De roep van de stam (Vargas Llosa)

Zou - La Llamada de la tribu - zo vertaald worden? De roep van de stam is een soort testament van de schrijver, zo ervaar ik het. Waarom zou een Peruaanse schrijver een werk uitbrengen over zeven Europese filosofen? Die vraag speelt door mijn hoofd bij het lezen van het boek.

Het is geen eenvoudig boek, want dat zijn filosofische boeken bijna nooit en ook al deelt de schrijver de mening van een van zijn voorbeelden dat taal enkel ondersteunend is voor het begrip van de wereld en dus zo duidelijk mogelijk moet zijn, dan nog is dat niet altijd het geval.

De inhoudsopgave van het boek en daarmee de structuur is chronologisch opgezet, elke volgende filosoof heeft een geboortedatum die na de vorige ligt. Zo geeft hij geen voorkeur voor één van de zeven. De verzameling van grootheden bestaat uit diverse nationaliteiten, zoals een Schot (Adam Smith), een Spanjaard (Ortega y Gasset), twee Oostenrijkers (Von Hayek, en Karl Popper, de laatste tevens Brit), twee Fransen (Aron en Revel) en een Rus van voor het uiteenvallen van de Sovjet Unie, die zich later in Engeland vestigde, Isaiah Berlin.

Uit de lijst valt op dat er geen Duitser voorkomt, die toch een traditie van filosofen hebben gehad. Wat de filosofen of denkers, of professionals met elkaar delen is een visie op een liberale wereld. Dat is de primaire boodschap van Vargas Llosa. Hij heeft deze schrijvers bijeengezocht als diegenen die een grote indruk op zijn ontwikkeling hebben achtergelaten. "Het zijn deze personen geweest die zijn denken richting hebben gegeven."

Wat valt nog meer op. Twee van de filosofen krijgen in het werk de titel van Sir mee (Berlin en Popper). Dat is opvallend, want wat zou daar de toegevoegde waarde van zijn, vraag ik me af. Het feit dat Popper een onderscheiding heeft gekregen maakt hem niet belangrijker als inspirator voor het liberale denken. Blijkbaar heeft dit stijlelement toch waarde voor de schrijver die zelf de Nobelprijs heeft ontvangen. Er is in de lijst nog iemand die ook de Nobelprijs heeft ontvangen, Von Hayek.

Over het waarom van dit boek meen ik dat dit dus te zien is als een persoonlijk testament. VL, die zelf het boek parafeert met de initialen MVLL, is opgegroeid in Peru, was in het begin van zijn leven een aanhanger van marxistische ideeën en een voorstander van de revolutie in Cuba. De revolutie in Cuba markeerde het einde van een periode in Zuid Amerika, schrijft hij. Maar al snel werd hem duidelijk dat de idealen en de realiteit uit elkaar liepen. Sartre was als links intellectueel de leidende filosoof van die tijd die het regime uit Rusland verdedigde en voorspelde dat dit de nieuwe wereld zou worden. Zijn breuk met Cuba kwam toen Fidel een journalist (Padilla) gevangen zette en toen VL vanuit Barcelona kritiek uitte met hem een gremium van schrijvers kreeg hij van Fidel te horen dat hij nooit meer toegang tot Cuba zou krijgen. De vraag is hoe precies zijn ontwikkeling van het communisme afkeerde, in eerste instantie en van het socialisme in tweede instantie. Maar zijn verblijf in Engeland heeft daarbij aan meegedragen, blijkt uit dit boek. Hij was zelfs onder de indruk van de figuur Margaret Thatcher (die hij ontmoette op een bijeenkomst van schrijvers en denkers, waar hij o.a. ook een van de filosofen uit zijn canon heeft ontmoet, Isaiah Berlin). De exacte details blijven onduidelijk want de inleiding waarin hij dit uiteen zet bevatten maar achttien pagina's.
Hij schrijft niet over zijn tijd als politicus in Peru, noch over het einde van zijn vriendschap met Garcia Márquez die het regime van Fidel altijd trouw is gebleven.

