Hebben of Zijn (Fromm)

Een klassiek voorbeeld uit dit boek over Hebben versus Zijn gaat over een poëtische verschil van visie. Twee dichters zien de zelfde zeldzame bloem. De een schrijft een haiku (de Japanse dichter uit de zeventiende eeuw, Basho) en doet dat in termen van bewondering zonder de bloem aan te raken. De ander, de negentiende-eeuwse Engelse dichter Tennyson schrijft in termen van: ik pluk je en houd je vast... From ziet in de laatste de essentie van een hebben-mentaliteit, en in de eerste de zijn-mentaliteit. Ik heb dit boek in de jaren tachtig gelezen, en deze passage herinnerde ik me nog, al niet de details van de twee dichters.

Het boek to have or to be van Eric Fromm dateert uit 1976, maar bij het herlezen merk ik dat het nog bijzonder actueel is. Behalve misschien het laatste deel, waar de gedachte blijven steken op de oogst van kennis uit die tijd die veranderingen propageren, zoals de Marxistische ideeën.
Tegenwoordig zie je wel initiatieven als Slow Food en Slow Management of The minimalistische manier ("You can buy happiness and it is cheap") om met small houses en downsizing opnieuw het leven uit te vinden. Ook qua economie zijn er mensen die het eeuwige groeidenken - een exponent van de hebben-filosofie -willen veranderen, in circulaire economie-oplossingen.

De inleiding begint met een visionaire stelling dat de illusie eindigt. De grote belofte van onbegrensde groei, van dominantie over de natuur, van materiële overvloed, van geluk voor iedereen en van een persoonlijke vrijheid voor ieder was de belofte van het industriële tijdperk.
"Hiermee kwam men tot een oneindige productie en dus tot een even oneindige consumptie en men voelde zich almachtig en door de wetenschap ook nog eens alwetend. We zaten op het pad om god te worden, oppermachtige wezens. Echter deze grote belofte staat in schril contrast met het huidige trauma waarin elke falen over blijft. Want de ongelimiteerde behoefte vervulling van alle wensen leidde niet tot welzijn en ook niet tot geluk. De droom dat we onafhankelijke meesters van ons leven zouden zijn, eindigde met de bewustwording van het feit dat we een radar zijn in de bureaucratische machine en onze gedachten, gevoelens en voorkeuren gemanipuleerd worden door de overheid en de industrie en de massa communicatie die deze beheersen."

Hier aangekomen denk je toch dat dit bijzonder actueel is. Voor massa-communicatie voer je Facebook in, en je bent er.

"Economische voorspoed bleef beperkt tot rijke naties, en het verschil tussen rijk en arm werd enkel groter." En: Technical progress itself has created ecological dangers and the dangers of nuclear war, either or both of which may put an end to all civilization and possibly to all life.

Waar ging het fout?
De grote belofte werd gefundeerd op de premisse van geluk door maximum plezier en de bevrediging van behoeftes en subjectieve noodzakelijkheden (radical hedonism). En, dat egoïsme en hebzucht die het systeem nodig heeft om te functioneren zou leiden tot harmonie en vrede.

The passion for having must lead to never-ending class war. The pretense of the communists that their system will end class struggle by abolishing classes is fiction, for their system is based on the principle of unlimited consumption as the goal of living. As long as everybody wants to have more, there must be formations of classes, there must be class war, and in global terms, there must be international war. Greed and peace preclude each other.

De ontwikkeling van het economische systeem ging niet meer om wat is goed voor de mensheid, maar wat is goed voor de groei van het systeem. De industriële maatschappij misprijst de natuur en voor alles dat niet machine-gemaakt is en voor iedereen die geen machinebouwers zijn. Deze manier van leven leidt tot onze ziekte en die van onze maatschappij. De grote vraag is hoe de mensheid kan veranderen. Eerst het systeem of eerst de mens. Mesarovic en Pestel concluderen dat dit enkel kan wanneer de waarden en gedragingen van mensen verandert.

It is no longer shocking when political leaders and business executives make decisions that seem to be to their personal advantage, but at the same time are harmful and dangerous to the community.

Het uitsterven van ons overlevingsinstict leidt ertoe dat mensen liever een toekomstige catastrofe tegemoet gaan, dan dat ze nu iets moeten opofferen. Hij beschrijft hierbij het voorbeeld van Arthur Koestler's over een ervaring die hij had gedurende de Spaanse burgeroorlog. Hij zat in een comfortabele villa terwijl de troepen van Franco opklommen, en omdat het buiten regenachtig en koud was besloot hij binnen te blijven, zo werd hij gevangen genomen en puur door een wonder werd hij later bevrijd.  Het is o.a. deze ervaring van passiviteit dat Fromm dit boek heeft geschreven.

