De fiets is geen statussymbool
Hardop denkend:
Iedereen weet wat een fiets is. In Nederland heeft iedereen ook wel een beeld van een fiets. Bij mij roept de fiets in eerste instantie het gevoel van vrijheid op. Je stapt op de fiets en begint te rijden, en je hoeft niet bang te zijn om geflitst te worden wanneer je door rood rijdt. De fiets past misschien wel op dezelfde manier bij de Nederlandse cultuur als het wantrouwen tegen het fenomeen baas. De Nederlander heeft een soort anarchistische kant die er bij het fietsen even uit kan komen. Eenmaal op het kantoor stromen ons de regeltjes in het gezicht en is het weer afgelopen met de vrijheid, maar de weg ernaar (het werk) toe - al fietsen - is utopisch.
Maar ik ken natuurlijk ook een ander beeld. Wanneer het regent en je kletsnat wordt omdat je er net niet rekening mee hebt gehouden. Dan vergeet je de vrijheid en weet je dat de fiets het onderdoet voor de auto. Al klagend kom je aan. Niet met grootse ideeën die je opgedaan hebt tijdens de reis maar na brommend over de ellende in de wereld en dan vooral het klimaat. Dat van Nederland.
Maar ergens las ik dat dit beeld puur Hollands is. Voor Allochtonen of hoe je die mensen mag noemen is de fiets niet waarom ze hier heen gekomen zijn, zo'n ijzeren ezel, dat kan je toch niet uitleggen aan de mensen, familie die in Marokko of Turkije zijn gebleven dat je nu op zo'n tweewieler naar je werkt gaat. Met een broodtrommeltje op de bagagedrager?
Diverse studies naar het mobiliteitsgedrag van allochtonen hebben aangetoond dat een groot deel van de verschillen tussen allochtonen en autochtonen kan worden verklaard door sociaal-demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke kenmerken van de onderscheiden groepen. Er is echter geen goede verklaring gevonden voor het feit waarom allochtonen minder vaak gebruik maken van de fiets, waarom de auto relatief vaak gebruikt wordt door Turkse en Marokkaanse
mannen en waarom het openbaar vervoer relatief vaak gebruikt wordt door Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse vrouwen...
Aldus het kennisinstituut voor mobiliteitsbeleid...
De belangrijkste conclusies zijn:
• Het imago van de fiets, het gevoel van verkeersonveiligheid en onvoldoende fietsvaardigheden bepalen het lage fietsaandeel.
• De auto wordt gezien als een statussymbool; je kunt ermee laten zien dat je iets bereikt hebt in Nederland. De auto wordt daarom veel gebruikt, vooral door Turkse en Marokkaanse mannen.
• Het openbaar vervoer wordt vooral gebruikt vanuit praktische overwegingen.
• Verschillen in mobiliteitsgedrag worden naar verwachting in de toekomst kleiner, maar zullen nog tientallen jaren blijven bestaan (bron: https://www.kimnet.nl/publicaties/rapporten/2008/04/29/blijvend-anders-onderweg-mobiliteit-allochtonen-nader-bekeken)
De auto als statussymbool. Toch kiezen veel jongeren voor bla-blacar-achtige constructies in deze tijd van duurzaam gedrag en collaboratieve oplossingen. En hoeven ze niet meer zo nodig een eigen auto. Een auto kost ca. drie duizend euro per jaar en voor dat geld kan je - rationeel gezien - heel wat mobiliteit kopen, maar dan zonder de bijbehorende status. Iets dat voor autochtonen meer waarde heeft. De mobiele telefoon is ook een statusobject geworden, blijkens de peperdure i-phone waar velen hun laatste geld aan spenderen. Om erbij te horen.
Feit blijft dat status voor verschillende groepen een ander symbool kenmerkt. De fiets blijft een vrijheidssymbool, maar niemand heeft natuurlijk alleen maar een fiets. De auto is er vaak ook nog.
Net als je soms bier drinkt en soms wijn, die voorkeur hangt mede af van de activiteit.
Voor de duurzame economie is dit nog wel een hoofdbreker, als status ook een rol moet krijgen in die discussie. En nu met de zelf-rijdende auto en elektrisch rijden lijkt de auto nog meer een statussymbool te worden; wie niet elektrisch rijdt en bij voorkeur geen Tesla heeft, hoort er niet bij. Om van het openbaar vervoer maar te zwijgen.
Enfin, hier valt nog wel meer over te zeggen. ... Maar als het gaat om de fiets of de auto, dan gaat het om een verschil tussen zijn en hebben. Als fietser ben je eerder iemand, terwijl je als bezitter van een auto voornamelijk wat hebt. Zonder dat het iets zegt over wie je bent. De fiets past bij de Nederlandse cultuur, de auto past bij elke cultuur. In die zin is de fiets toch echt een statussymbool.
