Het fenomeen hebzucht
Hebzucht, Een filosofische geschiedenis van de inhaligheid, is een boek van de filosoof Jeroen Linssen:
Hij schreef het boek naar aanleiding van de financiƫle crisis:
Met een aanleiding in de actualiteit is dit boek dus voornamelijk een historisch-filosofische speurtocht. Ik ga op zoek naar de intellectuele en vooral de filosofische opvattingen over de hebzucht vanaf de elfde eeuw tot nu. Het gaat dus niet over al die lieden die in de voorbije tien eeuwen hun hebzucht hebben botgevierd. Het gaat niet om de geschiedenis van ‘het grote graaien’ zelf. Het boek staat weliswaar niet los van deze ‘echte’ of ‘materiĆ«le’ geschiedenis van de hebzucht, maar heeft eerder betrekking op de wijze waarop in de loop van tien eeuwen over hebzucht is nagedacht. Het is een geschiedenis van het filosofisch denken over hebzucht,
...
Op Youtube staat een presentatie voor de RU, waarin de filosoof het idee en de achtergrond van het boek uitlegt. aan de hand van de inhoudsopgave krijg je al een idee van de inhoud, en de presentatie vult al heel wat gaten op. Hij vertelt over Adam Smith (in het boek ook over Jeremy Bentham, pleitbezorger van het utilitarisme) en over Mandeville, econoom en arts, en zijn boek, The fable of the bees, dat als ondertitel heeft Private vices, public benefits, een tekst uit 1732.
Linssen vertelt dat er een verandering optreedt in het denken over hebzucht want in de middeleeuwen waar zijn verhaal begint - 1 het kwaad van de hebzucht - is de woekerrente nog een duivelse ontdekking. Ook in 2 - de worsteling met hebzucht is deze omwenteling er nog niet. Langzaam aan 3 - de onschuld van hebzucht - en pas later gaat men met bovenstaande genoemde auteurs de andere kant van het verhaal zien, 4 - de weldaden van hebzucht. Tot aan de normalisering van hebzucht waarin hij liberalisme ("en later neoliberalisme") tegenover socialisme zet.
Twee auteurs zijn belangrijk voor die verandering in het denken over hebzucht: Max Weber en Albert Hirschman.
Het kantelpunt - zo lees ik het - ontstaat wanneer hebzucht met eerzucht en machtszucht wordt gerelativeerd. Dat zijn meer negatieve varianten van extremen waardoor hebzucht in feite een positieve connotatie krijgt...
...
Greed is good, die qoute richting de financiƫle markt staat aan het begin.
Angst en hebzucht zijn twee drivers in het financiƫle systeem. Angst wordt vaak gebruikt ter afleiding omdat het de meeste sterke en ontologische emotie is van de mens. Zodra er maar angst is, kan er van alles gebeuren. Het is aan de instituties om die angst in toom te houden.
Hebzucht is het andere uiterste. In tegenstelling tot angst is het een emotie die de ruimte opzoekt. Angst beperkt, hebzucht zoekt groei. Symbolisch zou je hier de stier (hebzucht) en de beer (angst) kunnen zien, als twee emotionele en archetypische spelers in die wereld, maar ook buiten de financiƫle wereld.
Reacties