De zeven opstellen over de filosofen die hem geïnspireerd hebben zijn zeker interessant om te lezen. Het is een combinatie van intellectueel erfgoed van de betreffende filosoof aangevuld met persoonlijke anekdotes, over elk van hen. In het geval van Adam Smith, de eerste vertelt hij dat hij de plaats (Kirkcaldy) bezocht heeft waar de filosoof leefde. Over Smith zegt hij dat dit natuurlijk geen econoom was maar een moraalfilosoof en hij begint met zijn eerdere werk, the theory of moral sentiments. Dat werk is vrij onbekend, al vind je op het internet toch wel het nodige, er is zelfs iemand die het werk gepopulariseerd heeft. VL geeft een korte samenvatting van het werk en bespreekt essentiële elementen zoals hij schrijft: de neutrale observateur, als iemand die de emoties van anderen probeert te begrijpen in de context van wat deze overkomen is. Het is vreemd dat dit boek begint met het begrip sympathie, terwijl de Wealth of Nations, het bekende werk van Adam Smith uit gaat van het begrip egoïsme. Op het feit dat beide boeken zo'n verschillende visie hebben op het leven gaat VL niet in. Op het internet schrijft iemand over de essentie van het verschil tussen beide visies: Love Locally, Trade Globally (Russs Roberts, How Adam Smith can change your life, Amazon).
De grote onbekende na dit portret blijft toch het hoe deze filosoof het leven van de schrijver dan precies beïnvloed heeft.
Bij Ortega y Gasset is dat iets eenvoudiger te zien. Een Spaans filosoof die zich sterk verzet heeft tegen het nationalisme in het algemeen (waar ook Adam Smith een tegenstander van was) en specifiek zoals in Catalunya en het Baskenland. Omdat hierbij het individu niet meer centraal staat (Dit is bijzonder actueel, want in het huidige Catalunya geeft slechts 50% zijn voorkeur voor afsplitsing en die vijftig procent die tegen is telt blijkbaar niet mee voor de nationalisten, die desondanks afscheiding willen). Het werk gaat in tegen het opkomende communisme en fascisme van die tijd en past dus precies bij de ontwikkeling die VL zelf ondergaat. Wat ook belangrijk is dat VL hier schrijft dat Ortega y Gasset een van de weinige filosofen uit die tijd was die zich interesseerde voor Latijns Amerika. Dat is opvallend, want geen ander van de zeven filosofen betrekt in zijn denken de politiek of democratie laat staan het liberalisme in Zuid Amerika. Toch een belangrijk onderdeel in het leven van VL.
Ortega was voorstander van de Spaanse republiek en zag zijn goede naam lijden onder de dictatuur van Franco waarvan hij dacht dat die na 1945 zou aftreden hetgeen niet gebeurde. Hij sluit het hoofdstuk af met de opmerking dat Ortega niet de faam heeft genoten in Spanje puur door zijn geboorteland. Was hij Fransman dan zou hij gefêteerd zijn als een Sartre of in Engeland als een Russell. Maar juist hier speelt het ontoegankelijke karakter van de Spanjaard en de complexiteit van Spanje ten opzichte van landen als Frankrijk en Engeland.

Opvallend is ook de keuze voor Friedrich van Hayek. Hij was wel echt een econoom en mijn vraag is hoe een schrijver van literatuur zich zo met deze econoom en zijn ideeën kon bezighouden. Wat is zijn motief hiervoor geweest? VL begon deze (naast Popper en Berlin) te lezen in de jaren zeventig en tachtig "na de sofistiek en illusies van het socialisme." Maar de jaren zeventig zeker waren nog volop de jaren van het socialisme, zeker in het intellectuele milieu.
Behoudens een kleine misstap over Chile waar von Hayek meende dat dit land liberaler was onder Pinochet dan onder Allende, prijst de schrijver zijn gedachtegoed, dat begint met de stelling van deze ten opzichte van Keynes, die veel meer bekend was. Von Hayek geloofde in de kracht en de ambitie van het individu, terwijl Keynes en rol voor de staat reserveerde. von Hayek was ook sterk tegenstander van het constructivisme dat opgang deed in de communistische landen. "Het belangrijkste werk van v. Hayek is the constitution of liberty, en dat is geen eenvoudig boek." aan het eind van het boek zet deze de verschillen uiteen tussen het liberalisme en conservatisme. Deze paragraaf heet: "waarom ik niet conservatief ben." (Denk hier nog even terug aan de figuur Thatcher, was die niet gewoon conservatief?).