--
2009/04/cultuur-suiker-in-de-koffie.html
Iedereen weet wat een fiets is. In Nederland heeft iedereen ook wel een beeld van een fiets. Bij mij roept de fiets in eerste instantie het gevoel van vrijheid op. Je stapt op de fiets en begint te rijden, en je hoeft niet bang te zijn om geflitst te worden wanneer je door rood rijdt. De fiets past misschien wel op dezelfde manier bij de Nederlandse cultuur als het wantrouwen tegen het fenomeen baas. De Nederlander heeft een soort anarchistische kant die er bij het fietsen even uit kan komen. Eenmaal op het kantoor stromen ons de regeltjes in het gezicht en is het weer afgelopen met de vrijheid, maar de weg ernaar (het werk) toe - al fietsen - is utopisch.
Maar ik ken natuurlijk ook een ander beeld. Wanneer het regent en je kletsnat wordt omdat je er net niet rekening mee hebt gehouden. Dan vergeet je de vrijheid en weet je dat de fiets het onderdoet voor de auto. Al klagend kom je aan. Niet met grootse ideeën die je opgedaan hebt tijdens de reis maar na brommend over de ellende in de wereld en dan vooral het klimaat. Dat van Nederland.
Maar ergens las ik dat dit beeld puur Hollands is. Voor Allochtonen of hoe je die mensen mag noemen is de fiets niet waarom ze hier heen gekomen zijn, zo'n ijzeren ezel, dat kan je toch niet uitleggen aan de mensen, familie die in Marokko of Turkije zijn gebleven dat je nu op zo'n tweewieler naar je werkt gaat. Met een broodtrommeltje op de bagagedrager?
Diverse studies naar het mobiliteitsgedrag van allochtonen hebben aangetoond dat een groot deel van de verschillen tussen allochtonen en autochtonen kan worden verklaard door sociaal-demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke kenmerken van de onderscheiden groepen. Er is echter geen goede verklaring gevonden voor het feit waarom allochtonen minder vaak gebruik maken van de fiets, waarom de auto relatief vaak gebruikt wordt door Turkse en Marokkaanse
mannen en waarom het openbaar vervoer relatief vaak gebruikt wordt door Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse vrouwen...
De belangrijkste conclusies zijn:
• Het imago van de fiets, het gevoel van verkeersonveiligheid en onvoldoende fietsvaardigheden bepalen het lage fietsaandeel.
• De auto wordt gezien als een statussymbool; je kunt ermee laten zien dat je iets bereikt hebt in Nederland. De auto wordt daarom veel gebruikt, vooral door Turkse en Marokkaanse mannen.
• Het openbaar vervoer wordt vooral gebruikt vanuit praktische overwegingen.
• Verschillen in mobiliteitsgedrag worden naar verwachting in de toekomst kleiner, maar zullen nog tientallen jaren blijven bestaan (bron: https://www.kimnet.nl/publicaties/rapporten/2008/04/29/blijvend-anders-onderweg-mobiliteit-allochtonen-nader-bekeken)
De auto als statussymbool. Toch kiezen veel jongeren voor bla-blacar-achtige constructies in deze tijd van duurzaam gedrag en collaboratieve oplossingen. En hoeven ze niet meer zo nodig een eigen auto. Een auto kost ca. drie duizend euro per jaar en voor dat geld kan je - rationeel gezien - heel wat mobiliteit kopen, maar dan zonder de bijbehorende status. Iets dat voor autochtonen meer waarde heeft. De mobiele telefoon is ook een statusobject geworden, blijkens de peperdure i-phone waar velen hun laatste geld aan spenderen. Om erbij te horen.
Feit blijft dat status voor verschillende groepen een ander symbool kenmerkt. De fiets blijft een vrijheidssymbool, maar niemand heeft natuurlijk alleen maar een fiets. De auto is er vaak ook nog.
Net als je soms bier drinkt en soms wijn, die voorkeur hangt mede af van de activiteit.
Voor de duurzame economie is dit nog wel een hoofdbreker, als status ook een rol moet krijgen in die discussie. En nu met de zelf-rijdende auto en elektrisch rijden lijkt de auto nog meer een statussymbool te worden; wie niet elektrisch rijdt en bij voorkeur geen Tesla heeft, hoort er niet bij. Om van het openbaar vervoer maar te zwijgen.
Enfin, hier valt nog wel meer over te zeggen. ... Maar als het gaat om de fiets of de auto, dan gaat het om een verschil tussen zijn en hebben. Als fietser ben je eerder iemand, terwijl je als bezitter van een auto voornamelijk wat hebt. Zonder dat het iets zegt over wie je bent. De fiets past bij de Nederlandse cultuur, de auto past bij elke cultuur. In die zin is de fiets toch echt een statussymbool.
--
2009/04/cultuur-suiker-in-de-koffie.html
-- 5 oktober 2024, Con Quien Viajas, is een Spaanse film over Bla-Bla-car-reizigers.
Reacties