderne Europese nationale talen. "Dit zou bolgens Arthur S. leiden tot een nieuwe toren van Babel."
Taal keert ook terug in zijn filosofie, wanneer hij spreekt over de rede die ervoor zorgt dat we (spreek)taal beheersen waardoor we in meer complexe wijze kunnen communiceren, maar zelfde taal-gebruik geeft aanleiding tot misleiding en fouten, meer dan het "verlicht." ... Over Hegel zegt hij dat deze de taal van de religie tot de taal van de filosofie vertaalde.
Het is ook juist het Duits als taal dat misschien wel het einde inluidt van de taal van de filosofie van die tijd, "omdat het zo obscuur en zwaarwichtig is," zegt Schopenhauer in referentie over Hume die zo mooi het publiek met zijn taal weet te charmeren (mijn vertaling).
Ook Wagner komt in de biografie naar voren, en Schopenhauer heeft moeite met het taalgebruik van deze, maar dan gaat het over woorden en beelden van incest en overspel, waar AS moeite mee heeft. Maar het is ook de taal van Schopenhauer die geen ruimte laat voor complimenten...
Taal dus. Meer dan literatuur die hier een filosoof in gevangenschap lijkt te houden.
Het taalgebruik van Schopenhauer is voorbeeldig conforms zijn eigen visie, te merken aan zijn eigen woordgebruik, zoals dat van een term als Philosophaster, een Latijns verkleinwoord voor filosoof dat hij gebruikte om Fichte en Schelling te brandmerken. Ook zijn minder bekende werk, Parerga und Paralipomena (afgeleid van het Grieks voor appendix en omissies, of weglatingen en toevoegingen) laat een taalkundige of literaire stijl zien. Hier zie je een filosoof c.q. aspirant schrijver aan het werk, waar de aforismen (met levenswijsheid) in het eerste deel vn dat boek, sterk doet lijken op die van Gracian. Zijn eerdere werk had juist wel een puur filosofische titel (De wereld van Wil en Representatie). Heeft Schopenhauer juist aan het einde van zijn productieve leven een productieve draai gemaakt, (meer) richting de literatuur?
In het begin van de biografie staat al te lezen dat Arthur aanvankelijk niet gezien werd als filosoof, maar als de zoon van de novelist (schrijfster) Johanna, zjin moeder.
--
Reacties