Hier ligt het leitmotiv van de schrijver. Verderop in het boek (wanneer hij Sartre bespreekt) wordt duidelijk dat hij zicht afzet tegen de linkse intellectueel, zoals deze in de huidige tijd onder druk staat, maar in de jaren tachtig nog de dienst uitmaakte. Hier lezen we waarom. Of wat ook mogelijk is, hier is de tijd rijp voor de schrijver om zijn politieke voorkeur als rechts-liberaal te uiten. Nu kan dat wel, omdat de ideologie van links wegkwijnt.

"Karl Popper had zonder Hitler en de Nazi´s nooit het boek - the open society and its enemies - geschreven." Zo begint het vierde hoofdstuk. Het grote kwaad in dit werk is Hegel, die Popper net als Schoppenhauer eerder had gekwalificeerd als obscurantist en charlatan. Ook bespreekt hij de verschillen tussen Popper en Wittgenstein die vond dat de filosofie zich vooral met helderheid van taal moest bezig houden en niet met de grote levensvragen als ware het een puzzel die je kon oplossen. Ook is Popper grote tegenstander van het historicisme, de stroming in de geschiedenis die meent dat de geschiedenis al geschreven is voordat ze zich ontplooit. Popper daarentegen is voorstander van een peacemeal benadering, met kleine ingenieuze en graduele inmenging de wereld proberen te verbeteren. Alles wat ruikt naar planmatigheid keurt hij af door de totalitaire gevaren die dat met zich meebrengt.

Popper krijgt de meeste ruimte in het boek, Isaiah Berlin komt als tweede.

Raymond Aron is interessant omdat ik niet eerder van de naam heb gehoord. Hij brengt het gezegde in: de opium van de intellectuelen. Dat gezegde maakt meteen helder wat zijn filosofie is, en dat Aron opponent is van de in die tijd almachtige Sartre. Een duidelijk motief voor de schrijver VL.

Vrij uitgebreid schrijft VL ook over Berlin. Hij bespreekt een aantal boeken en wanneer hij het heeft over de Vos en de Egel, zegt hij zeer subtiel, "Ja, wij vossen..." VL voelt zichzelf als een vos net als Berlin, maar hoe zit het dan met zijn politieke ambities destijds in Peru? Toen had hij nog de ideeen van een egel. Juist het meest belangrijke boek dat de oorsprong geeft over de vos en egel, The Roots of Romantism laat hij echter onbesproken.

De laatste, Jean-Francois Revel was mij ook onbekend, dacht ik. Tot ik bemerkte dat De monnik en de filosoof door hem (de filosoof en Matthieu Ricard, de monnik) geschreven was. Daarover later dus meer, is ook een leuk boek om te bespreken.
VL vertelt hier dat hij Revel las toen zijn boek How do democraties end, uitkwam, terwijl hij op een symposium in Colombië was. Iemand vroeg hem terwijl hij het boek aan het lezen was, "Ook een fan van die moderne Cassandra?"  Revel zag in het boek de macht van het communisme opkomen, terwijl de Europeanen lagen te slapen. Revel was net als Aron een tegenstander van Sartre en volgens VL de enige echte filosoof die overbleef na het overlijden van de eerste. "En een leegte achterlaat (nu deze na zijn eigen dood) die nog niet opgevuld is."

Met de stam of de tribu begon het leven van de mens. In het begin, behalve in de bijbel leefde de mens in stammen, maar in de moderne maatschappij is de mens het beste af wanneer zijn individuele behoeften zo goed mogelijk geborgd worden en dat de collectiviteit duidelijke grenzen heeft en die gedachte past het best bij een liberale filosofie.
Er is een groot verschil tussen literaire schrijvers en filosofen. De eersten ontvangen meestal meer lof dan de laatsten, Jane Austen leeft meer dan Karl Popper of Bertrand Russell. Waarom dan dit boek, van een schrijver over filosofen?

--
2012/02/de-droom-van-de-kelt


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa