Biografie Brutus - de beroemdste moordenaar
Sommigen biografieën zijn een must zeker wanneer je over posities en patronen nadenkt.
EEN. Marcel Ermers, juni 2019
"Ruim 2000 jaar geleden, op 15 maart 44 v.Chr. om precies te zijn, werd in Rome een politieke moord gepleegd, misschien wel de beroemdste uit de geschiedenis. ... dat het Julius Caesar was die werd vermoord en dat (Marcus Junius) Brutus een van de daders was. En o ja, dat Ceasars laatste woorden waren: “Ook gij, Brutus?”.
Historica Kathryn Tempest schetst in haar boek Brutus, de nobele samenzweerder een portret van ... de ... ’s-werelds beroemdste moordenaar’....
Ze zet... nog in grote lijnen de geschiedenis van de Romeinse republiek neer (ongeveer 509 – 31 v.Chr.). ... schoolkennis over Consuls, Triumviraten, Veni, vidi, vici en Alea iacta est ... zodat een helder beeld ontstaat van de Romeinse republiek in haar nadagen, de dagen van Caesar en Brutus.
We weten weinig van de jeugd, of zelfs maar de geboorte van Brutus (zijn geboortejaar wordt geschat tussen 85 en 78 v.Chr.). Tempest citeert ... [Christopher Pelling] die met hetzelfde probleem zit bij een biografie over Plutarchus: ‘Iedereen merkt het als een groot man overlijdt; het is moeilijker op te merken wanneer er een geboren wordt. ‘ (en vooral in die tijd waar zoals de auteur stelt, men minder oog had voor de formatie van karakters of jeugdervaringen) We lezen pas echt iets over Brutus in de verschillende bronnen, zoals de brieven van Cicero, als hij zich al een positie aan het verwerven is in de Romeinse politiek. Brutus profileert zich in het publieke debat van die tijd als afstammeling van Lucius Brutus. Deze Brutus stond aan de basis van de Romeinse republiek door het ten val brengen van koning Tarquinius Superbus. Die claim ligt wat ingewikkeld omdat Lucius Brutus zijn beide zoons liet onthoofden toen zij probeerden de afgezette koning weer op de troon te zetten. Maar omdat het in Rome gebruikelijk was om je afkomst wat op te poetsen werden er geen vragen gesteld bij deze ‘claim to fame’ van Brutus.
Door de bevolking van Rome werd hij aangesproken, met name in de maanden voor de aanslag op Caesar, op zijn boodschap dat hij stond voor de republiek en die wilde verdedigen tegen alleenheersers.
Caesar was in de laatste maanden van zijn leven geen koning maar wel heer en meester in Rome. Hij had zich laten benoemen tot ‘dictator perpetuo’ (dictator voor het leven), terwijl dat eigenlijk een functie was voor kortstondige noodsituaties. Feitelijk was Rome dus weer terug bij een staatsinrichting met één man die de dienst uitmaakte.
Tempest omschrijft mooi hoe Brutus op zijn werk en onderweg naar zijn werk werd geconfronteerd met graffiti waarin hij werd opgeroepen actie te ondernemen: “Brutus, slaap je?”, “jij bent geen Brutus”, “Brutus, ben je omgekocht?”, “Jij bent geen afstammeling van Hem”.
Volgens Tempest was het deze druk van de publieke opinie die Brutus ertoe bracht zich aan te sluiten bij het complot tegen de alleenheerser Caesar. Daarmee koos hij dus voor zijn idealen en niet voor zijn goede relatie met Caesar. Die keuze maakt het volgens Tempest zo moeilijk – maar tegelijkertijd zo interessant- om een oordeel te geven over Brutus.
Om dat uit te leggen geeft ze allereerst aan hoe lastig het sowieso is om een oordeel te geven over gebeurtenissen en personen in de klassieke oudheid. Er zijn weinig bronnen bewaard gebleven. De bronnen die er nog wel zijn, zijn nooit objectief en vaak ook pas later geschreven. Zo is eerste biografie van Brutus geschreven door Plutarchus in de tweede eeuw na Chr., dus meer dan 200 jaar na de moord op Caesar.
Er zijn wel flarden bewaard gebleven van eerdere stukken over Brutus, maar die zijn geschreven in een tijd dat iedereen in Rome allang gewend was aan het Keizerrijk. De algemene mening was toen dat de Republiek rond 44 v.Chr. sowieso zijn langste tijd had gehad.
DE MOORD OP CAESAR, VINCENZO CAMUCCINI (CIRCA 1786)
Vanuit dat perspectief redde Brutus dus niet de republiek door een tiran te vermoorden. Hij had de Vader des Vaderlands vermoord, waardoor het Romeinse Keizerrijk, dat er anders ook onvermijdelijk was gekomen, nu pas na een bloedige burgeroorlog tot stand kwam. Die burgeroorlog – tussen Marcus Antonius, bondgenoot van Caesar, de latere keizer Augustus en de complotplegers onder leiding van Brutus – zou in 42 v.Chr. leiden tot de dood van Brutus.
