Ik ben econoom en bied mijn excuses aan (Florence Noiville)
Om dit boek te schrijven heb ik genoten van het "writers in residence" programma van het Fonds voor de letteren uit Nederland. Bijzonder is deze steun, gegeven waar het onderwerp over gaat: over de ontbrekende ethiek van de Business Schools in de wereld, in het concrete voorbeeld dat van de HEC Paris, la école des Hautes etudes Commerciales de Paris. Dat is zeg maar de Franse variant van de Amerikaanse Harvard Business School of de RSM in Nederland.
"Ik ben econoom en bied mijn excuses aan," (Florence Noiville, 2009) is de titel van het boekje (een korte verzameling van essays) over de relatie tussen de Business Schools en de kredietcrisis. Wat direct opvalt op het moment dat je leest dat het over de business schools handelt dat economen meestal niet in deze business schools opgeleid worden. Het gaat voornamelijk om financiering en marketing. De twee top-materies / disciplines voor bedrijven waar de afgestudeerden van deze scholen komen te werken.
Het boek bestaat uit een tiental korte hoofdstukken die elk een onderdeel van de problematiek opvangen, of een visie uitwerken.
De schrijfster, zelf afkomstig van deze school, begint zoals de meeste van de graduates, te werken voor de grote bedrijven uit het bedrijfsleven, waar men geacht is voor te gaan werken na het behalen van het diploma, maar kiest dan gedurende haar loopbaan voor de journalistiek. "En direct werd mijn salaris gehalveerd," vertelt ze, en geeft daarmee direct het probleem aan. Verder op blijkt dat bij de nieuwe lichtingen van de HEC wel meer ethiek in het curriculum binnenstroomt, maar dat maar slechts zeer weinig studenten deze (zoals bedrijfsadministratie voor alternatieven bedrijven) vakken kiezen.
Het traditionele model van de Business Schools - later wordt duidelijk dat HEC slechts een andere copy-paste-model is van elke willekeurige andere business school in de wereld - is te vatten in het acroniem: MMPRDC, Make more profit the rest we don't care about. Ze geeft een aantal voorbeelden waaronder een waar ze zelf ooit ook aan meegedaan heeft, namelijk een studie uitvoeren voor een tabaksindustrieel consortium waar ze een balans moest zien te vinden tussen de kosten van juridische claims en verwachten baten van een campagne.
De essays zijn leuk geschreven met diverse quotes van bekende schrijvers dan wel bekende anekdotes of referenties aan literatuur, zoals die van Aldous Huxley, Brave New World die voorspelde dat er diverse klassen zouden ontstaan, de alfa's en bèta's tot aan de (armere) epsilons. Ook de etymologie van het begrip economie, Grieks voor huishouding krijgt aandacht, een beetje cliché-matig waar de auteur concludeert dat we er qua mondiale huishouding een zooitje van hebben gemaakt, alleen maar omdat er "groei," moest komen. "De focus op groei en bloei leidt in onze maatschappij enkel tot verwoesting en kritiek," schrijft ze.
De mensen zijn de zingeving* kwijt geraakt, is een andere conclusie. Ze vertelt dat mensen meedoen omdat ze de stroom niet kunnen stoppen, maar op een soort schizofrene manier met een been in de kapitalistische orde staan maar aan de andere kant ook een tweede professie hebben uitgekozen (zoals de advocaat die ook coach is, of de bankier die ook schrijft, maar dat niemand mag weten) om tenminste iets te doen dat zin heeft of beter overkomt.
Er zijn wel veranderingen, maar die overleven de marktwerking niet en in feite alles blijft ondanks de oppervlakkige verandering alles zoals het was (vrij naar El Gato Pardo). Voorbeelden die wel veranderingen bieden zijn die van Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus (Grameen Bank, microkredieten in Bangladesh), maar dat lijken toch geïsoleerde successen. Hij geeft sinds 2009 op de HEC het vak, "het bedrijf en armoede," maar de zalen stromen er niet voor vol. Hij werd en wordt gezien als een outsider. De uitzondering die wel kritiek heeft op het apartheid-systeem van de bankenwereld, maar op zo'n kleine schaal opereert dat je het geen verandering mag noemen.
In "I have a dream," schrijft de econome een ludiek essay over een droom die ze heeft waarin de school colleges geeft over klimaat, armoede, gezondheid, zeg maar over problematiek in de wereld waar de Business School een oplossing voor geeft. Maar echt serieus kan je die droom niet noemen. de titel van het boek komt in dit essay terug, op een wat gespeelde grappige manier. "Goh, wat goed van deze veranderingen van u," zegt iemand, u geeft filosofie neem ik aan?" Nee, zegt de auteur, ik moet me verontschuldigen, ik ben econoom.
Het geheel komt wat geforceerd over. Typisch een boek dat succes wil uitbaten van een goede timing, die van de kredietcrisis, maar inhoudelijk zie ik weinig echt inspirerende passages. In ieder geval wordt in dit boek duidelijk dat de Business Schools zo'n beetje over de hele wereld het zelfde curriculum uitdragen.
Het is bekend dat Macron en alle elite van Frankrijk naar dezelfde ecole(nationale d'administracion) zijn gegaan. Dat zou een veel interessanter idee geweest te zijn. En dat is ook precies wat in dit boekje ontbreekt. Het grote belang van status en netwerken die deze business scholen bieden. Een aspect dat de econome niet eens noemt. Foei. Maar goed, excuses aanvaard...
"Heb je het geluk dat je de arbeidsmarkt betreedt in gunstige omstandigheden, dan zul je de rest van je leven meer prioriteit geven aan zingeving". (bron: https://www.eur.nl/nieuws/laten-de-kneedbare-jaren-een-eeuwige-indruk-achter)
2019/04/economie-is-geen-wetenschap
Reacties