Deel 1 gaat over het begrip van het verschil tussen hebben en zijn. Dat begint met consumentisme, de inherente houding daarin is dat van swallowing the whole world. De consument is als een huilende baby die schreeuwt om zijn fles en dit is duidelijk een pathologisch fenomeen, net zoals alcoholisme en drugverslaving dat is.
Ook in het dagelijkse leven zien we de verschillen tussen de beide filosofieën terug. Bij het leren bijvoorbeeld kan je leren zien als het slikken en verslinden van feiten en kennis. Studenten in de hebben-mode hebben maar een doel, vasthouden wat ze geleerd hebben. Ze kunnen soms met nieuw ideeën en feiten moeite hebben omdat het ter discussie kan stellen met wat ze al hebben geleerd en waar ze aan vast willen houden.
In de zijn-modus zijn studenten veel meer open, ze hebben van te voren al nagedacht over een onderwerp en vragen voorbereid. In plaats van passieve receptoren luisteren ze actief en reageren op een productieve manier. Fromm werpt een blik op het begrip Interesse dat in het Latijn letterlijk er tussen zijn, betekent, inter esse.
Ook bij conversatie merk je de verschillen. De ene groep (hebben) wil vast houden aan hun eigen mening, terwijl de ander groep (zijn) open staat voor nieuwe ervaringen en ideeën en zelfs afscheid kan nemen van een mening omdat hij het niet als bezit beschouwt.
Ook zijn er vele voorbeelden van hebben- en zijn-visies in het oude en nieuwe testament. O.a. in het verhaal van Mozes die door de woestijn trekt, de woestijn als symbool van bevrijding. Je ziet dit terug in de cultuur van Nomaden stelt de schrijver, die zich ook nergens aan vasthouden.

Deel twee gaat over de fundamentele verschillen tussen de twee manieren van bestaan.
Wat is de hebben-modus precies? Dat begint bij de acquisitieve maatschappij die het fundament biedt. Want onze oordelen zijn bijzonder afhankelijk van de maatschappij waarin we leven waar eigendomsbezit, winst en macht de pijlers zijn van het bestaan. Ons ego is daarvan het belangrijkste object van bezit omdat het vele dingen omvat: onze naam, ons lichaam, sociale status, bezit van kennis en het imago dat we van onszelf hebben.

Our ego is a mixture of real qualities, such as knowledge and skills, and of certain fictitious qualities
that we build around a core of reality.

"Iedereen is als levend wezen gewoon om te (willen) groeien, en de mens weerstaat elke preventie om die groei tegen te houden. Om deze weerstand te breken is een mentale en fysieke kracht nodig. Wat echter begrenst is is de vrije wil en de spontane expressie van het jong kind die naarmate deze groei de begrenzingen van de maatschappelijk patroon ontmoet. Een proces van indoctrinatie, beloning en straf zorgt dat deze in de ideologie past en deze aanpassingen van de mens doet hem denken dat hij vrij is, zonder een idee te hebben dat zijn wil geconditioneerd en gemanipuleerd wordt."

Hij schets een voorbeeld van primitieve maatschappijen waar ze geen seks-taboe hebben. Omdat ze zonder exploitatie dan wel dominantie functioneren hoeven ze niet de individuele wil van iemand te breken. Seksueel contact hoeft zo niet gestigmatiseerd te worden en men kan hier van relaties genieten zonder zich schuldig te voelen. Het meest opmerkelijke is dat seksuele vrijheid niet tot seksuele hebzucht leidt.

Taalgebruik en dan bijvoorbeeld naamgeving levert een ander voorbeeld waar de hebben-oriëntatie op gebouwd is. Een naam, van iemand of iets, zorgt voor een substantie en niet een proces, net zoals de zelfstandige naamwoorden zoals liefde, trots en haat vaste substanties zijn en het inzicht verduisteren rond de processen van menselijke wezens. Ook krijgt Freud en zijn anale theorie een plek in de hebben-oriëntatie. De vergelijking van Freud is hier: money = feces.

Wat is de zijns-modus nu precies? Terwijl "hebben" verwijst naar dingen die vast en beschrijfbaar zijn, gaat het bij "zijn" om ervaring.
Om actief zijn dus. Dit betekent vrij zijn, onafhankelijk en met onderscheidend vermogen.  Door actief te zijn kan men zichzelf opnieuw uitvinden, groeien en wegstromen, lief hebben en de gevangenis van het eigen ego ontlopen. Een voorbeeld hiervan geeft hij a.d.h.v Max Hunziger wanneer deze vertelt over een blauw glas: dat heeft de kleur blauw niet omdat het blauw licht vasthoudt maar juist omdat het alle andere kleuren tegenhoud, het blauwe licht is vrij.

Actief versus passief. Twee begrippen die volgens de schrijver een grote verandering hebben ondergaan vanaf de klassieke oudheid en de middeleeuwen tot op het heden, waar actief niet onderscheid kent met gewoon druk zijn. Het echte onderscheid zit in de mate waarin er sprake is van vervreemding of niet. Iemand die door externe krachten tot activiteit gedwongen wordt heeft te maken met vervreemding en scheid zich van zijn activiteit.  Een voorbeeld hiervan is compulsief-obsessief gedrag. Bij niet vervreemd gedrag gaat het om een proces waarin iemand iets produceert, a process of giving birth to something.

Zijn als realiteit. Hier gaat het om het onderscheid tussen zijn (karakter) en lijken (ons masker). Dit is het onderwerp van Freuds' zijn psychoanalyse, om achter ons ware gedaante te komen.
Ook is er de wil om te geven en te delen, om op te offeren. We human beings have an inherent and deeply rooted desire to be: to express our faculties, to be active, to be related to others, to escape the
prison cell of selfishness. Toch ontbreekt deze wil in de tegenwoordige werkomgevingen als zijn er beroepen waar dit nog centraal staat, zoals verplegers, artsen, monniken en nonnen.

Een laatste onderdeel gaat in op specifieke eigenschappen of dimensies van hebben en zijn, zoals:
  • Het verschil tussen zekerheid en onzekerheid. Bij zekerheid zoeken we houvast in wat we Hebben, in het verleden opgebouwd en met vrees om dit te verliezen. We zijn bang om stappen in de toekomst te zetten en blijven liever bij het oude vertrouwde. We bewonderen echter helden die hier geen moeite mee hebben en die de capaciteit hebben om door te gaan.
  • Of het verschil tussen solidariteit en antagonisme. De hebben-modus bestaat uit de fundamentele elementen van competitie, antagonisme en angst. Hebzucht is het resultaat van een hebben-mentaliteit en dit is een mechanisme waardoor dominante klassen en daarmee oorlogen ontstaan.
  • Vreugde en plezier. Plezier is de bevrediging van een wens zonder dat dit een activiteit vereist (hebben) en vreugde is de straling die je voelt door enkel te zijn.
  • Zonde en vergeving. Ook hier gaat het om de structuur van een maatschappij waar mensen toe behoren en die regels dicteren, waaraan mensen moeten gehoorzamen.
  • Angst om te sterven (hebben), de affirmatie van het leven (zijn).
  • Hier, nu (zijn) versus het verleden en de toekomst (hebben). In de hebben-modus zijn we verbonden met wat we in het verleden hebben opgebouwd. Ik ben wat ik was. "Men zegt vaak, hij heeft een toekomst, of een oude reclame slogan was: There is a Ford in your future."
  • Zijn is niet noodzakelijk buiten de tijd, maar de tijd is niet de dimensie die zijn beheert.
Het laatste deel gaat over de nieuwe mens in de nieuwe maatschappij. Dit is het minst tijdloze van het boek. Fromm gaat in op twee veranderingsmechanismen: Het eerste is dat waarin de mens eerst moet veranderen om een beter systeem te kunnen maken, of de tweede visie is dat men eerst het systeem moet veranderen en dan volgt de verandering van de mens mee.

Terugkerend naar de essentie van hebben en zijn, denk ik dat het ook nog een aardig een tijdloos hulpmiddel voor veranderingsmanagement biedt. Het is de hebben-mentaliteit die vast wil houden aan het verleden. Daarbij kan je je afvragen wat daarbij zo belangrijk is geweest. Loslaten. Dat fenomeen is bekend uit de Boeddha traditie en zie je nu terugkomen bij meditatie-technieken, maar kan je ook gebruiken als trader. Mensen houden vaak obsessief vast aan een mening, of aan een positie die al lang niet meer klopt. Loslaten dus. Dat schreef Fromm al in 1976.

--
2018/01/cultuurproblemen-bij-de-toenemende

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?