William Shakespeare [over wie Tempest vertelt dat deze nauwelijks onderlegd was in het Grieks en Latijn], diezelfde die Caesar zo mooi “ook gij, Brutus” liet zeggen, legt Marcus Antonius de volgende lovende woorden in de mond over Brutus, gesproken boven diens lichaam:
- Dit was de nobelste Romein van allen,
- Want elk der samenzweerders, buiten hem
- deed wat hij deed uitgunst jegens Caesar
- Hij sloot, alleen uit eerlijke overtuiging
- En voor een ieders heil zich bij hen aan
Droogjes constateert Tempest dat het onwaarschijnlijk is dat Marcus Antonius zich werkelijk zo over zijn tegenstander heeft uitgelaten. Toch, zegt ze, lijkt het sentiment dat Shakespeare verwoordt, een bepaalde houding tegenover Brutus te vertegenwoordigen die er kennelijk vanaf het begin is geweest. Dat hij zich in zijn hele carrière had uitgesproken als verdediger van de republiek en om dat waar te maken iemand moest vermoorden die hem hielp en hem toch nog als een vriend zag, maakt hem meer tot een tragische held dan een kille moordenaar. Is dat terecht? We zullen het nooit weten, stelt Tempest – hoewel ze gezien de ondertitel van haar biografie neigt naar een ja.
We weten niet hoeveel samenzweerders betrokken waren bij de moord op Caesar, sommige bronnen spreken van tachtig, andere komen niet verder dan veertien. Maar hoeveel het er ook waren, Brutus stelt hen, twee millennia na dato, allemaal in de schaduw. Volgens Tempest omdat uit zijn levensgeschiedenis twee vragen opdoemen die tijdloos zijn.
Vraag 1: is vriendschap belangrijker dan je idealen?
Vraag 2: is een politieke moord te rechtvaardigen?
Zowel de geïnteresseerde leek als de diehard classicus krijgen echt waar voor hun geld. En stof tot nadenken. Geen slechte score voor een biografie." (Bron: Brutus, de nobele samenzweerder, https://biografieportaal.nl/recensie/brutus-nobele-samenzweerder-kathryn-tempest/)
TWEE. Hoe Brutus en Volkert van der Graaf tevergeefs trachtten de loop van de geschiedenis te wijzigen
"...Een geweldig boek dat de vraag oproept of het alleen nobele idealen waren die Brutus bezielden. De ondertitel ten spijt geeft Tempest op die vraag geen eenduidig antwoord. Ze houdt het erop dat Brutus voor altijd wel een raadsel zal blijven. Zelf vermoed ik dat ‘koningsmoordenaars’ nooit alleen door nobele idealen worden gedreven. Vrijwel altijd lijken er duistere motieven mee te spelen, zoals afgunst op het charisma en de aandacht die de aanzienlijken en machthebbers genieten. Ik moest bij het lezen van Brutus onweerstaanbaar denken aan Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn, die zich tijdens zijn rechtszaak beriep op hooggestemde idealen, maar die – zelf gespeend van ieder charisma – vooral jaloers lijkt te zijn geweest op het onmiskenbare charisma van Fortuyn. Hoeveel verschillen er ook tussen Brutus en Van der Graaf zijn aan te wijzen, ze hadden dit gemeen: ze wisten de loop van de geschiedenis niet te veranderen.
Brutus was in de leerstof Oude Geschiedenis in de jaren tachtig van de vorige eeuw nooit meer dan een voetnoot aan de Utrechtse universiteit. Ik heb het zojuist nog even nagekeken in de ‘readers van het Instituut voor Geschiedenis der Rijksuniversiteit Utrecht’, zoals de 16-delige reeks voor eerste- en tweedejaarsstudenten deftig luidde. Van die zestien delen gingen er twee over Romeinse geschiedenis. Daarin vooral aandacht voor de ‘lonque durée’, zoals de sociale conflicten in de Romeinse republiek door de tijd heen, het Romeinse burgerschap en de economie in de Oudheid. Over de hoofdrolspelers in de eerste eeuw voor Christus – om me hiertoe te beperken – ging het nauwelijks. Begrijpelijk: studenten moesten in kort bestek een goed beeld krijgen van de wereld van de Oudheid, ‘grote mannengeschiedenis’ volstond niet.
Maar jammer is het wel, want wat een menselijk drama heeft zich niet afgespeeld in die eerste eeuw, beginnend met Lucius Cornelius Sulla..., die zich opwierp als de eerste dictator van de Republiek. Hij voerde tal van hervormingen door en liet onder zijn bewind een man als Pompeius ... opkomen – die de vader van Brutus ..., de gelijknamige Marcus Junius Brutus (senior), in de onlusten die volgden na de dood van Sulla in 77 liet doden – wat voor het enig kind (ten tijde van de moord circa acht jaar oud) traumatisch moet zijn geweest.
Moet zijn geweest…want Tempest maakt in haar voortreffelijke studie duidelijk hoe weinig we over Brutus junior weten. Brutus junior, aldus Tempest, is waarschijnlijk een uitstekend redenaar geweest die een reeks van geschriften schreef waarvan nauwelijks iets bewaard is gebleven. Bewaard gebleven is wel de zin ‘Het is beter over niemand te heersen dan de slaaf van een ander te zijn’. Die komt uit het traktaat Over het dictatorschap van Pompeius en was een reactie op een dreigende machtsovername door Pompeius na diens vele succesvolle veldtochten voor Rome. Uit de zin sprak veel idealisme, want slaven waren er genoeg en heersen wilden er meer in Rome.
Om te beginnen het driemanschap Pompeius, de magnaat Crassus en die andere generaal, Julius Caesar. Hun driemanschap was een regelrechte aanval op de toch al wankele republiek, die door de kortstondige dictatuur van Sulla (82-79) reeds veel te verduren had. Het driemanschap viel al snel uiteen: Crassus sneuvelde in de strijd tegen de Parthen en tussen Pompeius en Caesar ontstond onenigheid. In die onenigheid koos Brutus aanvankelijk voor Pompeius, wat wel beschouwd kan worden als het beste bewijs van zijn republikeinse idealen, al zal hij Pompeius, de moordenaar van zijn vader, tandenknarsend hebben gesteund nu deze door de senaat met veel vleierij was overgehaald Rome te verdedigen tegen de ambitieuze generaal Caesar. Dat die keuze hem niet noodlottig werd is wel verklaard door de relatie van Caesar met Brutus’ moeder Servilia, reden waarom de dictator in spé mild gestemd over de jongeling zou zijn.
Trouw aan zijn vader zal Brutus gaandeweg teleurgesteld zijn geraakt in Caesar, die hij de republikeinse idealen ten grave zag dragen. Hij was de enige niet. Brutus was maar een van de vele samenzweerders, zij het de belangrijkste. En hij was ook niet de enige die Caesar doodstak, maar een van velen. Maar Caesar ... lijkt in alle opzichten dominant in zijn leven aanwezig te zijn geweest, wat ook de befaamde woorden Et tu, Brute? zouden bevestigen. Of de woorden zijn gesproken werd al in de Oudheid betwijfeld, maar dat Caesar en Brutus – ook gezien de tijdelijke relatie van Caesar met zijn moeder Servilia – een soort van vader-zoon relatie hadden, is niet ondenkbaar. De dominantie van Caesar en de verwachtingen en de hoop die Brutus aanvankelijk op hem lijkt te hebben gevestigd, doen mij denken dat Brutus bij de moord op Caesar niet alleen gedreven werd door idealen maar ook door jaloezie, ergernis en opstandigheid tegen een te aanwezige persoonlijkheid in zijn leven....
Al lezend in Tempest’ boek dacht ik, zoals in de aanhef opgemerkt, onweerstaanbaar aan Volkert van der Graaf. Brutus en Van der Graaf: de verschillen tussen de twee zijn natuurlijk groter dan de overeenkomsten: ...
... Toch geloof ik dat het niet in de eerste plaats de politieke standpunten van Fortuyn waren die Van der Graaf tot de moord dreven: jaloezie lijkt mij zijn voornaamste drijfveer te zijn geweest. Jaloezie op de kleurrijke, soms speelse, dan weer nukkige maar in alle gevallen charismatische Fortuyn, zo heel anders dan de saaie, verbeten en humorloze Van der Graaf. Hij mag dan wel zijn plaats in de geschiedenisboeken krijgen, over hem zal nooit een boek geschreven worden met het woord ‘nobel’ in de (onder)titel. Als hij al een boek waard is, dan zou De schlemielige moordenaar een betere titel zijn.
Maar hoe verschillend er ook over Brutus en Van der Graaf kan worden geoordeeld, ze hadden in elk geval dit gemeen: ze hoopten de loop der geschiedenis te veranderen maar slaagden daar niet in. Na de Iden van Maart (de dag van de moord op Caesar, 15 maart 44 v. Ch.) brak in Rome een burgeroorlog uit, waarbij Brutus en de andere samenzweerders het onderspit delfden. Waar ze een dictatuur trachtten te voorkomen, verrees onder de uiteindelijke winnaar, Caesars achterneef Gaius Octavianus, het principaat, waarin Octavianus als ‘eerste onder zijn gelijken’ functioneerde en al snel de naam Augustus (‘de verhevene’) aannam. Augustus speelde het slim: hij provoceerde de senaat minder dan zijn oudoom maar vestigde niettemin een dictatuur die – in wisselende gedaantes en dynastieën – de eeuwen zou doorstaan. ...." (Bron: april 2019, https://wimberkelaar.com/2019/04/12/brutus-en-volkert-van-der-graaf-talloze-verschillen-en-een-mogelijke-overeenkomst/)
Reacties